donderdag 25 juli 2019

Grand Hotel Europa

Het is buiten stil op straat.
Het effect van vakantie en de hitte.

"Op 24 juli werd in Eindhoven een temperatuur van 39,3 graden gemeten, waarmee het warmte record uit 1944 sneuvelde."
Dat soort voorpaginanieuws.

We zitten binnen, kijken t.v. -  De Tour die al om drie uur wordt gevolgd - drinken veel en volgen onze kinderen op Polarsteps.
Zij behoren tot de toeristen, wij tot de thuisblijvers.

In de avond lees ik langzaam in Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer.


Toeristen zoeken plaatsen op die authentiek zijn en waar weinig toeristen zijn.
Een contradictie.
De ellende van het toerisme laat zich zien in aangeprezen eilanden, zoals Bali. het kleine Indonesische eiland met jaarlijks zo'n vijf miljoen bezoekers, en steden als Amsterdam, Florence en Venetië.

Grand Hotel Europa plaatst de toerist naast de asielzoeker.
Voor de laatste heeft de auteur zoals ook verwoord in La Suberba, een lofzang op Genua, heel wat meer compassie.

Het boek gaat over meer dan alleen over de gevolgen van de hedendaagse volksverhuizingen.
Het is ook een liefdesverhaal, hoewel we vanaf het begin op de hoogte worden gesteld dat de liefde tussen de auteur en de kunsthistoricus Clio gedoemd is te ontsporen.
Ingetrokken in Grand Hotel Europa is die relatie inmiddels geschiedenis, een geschiedenis die de auteur boekstaaft in dit hotel met zijn vergane glorie. (De nieuwe Chinese eigenaar stelt alles in het werk om het hotel aantrekkelijk te maken voor de nieuwe golf van toeristen: zijn landgenoten).

Grand Hotel Europa is ook een liefdesverklaring aan de oude vrouw Europa, het continent vol  historie: veel verleden, weinig toekomst.

En dan is er nog de zoektocht naar het laatste schilderij voorstellend Maria Magdalena van Caravaggio, een project dat de geliefden een gezamenlijke focus biedt en hun grote verschillen in temperament en afkomst voor zo lang als het duurt overbrugt.
De zoektocht levert een overdaad van feiten en fictie, van speculatie en verhalen, die niet elke lezer zal boeien.
Bij mij vallen ze echter op vruchtbare ontvankelijke aarde, die onlangs geploegd en bezaaid is door
de wonderschoon opgetekende tweedelige graphic novel van Milo Menara.



Beschouw bovenstaande niet als een summiere samenvatting van Grand Hotel Europa. Het is zo'n vol en rijp boek, dat zich lastig laat samenvatten zonder het schromelijk te kort te doen. 
Nee, dit is een verslag van hoe ik deze stille dagen doorkom met één van de beste boeken die ik de laatste tijd gelezen heb. 

Het is interessant om Grand Hotel Europa te plaatsen naast De Toverberg van Thomas Mann. Waar Grand Hotel de gevolgen van massatoerisme en de toekomst van Europa verkend aan de hand van tafelgesprekken tussen de erudiet Parelski en de auteur worden de politieke stromingen en mensbeelden  in De Toverberg door verschillende personen verklaard en verdedigd tegenover de leerling Hans Castorp, waardoor De Toverberg zich op het gebied van ideeënverkenning, als ideëën-roman dynamischer presenteert.

En terugkomend op de bezetenheid van Clio, die voluit Clio Chiavari Cattaneo heet, die zich vastbijt in Caravaggio, wiens beschermvrouwe de naam van Constanza Colonna draagt wetend dat ondergetekende C.C. een zwak heeft voor ieder die zijn initialen draagt (Charlie Chaplin, Claudia Cardinale) een bezetenheid die haar licht geeft, naast de duistere destructie die ook de hare is.

Ecce Homo, die Liefde tot strijdtoneel maakt.

Geen opmerkingen: