woensdag 24 april 2019

Jeroen Mettes - oom Piet

De man, die opendoet is van mijn leeftijd, misschien enkele jaren jonger.
Piet Mettes, de oom van Jeroen, die me zo'n mooie brief had gestuurd naar aanleiding van mijn blog.
Hij leidt me rond het appartementencomplex aan De Smelen, wijst waar Jeroen gewoond heeft en de plantsoentjes rondom het gebouw, die hij onderhoudt en waar hij in de tachtiger jaren Jeroen probeerde te laten voetballen.
Piet Mettes was evenals zijn oudere broer Rinus een verwoed voetballer bij SV. Valkenswaard, waar hij, zoals ik later vernam nog heeft gespeeld met mijn zwager Clemens Spoorenberg.  Rinus schopte het zelfs tot het eerste van Willem II.
"Wij, de Mettesen zijn in Valkenswaard bekend als voetballers."

Maar zeer weinigen kennen de naam van Jeroen Mettes, dichter en poëziecriticus.
"Voor voetballen had hij weinig talent noch belangstelling. Lezen, had van jongs af aan zijn belangstelling."
Binnen toont Piet mij de omvangrijke stripverzameling: bekend werk met Kuifje en Suske en Wiske, maar ook Engelse comics en science fiction. De 1100 poëziebundels en kritieken zijn afgelopen oktober opgenomen in de collectie van het Poëziecentrum in Gent. Dat verklaart de meterslange lege boekenplanken. Er is ook een rijk gevulde plank met ordners en ingebonden cahiers met allerhande verwijzingen naar Jeroen.

Er is veel verschenen na de publicatie van de twee boeken in cassette in 2011, zoals artikelen in de landelijke dagbladen en in het Eindhovens Dagblad.
Piet herinnert zich nog die middag met de journalist van het E.D. Peter van Vlerken, die hem interviewde.
"Hij stelde dezelfde vragen als jij." en ook toen had hij het te kwaad als de dood van zijn zussen en Jeroen ter sprake komt.
Zus en moeder Francien, die in 1993 overlijdt en daarna zus en pleegmoeder Annie in 2006.
Was Jeroen bij de dood van zijn moeder aangeslagen - hij verbrandde veel geschreven eigen werk waaronder een strip ('Godfried') - en werd hij steeds introverter, de tweede dood van Annie kwam misschien nog wel harder aan. Hij verviel in somberheid, een behandeling had weinig effect.

Na het eindexamen was de eerste studie in Utrecht (filosofie/ kunstgeschiedenis) weinig succesvol. In dat ene jaar was hij meer af- dan aanwezig. De overstap naar Leiden met als studie Engels en later literatuurwetenschap beviel hem heel wat beter. Hij slaagde summa cum laude, begon aan zijn proefschrift, gaf les en lezingen onder andere in Princeton, nam zitting in de redactie van literaire tijdschriften als Yang en Parmentier.

Piet start de computer op en toont me een overzicht .
In de website van Jeroen http://n30.nl/blog/ staat het Kritisch Literatuur Lexicon.
"Zal ik je straks doorsturen."

Piet blijkt een waar archivaris van allerhande referenties van zijn neef.
Hij geeft me op het einde van ons gesprek een handvol recente boeken mee met verwijzingen naar Jeroen Mettes.
Omdat ik deze blog ook wil gebruiken om onze aanvraag voor een Jeroen Mettes plantsoen te onderbouwen, zal ik hieronder als bijlage de referenties weergeven.

Na twee uur druk ik Piet een hand. Ik heb een warme en betrokken man leren kennen.

Bijlage
.
Recente Referenties aan Jeroen Mettes.

1. Tonnus Oosterhoff, Een kreet is de ramp niet (Essays) 2018 Amsterdam/ De Bezige Bij
'Ik wil Jeroen Mettes aan het werk zien (maar het lukt me niet)' 8 - 30 
"Gedicht N 30, flarfpoëzie - gedichten samengesteld uit internetzoekresultaten - "

2. Kees 't Hart, Het gelukkige schrijven Amsterdam/ Querido 2015
"Ik wil niet getroost worden'298 - 305

3. Samuel Vriezen, Netwerk in Eclips. Essays Amsterdam/ Wereldbibliotheek 2016
Op diverse plaatsen (21-222; 32-36; 59; 101; 203-209; 211, 308; 321-328; 330-337) 
(Jeroen stuurde Samuel Vriezen N 30 en Weerstandsbeleid)

4. John Schoorl, Iedereen stapt wel eens af. Zijn mooiste repotages. Amsterdam/ van Gennep 2014
 'Onvoltooide leegte'155 - 160 : Persoonlijke beschouwing met vermelding van oom Rinus en Piet.

5. Nina Geerdink, Jos Joosten, Johan Oosterman (red.) De leeslijst. 222 Werken uit de Nederlandstalige literatuur. Nijmegen/Vantilt 2015
Nummer 218: Jeroen Mettes N 30+ Nieuwe Zinnen/ Weerstandsbeleid. Nieuwe kritiek.
Het artikel begint met: "De verleiding is groot om Mettes een plaats te geven in het rijtje jong gestorven herauten van het nieuwe, zoals Jacques Perk en Hans Lodeizen." En verderop "N 30, de codenaam van de antiglobalisten, die in Seattle tegen de Wereldhandelsorganisatie demonstreerden..." en "Hij tracht politiek en poëzie samen te brengen."

6. nIJ#34 Tijdschrift voor literatuurkritiek en amusement, Dossier samensteller Samuel Vriezen. Vlaams Tijdschrift voorheen Yang z.j.
"Onvermijdelijk waart de geest van Jeroen Mettes door de bijdragen."

7. Jeroen Dera, Sarah Posman en Kila va der Starre (red.)  Dichters van het nieuwe millennium. Nederlandse en Vlaamse poëzie in de 21 e eeuw.Nijmegen/ Vantilt 2016
Jeroen Sonnenschein, Eenmansavant-garde Jeroen Mettes'N 30 als epos van de 21 e eeuw 251 - 262
"Mettes auteurschap kent dus vier stilistische gedaantes: de blogger, de essayist, de dichter en de academicus."waaraan even verder een 5 de facet wordt toegevoegd, die van de korte verhalenverteller, korte verhale, die hij tussen 1997 en 2001 publiceerde in 'Passionate Magazine'.

8. Jeroen Brouwers, De laatste deur, zelfmoord in de Nedelandse Letteren Amsterdam/Antwerpen = Atlas Contact 2017 581 - 585 met onder andere
"Hoe ook te benoemen, de zinnenverzameling N 30 is een bom of schatkist van volte, die tenslotte neerkomt op een deprimerende leegte. Een ongrijpbaar, mij zeer gefascineerd hebbend boek," en "Niet in het Verzameld Werk opgenomen zijn enige verhalen van Mettes verschenen in het Literair Tijdschrift 'Mosselvocht'  In 13, december 1997/ januari en februari 1998 stond 'Ambitie'. "




dinsdag 16 april 2019

Jeroen Mettes - De Brief

Dit is een vervolg op mijn blog van 19-10-2017 Jeroen Mettes - Valkenswaard, waarin ik kond doe van mijn vondst in Jeroen Brouwers Magnum Opus  'De laatste deur', de veranderde en aangevulde versie uit 1983.
Ik was daar op het spoor gekomen van de dichter en poëziecriticus Jeroen Mettes, opgegroeid in Valkenswaard, geboren op 24 maart 1978 en gestorven op 21 september 2006; hij pleegt op die dag zelfdoding, reden waarom Jeroen Brouwers hem vermeldt.

In 2011 wordt een cassette met twee boeken met Mettes werk uitgegeven .
Beijveraars van deze uitgave zijn Daniël Rovers, Piet Joosten en Frans Willem Korsten. De laatste was zijn promotor. Mettes werkte aan een proefschrift over hoe poëzie de randen opzoekt van taal en hoe de achttiende-eeuwse Duitse criticus August Wilhelm von Schlegel dat zag.

In het voornoemde blog maak ik melding van een AHA- Erlebnis. Ik had die cassette ooit aangetroffen in een kringloopwinkel en het aangeschaft.

Ik eindigde mijn blog met de vermelding dat Valkenswaard er goed aan zou doen om een straat of steeg, dan wel een plantsoen te vernoemen naar Jeroen Mettes.
Maar zijn familie moet daar achter staan.

Hierop reageert een zekere Piet Mettes en zegt dat de familie erachter staat.

Ik heb vervolgens een mail met dit verzoek naar de secretaresse van de burgemeester gestuurd. Hierop heb ik (nog) niets vernoemen.

Onlangs vond ik een brief van Piet Mettes in mijn brievenbus.Hierin staat onder andere het volgende.

"Ik ben Piet Mettes de oom van Jeroen en heb hem vanaf de dood van zijn moeder (mijn zus) in 1993 samen met mijn oudste zus Annie, die voogd van Jeroen werd, tot aan zijn dood mee opgevoed.
Zijn vader was namelijk vertrokken toen mijn zus 8 maanden in verwachting was  van Jeroen en die heeft ie nooit meer gezien."

Even verderop schrijft hij

"Bij De Smelen 65 waar Jeroen 12 jaar gewoond heeft, ligt een plantsoen. In dit plantsoen heb ik met Jeroen veel gespeeld, want zoals gezegd woonde ik in hetzelfde appartementencomplex als hij en zijn moeder en ik houd dit plantsoen, met toestemming van de gemeente, bij.
Zou het niet mooi zijn dat dit plantsoen naar Jeroen vernoemd zou worden? "

Ik heb direct contact met Piet Mettes gezocht.
In het ruim twee uur durend gesprek ben ik gesterkt in mijn voornemen.
Aan dit gesprek en de opbrengst wil ik in mijn volgende blog wijden.   

vrijdag 5 april 2019

'Alles is relatief'

Steeds vaker neem ik deel en/of neem ik waar, dat een debat doodbloedt en eindigt in de dooddoener dat alles relatief is, dus waar.

Zoekend naar het goede, schone en ware kom ik niet vooruit en om het thema zelf aan de orde stellen lijkt me niet zinvol als de uitkomst dezelfde als de vraag is, dat ergernis of droefenis over de teloorgang van het debat en het socratische gesprek een persoonlijke mening is die voor een ander heel anders kan uitvallen.

Dat over schoonheid niet te twisten valt is ons van jongs af aan ingepeperd, de duizenden beschouwingen over kunst ten spijt.
Voor het goede of het juiste is veel getwist vaak met donderend geweld, niet om de ander te  overtuigen maar om te verjagen of drastischer om uit te roeien 
In eigen kamp levert dat meer dan een handvol helden en martelaren niet op.
Bekeren met het mes op de keel lijkt me van geringe intrinsieke waarde.

De discussies over het ware verzanden, zakken in het moeras van welles en nietes. Er zijn zovele waarheden, dat niets waar lijkt te zijn, zelf het meten is weten hangt doelloos in de wilgen te wapperen.
De waarheid van de ander is een gevolg van indoctrinatie van media en wetenschap, Klimaatcrisis wordt ontkend, want een model is onlangs bijgesteld en het is wachten op de volgende bijstelling, waar globalisering wordt geroepen echoot nationalisme terug.
De voorzitter, die om order oproept is al lang naar bed.

Toch scoorde ik onlangs een kleine overwinning.
Een vleugje frisse wind in een bekakte omgeving,
Toegegeven het is een trucje uit de trukendoos van het debat van weleer.
Toen ze vanuit haar arrogant forum met een 'Alles is relatief' me het bos in wilde sturen, kon ik zeggen dat ze gelijk had en dat die waarheid ook voor haar uitspraak geldt.
Alles is relatief is maar een relatieve stelling.

Aan de tegen-stelling 'alles is niet relatief',  dient te worden toegevoegd 'maar van het meeste weten we dat nog niet'.
Dat laatste heb ik niet meer kunnen zeggen, want ze had haar antwoord al klaar.
"Alles is een kwestie van hoe je het bekijkt.'

Relativisme is de schimmel op de epistemologie.