woensdag 31 augustus 2016

Tour de Jardin

Riny is lid van de tuinclub 'Klavertje 5'. De leden zijn allen van het vrouwelijke geslacht. Het zijn chique dames zonder rouwranden onder hun nagels. De meesten hebben een tuinman, enkele managen hun eigen man.
Eén maal jaarlijks wordt een dag georganiseerd waarbij de echtgenoten worden genood. Die dag heet 'Tour de Jardin'. De meeste dames hebben op de middelbare school gezeten.

Afgelopen zaterdag was er zoals immer eind augustus de Tourdag  met als start een bezichtiging van een tuin, daarna nog een tuin en als afsluiting een etentje in een tuin van een van de leden.
Een vertrouwd programma.

De mannen hebben elkaar een jaar niet gezien en vragen naar hoe de naam ook weer was. Omdat het gehoor naarmate we ouder worden in de regel in kwaliteit inboet, wordt er op het antwoord vaak gereageerd met 'Hoe zegt U?'
Naambordjes zouden dat vragen overbodig kunnen maken. Maar aangezien de visus ook terugloopt zou dat teveel vooroverbuigen vergen. Men zou tot in de comfortzône geraken.
De omgang is eerder gereserveerd dan amicaal.

De eerste twee tuinen waren mannentuinen.
Laat ik dit toelichten.
Vrouwen houden van bloemen en planten, die ze in tuincentra en kwekerijen inkopen en door hun knechten op de daartoe aangewezen plekken laten planten. Vrouwen houden van kleur en evenwicht in de tuin. Dit kan ik zeggen dankzij mijn jarenlange Tourervaring.

Mannen houden van vorm en structuur.
En, mannen houden van productie.

Tuin 1 (Tuin in het bos, Dennenlaan 2 te Maarheeze www.tuininhetbos.nl) is een juweel van een parkachtige tuin. De beheerder - een man, wiens naam ik niet goed kon horen - leidde ons met een ongekend enthousiasme rond. Zijn tuinfilosofie: weinig kleur (anti-vrouw) en veel vorm (pro-man) en verder: Geen gevecht met de natuur, maar er een verbond mee sluiten.
Ik weet niet of dat laatste sexe gebonden is.


Tuin 2, die we bezochten was de Philips Pluktuinen aan de Oirschotsedijk in Eindhoven Noord, liefst 12 hectare groot. 
De beheerder, die zich Carlos noemde, leidde ons rond. Hij sprak duidelijk, vandaar dat ik zeker weet dat hij Carlos heet. Hij had het over de peren- en appelproductie per ha., het verdienmodel en de toegevoegde waarde met beleving. 
Mannen vormden de eerste cirkel om hem heen en stelden veel economisch getinte vragen. Sommige vrouwen haakten vroegtijdig af voor een bezoek aan de Philips Pluktuinen natuurwinkel.


Carlos voor de peren

De derde tuin stond in Helmond aan de Aarle Rixtelseweg. Die kenden we al, dus hoefden we geen rondleiding te doen en konden we meteen gaan zitten om te eten.
Elk Klavertje 5 lid had iets gemaakt en dat bovendien meegebracht.
Dit jaar waren er opvallend veel gevulde eieren.

Aan het tafeltje waar ik zat, werd de vraag gesteld welke dictator het ergst was: Poetin, Erdogan of Assad.
De menigen waren verdeeld.
Het waren allemaal mannen.

vrijdag 26 augustus 2016

Heeg (Frsl)

Vijftig jaar geleden las ik het gedicht 'Herkenning' in het in 1966 verschenen 'Nader tot U' van Gerard Kornelis van het Reve, vond het mooi en besloot het toe te voegen aan mijn repertoire uit het hoofd te declameren gedichten.

Hoe vaak heb ik geprobeerd te imponeren met

Nu weet ik wie gij zijt, de jongen die ik eenzaam zag in Woudsend en daarna,
nog op dezelfde dag, in een café te Heeg.
Ik hoor mijn Moeders stem.
O Dood, die waarheid zijt:nader tot U.

De woorden Eenzaam, Moeder(s), Dood en ook de naar ik aannam plaatsnamen Woudsend en Heeg vond ik prachtig klinken en droeg ze plechtig voor - in Herinnering  - als een gebed.
 (Bij mij heeft dit gedicht altijd de titel 'Herinnering' gedragen. Pas nu ik het opzoek in de oerbron bemerk ik dat die 'Herkenning' moet zijn.) 

Nu was ik daar ter plekke. 
Het poëtische Heeg werd werkelijkheid. 
Thomas en Femke met kinderen stonden er op camping 'Watersportcamping Heeg'. 
Femke, waterrat en ervaren zeilster, wenste haar kinderen de vaardigheid van het zeilen aan te leren.

Wij bespraken voor enkele dagen een chalet op deze in Femkes tweede Caravanityboekje, 'Caravanity Super Trips'' (pagina 44-46) genoemde camping.

Nu zijn we alweer thuis met vele Herinneringen.
Zoals die digitaal zijn vastgelegd en geschreven op onze eigen harde schijf.


Ingang Watersportcamping Heeg


Caravanity-look



Femke in blauwe kajak instrueert Noa 


Met instructeur Michiel twee uur op een grote boot


En met dit prachtige uitzicht op de ondergaande zon tellen wij onze zegeningen








woensdag 17 augustus 2016

Het attribueren van verlangen

We zitten weer in de jaarlijkse kleinkinderloze fase, de vakanties met hun ouders, een fase die - eveneens jaarlijks - vooraf gegaan wordt met logeerpartijtjes.
En dat allemaal zolang het duurt.

Er komt een tijd dat aan het logeren bij grootouders weinig te genieten valt, zoals ook de ouders voor vrienden worden ingeruild om vakantie te vieren.
Om het moment dat ze niet meer bij opa en oma willen logeren zover mogelijk uit te stellen zorgen we ervoor dat de logeerpartijtje een feest zijn.
We oriënteren ons op de lokale evenementen, bespreken de mogelijkheden en maken een voorlopige planning.
Om vervolgens erachter te komen dat daar meestal niets van komt.

Ze worden door de ouders gebracht, rolkoffer aan de hand. Daarin zit hún programma: het laatste speelgoed en natuurlijk de I pad.
De instructie van de ouders begrijpen we, vallen hen bij: 'niet meer dan een uur per dag op de I pad', gelimiteerd zoals dat voorheen voor het t.v. kijken gold.
Maar, realiseren we ons achteraf, van hun programma komt meestal ook weinig terecht.
Dit jaar was onze tuin het speelpaleis met nieuwe mogelijkheden en belangstelling.

Het kleine vijvertje waarover een boogbruggetje loopt bleek vol met kikkervisjes te zitten. Uren hebben ze als geduldige jagers de visjes gevangen, in potjes gestopt en op het einde van de dag weer terug gezet.



De concentratie nodig voor de jacht is groot, de fotograaf wordt nu eens niet opgemerkt. Gekke bekken blijven achterwege.

En ons oudste kleinkind Luca, bijna tien, gaf, toen hij mij in de groentetuin hielp bij het plukken van de bonen, te kennen, dat hij ook graag een eigen tuin wilde hebben. Het katapulteerde me naar mijn eigen jeugd, mijn vraag aan mijn vader en hoe trots ik op mijn eerste eigen radijsjes was.

Samen hebben we een Luca-hoekje afgezet. Met oma kocht hij zaad. 
Of dat allemaal tot volle wasdom zal komen is een vraag. Het seizoen is al ver gevorderd.
'Dat zien we wel opa als ik de volgende keer weer hier ben'.
Kijk, dat is mooi meegenomen. 
Het verlangen naar opa en oma met attributen warm te houden.


Luca, als je in Marbella mijn blog bekijkt, moet je deze foto vergroten en dan zie je dat vooral de radijs er prima bijstaat! 




donderdag 11 augustus 2016

Begrenzing

Nee, deze tekst gaat niet over asielbeleid. De titel suggereert misschien een reactie op Paul Scheffers De vrijheid van de grens, maar ze gaat over het einde van de idealisering van de open ruimte daar waar concentratie geboden is.

In het schooljaar 1974/'75 was ik onderwijzer op een Open School in de Eindhovense wijk Tongelre Het Karregat geheten.
Mijn Schoolbestuur had me hiernaar toe verleid, want, zo had ze cynisch geconstateerd in mijn conflict met mijn voorgaand hoofd der school "Jij houdt toch van vernieuwing!".

Meer omdat ik weg wilde dan dat ik nu zo graag in die modernistische tempel wilde onderwijzen, hapte ik toe met een gretigheid die een kritische houding vooraf blokkeerde.
Ik was niet de enige die als een blinde kip in dit avontuur stapte.
Geheel Eindhoven werd door de architect van Klingeren voorgehouden dat in de open ruimte van zijn gebouw de nieuwe maatschappij en mens een experimenteerruimte zou vinden.
Zowel het bijzonder-katholiek als het openbaar onderwijs startte er pal naast elkaar gelegen hun scholen naast onder meer een bibliotheek sporthal, supermarkt en café.
Zonder schotten of muren. Ouders liepen op weg naar de winkel even de ruimte van de school binnen, monteurs kropen over de de in de nok gelegen lucht- en lichtbuizen, het geknal en gedreun uit de sportzaal denderden door het met staal gestutte ruimte.
Er was een architectonische droom zonder onderwijsmodel.
We modderden aan en door.
Leerkrachten vielen bij bosjes om.
Ieder wist wat eraan schortte, niemand was het daarover met elkaar eens; de ander trof in elk geval de schuld van dit debakel.
Het Karregat bleek een Rattenval, een Slangenkuil, een niet te torsen Karrewiel.

De katholieken waren de eersten die schotten en muren plaatsten. Het was nog voor het eind van dat schooljaar.
15 jaar later jubelde Interpolis over haar eerste open kantoorconcept.
Open is goed, is mooi, is goed voor de communicatie.
Maar slecht voor de concentratie.

In Strijp S worden de vroegere productiehallen van Philips door ondernemingen betrokken in een 'industriële open ruimtes'.
Zo ook Fama Volat ( zie mijn blog DDW dd 21 oktober 2015).
Al gauw werden twee ruimtes met glas afgescheiden, waar geluid minder kans heeft het creatieve proces van de marketingjongens en - meisjes te verstoren.
In de open werkplekken drukken op muziekdragers aangesloten koptelefoons het geroezemoes weg.
Soms zijn die hulpmiddelen niet afdoende.

Thomas heeft last van visuele afleiding. Er ontstond een behoefde aan stilteruimtes. Twee houten schuurtjes staan sinds enkele dagen in hun kantoorruimte.
Vlak voor zijn vakantie vroeg Thomas mij om die te schilderen.



Daar ben ik mee bezig. Overal hoor ik en zie ik.
De schilder kan het hebben.
Hij houdt nog denkruimte over.
Hij denkt aan ruimtes, die te groot zijn voor een mens.






Het resultaat: na vier dagen schilderen in de open space,  twee fraaie Cruikshank huisjes. (Zie Dan Cuickshank (1949): ontwerper van prikkelarme hokjes 1967)


woensdag 3 augustus 2016

Van Villa Russenduin naar Villa Glory

Ergens had ik erover gelezen over het terras met het mooie uitzicht.
Het zou liggen in Bergen aan Zee.

Toen we afgelopen week bij mijn zusje en zwager in Castricum op bezoek waren om hun verbouwing te bewonderen, maakten we gewoontertrouw 'een programma',
Het terras werd erin opgenomen.

Museum Kranenborgh staat bij bezoek en verblijf in Noord-Holland altijd op het programma van To-Do.
De wat rommelige tentoonstelling over Armando leverde mooie beelden op.


Foto van foto: Armando aan het werk


Opgenomen in een benauwend doek uit 1996. Veel werk uit die periode raakte verloren bij de brand van het Armando museum in Amersfoort d.d. 22 oktober 2007

Het volgende onderdeel was het bezoek aan aan terras en annex hotel/conferentie-oord boven op de Russenduin in Bergen aan Zee. 
Het uitzicht aldaar op Bergen aan Zee, haar strand en zee is inderdaad prachtig.
De villa, van wie ik het bestaan tot dan toe niet geweten had, bestaat precies 100 jaar en kent een rijke geschiedenis.
Als stenen zouden kunnen spreken...


We moeten het doen met een korte inleiding van de huidige uitbater, een bezichtiging en de informatie uit het boekje van Maria Smook-Krikke: 'Een kasteel in Bergen aan Zee. De geschiedenis van het huis op de Russenduin.' uit 2006.

Zeer beknopt: 
Tot 1918 bewoont door de eerste eigenaar August Janssen, commissaris bij de Deli maatschappij (tabak), die op 10 april overlijdt. De kolos blijkt onbetaalbaar en blijft onbewoond tot 1924. Villa Russenduin wordt in 1924 via een veiling verworven door de zoon van de eerste bewoner, die het verhuurt en tenslotte overdoet aan het BIO (Blijheid in Overvloed) vacantieoord, opgericht door de eigenaren van bioscopen de heren Tushinski en Gerschanowitz. In hun zalen werd voor het goede doel - tijdelijke opvang van arme ondervoede kinderen - gecollecteerd. 
In 1939 werd het een militair hospitaal om een jaar later te worden geconfiskeerd door de bezetter. Die verhoogde de toren met 7,5 meter zodat op een groot deel van de Atlantikwall toezicht kon worden gehouden. 
Een ijzeren wenteltrap geeft toegang tot het uitzichtplatform.


Na de oorlog wordt begonnen met de herstelwerkzaamheden. De laatste bleekneusjes trekken er in 1967 uit. 
Kunstenaars betrekken het pand en geven er feesten en festivals.
In 1973 betrekt The Holy Spirit het gebouw, beter bekend onder de naam van de Moon sekte en dopen het gebouw met de naam Villa Glory. Ze kopen als Stichting Verenigingskerk voor Nederland het pand 2 jaar later voor de som van 1,2 miljoen gulden. 
Vanaf 1985 worden er kamers verhuurd. De laatste uitbater huurt het pand in 2010 ten behoeve van een hotel, conferentie en terrasfunctie.

Ondanks inspanningen dreigt het gebouw en de bijgebouwen langzaam te vervallen. Onze leken-ogen zien scheuren en verzakkingen, die op korte termijn moeten worden aangepakt. Want het is de moeite waard. Er zijn mooie ornamenten, prachtige glas in lood ramen.


Trap naar de eerste verdieping.

En dan is er die geschiedenis en het adembenemende uitzicht. Waard om te restaureren en te behouden.

Bij een volgend bezoek aan Noord Holland staat Villa Glory met haar terras op ons vaste programma.