zaterdag 28 augustus 2021

Der Blauwe Reiter D.E.3

Wassily Kandinsky en Franz Marc waren in 1911 de initiatiefnemers van Der Blaue Reiter in München.  Ook August Macke en Alexej von Jawlensky worden gerekend tot de oprichters.
De groep stond ook open voor andere kunstbeoefenaars zoals de componist Arnold Schönberg.

Evenals de schilders van Die Brücke zette Der Blaue Reiter zich af tegen de klassieke kunststromen en  het academisme. Maar zij was opener, kosmopolitischer en minder programmatisch dan Die Brücke.
De kustenaars van Der Blaue Reiter waren in tegenstelling tot die van Die Brücke al gevestigd.

De naam Der Blaue Reiter zou verwijzen naar een werk van Kandinsky uit 1903 (Wikipedia). 
In Moderne Kunst onder redactie van David Britt  staat op blz. 141 het volgende.

"In 1930 vertelde Wasily Kandinsky:
Franz Marc en ik kozen de naam toen wij op een dag koffie zaten te drinken op het beschaduwde terras van Sindelsdorf. Wij hielden allebei van blauw. Marc voor paarden, ik voor ruiters. De naam kwam vanzelf." 


Wassily Kandinsky, Reiter am Stand 1910


Franz Marc, Die kleine blaue Pferde 1911


Alexej Jawlensky, Helene mit bunten Tulban 1910


August Macke, Dame in groen jasje 1913

In 1913 werd een almanak uitgegeven met op de omslag het schilderij Der Blaue Reiter van Kandinsky en er startte een reizende tentoonstelling van het werk van Der Blaue Reiter schilders.
Er ontstonden connecties met schilders als Paul Klee, Hans Arp en Lyonel Feiniger.
De laatste expositie van de groep was "Herbstsalon" in 1913 in galerie Sturm in Berlijn.

Toen brak de eerste wereldoorlog uit.
Marc en Macke sneuvelden.
Anderen verlieten het land zoals Klee en Kandinsky.
Zij keerden in 1920 terug naar Duitsland en werden leraar bij Bauhaus.

In "Talente" geschreven door Karl Scheffler en uitgegeven door Verlag Bruno Cassirer, Berlin 1921 worden 20 schilders bij name genoemd. 
De hierboven genoemde Der Blaue Reiter schilders ontbreken
Wel worden Die Brücke adepten Kirchner, Pechstein en Heckel behandeld.

Ook wordt Oskar Kokoschka vernoemd.
Ik ga hem opzoeken in het Wenen en Berlijn in die vooroorlogse tijd.





maandag 23 augustus 2021

Die Brücke D.E.2

 De tentoonstelling van Die Brücke in Museum Kranenburgh duurt nog tot 3 oktober.



De tentoonstelling is samengesteld uit een keuze van de collectie van het Lehmbruck - Museum in Duisburg.
Het getoonde werk is een zeer kleine selectie van  Die Brücke, opgericht in 1905 door de architectuurstudenten uit Dresden Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt-Rottluff en Otto Mueller. 
In 1906 voegen zich voor een korte tijd Emil Nolde en Max Pechstein bij de groep.

De naam van de groep is waarschijnlijk gekozen door Karl Schmidt-Rottluff, ontleend aan Nietzsche Also sprach Zarathustra, die de brug ziet als een symbool van de overgang van oud naar nieuw.
Kirchner tekent voor het programma in 1906 met een map met houtsnedes van de groep, waarbij hij niet alleen de kunstenaars van de nieuwe beweging met haar ongeremde vernieuwing zoekend naar de echt waarachtige (natuur)mens definieert maar ook hun toeschouwers.


Houtsnede van Ernst Ludwig Kirchner

De ongeremdheid en het loslaten van de klassieke regels van de schilderkunst levert werk op met een explosie aan kleuren. 
In Kranenburgh hagen als voorbeeld de volgende twee werken van 


Otto Mueller



Erich Heckel

Het is in de huidige tijd ondenkbaar dat gelijkgezinde kunstenaars zich achter een programma scharen en daarbij een haast dictatoriale trouw aan de groep eisen. Zelfs werk tentoonstellen met andere kunstenaars dan die van de groep kan leiden tot uitsluiting.

Die Brücke was ontstaan naar het Franse voorbeeld van de Fauvisten o.l.v. Henri Matisse met dit verschil dat de vier architectuur-studenten starten als prille kunstenaars die nog nauwelijks een kwast ter hand hadden genomen.

Duitsland kende naast Die Brücke (Berlijn/Dresden) nog een andere vermaarde groep nl. Der Blaue Reiter (München)

Komende week wil ik me oriënteren op deze groep.








zondag 15 augustus 2021

Paula Modersohn Becker D.E 1*

Het laatste van de 12 essays uit de bundel 'Ogenblik & Eeuwigheid van Joke J. Hermsen draagt de titel  'Overvloed en onophoudelijke geboorte'. 
Het gaat over de vroeg overleden schilderes Paula Modersohn Becker (1876 - 1907), dat eerder in 2019 was gepubliceerd in De Groene.

Het essay had me om meerdere redenen getroffen. Behalve haar tragisch vroege dood, was het haar late erkenning en de achteraf unieke positie die zij inneemt in de Duitse schilderkunst in het bijzonder het Duits Expressionisme, dat me bijzonder boeide.

Paula MB - zij signeert haar werken met PMB - wordt in Dresden geboren. Op 2 jarige leeftijd verhuist het gezin naar Bremen. 
Zij werkt in het 20 kilometer ten noord oosten van Bremen gelegen kunstenaarsdorpje Worpswede en later in Parijs.
 
"De kunst is overvloed en onophoudelijke geboorte", noteert ze in haar dagboek.
Thema's van haar werk zijn moederschap, kindertijd en zwangerschap. Daanaast schildert ze landschappen en stillevens.


Een van de vragen die Joke Hermsen in dit essay opwerpt is hoe worden kunstenaars gekend, ontdekt en beroemd. 
Hoe pikt de geschiedenis de talenten op?

In het geval van PMB gebeurde dit zo'n ruim honderd jaar na dato in de grote waardering die ze nu heeft.
Natuurlijk had ze in de jaren dertig een negatieve waardering door de nazi's mogen genieten zoals die het gehele expressionisme toen ten deel viel onder de noemer van de Entarte Kunst.

Het was de Franse schrijfster Marie Darrieussecq ( o.a. Zeugzoenen en De baby) die haar naam in 2016 op de kaart zette met een autobiografisch essay 'Hier zijn is heerlijk'., in 2017 gevolgd door een grote overzichtstentoonstelling in Musée dÁrt Moderne in Parijs.
In 2020 was er een tentoonstelling in het Kunstmuseum Den Haag. Eerder in 2013 was een bescheiden selectie van de collectie in Bremen te zien in het Belvédère museum in Heereveen.

PMB was bevriend met de beeldhouwster Clara Wetshoff, de vrouw van Rilke. Zij woonden ook in Worpswede, waar PMB samenleefde met de oudere en klassiek schiderende Otto Modersohn, die de drang om tot viermaal toe in Parijs te gaan leren en schilderen niet begreep.
In Parijs leerde ze diverse schilders kennen, waarvan ze vooral Cézanne bewonderde, een bewondering die opvalt in haar stillevens.

In het lijvige "Moderne Kunst" o.r.v. David Britt (1994) tref ik haar naam niet aan.

Ik sla het "Talente"  Berlijn !921 open van Karl Scheffler.  Er staan zo'n twinteg schilders vernoemd. De meesten zijn ook nu nog bekend zoals Kirchner, Pechstein, Kokoschka en Munch, namen verbonden aan schildersgroepen als Die Brücke"en "Der Blaue Reiter".
 
Het derde boek dat ik uit mijn kast neem is "Deutscher Expressionismu 1905 - 1920"o.r.v. Paul Vogt. uit 1980, "erweiterte deutsche Ausgabe des Katalogus in New Yorl und San Francisco 1980/81. Daarin worden vier groepen besproken: Die Norddeutsche, Die Brücke, Der Blaue Reiter en Groszsdt-Expressionismus.
Bij de Norddeutschen naast Christian Rohlfs en Emil Nolde Paula Modersohn-Becker."

Waardering: 
"Paula Modersohn-Becker hat ein unverwchselbares Werk hintergelassen, das eine bewundernserte innere Gesschlossenheit aufweiszt und trotz ihres Frühen Todes als wahrhaft vollendet gelten darf. "

Dat laatste lijkt me een slag in de lucht, de waardering ver voor Darrieussecq..

Enkele dagen na de geboorte van haar dochter Mathilde overlijdt PMB aan de gevolgen van een longembolie. Zij was 31 jaar. Haar dochter Mathilde zal 91 worden. 
In 1978 schenkt Mathilde 50 schilderijen en 500 tekeningen aan de PMB Stiftung.

*) D.E. staat voor Duits Expressionisme
  


zaterdag 7 augustus 2021

Ogenblik & Eeuwigheid F.V. 8

Als je de geschiedenis van de filosofie doorneemt, dan lijkt de liefde voor het denken vooral een mannenaangelegenheid te zijn. 
Alle tien door Hermans aangehaalde metafysische schoolfilosofen in 'Wittgenstein in de mode' zijn  mannen.

Tegenwoordig wordt die achterstand snel ingelopen.
Bij het moderne filosofisch pantheon horen namen als Hannah Ahrendt, Martha Nussbaum en Susan Neiman.
Nederland kent o.a. Daniel Roovers, Stine Jensen, Désanne van Brederode en Joke Hermsen.

Opvallende overeenkomst tussen hen is de toegankelijkheid en de actualiteit
Van de Nederlandse is Joke Hermsen wat die twee kenmerken betreft mijn favoriet.
Naast haar filosofische teksten - veelal essays - is ze romanschrijver.
.
Zij promoveerde op Lou Salomé. Belle van Zuylen en Ingeborg Bachmann.
Met haar roman 'De profielschets 'in 2004 brak ze door met deze satire op de academische filosofische kringen.
Vorig jaar verscheen haar boek 'Ogenblik en Eeuwigheid. Meer tijd voor de kunst.', een bundeling van 12 essays over de kunst.


De essays over de Toverberg van Thomas Mann en 'We zijn en blijven beginners. Nataliteit en kunst in het denken van Hannah Ahrendt' waren eerder gepubliceerd in 'Kairos Een nieuwe bevlogenheid' uit 2014.
Andere bijdragen waren eerder verschenen in tijdschrift of catalogus.

De titel heeft een verbinding met de laatste regel van Vondels gedicht Kinder-lyck naar aanleiding van de dood van zijn zoontje Constantijntje: Eeuwig gaat voor ogenblik.
De fascinatie voor de Tijd, vooral voor de niet chronologische maar Kairos-tijd - de beleefde tijd -  toonde ze al eerder in 'Stil de tijd' (2009) en 'Kairos'.

Het eerste essay in deze bundel is een felle aanklacht tegen de cultuurpolitiek van de laatste jaren, de bezuinigingen  (300 miljoen;  Halbe Zijlstra "Ik kan zo makkelijk bezuinigen omdat ik er geen verstand van heb.") en vooral een verdediging van de kunst, die ons in verwondering stil doet staan.

De andere essays gaan over Sean Scully, Virginia Eoolf, Hilma of Klint, Marlene Dumas en Sophocles Antigone, Muziek en Rivieren, Mark Rothko George Meertens e.a., Edmond Jabès en als laatste Paula Modersohn- Becker ('Overvloed en onophoudelijke geboorte'}
Over die laatste wil ik meer te weten komen en zal er volgende week over bloggen.

De schrijfster werd op 23 december 2020 uitgenodigd door De nieuwe wereld, een You Tube kanaal gepresenteerd door Ad - misschien - Verbrugge.
Ik weet niet hoe de uitnodiging luidde. Was het een interview, een gesprek, een confrontatie?

Een uur lang probeert Ad - misschie - V. haar het woord te ontnemen door er nog een filosoof of uitspraak in te brengen.
Ad van BON, waarvan ik dacht dat de B voor Beter stond. In dit gesprek staat het voor Betweter, een mooi personage voor een volgende uitgave van 'De profielschets.'

Joke Hermsen laat zich echter niet intimideren of van de wijs brengen, ze blijft stoïcijns en manifesteert dat het om de aandacht voor 'Ogenblik en Eeuwigheid' gaat. 
En dat is haar desondanks gelukt. 





 


dinsdag 3 augustus 2021

Uit De vrolijke wetenschap F.V. 7


*  Bezit wordt door het bezitten meestal minder
*  Mystieke verklaringen gaan door voor diepzinnig; de waarheid is dat ze nog niet eens oppervlakkig zijn.
*  Alle dingen diep vinden - dat is een ongemakkelijk trekje . Het zorgt ervoor dat je de hele tijd je ogen inspant en steevast uiteindelijk meer vindt dan je zou wensen.
*  Gedachten zijn de schaduwen van onze gevoelens - altijd donkerder, leger, eenvoudiger dan deze.
*  God is dood, maar gezien de aard van de mens zullen er misschien nog millennia lang grotten zijn waarin zijn schaduw wordt getoond - En wij - wij moeten ook nog zijn schaduw overmeesteren.
*  Word wie je bent.
*  Leef gevaarlijk! Bouw jullie steden op de hellingen van de Vesuvius!
*  Wij willen de dichters van ons leven zijn - en op de allereerste plaats in het kleinste, meest alledaagse.
*  Geen overwinnaar gelooft in het toeval.
* Moraal is het kudde-instinct in het individu.
*  De meest perfide manier om een zaak te schaden is haar opzettelijk met foutieve argumenten te verdedigen.
*  Zelfs het mooiste landschap is, als we er drie maanden in leven, niet meer verzekerd van onze liefde, en een of andere verder weg gelegen kust wekt onze hebzucht op.
* Er is iets lachwekkends aan de aanblik van die schrijvers die de geplooide gewaden van hun lange volzinnen om zich heen doen ruisen, zo willen ze hun voeten verbergen.

Ook door Prideaux geselecteerd. 
Twee buitenbeentjes, buiten De vrolijke wetenschap:

* Kunst is de hoogste opdracht en de ware metafysische activiteit in dit leven - Uit De geboorte van de tragedie
* Zelfs al zou het bestaan van een metafysische wereld nog zo overtuigend worden bewezen, dan nog stond vast dat de kennis ervan de meest onbeduidende van alle kennis zou zijn: nog onbeduidender dan voor een schipper in stormgevaar de kennis van de chemische samenstelling van water moet zijn.-Uit Menselijk, al te menselijk.

De vertaler van De vrolijke wetenschap, Hans Driessen 1953 - 2017, overleed voordat de eindversie tot stand kwam. Die kwam voor rekening van Paul van Tongeren en Michel Melenhorst.
van Tongeren schreef een uitmuntend Nawoord. Het ware beter geweest dat De vrolijke wetenschap met deze tekst was begonnen.

Nu begint het boek met een 'Voorwoord bij de tweede druk' uit 1887- de eerste stamt uit 1882.
Daarna volgen 'Grap, lust en wraak, Voorspel in vaderlandse rijmen ( 28 blz.) en vijf Boeken.
De tweede druk wordt afgesloten met 'Aanhangsel. Liederen van prins Vogelvrij'.
De boeken bestaan uit paragrafen, in het totaal 383. 
De paragrafen en boeken lijken weinig verband te hebben. Je kunt er wel spitsvondige verrassende teksten uit citeren zoals boven genoemd, maar van Tongeren maakt duidelijk dat het meer is dan een verzameling aforismen.

In zijn leeshulp heeft Van Tongeren ongetwijfeld gebruik gemaakt van de promotie van Niels Helsloot 'Vrolijke Wetenschap. Nietzsche als vriend.' 10 september 1999. van Tongeren zat in  de promotiecommissie. 
Het Nawoord kent helaas geen verdere verwijzingen.

Teksten van Nietzsche moeten langzaam - herkauwend - worden gelezen. Als geneesheer/ diagnosticus van de cultuur kent N. 4 domeinen.
1. Filosofie en wetenschap
2. Het handelen (moraal en politiek)
3. Het geloven (religie in alle gedaanten)
4. Het scheppen (kunst in alle gedaanten, vooral literatuur en muziek)
Boek 1 gaat vooral over domein 1, 2 over 4, 3 over 3 4 over 2.
Boek 5 gaat over alle domeinen in het licht van het nihilisme.

Het is onzin om na een week lezen zeggen dat ik 'De vrolijke wetenschap' gelezen heb. Ik ben erin begonnen. 
Hooguit.
Ik ben verbaasd dat een boek dat 130 jaar geschreven is me zo nieuwsgierig houdt.

F.N. Filosoof met de hamer, van beletseltekens, van het misschien, van verrassende uitspraken, ook tegenspraken, de schrijver, de stilist die de lezer op het verkeerde been zet, aan het denken zet.
De filosoof van God is dood, alles keert weer, van de Übermensch en Apollo en Dyonisos.
Hij krijgt het laatste woord.

$ 189 De denker
Hij is een denker: dat wil zeggen dat hij er verstand van heeft de dingen eenvoudiger op te vatten dan ze zijn.