vrijdag 29 juli 2016

Noa 8

Het ingekorte verjaardagsfeestje ter gelegenheid van Noa's achtste verjaardag moest, zo had Femke ons nadrukkelijk gevraagd, helemaal in het teken staan van Noa.
Dus hielden we ons eraan, wat niet voorkwam dat ik bij tijd en wijle achter mijn camera verscholen aan meer dacht dan aan die acht jaren, die mijn kleindochter op deze aarde vertoefde,


De taart met eetbare foto van de feesteling met hond Flint werd aangesneden nadat de acht kaarsjes met succes in een keer waren uitgeblazen. 
Hond Flint amuseerde zich intussen met zijn kersverse stoere vriendin Charlie.


Het cadeau, een discobal met karaoke functie, werd door onze kleinkinderen direct in stelling gebracht. Na enkele vooroefeningen werden we uitgenodigd om hun eerste productie te aanschouwen. 


Opperstalmeester Luca opende de voorstelling tussen de gordijnen staande  op de vensterbank.


Ieder zong zijn eigen lied met als afsluiter het liedje 'Leef' ten gehore gebracht door de drie meiden met begeleiding van de oorspronkelijke zanger, zoon van André Hazes. 
Het publiek klapte en zong mee. 
En er werd gedanst en beleefd op de tekst 'Leef alsof het vandaag je laatste dag is'. 
Mijn ongemakkelijke gevoel kon ik verbergen achter mijn cameral.



woensdag 20 juli 2016

500

Dit is de 500-ste blogtekst op gaspeltuin44.

Dit feit zou aanleiding kunnen zijn voor een beschouwing van de voorgaande teksten in kwalitatief of kwantitatief opzicht.
Voor dat laatste geeft mijn dashboard weer dat de teksten in het totaal 29743 zijn weergegeven.
Welke blog het meest bekeken is en op welke dag wordt de site geopend, zijn interessante vragen. De antwoorden zijn allemaal te vinden in mijn dashboard.
Voor de leukste vragen: wie lezen mijn teksten en wat is de top vijf, kan ik helaas geen antwoord vinden.
Aan een kwalitatieve beschouwing waag ik me in het geheel niet.

500,
Een mooie gelegenheid om het eens over mijn auto's te hebben.
Mijn eerste en dus de auto die ik het meest van alle koester was een Fiat 500.
In 1967 nam ik die van mijn zus over voor 1500 gulden te betalen in 10 maandelijkse termijnen. Ik was net begonnen als onderwijzer op de Driekoningenschool, een school voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen. Mijn salaris bedroeg, meen ik me te herinneren, zo'n kleine 800 gulden.

Mijn liefde voor deze bambino vindt zijn uitdrukking in mijn verzameling mini-modellen 500. Onderstaand model is niet meer dan 5 centimeter.


Toen de afbetaling was voldaan, begaf hij het.
Mijn zus stortte uit compassie de laatste termijn terug.

In 1968 kocht ik een nieuwe Fiat 600, die ik twee jaar later total loss reed bij een frontale botsing op de Genneperweg. Mijn tegenligger reed op mijn weghelft. Ik was op weg naar huis na een bezoek aan mijn verloofde later echtgenote.
.
Via een hockeyvriendje verwierf ik een pseudo 600 Abarth, een getunede auto, die veel lawaai maakte, maar nauwelijks vooruit kwam. In de voorklep lag een zak kiezelstenen, die diende om het wagentje horizontaal te houden. Toen ik die balans opmaakte bracht ik de barrel terug en kocht ik op afbetaling mijn tweede Fiat 600 bij garage De Rooy aan het Keizer Karelplein in Eindhoven.

Met deze vierde auto heb ik veel kilometers gemaakt o.a. de vakantiereizen naar Spanje, Yougoslavië, Roemenië  en  Portugal.
Vanaf 1971 had Riny haar eigen auto's, veelal Citroëns zoals 2 Chevauxs.

5. 1978 - 1979. Peugeot 205 met open dak. Slechts één jaar reed ik in deze mooie auto rond. Doordat er geen anti-vries in zat (diende dat niet te gebeuren bij de beurt? De plaatselijke garagist Deremaux vond het de verantwoordelijkheid van de eigenaar) scheurde in de winter van '78/'79 het motorblok.

6. 1979 -1985. Lada 1500. Een lelijke zgn. bestel-, nu vijf deurs genoemde auto van Russische makelij, gebouwd onder licentie van Fiat. Deze Lada zou na mij nog enkele jaren door mijn vriend Ad O. worden rondgereden totdat de roest ook de bodem te pakken had genomen.

7. 1985 -1988. Mercedes 220 D. Een diesel met automaat geërfd van mijn schoonvader. Een niet vooruit te branden bak. Voordeel, je werd nooit door de politie aangehouden.

8. 1988 - 2005. BMW 525i automaat. Tweede hands dat wel, maar in aanschaf dure auto. Een fantastische reisauto. Riny vertrouwde hem niet meer als caravantrekker, nadat een aantal keren de motor door een kapotte radiator heet was gelopen.

9. 2005 - 2014. Kia Sorrento.  3,5 liter tellend bakbeest, die onze toenmalige caravan van 1700 kilo trok alsof het een aanhangwagentje betrof. Je moest de benzinepompen in de gaten houden; met caravan erachter reed hij 1 op 5. Toen Thomas gemerkt had dat zijn Audi te licht was voor onze overgenomen Eriba Touring caravan werd hij voor korte tijd eigenaar van deze niet al te kekke trekker.

10. Vanaf 2014 hebben we één auto. We verplaatsen ons in de Suzuki Swift van Riny. Soms praten we over een ander vervoersmiddel, een met vier deuren en een hogere instap, maar echt nodig vinden we dat niet.
.
Als er ooit nog eens een tweede auto komt dan is het een Fiat 500.

donderdag 14 juli 2016

Burgemeester in oorlogstijd

Als kleinzoon van een burgemeester in oorlogstijd - mijn opa was burgemeester van Stramproy van (1941 - 1953) - ben ik al jaren geïnteresseerd in dit thema in het bijzonder hoe burgemeesters met het dilemma omgingen ten aanzien van de bezetter. Hoe konden ze voldoende afstand houden zonder kans te lopen te worden afgezet met als gevolg dat er een aan de Duitsers loyale NSB-er benoemd zou worden?
In de zogenaamde zuivering na de oorlog werden diverse beroepsgroepen beoordeeld in hun handelen in de oorlogsjaren.Zo ook het handelen van burgemeesters..Burgers konden hun opvattingen kenbaar maken. Over dit enigszins gestroomlijnde volksgericht leidde tot een definitief ontslag van de helft van de Nederlandse burgemeesters.
Ik schreef op mijn blog creemersgeschiedenis.blogspot.nl  over mijn vragen en bevindingen over mijn opa, waarbij ik onder andere gebruik maakte van het 747 bladzijde tellend kloeke standaardwerk van Peter Romijn en deed onderzoek in het Regionaal Historisch Centrum in Maastricht ( zie blogtekst opGaspeltuin 'Familie Research' van 12 augustus 2015)
.
Al schrijvend raakte ik gebiologeerd door een zijdelingse kwestie namelijk of familie in staat is om geschiedenis te schrijven zeker als daarbij een moreel oordeel onvermijdelijk is.
In De Groene van 8 oktober 2014 reageert de journalist Joep Dohmen op een essay dat een week eerder in De Groene was gepubliceerd van de hand van Mars van Grunsven, de kleinzoon van de 'goede' oorlogsburgemeester van Heerlen en droeg als titel 'Een rehabilitatie van mijn opa'.
In het essay reageert kleinzoon Mars op het boek 'De geur van kolen'van Joep Dohmen, waarin hij de mythe doorprikt van de grote goedheid van van Grunsven.

Het is duidelijk dat de benodigde kritische distantie bij Joep vele malen groter is dan die van de historicus- kleinzoon Mars.

Ik kreeg voor mijn verjaardag van Thomas een boek dat me, zo zei hij, me zou interesseren.

De auteur is hoofdredacteur van het mensenrechtenblad van Amnesty International 'Wordt Vervolgd'.
Hij beschrijft het lot van zijn overgrootvader Johannes Rijpstra (1889 - 1944), burgemeester van het Gelderse Zelhem, die als een verzetsheld omkwam in Neuengamme . Hij stierf als gevolg aan uitputting en ziekte.
Met precisie en met een kritische houding onthult de nazaat over hoe de burgemeester naast verzet meewerkte aan de uitvoering van anti-joodse maatregelen, de ariërverklaring tekende en leiding gaf aan de Zelhemse Winterhulp.
Dat zijn overgrootvader een held werd  is te danken aan ordinair en op weinig grond berustend verraad door waarschijnlijk een NSB idealen aanhangende dorpsgenoot, die een hekel aan zijn burgervader had
Over doden niets dan goeds. Rijpstra werd postuum gezuiverd.

De auteur laat zien hoe dun de lijn tussen held en boef, tussen goed en fout kan zijn.
Op pag 145 trekt hij de conclusie: "Als hij niet was gearresteerd en de dood was ingejaagd, was hij mogelijk de geschiedenis ingegaan als een van de vele burgemeesters die fout beleid hebben moeten uitvoeren. Nu herinneren veel Zelhemmers hem als een verzetsburgemeester die zijn moed met zijn leven heeft betaald."

Thomas had gelijk. Ik las het in één adem uit. Al lezend dacht ik vaak aan mijn opa. Hij is uiteindelijk gezuiverd.
Ik dacht soms eraan hoe het leven zou zijn verlopen als hij in Zelhem en Rijpstra in Stramproy burgemeester zou zijn geweest.
Of ik, als ik de nazaat van Rijpstra zou zijn geweest de moed zou hebben gehad om zo over mijn voorvader had durven schrijven.

woensdag 6 juli 2016

Mediabijdragen

In mijn blog van 12 mei 'Tuin en energie' had ik al melding gedaan van een interview die dag.
Het resultaat viel in een oplage van 250.000 vorige week donderdag bij de klanten van E.-ON op de mat.
In de reacties, die we kregen - leuk artikel, leuke foto's, jullie staan er leuk op - voerde leuk de boventoon.
De cover van het E-ON blad



Wij waren in onze beoordeling terughoudender. 
Deze tekst zagen we voor het eerst.
In een eerste conceptversie had de naam van Riny ook verkeerd gestaan en we hadden onder anderen hierop onze reactie gegeven. 
Maar Riny bleef Tiny en er kwam tekst bij die hier en daar onjuist of onvolledig is. Zoals dat de verwarming in onze kas pas aanslaat bij een temperatuur van min vijf graden. Alle niet wintervaste potplanten zouden dan allang het loodje hebben gelegd. 
Thomas en Femke, beiden communicatie-deskundig zeiden dat daar overheen gelezen wordt.
En over die foto met die rode steel was ik allerminst enthousiast; ik sta erop als een gemeentewerker-plantsoenendienst. Maar niemand ziet me zo.

Behalve trots zijn we verlegen, wat zich uit in een kritisch beschouwen.

Diezelfde dag verscheen in het E.D. regio Helmond een artikel over Davids trailunnen. Hieronder een deel van de printversie.

David vroeg zich desgevraagd af wat de nieuwswaarde hiervan was, waarop ik hem voorhield dat de krant zich niet alleen met nieuws maar steeds meer met feel good artikelen bezig houdt. 
Ook bij David terughoudende trots.

Je vraagt je af WAT en HOE er gelezen wordt, informatie wordt opgenomen. Bij, laat ik het maar verstrooiing noemen, vervallen we in een laag kritische modus, waarbij de vraag zich voordoet of we de kritische modus langzaam kwijt raken.
In De Groene Amsterdammer van 16 juni staat een briljant artikel, een essay van Andrew Sullivan (conservatief, homoseksueel én rooms-katholiek) over het Weimar-moment van de VS  'Hoe te veel democratie tot tirannie kan leiden'. 
Sullivan waarschuwt voor een verkiezing van Trump.
De democratie heeft het populisme gebaard, dat op haar beurt de baarmoeder van de dictatuur zal zijn. 
Zijn betoog is verre van leuk. Het is verontrustend. Het geeft te denken.

Zal de populus hiervan kennis nemen?
Hoeveel nuance kunnen we aan?