woensdag 24 november 2010

Thema-Titel?

Waarover zal deze blog gaan?
Die vraag houdt me bezig nu ik zoals gewoonlijk op deze woensdagochtend achter de PC heb plaats genomen.
Twee zaken hielden me vanochtend bij het koffiedrinken bezig: De TV-uitzending van vanavond,een life-uitzending van een open-hartoperatie (O.H.O.) en de vrije wil (V.W.), het thema van Filosofie Magazine van november, dat me begeleidde in de aanloop naar míjn open-hartoperatie.

Over welk thema zal ik schrijven?
Volgens Ab Dijksterhuis, auteur van 'Het slimme onbewuste', kan ik wel gaan nadenken over het te kiezen thema, maar de kans is groot dat onbewust die keuze al is gemaakt.
Ik ben dus benieuwd.
Voor de duidelijkheid: een titel heeft deze tekst nog niet. Die zet ik er - ook weer zoals gewoonlijk - pas op het laatst boven.
Wat zou ik over genoemde thema's kwijt willen?
Over de uitzending van de O.H.O: informatie of vermaak, verheffing of verstrooing? De betekenis voor wie het moet ondergaan of wie het ondergaan heeft; kortom zal ik kijken of juist niet?
Zal mijn besluit om al dan niet te kijken een rationele beslissing zijn?
Neemt mijn bewuste IK die beslissing of mijn Onderbewuste?
En wanneer?
Die laatste drie vragen horen ook bij thema 2: de V.W.
We staan aan de vooravond van een paradigmashift. Zoals voorheen inzichten als: de wereld is niet plat, de aarde draait om de zon en niet andersom, de mens is ontstaan uit een evolutieproces, zo zal het inzicht dat de vrije wil een illusie is, ons bestaan ingrijpend veranderen.
Neem bijvoordeeld het strafrecht.
In het Filosofie Magazine concludeert de Gentse filosoof Jan Verplaetse na een dappere analyse van de gevolgen wanneer schuld en verdienste onmogelijk zijn in een wereld zonder vrije wil: "Strafrecht evolueert naar maatregelenrecht. Aansprakelijkheid wordt verzekeringsrecht. Conflicten worden steeds meer via bemiddeling geregeld. Alleen in ons privéleven en in de pers komen verwijten nog ongeremd voor."

Als vanavond een hartpatiënt kijkend naar de O.H.O. het leven laat is omroep Max niet aansprakelijk, was het onderbewuste van de overlevende een slechte raadgever en zal ik in mijn volgende blog te keer gaan over de commercialisering op de beeldbuis.

Rest de vraag waarover deze blog ging.
Laten we het houden op: Wat me zoal bezig houdt.
Die titel zou elke blog passen.

woensdag 17 november 2010

Herboren weer-zien




Bezoek in het ziekenhuis had ik afgehouden.
De eerste twee weken in het Maxima besteedde ik aan het me neer te leggen bij de aanstaande onvermijdelijke operatie, met 'ik ben een hartpatiënt' oefende ik mijn nieuwe status, een metamorfose waarbij ik enkel mijn intimi duldde; de vijf dagen erop in het Catharina richtte ik me na de operatie op een zo spoedig mogelijk achter me laten van mijn kwetsbare afhankelijkheid, een proces dat alleen diegenen mochten volgen, waarvoor ik geen geheimen meer kon hebben. Zij waren het medelijden voorbij, wilden me zo spoedig mogelijk in mijn oude staat.

Eenmaal thuis verlang ik naar wie ik liefheb om me heen.
De kleinkinderen kon ik tonen dat met enig geduld de tijd zou weerkeren dat ik met ze kan gaan spelen. Hun pleisters en kussen op mijn hart zijn niet meer nodig, opa is weer sterk, hij blaast in één zucht de vijf kaarsjes op de meegebrachte taart probleemloos uit. Het 'Heel goed opa!' daarbij van mijn oudste kleinkind verraadt dat hij nog niet alles vergeten is, de jongste, een maand oud toen zijn grootvader werd opengelegd, glimlacht ontwapenend bemoedigend naar zijn oma.
'Alles zal goed kom.'


'Laat vrienden, familie, kennisen maar komen!'
Ik wil mijn plek op de apenrots weer betrekken, zie hoe ik herboren alles heb verwerkt, ik rep niet over het ontluisterende zicht op het naderende einde maar spreid de herwonnen vitaliteit voor hun voeten, toon begrip voor hun zorgen voor hun eigen toekomstige leven, verzeker hen desnoods van de toverkunst van de medische wetenschap.
Zolang mijn bezoek er is, voel ik in al mijn vezels te leven ondanks mijn gekwetste torso, weet ik me omringd door hen, de aandacht voor mijn verwerking van de hel, die ziekenhuis heet. Ik weet hoe ze te boeien met de opgedane verhalen.

Bij afscheid aan de voordeur maken we plannen, wanneer we gaan golfen, samen eten, wandelen, verder klussen waar we gebleven waren.
Waar we van plan zijn heen te gaan met vakantie en of de caravan in het voorjaar weer aan zee zal worden geplaatst. Zijn er tips uit te wisselen over goede onlangs gelezen boeken?

Alles is als vanouds en ook weer nieuw.
Zolang het duurt herboren!

woensdag 10 november 2010

Cor/cordis



Hij staart naar buiten alsof hij de tuin voor het eerst ziet.
Wij weten echter dat hij slechts een kleine drie weken hier weg is geweest. Bij zijn thuiskomst wachtten hem vele bloemen en hartelijke kaarten. Op de teksten inzoomend lezen wij 'Beterschap', 'Sterkte' en 'Welkom thuis'.
Hij ziet er wonderwel goed uit voor iemand die nog geen week geleden een open-hart operatie heeft ondergaan.
De twee bypasses waren nodig om hem ook bij hogere inspanning voldoende lucht te geven.
Hij heeft geluk gehad met zijn alerte huisarts; hij heeft geluk gehad dat hij tijdens de operatie niet aan de hart/longmachine aangesloten hoefde worden en dat er voldoende kwaliteit aderen uit zijn borst bruikaar waren; hij heeft geluk met een goede conditie.

We weten desondanks dat de laatste drie weken en vooral de laatste vijf dagen niet luchtig voorbij zijn gegleden.
Op de vraag hoe het met hem ging antwoordde hij naar waarheid 'goed naar omstandigheid'.
Welk referentiekader hadden hij en de vragensteller bij zo'n antwoord?

Nee, bang is hij niet geweest, ook zijn verdere leven zal angst niet zijn leidsman zijn.
Hij oefent al jaren in het berusten in het lot van het leven.

Waar ligt dan die zwaarte van de laatste dagen?
Hij zegt ons op die vraag geen afdoend antwoord te hebben, er nog niet uit te zijn, maar dat hij zijn onbehagen voorlopig verklaart door het uiteenvallen van zijn persoon, waarbij de aandacht voor zijn lijf onevenredig groot was waardoor hij zich qua geest tekort voelt gedaan.
Zijn voorbeelden die hij geeft zijn mager en weinig overtuigend: teveel gereduceerd tot cijfers van materialistische aard: bloeddruk, cholesterol, suiker, hartslag, lichaamstemperatuur. De ervaren pijnbeleving werd in cijfers in zijn conduite dagstaat opgenomen. De afstompende gesprekken op de steeds van patiënten wisselende ziekenkamers, de onrust en de privacyverstorende invallen van schoonmakers, zorg- en hulpverleners, de communicatiefouten als gevolg van de vele schijven en specialisaties.

Is hij misschien door de narcose nog ontregeld?
Je hoort dat vaker.
Hij kan, hetgeen belangrijk is om angsten te overwinnen, zich overgeven en heeft zich in vertrouwen in de magische handen van de bekwame hartchirurg gelegd.
Bij het ontwaken uit zijn ingespoten slaap viel er van die overgave weinig terug te zien. Hij vocht met de tijd, die maar niet zijn bondgenoot wilde worden.
In de daarop volgende slapeloze nachten schreef hij sinds jaren weer teksten, die je het beste als obscuur gesloten gedichten kunt omschrijven.
Hij leest die teksten nu hij zijn slaap thuis weer kan nemen aandachtig door en verwondert zich erover dat hij dit was die dit onlangs schreef.
Hij is zichzelf een raadsel.
We horen hem hoe hij het raadsel probeert te bezweren: de tijd, de tijd heelt alle wonden.

Troost zij die zijn opengelegd, de uiteengevallen persoon wordt op den duur bijeen geraapt.