donderdag 27 juli 2017

Af-schijt,

Op  Noa's negende verjaardag afgelopen vrijdag waren de vijf weer eens verenigd.
De verjaardag van Noa is zoals in afgelopen jaren tevens een afscheid van elkaar.
De vakantiereis  staat voor de deur. De bestemming voor het gezin van Thomas en Femke is de westkust van Griekenland, waar ze gaan zeilen, Voor David en Karlijns gezin wordt het weer Frankrijk met hun Eriba caravan .


Het ijsje na de frietjes en kroketten.


Een Youtube filmpje samen bekijken.


Vandaag in het middelpunt: Noa, bezig met het uitpakken van de cadeaus.

Na het familiefeestje zullen Pheline en Thijn  bij ons logeren. Zoë blijft in Oisterwijk achter voor het verjaardagsfeestje de volgende dag in de Beekse Bergen.

Luca vraagt of hij maandag bij ons kan komen spelen. Zijn zusje begint die dag met haar pony weekkamp.
Luca is van harte welkom. 'Denk jij alvast na wat we kunnen gaan doen. Ik zal er zelf ook over denken.', zeg ik bij het afscheid.

Eén activiteit voor die maandag dient zich in het weekend aan. 
Onze logé, postduif Nemo, is niet uit onze tuin weg te slaan.  

Ik ben inmiddels via een artikel in de Volkskrant van dinsdag 18 juli ( 'Helletocht voor de sterkste duiven') op de hoogte van de slachting onder de achtduizend postduiven die in Barcelona zijn losgelaten en op weg naar het Noorden in de Pyreneën in noodweer terecht zijn gekomen. Slechts 2500 duiven, gelost op 7 juli, zijn 10 dagen later terug bij hun duivenmelker.

Don Leo is de winnaar,, een duif uit het Westbrabantse dorp Standdaarbuiten. 
Eigenaar Leo Roks toont in het betreffende artikel trots zijn winnende duif, die inmiddels, zoals gebruikelijk na deze zwaarste tocht der tochten, verkocht is voor een bedrag dat ligt tussen de 100 en 150 duizend euro's.
Zou Don Leo familie zijn van Nemo?
Ik bel 'Joh" op.
Hij neemt op met de bekende begroeting: Joh.
'Met wie spreek ik vraag ik tot driemaal toe. Pas na de derde keer mompelt hij iets met een oar erin. 
Het klinkt in elk geval niet naar Leon Roks.

Ik leg mijn probleem voor. Zijn duif wil niet weg bij ons.
'Wilde gij hem houwe? Ik stuur de eigendomsbewijzen wel op....'
Joh ziet duidelijk geen prijsduif in Nemo.
Als ik hem met de vraag beantwoord wat ik met een duif aanmoet, concludeert hij alert: 'Oh, gij houdt geen douif...'

Ik doe mijn voorstel.
Ik zal Nemo enige kilometers noordwaarts vrijlaten. Vliegt hij, wat ik niet hoop, terug naar onze tuin, dan zal ik me met Nemo voegen bij het gilde van duivenmelkers.
Als Nemo bij hem aankomt dan belooft hij mij te bellen.
Mijn nummer moet hij tot drie maal toe corrigeren. Joh lijkt me stokdoof.

Luca zal Nemo in de tuin van David loslaten. Als hij daar blijft hangen, dan nemen we hem terug.
Maandag. Ik ontvouw Luca mijn plan. Hij vindt het prachtig.
Op weg naar Waalre met Nemo in de bench - waar we hem in gevangen hebben toen hij er weer eens kwam foerageren. Dit hadden we gefixd door het lange touw dat aan het deurtje bevestigd was dicht te trekken. 

Ik heb mijn fototoestel gereed als Luca voorzichtig Nemo uit de bench neemt.
Maar dan laat hij hem direct los nog voordat ik een foto heb kunnen schieten.
Wat is het geval?
Hij heeft Luca's hand vol gescheten, waarna de begrijpelijk reactie.
Een afschijt stelt Luca vast.
We kijken naar Nemo's vliegroute


eerst pal naar zuid richting Gaspeltuin, maar boven het bejaardenhuis Wilbertsheem, draait hij naar west. 
Richting Joh?
Die heeft tot nu toe niets van zich laten weten.

  




woensdag 19 juli 2017

B & B voor een postduif

Donderdag had ik hem of haar voor het eerst gezien, mijn postduif. Hij - laten we maar voor een mannetje,  dus doffer, gaan - leek gewond aan zijn pootje. Hij vloog weg toen ik naderbij kwam. De dag erna, vrijdag, leek hij nog meer aangeslagen.
Ik kan hem vrij eenvoudig oppakken.
Dan heb je dus een duif in je hand.
Wat moet je daarmee?
De jaren geleden aangeschafte hondenbench - voor als we ooit... - kwam van pas, werd omgetoverd tot een heuse duiven B & B compleet met stro, drink- en voederbak.


En nu?
We belden de dierenambulance, die beloofde terug te bellen.
Intussen zocht ik op internet onder 'postduif gevonden'.
De site van de Nederlandse Postduiven Vereniging adviseerde om het ringnummer in te voeren, waardoor via het daaraan gekoppelde telefoonnummer contact kon worden opgenomen met de eigenaar.

De eigenaar neemt op met  iets dat lijkt op 'Joh'. In neem aan dat dit niet zijn achternaam is. Ik leg de situatie uit en verwacht grote blijdschap, een afspraak om duif op te halen en om mij daarbij een fraai vindersloon te overhandigen.
Nee, of ik hem twee dagen (doage) wil opvangen en daarna wil laten uitvliegen.
Ik beloof zulks aan de man, die zegt tussen Breda en Antwerpen zijn duiven te melken en dat hij van een vlucht met 12 duiven, er slechts 6 zijn teruggekeerd en dat Valkenswaard hem veuls te ver is.

De dierenambulance belt terug.
Zij zouden hetzelfde als ik doen, met één verschil; een rekening versturen voor de voorrij- en opvangkosten, waarnaar ze in de meeste gevallen konden fluiten.

Twee dagen kijk ik in het kooitje, maak contact met geroekoe en menselijke taal en geef hem een naam. (Ik twijfel tussen Nouri en Nemo, kies voor de veiligheid voor Nemo)
Maandagochtend, vertrekdag.
Ik vraag Riny om dit moment vast te leggen.



Een klein beetje emotioneel - je krijgt een band met zo'n beestje - laat ik hem los en wens hem een goede terugvlucht.

Dit is echter niet het einde van het verhaal.
Nemo keert terug in de Gaspeltuin en scharrelt overal rond.


Als de avond valt , vang ik hem in verband met loslopende katten, en plaats hem weer in zijn B & B.
Ik bel Joh op , Hij zegt dat ik het goed doe en 'diejen doif goij echt vliege'.

Dinsdag laat ik de bench open staan. Mijnheer vliegt weg om... even later terug te keren.
Heb ik hem gehecht?
Ik besluit niet meer met hem te praten.
Hij vliegt hoger en hoger, maar keert steeds terug.
Hij nestelt zich op de rozenpalen, waar hij contact krijgt met een houtduif. Hun relatie is van korte duur






Tegen de avond post hij zich op het dak van ons huis. 
Nu gaat hij definitief, denk ik. 
Ik zwaai naar hem.


Woensdagmorgen: mijnheer begroet me in de ochtend.
Ben ik gedoemd tot duivenmelker tegen wil en dank?
Zou Nemo narcistische trekjes hebben en zich hoogvereerd voelen met zoveel fotografische aandacht?

Ik besluit hem niet meer te fotograferen, hem verder te negeren.
Maar eenvoudig is dat niet. 




woensdag 12 juli 2017

Vrije keuzedag O.V.

We moesten er vaker uit had Riny gesteld, we blijven te veel thuis.

Vroeger hadden we een O.V. kaart met vrije keuzedagen, zeven dagen per jaar gratis rijden met de trein. Voor elke twee maanden een kaartje en een kaart die het gehele jaar inwisselbaar is.
Het dwong ons, kruideniers, tenminste elke twee maanden een bestemming te zoeken. Want een kaartje laten verlopen is ronduit zonde.
Na enige jaren hadden we opgezegd met de 'het is zo verplichtend en als je echt iets wil ga je toch wel' drogreden.

We besloten dit voorjaar weer eens een O.V. met keuzedagen te nemen.
De eerste keuzedag zou 10 juli verlopen.
Zonde.
Dus besloten we naar Amsterdam af te reizen. Wat we er gingen zoeken zouden we in de trein bespreken.

De meeste voldoening van een dagje-uit levert was de ervaring een combinatie cultuur en shoppen op.
Het eerste samen, het tweede gesplitst.
De keuze voor cultuur wordt opgezocht op internet. met als zoekvraag  welk museum heeft de interessantste tentoonstellingen.
Het werd het Stedelijk Museum met onder andere selectie uit eigen collectie en Rieneke Dijkstra, een ode.
Vooral Rieneke Dijkstra bleek een voltreffer.

Fotografe Rieneke Dijkstra (Sittard, 2 juni 1959) was ons bekend van haar strandfoto's met adolescenten.
Die portretten hebben  een bijzondere aantrekkingskracht. De sfeer  die ze oproepen is van de vijftiger jaren, wat veroorzaakt wordt doordat de geportretteerden in een soort verbazing recht de camera inkijken en daarbij zelden lachen.
Nieuw was een aantal video's, zoals die van een Russisch balletmeisje, dat tijdens haar oefening voortdurend in commando Russisch door haar onzichtbare moeder (?) wordt toegesproken. Ze blijft volhouden met een voor de kijker onbegrijpelijke gedrevenheid.

In een aparte met wit hoogpolig tapijt beklede ruimte, die enkel zonder schoenen betreden  mocht worden zagen we een tweeluik van op muziek bewegende jongeren. Alleen dansend spat de verveling ervan af; bij de zwoele vrijages druipt de wellust en het experiment van het filmdoek.
Synchroon getoond vormen ze een merkwaardige dialoog van verveling en verkenning.


Riny links op de voorgrond.

De tentoonstelling draagt de titel, Rieneke Dijkstra, een ode , omdat de fotografe onlangs de hoogste internationale onderscheiding voor haar oeuvre ontving, de Hasselblad Award.

Voor een invulling van het tweede deel van een bezoek aan Amsterdam hoef ik nooit na te denken. Het is steevast antiquariaat Kok op de Damstraat.
Of daar in de buurt ook shopmogelijkheden voor haar waren had Riny gevraagd. Ze bedoelt kledingzaken.
Eigenlijk had ik nooit goed rond gekeken op de Damstraat. Dus zei ik weinig overtuigd 'Ik geloof van wel' en dus liep ze met me mee.

Amsterdam was gevuld met heel veel toeristen. En het was warm. Velen bewogen zich voort met hulp- en verlengstukken zoals rollators, kinderwagens en scootmobielen. De doorstroom was die van Schiphol in het voorjaar.

Ik claimde een half uur voor mijn boekenzoek.
Na een kwartier stond Riny naast me. Er liggen rondom Kok enkel coffeeshops, meldde ze, alsof ik die daar zelf had geopend.
De wandeling en dat kwartiertje waren genoeg om hevig te verlangen naar de Gaspeltuin.

Tien minuten later liepen we het station in, waar de trein naar het zuiden net vertrokken was.

vrijdag 7 juli 2017

Zoë als musicalster

Afgelopen zondag werden we als grootouders van Zoë uitgenodigd om de musicalvoorstelling van haar balletschool bij te worden. De voorstelling vond plaats in een heuse theaterzaal, de Schalm in Veldhoven.

Dit jaar was de keuze gevallen op de musical 'Alice in Wonderland'. Het verhaal van Lewis Carroll met de prachtige illustraties van Teniel uit 1865 heeft zoveel nonsens, woordgrappen, lagen en verwijzingen dat het niet in haar volle rijkdom omgezet kan worden naar een musical. Zeker niet naar een musical die wordt opgevoerd door kinderen, die vooral geschoold zijn in beweging en dans.

We zaten op de een na laatste rij boven de licht en geluidsregie. De spelers werden verkleind tot een formaat waarin ik met moeite mijn kleindochter kon ontwaren. Die belemmering gold voor de meeste opa's en oma's in de stampvolle zaal. De voorste rijen waren het privilege voor de medewerkers en dat waren er zeer velen. De mensen van de liedjes, de trainers van de danspassen, degenen die de mooie kostuums hadden samengesteld enzovoorts.

Ik maakte vanuit het adelaarsnest diverse foto's in de hoop dat Zoë erop zou staan. Thuis zag ik dat er lucky shots bij zaten zoals


 deze met Zoë als vierde van rechts.

En het zoekplaatje van de finale met alle enthousiaste deelnemertjes:


Tijdens de uur durende voorstelling mijmerde ik weg naar mijn optredens, van de eerste, de kerstvoorstellingen voor mijn ouders, door mijn oudste broer geregisseerd, waarin hij steevast Joseph mocht spelen en ik me moest beperken tot de rol van schaap, die ik met verve vervulde door van het begin tot het einde vanaf grote hoogte - een stoel op een tafel, waarover een laken lag gedrapeerd  - aanhoudend te blaten. 
En daarna op het welpenkamp, waar ik met mijn broer Piet optrad met eigen komische verhalen om mijn heimwee en die van anderen te doen vergeten, het jaarlijkse toneelstuk opgevoerd door ons, de misdienaars van het retraitehuis in Roermond, de circusvoorstellingen voor klasgenoten op de vrije woensdagmiddag bij een vriendje in hun tuin, de voordrachten van gedichten als Boerke Naas en Sebastiaan de Spin. En jaren later het uitspreken van Luceberts 'Ik tracht op poëtische wijze' uit zijn bundel De analfabetische naam  en de voordrachten van gedichten van Vroman, op de poëzieavonden van de Kweekschool.
Ik heb al die herinneringen onthouden, bewaard omdat ze zo belangrijk voor me waren: me presenteren, me verplaatsen in een rol, ik heb er altijd van genoten.

Hoe zou dat voor Zoë zijn?
Glunderend wacht ze ons in de foyer op. Haar ouders nodigen ons uit om samen verder na te genieten bij een voortreffelijk eten in het aan de schouwburg gelegen restaurant.
Zoë straalt.
Ze is iemand door een ander te hebben gespeeld.
Zich te tonen op een groot podium.:Zie hier ben ik Zoë, bijna tien jaar.

.