maandag 31 maart 2008

Afgeleid


foto 1 de laatste restjes popcorn uit een potje schrapen

foto 2 tot zover en straks verder



Vier weken kunnen lang duren, dus toen die voorbij waren, konden we niet wachten hen te zien, de Kaapstadgangers, om snel te merken dat alles snel als vanouds is en toch weer anders. Op popcorn is hij nog steeds stapelgek, zijn vader eindeloos actief en Femke, de moeder in verwachting, weet de rust en het overzicht te bewaren. Nu is ze is in de zesde maand en dus geprononceerder, Thomas staat te popelen om te gaan werken en Luca zegt lieve woordjes, waarvan "mama" het meest vaak; bezigt het tegen ons alle vier met meestal een flinke knuffel erachteraan.
We zagen honderden foto's van Zuid Afrika.
Lijkt me een mooi land,maar steeds stond er een jongetje in beeld, dat afleidde.

Het was een vreemde aanloop naar het weekend geweest. Het uitbrengen van Wilders' film Fitna, op dezelfde dag dat ik op mijn werkbureau een flesje Fit mineraalwater, geschonken door de aktie FontysFit, aantrof.
Politicus veroorzaakt angst, werkgever houdt zich bezig met mijn gezondheid.
Ik verhussel mijn verwarring tot "Fit(na)/de (be)proeving leidt de cor(e)-business af".

En weer verviel ik in de fout, ergens aan te beginnen zonder me er rekenschap van te geven dat starten één is, maar afmaken twee. De start lag, geloof ik bij Riny, die, toen ik zei dat ik een muurtje wilde overschilderen met vrouwenlogica beweerde dat ik dan net zo goed het hele huis kon schilderen, vervolgend, dat ik er verstandig aan zou doen om eerst de paden met de hogedrukspuit te cleanen. Ik ben nu op de helft van de paden en op een kwart van het schilderen. Stoppen is onmogelijk. Er wachten me, zo heb ik mijn huidige tempo berekend, nog elf werkdagen achter spuit en kwast. Net nu de natuur een spurtje maakt en ik ervan zou kunnen gaan genieten, word ik afgeleid door mijn eigen takenlijstje.

dinsdag 25 maart 2008

Lentelast en lentelach



Toen ik op paasmorgen sneeuw in onze tuin zag liggen, kon ik niet bevroeden dat ik mijn kleindochter de fles zou geven.
Daarna heeft ze me een uur lang dankbaar toegelachen. Ik mocht haar zelfs jongensachtig omhoog houden, haar als een vliegtuig boven mijn hoofd laten scheren. Bij de landing op mijn buik lachtte ze volmondig, bubbelde er een paar belleblaasjes van genoegen bij, zodat mijn Vespashirt er binnen een mum weer opa-vies uit zag.
Ik vergat mijn gemopper over de waardeloze lentestart, terwijl ik haar stiekem driemaal het woord "opa" leerde. Misschien zal zij het eerste kind zijn die dat woord als eerste zegt, daarbij denkend aan een lekkere fles melk en vliegtuigje spelen?
Er waren ook schaduwkanten aan de paasdagen, zoals de maagpijn van Riny, één van de twee redenen waarom we het bereide eten in een doggie's bag aan David en Karlijn hebben meegegeven. De andere reden was prinses Zaza Zoë zelve. Ze had haar moeilijke dag, waardoor het slapen op een ander ongewis zou verlopen.
Dus moest vroeg naar huis worden weergekeerd.
Komen haar tandjes eindelijk door of maakt ze op ander terrein de befaamde groeispurt door?
Een schaduwkant was ook het overlijden van Jacques Romme, man van Lia, maatje van Riny en achterbuurvrouw.
Tweede Kerstdag, die niet eens wit was, hebben hen nog een bezoek gebracht. Jacques revalideerde van een tia. Hij demonstreerde trots, koppig en vasthoudend hoe hij al een blad met volle glazen kon dragen, zonder noemswaard te knoeien. Enkele dagen daarna kreeg hij een hersenbloeding, raakte in coma en nu is hij dood. In het licht van de hopeloosheid, waarin hij door de vernietiging van zijn hersendelen was geraakt is dit einde ook als een verlossing te zien. Het gebeurde bovendien op Paasochtend.
Ik had net het boek Patrimonium van Philip Roth, dat ik vorige week zaterdag van Geertjan als antwoord op óns verjaardagskado (Douwe Draaisma, De heimweefabriek) had meegekregen, gelezen. Roth beschrijft de laatste maanden van zijn vader zo universeel, dat het herinneringen aan de dood van mijn vader opwekte en opriep tot overdenking van de dood in het algemeen. Als je verder ook nog door het weliswaar matige en chaotische essay over de derde generatie van Renata Dorrestein hebt gewerkt, over de gekozen dood van Hugo Claus hebt vernomen, dan verlang je naar de lente en een mooie pasen.
Niet dus.
Dan is het bezoek van een zonneschijntje hoognodig, ook al had ze, volgens Karlijn en David, haar moeilijke dag.

maandag 17 maart 2008

De vernissage



Ze had me nadrukkelijk voorgehouden om het aan niemand te vertellen, zeker de familie niet. Haar eerste tentoonstelling dit weekend zou zo anoniem mogelijk zijn. Haar werken gehangen tussen andere cursisten van de dinsdagmiddaggroep van Rob Tersteege.
We hadden het bezoekersaantal flink kunnen opschroeven door bv zaterdagavond op het feest van GeertJan luid en duidelijk te roepen "Riny houdt haar eerste vernisage."
Wat is dat toch om mooie werken te maken en daar anderen geen deelgenoot van durven maken ?
Natuurlijk, je geeft je een beetje bloot.
Natuurlijk, het roept reacties op waartoe je je als maker moeilijk toe kunt verhouden.
Ze heeft van alles al gezegd op mijn vragen of het angst, verlegenheid of schaamte is.
Maar echt begrijpen doe ik het niet.
Als ze iets gemaakt heeft wil ze het direct tonen aan mij, de jongens, de schoondochters. "Hier ben ik mee bezig...Wat vind je ervan ? .....Maak van je hart geen moordkuil..." Zo brengt ze óns in de verlegenheid.
Ik vind het allemaal zó bij haar horend, dat ik nauwelijks iets kan zeggen. Ik zeg ook niets van haar lopen, lachen, lezen...Van haar koken, wil ik nog wel eens een voorkeur uitspreken, maar ik vind eigenlijk alles prima. Een enkele keer laat ze me een tekening naar de werkelijkheid zien. Of hij lijkt. Tja het is nooit hetzelfde; er zit een vertaling in door materiaal, verhouding en pixels. Daar kan ik iets over zeggen; dat als de verhoudingen dezelfde dienen te zijn, de ogen iets verder uiteen moeten, bv.
Dat had ze natuurlijk zelf ook gezien...
Maar meestal vraagt ze of ik het mooi vind. En dan wordt het ingewikkeld. Ik heb keuze tussen enkele modaliteiten van mooi tot iets minder mooi, maar wat heeft ze eraan. De modaliteit zegt iets over mij en ik wil niet dat ze naar mijn mond gaat schilderen.
Misschien zijn de uitverkorenen juist niet het goede publiek.
Waarom dan de anderen buiten sluiten??
Ik denk dat de kwetsbaarheid de enige weerbare houding is op opmerkingen.
De kritische opmerkingen.
Wat moet ze ermee ?
Wat moet ze met "Dat kan ik ook..."van de proleet of "Het stelt niets voor..."van de analfabeet.
Wat moet ze met de quasie vragen als "Hoe lang doe je daar nu over ?" of " Wat probeer je uit te beelden?"
Ook goedbedoelde feedback lijkt me ongepast zoals tips voor ander kleurgebruik, omdat het dan beter past in hun interieur.
Als een werk boeiend is omdat je het niet in één keer pakken kunt, dat je het pakken wil, dicht bij je wil om je leven spannend te maken...raadsels op te roepen, antwoorden te geven op nog niet gestelde vragen, dan past gewoon te zeggen: "Ik wil het heel graag hebben, wat vraag je ervoor? " Maar dit is waarschijnlijk haar grootste angst.
Zo hebben we gestaag veel "R.C.'s" on stock.

maandag 10 maart 2008

De derde levensfase en de dreiging van het vergeten

Foto: Voor de wall of fame met Draaisma op mijn hoofd.
Overmorgen 12 maart begint de boekenweek met als thema de derde levensfase. Over a.s. mij dus. Het boekenweekgeschenk schreef Bernlef: De pianoman. In Bernlefs oeuvre speelt vaak het verval, verlies en vergeten.
De pianoman gaat over een aangespoelde man zonder woord of geheugen, alleen met pianospel verbreekt hij zijn stilte.
Ouder worden en vergeten.
Hoe ouder je wordt, hoe meer ballast. Stel dat je alles zou onthouden (zoals de door Borges beschreven Ireneo Funes), je lot zou gekte zijn tot de dood erop volgt.
Douwe Draaisma schreef in 2001 een prachtig boek over het geheugen: Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Ik kreeg het van Ton en Marian Tonnaer toen ik op 12-12-2003 de Pabo verliet.
Hij snijdt allerhande thema's aan: wat onthoud je, van welke levensfase herinneren ouderen zich het meest, de vroegste herinneringen, herinneringen in beelden of geuren enz enz.
Het boek van Draaisma bracht me op het idee om een experiment met de familie te doen. Teruggaan naar de vroegste herinneringen en dat bij anderen verifiëren en verrijken. Het is er nog niet van gekomen. Wel wisselen we, broers en zus, vaak herinneringen aan onze nu een kleine 30 jaar geleden overleden ouders, uit. Wat daarbij steeds opvalt, is, dat van eenzelfde gebeurtenis evenveel versies bestaan als personen, die haar herinneren. Interessante vraag is waar die verschillende inkleuringen door ontstaan is, welke geheugensteuntjes we zoetjesaan gebruiken.
Draaisma heeft een nieuw boek geschreven: De heimweefabriek. Geheugen, tijd en ouderdom. Hoe beangstigend het vergeten voor ouderen is en hoe vals beloofd wordt met kruiden en oefeningen het geheugen in zijn jeugdige plasticiteit te kunnen behouden.
Ik ben een onthouder, maar met hulp; ik leg daartoe een scala van externe bronnen aan: dagboeken, jaararchiefdozen, tientallen fotoboeken, een volle fotomuur/wall of fame, films en video.
Ik kijk en lees regelmatig terug. Zo herinner ik me de herinneringen. Het bewaren, het kunnen teruggrijpen geeft me een gevoel greep op mijn leven te houden, de vergeefsheid van het leven te bestrijden. Een illusie waarmee ik goed kan leven.
Als ik 's nachts niet in slaap wil geraken, ga ik terug in mijn verste herinnering en probeer daar nieuwe ervaringen bij op te roepen. Al snel val ik daarop in een diep vergeten en droom nieuwe beelden en verhalen, die geen tijd of logica kennen. Oefen ik dan in ouderdom?
Soms wil ik oefenen in vergeten. Dan wil ik ballast kwijt. Hoe meer ik dat probeer, hoe vaster het zich hecht. Wat ik wil onthouden, moet ik proberen te vergeten.
Het kado bv. voor de verjaardag van GeertJan, dat ik gisteren bedacht wil ik vergeten om wellicht een nieuw idee te bedenken. Maar het lukt me niet. Dus zal het de laatste Draaisma worden.
Krijg ik mooi De pianoman erbij kado.

maandag 3 maart 2008

Een knuffelboog voor Kaapstadgangers



De 20 week-echo van afgelopen vrijdag heeft het nogmaals bevestigd: er komt nog een kotertje (m/v) in huize Creemers aan de Maria Austriastraat. Dus wordt een begin gemaakt met het creëren van een baby kamer. Bij het kuisen van de daartoe bestemde rommelkamer duiken de teveel gekregen knuffels bij de eerstgeborene op: 22 in getal. Of opa daar iets mee kan ?

Andere lijn.

Zondag j.l. om negen uur in de ochtend stijgt een KLM vliegtuig op van luchthaven Schiphol op weg naar Kaapstad. Aan boord Thomas, Femke en Luca. Een half uurtje later, zo meen ik, zal dat vliegtuig over de Gaspeltuin vliegen.

Ik heb moeite met hun reis; 4 weken duren soms erg lang.

Wat moet ik met 22 overbodige knuffels, die enkel mochten dienen als excuus voor verlegenheid bij kraambezoek ?

De verbinding van beide onbehagens: ik hing de 22 aan de pergola, de poort naar ons paradijs en ziedaar: ik had een mooi groet voor boven. Om half tien zondagochtend stonden Riny en ik daaronder naar boven te zwaaien toen we een/het (?) vliegtuig zagen. De afstand was te groot om hen te ontwaren. Maar van boven is het zicht beter. Thomas bevestigde 's avonds de goede vlucht en aankomst en ik droomde, toen ik hem ernaar vroeg, dat hij ook onze tuin had gezien in zomerse kleuren. "Dat is een knuffelboog voor jullie!" riep ik te enthousiast alsof ik 10000 km moest zien te overbruggen en schrok wakker.

Voor ons heeft de knuffelboog in elk geval de dag van vertrek verzacht.

Het baarde veel opzien die zondag bij voorbijgangers. Wat zal er door hun hoofden zijn gegaan? "Kunstwerk zeker?" vroeg de buurman. Me schamend voor mijn gesublimeerde verlatingsangst, antwoordde ik bevestigend. "Performale Kunst is heel erg in buurman, na een dag heb je je punt gemaakt." Toen het donker werd heb ik de knuffels van hun kruis gehaald. Over een week breng ik ze naar Het Goed, de plaatselijke recycling winkel.

Zie je een knuffel, die je begeert, reserveer deze dan via een mail naar c.creemers@chello.nl