woensdag 25 februari 2015

Controverse en een loyaliteitsconflict



Controversieel: tegenspraak oproepend.
Kent U iemand, die niet controversieel is?
Het doet me denken aan een poster uit de jaren zeventig met daarop de vraag 'Ooit een normaal mens gezien?' Boven die tekst een spiegel.
Te controversieel.
De toevoeging 'te' geeft in het algemeen aan dat het boven gewenst niveau is.

In mijn blog van 16-10-2014 'Het mes, het hout, het ontslag' schreef ik o.a. over het ontslag dat mijn ex-werkgever Fontys de schrijver A.H.J. Dautzenberg aanzegde.
De aanslag op Charlie Hebdo had toen nog niet plaats gevonden.

Ik wil nogmaals- tegen mijn gewoonte in - op dit besluit en mijn afkeuring ervan terugkomen. Niet om het te herroepen. Integendeel.
Het is het toeval dat me ertoe brengt er nogmaals op terug te komen. Afgelopen week troffen me twee voorvallen.

1. Het antiquariaat Fokas-Holthuis bood deze week de brief van de door mij bewonderde schrijver L.H.Wiener aan, die hij naar het CvB van Fontys schreef n.a.v. Dautzenbergs ontslag. "In een klein oplage gedrukt met gecorrigeerde drukfout", stond in de catalogus.  25 Euro. Belachelijke prijs natuurlijk, maar er zijn kopers, zoals ik.

 
2. De plaatselijke bibliotheek had op de tafel "VERS" 'De fictiefabriek' gelegd., het brievenboek van Diederik Stapel & A.H.J. Dautzenberg. hun correspondentie van 8 april 2013 en 16 maart 2014. Dus voordat sprake was van een ontslag. 
 
Dautzenberg blijkt geboren in Schaesberg-Limburg. Een plaats waar ik woonde van 1948 tot 1952. Hij heeft ook een haat-liefde verhouding met de Limburgse mentaliteit. 
Ook deze toevallige vondsten  doen niets af aan mijn beoordeling van de schrijver noch aan het standpunt voor Fontys.
Maar wat steeds weer schuurt is mijn loyaliteit voor Fontys en voor het vrije woord.
 
Zowel de brief als het boek hebben me niet geholpen beide loyaliteiten te combineren.


woensdag 18 februari 2015

Een nieuwe markt: Aandacht.

Carnaval noch skiën is aan ons besteed, zodat we deze dagen volledig op onszelf zijn aangewezen.
Buiten en binnen is het stil.
Om vijf uur whatsappen mailtjes met foto's en filmpjes binnen.  Luca belt om te zeggen dat zijn pappa ook goed kan skiën, dat ze zojuist 35 kilometer achter de rug hebben. Van David vandaag gehoord dat de Volvo met panne op transport naar Nederland is gezet. Ze hebben inmiddels vervangend vervoer.
'Maar de kinderen hebben wel kunnen skiën', luidt zijn bittere zelftroost.

Zes uur.
Het is weer stil, binnen en buiten.
Ik heb nooit verveling of eenzaamheid gekend, maar de carnavalsweek, ook wel krokusvakantie genoemd, schuurt aan de rand van onze eenzaamheid.
We tellen de dagen.

Het is aardig weer. Terwijl ik compost over de perken uitstrooi, een tamelijk geestdodend karwei, overvalt me de gedachte. Stel dat ik in deze periode helemaal zonder kom te zitten, de stilte alleen moet zien door te komen...

De Volkskrant doet melding van het bedrijf Seniorenstudent, dat ouderen aan studenten koppelt voor 12,50 per uur. Woordvoerster Anne van Oudheusden: 'Waarom zou je je moeten schamen om gezelschap te vragen, terwijl het dat is waaraan veel senioren het meest behoefte hebben?  Het is juist dapper als mensen dat durven aangeven.'

Ah, dapper!? ' Voor de komende carnavalsweken zoek ik gezelschap.' !?
Wat moet ik met een, gelet op de nabijheid van de TU/E, student die voor 12,50 een uur tegenover me gaat zitten met enkel verstand van toets- en regeltechniek?
Sexwerken kan ik plaatsen waar liefde en seks ontbonden zijn. Bij de gezelschapswerkende studenten is relatie en aandacht niet meer in één hand. Maar kan dat, werkt dat?
Ook nu zal het aanbod  de vraag creëren. De Markt gaat alle terreinen van zorg bezetten. Cadeautip voor opa of oma: een knipkaart met Vouchers Aandacht.

In  De Groene Amsterdammer van afgelopen week staat een mooi essay van Rutger Claassen 'Eenzaam? Koop gezelschap! Morele overwegingen bij de aandachteconomie.'
Bij aandacht gaan we uit van reciprociteit, wederkerigheid stelt R.C. en daar is bij gekochte relatie geen sprake van.
Tja, dat is bij een therapeut of kunsthond ook niet het geval. Toch zal de robothond straks het enige huisdier zijn dat in een bejaardentehuis binnen mag, mits de blafknop op uit staat en zal de jarenlange psychoanalyse enkel een dure voorloper te zijn geweest in de branche van aandacht.

Wat me bij lezing van het essay verder trof is de volgende gedachte. Aandacht bestaat in een relatie en is een bijproduct van iets anders bij voorbeeld samen iets ondernemen, een film bekijken, wandelen, ervaringen uitwisselen.
Op vele plekken in de tekst heb ik streepjes en uitroeptekens gezet, Op een enkele plek staat een vraag voor de auteur. In de toekomst volgen antwoorden.
Ik maak de state of my mind op.

Student Rutger gaat maar een universiteitsgebouw bezetten, aan een solar auto knutselen of desnoods mijn huis kuisen.
En ik? Voor de komende Krokusvakanties leg ik liever mooie essays, boeken en muziek apart, dan de aandachtwerker te bestellen. Eventueel organiseer ik een (gratis) lotgenotenbijeenkomst van aandachtgedepriveerden. Verfrissend paradoxaal. Met aandacht luisteren naar iemand die zegt zich eenzaam te voelen.

En tussen vijf  en zes in de carnavalsvakantie houd ik me dagelijks bezig met de skie-ervaringen van mijn (klein-)kinderen.

woensdag 11 februari 2015

De stem van mijn vader

Het teruggevonden cassettebandje met geluidsopnamen uit 1978 droeg onder andere de stem van mijn vader.
Bij het digitaliseren is de in decennia opgebouwde ruis eruit gefilterd.

Toen het de familie tijdens onze jaarlijkse reünie ten gehore werd gebracht reageerden enkelen, dat het vaders stem niet was.
Andere stemmen op de CD werden wel herkend.

Bij filmbeelden of foto's hoe wazig ook had ik zo'n reactie nooit gehoord.
Hebben herinneringen van beeld en geluid andere connecties?

We zijn in onze cultuur meer omringd en vertrouwd met beelden dan met geluid. Is dit een eenvoudige verklaring van het niet herkennen van de stem van onze vader?
In het geluidsfragment spreekt mijn vader op het einde van een feestelijke dis ter gelegenheid van zijn 40 jarig ambtsjubileum zijn dank naar ons uit. Hij doet dat in tegenstelling wat hij gewoonlijk tegen ons sprak niet in het Limburgs maar in het Nederlands. 'Voor de aanhang', verantwoordt hij die keuze.
Hij klinkt formeler dan ik van hem gewend ben. Het is zijn toespraakstem zoals ik die tijdens mijn Kweekschoolopleiding vaker hoorde.
Is de formele in Nederlandse taal sprekende stem zoveel anders dan de opgeslagen vocale herinnering?
De reactie varieerden van 'Ik herken de stem niet' van 'Dat is niet de stem van papa' tot 'Dat is papa niet!'. Die reacties brachten me in verwarring. Ik luisterde nogmaals. Nu met de vraag wat er in die stem is dat sommigen hem niet herkenden.
Ik had hem terug, maar anderen lukten het niet.

Ted van Lieshout heeft in zijn bundel 'Begin een torentje van niets' het gedicht 'Cassette' opgenomen.
Het gaat zo:

Ik vond cassettebandjes in een doos op zolder
en wilde weten of er nog iets moois op stond.
Toen hoorde ik ineens de stem van mijn vader,
alsof de woorden kwamen uit zijn mond.

Hij zong een liedje over edelweiss en alpen;
ik denk dat hij het zomaar zelf verzonnen heeft
Ik zat verstard en luisterde geschrokken
omdat vader al sinds jaren niet meer leeft.

Tot nu toe had ik enkel maar een boek met foto's
en ook een envelop waarop zijn handschrift staat.
Ik ben verbaasd dat een cassette heeft onthouden
dat hij ademhaalde, zong en heeft gepraat.

Zijn stem was het eerste dat ik ben vergeten
en toch herken ik hem bij elk gezongen woord.
Het valt me op dat hij een heel klein beetje sliste.
Toch gek, dat heb ik toen hij leefde nooit gehoord.

Toen ik dit gedicht las, begreep ik mijn vragen ook al heb ik geen antwoorden.

woensdag 4 februari 2015

Het laatste antiquariaat

Jaren kwam ik er. Om te zoeken. Als de vraag zou worden gesteld wat ik zocht, dan zou ik slechts onnozel antwoorden, dat ik een boek zocht.
Maar Fred, de eigenaar van antiquariaat Moolendijk - "meer dan 100.000 boeken"- vroeg dat nooit. Hij wist dat de bezoeker wilde snuffelen, ontdekken, vinden wat hij nog niet wist dat hij het zocht.
De zuivere vorm van serendipiteit.
Als je langer dan een kwartier bezig was, kwam hij vragen of je koffie wilde. Die dronk je aan een tafel  met de stapels onlangs ingekochte boeken.
Om een gespreksonderwerp zat de eigenaar en de andere gasten zat je nooit verlegen. De tafel lag vol met vragen.
Voor de laatste vraag, de vraag naar de prijs keek Fred achterin. Daar had hij ooit een prijs met potlood ingekrabbeld. Nooit betaalden we de volle prijs. De laatste maanden werd het bedrag gehalveerd en verder.
Hij moest van zijn boekenberg af. Per 1 februari zou hij ermee stoppen. De huurprijs te hoog, de inkomsten te laag en och, hij was de jongste niet meer.
Zijn vrouw Nel suggereerde dat enkel de eerste twee argumenten het besluit schraagden. Dat van die leeftijd was erbij gehaald. Hij zou nooit stoppen met de handel in boeken.
Nee, het was het internet dat hen de das omdeed.
Ze hadden zich er lang tegen verzet, maar gingen nu ook over met de verkoop via het net. Dat loonde vanwege de portokosten echter enkel bij het duurdere boek. Voor het grabbelwerk was de klant voortaan aangewezen op de kringloopwinkel.

Een paar dagen geleden was ik op bezoek in het besef dat dit de laatste keer zou zijn.
Ze waren volop bezig met de ontruiming. De tweede container met 7,5 ton aan boeken werd gesloten, op weg naar de handel in oud papier. Elk van die duizenden boeken met een potloodje geprijsd.

 
Binnen trof ik Nel. Ze riep naar boven. Ik vroeg of ik een foto mocht maken.
 
 
Uit een stapel, bedoeld voor de volgende container nam ik een boekje.
'De laatste', zei ik. 'Wat vraag je ervoor?'
Hij grinnikte.
Toen ik hem even erna een hand gaf zag ik in zijn ogen wat ik voelde.
Met Patrick Modiano's In het café van de verloren jeugd in de hand verliet ik het pand.
Mijn snuffelparadijs lag voorgoed achter me.