donderdag 27 november 2014

Genegeerd en vergeten

Hoe krijg je een boek in een hoge stapels bij de kassa van de boekhandelaar?

Ik had onlangs gelezen over de fijne marketingneus van miljonair Maj Spijkers, directeur eigenaar van uitgeverij Prometheus en Bakker en zijn successen. Spijkers voelt de lezersmarkt goed aan en kocht bijvoorbeeld de rechten op van Eco's bestseller In de naam van de roos.
Oké, maar de markt moet ook bewerkt worden.
Literaire prijzen, een vermelding bij DWDD. Een kip - ei relatie.
Hoe doet een uitgever dat met succes?
Hoe komt het dat plots vergeten auteurs als Williams (Stoner) en Marai opduiken?
Zegt dit iets over de literaire smaak op dit moment of is het de hype.
Hoe ontstaat die hype?

Afgelopen zaterdag stonden in de VK bijlage Edmund naar aanleiding van de heruitgave (herontdekking??) van Jan Arends Keefman enige bijdragen over vergeten boeken. Wilma de Rek onderzoekt hoe ons literaire geheugen werkt.
Er staat een keur van auteurs en boeken, die verdwenen zijn, in de VK bijlage. Wat hebben die boeken met de kwaliteit van het boek en de smaak van de lezer van doen?

Ik ben een oeuvre lezer. Als een boek me aanspreekt, wil ik meer van die auteur lezen. Meestal betekent dat alles wat ik vinden kan over schrijvers als Brouwers, Wiener, Roth, Frantzen, Mc Ewan.
Nieuwe ontdekkingen doe ik op door lezers van wie ik de smaak waardeer te vragen naar hun ervaringen, adviezen en tips. Ook zijn de aanbevelingen via de recensies een ware Fundgrube. Achter vijf sterren ga ik meestal aan. Ik verheug me op de eindejaarslijstjes.

Begin van de week deed ik op de tafel 'Nieuwe Aanwinsten' van onze plaatselijke bibliotheek een ontdekking. Het was een uitgave uit 2007, hoorde er niet te liggen.  Waarschijnlijk door een spijtoptant daar dicht bij de in- en uitgang achtergelaten.
Van de auteur had ik nooit gehoord. Pieter Waterdrinker. De titel van wat ik in mijn handen had luidde Montagne Russe, hetgeen, zo stond op de achterzijde roetsjbaan betekent. Allerlei verhalen uit het hedendaagse Rusland. De auteur woont in Moskou. Het was vooral het onderwerp hedendaags Rusland dat me deed besluiten het boek te gaan lezen.

Laat ik het samenvatten. Wat een verhalen, wat een vondst! In een adem, zo heet dat toch, heb ik het uitgelezen.
Origineel, geestig, erudiet, mooi van taal, de Russische en Hollandse ziel messcherp getroffen.
Gisteren terug naar de bieb. Er lag nog een Waterdrinker. De dood van Mila Burger, dat ik tot de helft gelezen heb. Prachtig!
In de Kringloop vond ik zijn debuut Danslessen uit 1998 een uitgave in de Rainbowserie. Op de stapel ermee van de te lezen boeken.

Deze blog gebruik ik  niet voor boekbesprekingen. Daar heb ik een ander adres voor. Wat ik hier kwijt wil is mijn verbazing over dat ik iets belangrijks heb gemist.
Vanmiddag bij Boekhandel van Piere naar zijn werk gevraagd. Niets, nul. Slechts het door mij gehate "We kunnen het wel voor U bestellen..."
Er schort iets aan de marketing, niet aan de kwaliteit van deze auteur.
Daarom draag ik bij dezen mijn steentje bij tot relevatie van deze tot nu toe genegeerde auteur.
Waterdrinker, onthoud die naam!
U bent niet van deze tijd als U niets van hem leest.
Pieter Waterdrinker!





donderdag 20 november 2014

Waar sta jij in de Zwarte Pieten-discussie?

Waar ik stond in de zwarte pieten-discussie had hij gevraagd.
Ik had ontwijkend geantwoord en gezegd dat ik benieuwd was hoe over enkele jaren erop terug zou worden gekeken. De wereld in 2014 stond in brand; Ebola, IS, Oekraïne, Midden Oosten, Opwarming van de aarde, Vluchtelingen... en wij?
In Nederland woedde een vinnige discussie, er werd gedemonstreerd, mensen werden opgepakt vanwege de zwarte pieten-discussie.

Maar hoe ik keek tegenover Racisme en Z.P.? Is Z.P. niet een uiting van neerbuigendheid tegenover de gekleurde medemens, een negatief symbool van slavernij...
Oeps...Ik moest nu wel stelling nemen. Het was duidelijk waar hij stond. Hij was altijd al linkser en progressiever dan ik. Was dat trouwens hetzelfde? Links en progressief, rechts en conservatief? Qua milieu en zorg wilde hij het liefs alles bij het oude houden.
Bij ultra rechts zit het nationalisme, met voorstanders van de onaantastbaarheid van het nationaal erfgoed. Discussie gesloten.
Ik ging bij mezelf te rade. Waar sta ik in de links-rechts positie en waar staan de pro en contra Z.P.-ers, de polderdiscussie?

 
Ik plaatste een kruisje, iets meer naar links, maar best wel in het midden. Daar stond ik inmiddels met mijn 68 jaar. Mag ik? Net iets buiten de arcering van de tegen Z.P.-ers.
Maar is dit niet iets te een-dimensionaal? Had het niet ook te maken met intelligentie en inkomen? Ik dacht diep na. Intelligentie beheerst het denken, maar de Z.P. discussie was vooral emotie, sentiment, jeugdsentiment vooral, Z.P. als aanjager van koopgedrag en pakjes uit de zak.

Laat ik voor de nuancering en diepgang - altijd goed toch?- de dimensie Inkomen erbij nemen.

 
Ondanks de niet- indexering van mijn pensioen weet ik mijn plaats. Voor de zeer armen en de zeer rijken speelt de discussie niet. Die houden zich in deze donkere dagen bezig met Piketty's Capital.
Met een derde dimensie raak ik de grenzen van schematisering, maar vooruit. Ik neem de P/F range: sterk of zwak in Principiële stellingname dan wel Fundamentalisme.
 
Zo ontstaan er 8 kubussen. Ik zet drie kruisjes op elk van de dimensies. Zo, daar sta ik dan, zwevend in kubus 3. Op de achtergrond hoor ik kabaal en gescheld.
In kubus 7  en 5 is het allemaal te doen.
Makkers staakt Uw wild geraas.

Zal ik hem morgen vertellen hoe het volgens mij allemaal zit?
Met mij, met de Z.P. discussie in Kubus Nederland?
Ik denk niet dat hij veel belangstelling zal tonen voor mijn generalisaties.
Hij is nogal genuanceerd.
 


woensdag 12 november 2014

Mijn rollen in De Efteling

 
Afgelopen weekend logeerden we met kinderen en kleinkinderen in Bosrijk, het idyllische vakantiepark bij De Efteling. De eerste nacht werd ingeleid door Klaas Vaak en zijn helper, die een voorstelling gaven in de hal van de kasteelachtige ingang van Bosrijk. 
 
 
 
 


 
Op de foto hierboven: Luca in afwachting van de zandzak, die doorgegeven wordt. Thijn, in blauwe jas, zit achter Luca verscholen.


 
Van links naar rechts met mutsjes: Zoë, Phéliene en Noa
 
 
Hiermee begon een spetterend weekend.
Onze eerste maaltijd bestond, zoals inmiddels traditie op onze familieweekenden, uit gezamenlijk gemaakte sushi en sashimi. Voor Luca is het een ware beproeving om te moeten wachten.
 
 
 
De zaterdag en zondag  werden bijna geheel gevuld met een verblijf in het attractiepark. Op de vroege zondag werd een uurtje gezwommen.
 
Je loopt er rond als opa van je kleinkinderen, maar ook als vader van je zonen  met "Weet je nog, toen..."gesprekken.
Ik ben een meeloper, een waarnemer. Met Riny vorm ik een groep in een groep. Wij vinden alles goed, genieten van het genieten.
Zo gemakkelijk kom ik er echter niet vanaf. Ik moet bewijzen dat ik nog durf heb en moet in Vogel Rok, Joris en de Draak, De Pagode, de Bob en minstens een keer in Monsieur Kannibale. Van het gerammel en geschud heb ik duidelijk minder plezier dan de andere generaties, die ik extra laat genieten van mijn onverhuld benauwde kop.
Gelukkig is Thijn nog klein, de lengte ondermaats voor menig marteltuig en mag ik achterin zijn auto kruipen in D'oude Tuffer, terwijl hij in volle concentratie aan het stuurwiel draait.
 
 
Beide dagen worden afgesloten met waarlijk grandioos spektakel. Zaterdag in de vallende duisternis ondergaan we de imposante voorstelling Raveleijn met zijn wervelende paardenshow, de monstrueuze veelkoppige vuurspuwende draak en met zijn intrigerende trucages. 'Hoe verdwijnt de zwarte ridder in het water?' zeur ik Femke aan haar kop. Zij moet het weten, want ze werkt hier en kijkt dagelijks op dit spektakel neer vanuit haar kantoor, dat dienst doet als deel van het Pieckeaans decor. Maar dit is beroepsgeheim verzekert ze en ze valt niet te vermurwen.
 
Zondag is het iets drukker in het park. Ik reageer te vaak op niet voor mij bedoeld opa-geroep, trek de aandacht van mijn kleinkinderen door een ijsco traktatie en hang de toffe opa uit. Zoals vroeger denk ik magisch 'laat-het-duren', maar in mijn van sprookjes ontdane wetenschap weet ik dat aan alles een einde komt. 
In de vroege avond staan we aan de waterkant, en ondergaan de licht en watershow van Aquanura. Aan het einde van de grote vijver wacht ons de prinses, die ons uitnodigt bij haar te komen zitten.
Ik wil erheen en bij haar blijven in haar sprookjeswereld.
Zoë en Noa zijn me voor.
Ik mag de foto nemen.
In het Sprookjesbos, daar waar alles ooit begon, heb ik eerder die dag mijn schatten vereeuwigd.
Ik Cor, echtgenoot, opa, vader, waarnemer en genieter.
 
 
 
 
 
 

 




woensdag 5 november 2014

Toeval

Toeval bestaat niet, maar sommige voorvallen vertonen iets zo opvallends, dat je er betekenis aan wilt geven.
Want het kan geen toeval zijn.
Zoals drie maal de loterij winnen, dertien maal door de bliksem te zijn getroffen of twee maal een prijs op hetzelfde lotnummer.

In een interview in Sir Edmund (VK) van 1 november jl. ontzenuwt de statisticus David J Hand de neiging om dit te verklaren als bovenaards.
Maar opmerkelijk is het soms, zoals het volgende in het artikel aangehaalde voorval.
'De Amerikaanse schrijfster Anne Parrish die in de jaren twintig met haar man in een Parijse boekhandel snuffelt en er Jack Frost and Other Stories tegenkomt, een boek uit haar jeugd. Kijk, zegt ze, en als ze het open slaat staat er op het schutblad: Anne Parrisch, 209 N Weber Street, Colorado Springs, Colorado.'
Ik neem aan dat het adres uit haar jeugd was en dus haar exemplaar.

Dinsdag jl. snuffelde ik bij de plaatselijke kringloopwinkel.
Dat is volstrekt normaal.
Ik doe dat elke week op dinsdag om 12.30 uur.
De vondst die ik deed was bijzonder.
Een dichtbundeltje met binnenin een opdracht.

 
Ik sloeg het boekje Hanezang open - Poëmen van Querulijn Xaverius, Markies de Canteclaer van Barneveldt, bijeengelezen door Marten Toonder - en lees in een mij bekend handschrift "Ben, Bedankt en blijf gezond. Ad 6/12/'87".
De gever is Ad, mijn in 1999 overleden collega en vriend. De ontvanger kan niemand anders zijn dan de docent handenarbeid Ben Blauw.  En de reden waarom Ben dit boekje kreeg is mij ook bekend. Hij ging met 'pré-pensioen' met de zeer lucratieve zgn. 50 plus regeling voor HBO docenten. Ieder ouder dan 50 mocht vertrekken met behoud van 70 procent van zijn salaris.  Ben was amper 50 jaar en wilde zich volledig wijden aan beeldhouwen. Eén van de eerste opdrachten in zijn fulltime artistieke leven was het beeld 'Relatie' in de tuin van onze net betrokken woning aan de Gapeldoornlaan. Zie foto's hieronder.
 
 
 
 
Bij een voorjaarsstorm enkele maanden daarna brak het perspex beeld doormidden.
Een half jaar geleden is Ben overleden.
Het dichtbundeltje komt uit zijn nalatenschap. Maar hoe is het vanuit Haaren in Valkenswaard terecht gekomen?
 
Voor een ander is dit boekje helaas voorzien van een opdracht, voor mij is het meer dan een toevallige vondst. Het is een aanjager voor herinneringen en het veroorzaakt verbazing:
Dat kan toch geen toeval zijn?
 
Ik zoek verder en haal hier de allerlaatste strofe uit het laatste gedicht 'Weedom' uit deze bundel aan:
 
Lang heb ik aan 't raam gestaan
om naar de regenval te turen
Toen ben ik stil naar bed gegaan;
Enfin, het kan niet lang meer duren.
 
Wat zouden Ad en Ben erom gelachen hebben.
Nu moet ik het doen met mijn glimlach.