donderdag 26 december 2013

Kerst 2013

Met mijn catheterisatie (CAG) afgelopen maandag was de aanloop naar onze jaarlijkse kerstbijeenkomst met het gehele gezin even op losse schroeven komen staan. De cardioloog had in de namiddag echter geoordeeld dat er weinig aan de hand was en dat dat weinige met andere medicatie kon worden opgevangen. Hij had bovendien met bewondering gesproken over de fraaie bypass, die drie jaar geleden in mijn borstkast door de hartknutselaar van het Cathrien was aangelegd, iets waarop ik een beetje trots was, hoewel ik er niet meer aan had bijgedragen dan onder narcose rustig te blijven. 
Ik kon met een gerust hart - zo zei hij het - kerst vieren.

Het vorig jaar wat rommelig verlopen evenement had ons de nodige leerpunten geboden, waaronder een hoger tempo bij de kadoronde, een bijgestelde tafelschikking en na het eten een buitengebeuren.
De stijging in leeftijd speelde ook mee bij de soepele gang door de avond. Oudere kinderen hielpen de jongste en onderling werden afspraken gemaakt hoelang er met andermans speelgoed mocht worden gespeeld, waarbij zelfs de eierwekker werd ingezet. En Pheliene, die een beetje schrik had voor het 'vuurwerk', sublimeerde haar angst door met een fotocamera het geknetter vast te leggen.
De laatste gaatjes die over waren na het knappe diner dat oma Riny op tafel toverde werden gevuld met in de open haard opgewarmde marshmellows.
Hierbij enkele foto's van de geslaagde avond. De eerste drie zijn in die zin bijzonder omdat ze door Riny zijn opgenomen met haar nieuwe I Phone en naar de computer zijn doorgemaild. Twee sfeerbeelden van het diner, de derde van Pheliene en Noa, getooid met de knutselballonnen gemaakt met materiaal uit een van opa's kado's.
De vierde foto is door Pheliene geschoten. Op de vijfde toont Luca trots zijn chemiedoos. Tenslotte een beeld van het opwarmen van de  marshmellows.





donderdag 19 december 2013

De oude man en diens dictee

Hoeveel spel- en taalfouten ik gemaakt zou hebben bij het Kootiaans Nederlands dictee zou ik niet weten, maar het zouden er vele zijn.
Ik probeer hier een (de tweede) zin foutloos over te typen:
'Zulke lammenadige anastrofes vernoemde de criticaster naar zijn tante Betje, in wier postale verbiage een heel aantal zeugmata, polysyndetons en anakoloeten wiewauwde.'
De spellingscontrole geeft twee fouten aan: Onder anastrofes en verbiage staan rode kringeltjes. Ik heb ze echter goed overgetikt.
Mag deze gekunstelde brij een Nederlands dictee heten?

Volgend jaar, bij leven en welzijn Remco Campert vragen om een tekst te maken.
Heerlijk, helder Nederlands.
Ik (her)lees zijn columns, verzameld in 'Het verband tussen de dingen ben ikzelf '.
Zijn taal verhoudt zich tot het recentelijke dictee als Coen Simon tot Heidegger.

Uit 'In mineur'.
'Met de dagen omstreeks half december weet ik nooit goed raad. Het jaar loopt ten einde en brokkelt onder mijn vingers af. Levenslust en moed zinken me tijdelijk in de schoenen. Het schrijven wil ook niet erg en blijft steken in een eindeloos lijkende aarzeling. En als het desondanks gebeurt, moet ik ervoor oppassen dat ik mijn stemming niet te zwaar aanzet.'

Waarover ik niet wil schrijven is me helder.
Niet over de kwaaltjes en de pijntjes, niet over Hoes of Geert, niet over moeizaam gesloten akkoorden-soaps, eigenlijk ook niet over Het Groot Dictee.

Het is de oude man die me dwarszit.
Laat ik wachten op 2014.

donderdag 12 december 2013

Fama Volat

De tijden zijn veranderd.
Ik noem twee voorbeelden:
- Voor mijn arbeidscarrière kreeg ik van mijn ouders min of meer het adagium  mee 'Blijf zitten waar je zit en verroer je niet'.
En...
- Gesloten fabrieksgebouwen werden in mijn tijd gesloopt.

Bij Thomas geldt: als je ergens zit, moet je je afvragen wanneer je opstaat.
En....
in Eindhoven wordt de gigantische strook Philipsfabrieken in het hartje van de stad herbestemd.

Deze twee gegevenheden vormen per 1 januari 2014 de nieuwe kansen die Thomas met zijn nieuwe marketingonderneming 'Fama Volat' gaat grijpen. Aan de overzijde van Bovil, waar hij enkele jaren werkte in Strijp S staan het Anton gebouw en het Gerard gebouw, vernoemd naar de oprichters van het concern.
In het Gerard gebouw op de eerste verdieping werd ik vandaag door mijn trotse zoon ontvangen.
"Hier gaat het gebeuren, hier zet ik mijn volgende stap." Hij stond aan het raam tussen de verfpotten en een steiger. Er moet nog heel wat gebeuren.

'Fama volat' kan vertaald worden als de faam vliegt, de roem snelt, het gerucht gaat. Het komt twee maal voor in de Aeneas van Virgilius. Het is een mooie naam voor het nieuwe bedrijf dat hij start met collega's Levi en Jeroen.

Vanuit mijn opvoeding zou ik hem moeten vragen of hij er wel goed over heeft nagedacht en of hij weet welke risico's hij neemt.
Maar in één generatie is de zorg voor de toekomst veranderd in een optimisme dat kansen benutten heet. In zijn genen zitten niet alleen de boer, de onderwijzer maar blijkbaar ook de ondernemer.
Bovenop het Gerardgebouw is een dakterras. Daar zagen we vanmiddag samen Eindhoven met haar icoon het Evoluon aan onze voeten liggen.
Terwijl ik hem fotografeerde schoot het door me heen: Ik geloof in hem.


woensdag 4 december 2013

De scheve toren van ons Onderwijs

Het is nu vijf jaar geleden, dat ik gestopt ben met werken in een dienstverband van een onderwijsinstelling. Het is tevens vijf jaar geleden dat ik over onderwijs schreef - o.a. over Fontys in mijn blog 'Mannetje' -,  erover nadacht en me er druk over maakte.
Het was de tijd van Beter Onderwijs Nederland, dat niet verder met hun ideeën reikte dan elk idee na Theo Thijssen verdacht te maken als een speeltje van managers en onderwijskundigen.

Dat het beter moet met het onderwijs is een roep van alle tijden.
Oorzaak en schuld veranderen; aanleiding vormt veelal macro gegevens of een incident.
Nu staan we op plek 13 van de wereld in het wereldwijde PISA onderzoek. De één vindt onze plaats een teken aan de wand - alweer verder gezakt en 'we' moeten zelfs  Estland voor ons dulden -, de ander met de beoordeling van het halfvolle glas, omdat hij mede verantwoordelijk is, constateert dat de V.S., Rusland en het Verenigd Koninkrijk zich achter ons bevinden.

Dat Finland en de Zuid-Oost Aziatische landen het zo goed doen daar zijn we aan gewend. Waaraan dat ligt is niet duidelijk.
De Volkskrant van 3-12 wijst op het Finse fenomeen: het achterwege blijven van het CITO circus, de afwezigheid van de Inspectie, de toelatingseisen, teamteaching, schoolkeuze voor secondair onderwijs op 16 jarige leeftijd én het universitaire niveau van de lerarenopleidingen.
Het zou prima zijn om die ideeën over te nemen, maar of we daarmee de top tien veroveren lijkt me sterk.
Het gaat om de idee achter het wel dan niet inzetten van de instrumenten en maatregelen.

In Nederland bestaat een minachting en achterdocht als het om onderwijs gaat, vooral bij hen die geen kinderen op school hebben. Ik ben ervan overtuigd dat de beroepsachting van onderwijsmensen wereldwijd lager is dan de dertiende plaats.
Ook op een onderzoek naar de vrolijke school en het vrolijke leren scoort Nederland niet erg hoog. De overheidsbemoeienis daarentegen, gevoed door een intens wantrouwen en calvinistisch wereldbeeld, stuwen ons op de toppen van de wereldranglijst.
En van zelfverantwoordelijkheid en experimenten zijn we helemaal niet gediend.

Welke maatregelen zou je op deze zure grond moeten nemen om te verbeteren?
Ik ben altijd wat terughoudend geweest bij de roep om de autonomie van de docent, echter een  voorstander als die autonomie is ingebed in kwaliteit en in een team.

Laat ik derhalve twee eerste instrumenten noemen ter verbetering van ons onderwijs.

1. Selectie aan de poort van de lerarenopleiding op grond van meer criteria dan een VWO- dilpoma; parallel  hieraan een verhoging van het inkomen. Effect over tien jaar meetbaar.
2. Teamteaching. Maak kleine groepen van docenten ( 2 à 3) verantwoordelijk voor het   onderwijs. Bevorder de onderlinge taakverdeling en afstemming/intervisie. Minimaliseer landelijke toetsing en toezicht. Effect over vijf jaar.

En verder.
3. Stimuleer het vrolijke leren, het gebruik van moderne media en leerpsychologische inzichten.  Effect over drie jaar.
4. Verklein en verlaat de kloof van Basis- naar Middelbaar Onderwijs. Effect over drie jaar.

Tot slot
5. Stel bijscholingen verplicht voor een beroepsregister. Scholingen in Gedifferentieerd Onderwijs, Klassenmanagement, Toepassing Nieuwe Media en Oudercontacten behoren hiertoe. Effect van deze professionalisering van het beroep zal ook de zelf- en beroepsachting dienen. Effect binnen twee jaar.

(Je zult je afvragen waar ik die effectvoorspellingen vandaan haal. Wel, dat is een profetisch- populistische gave.
En als we een maatregel starten, laten we dan termijnafspraken maken én zorgen voor draagkracht.)

Zo, nu kan ik verder zwijgen over mijn Onderwijsidealen.
Iedereen heeft daar immers last van.




  

woensdag 27 november 2013

Bom, sorry.

In de Wereld Draait Door geeft Alexander Klöpping afgelopen maandag uiting aan zijn verbazing dat de NSA onthullingen in de NRC in Nederland zo weinig reuring veroorzaken. Hij wijst erop dat, indien de overheid zoveel gegevens van haar burgers weet, we verzanden in een politiestaat. Eigenlijk en eindelijk een staat zoals communisten in voormalige Oost-Europese Staten voor ogen hadden. Zonder inschakeling van klikkende en glurende mede-burgers, alle informatie voorhanden en in kaart.
Een digitaal Stasi-imperium.
Betrokken en bewogen pleit A.K. voor een Kamerdebat over hoeveel privacy de nationale veiligheid mag kosten en v.v. Na zo'n debat weten we in hoeverre veiligheidsdiensten de door politici getrokken grenzen overschrijden.
Tafelheer Giel d.j. Beelen vindt de kennis die commerciële partijen over ons koopgedrag vergaren veel erger. G.B. lijdt meer van de droom van elke kapitalistische kruidenier, dan van de alwetende overheid.
NSA versus Google.
Een nieuwe ideologische strijd?
Mathijs quote van Nieuwkerk maakt er gelukkig geen issue van.

De zorgen van A.K. kunnen alleen begrepen worden door zijn totale onwetendheid over het cultureel-religieus leven in de Nederlanden van weleer.
Hieronder vind je, beste A., een korte bijles (als dank voor alle lessen over de digitale toekomst die ik van jou volgde).
In elke huiskamer hing boven de op  Delftsblauwe bordjes geschilderde wijsheden de totale omvattende wijsheid: een schilderij met een oog, Gods Oog verbeeldend, met eronder de tekst 'God ziet alles'.
Zo is het Hollandse Geweten gevormd.
Je kon doen en laten wat je wilde, het werd gezien, geregistreerd en onthouden.
Dat zijn we allang bewust.
De afrekening komt wel. Hier of anders wel in het hiernamaals.
Je kon bij de katholieken  kwaad en schuld met name op het gebied van seksualiteit en andere geboden ten dele te niet doen door de biecht. Je moest zelf je zonden inbrengen, kreeg absolutie door boete te doen in de vorm van wat gebedjes. Met een schone lei stond je na zo'n tien minuten weer buiten in de frisse lucht.

Een Kamerdebat zou aansluiten bij onze collectieve opvoeding als de vraag zou zijn, hoe kunnen we veiligheidsbedreigend digitaal gedrag, bepaald in geboden, achteraf te niet doen.
Wat is de rol van een digitale biechtvader met strafbevoegdheid hierbij?

Een voorbeeld als voorschot:
Gebod: Het gebruik van het woord bom is in digitaal verkeer verboden.
Signaal: Het B-woord werd in de blog van C. gebruikt
Biecht: C:  Het spijt me dat ik dat woord gebruikte.
Straf:  Excuses en/of verwijdering van het woord.

Zou deze tekst door het alziende oog van de NSA worden opgevangen?

woensdag 20 november 2013

GLOW



 
Jaren geleden in file de lichtjesroute gereden met afbeeldingen van inspiratieloze olifanten, draken en andere figuren gecomponeerd uit gekleurde peertjes bevestigd aan lantaarnpalen. Toen de led lampjes samen met milieubewust vertier hun intrede deden veranderde het Eindhovens spektakel in GLOW, dat haar vaste plaats veroverde naast Carnaval en de DDW.
De berichten dat het een succes was en dus erg druk, gekoppeld aan onze lichtjesroute-herinnering, wekten niet de zin op om het jaarlijks weerkerende typische Lichtstad-spektakel te gaan bezichtigen.
Maar alles wordt anders als kleinkinderen je uitnodigen.
Aldus stonden we donderdag j.l. om half zeven 's avonds bij de kop van het Eindhovens Kanaal te wachten totdat de draak uit het water zou verschijnen.
Van drukte was geen sprake.
Omdat het de gehele dag had geregend en de Buienrader het einde van de regenval pas later die avond had voorspeld stond er slechts een handjevol mensen, die, omdat ze met zo weinigen waren, kinderen een plaats vooraan gunden.
We wisten, dat we hiermee direct het hoogtepunt van GLOW te pakken hadden. 
In verband met de kinderen en de leerplicht  zou het een verkorte route worden. Via het NRE terrein en de Parklaan terug naar ons eindpunt op bij het 18 septemberplein.

Waarneming en beleving worden mede bepaald door de anderen die meebeleven en genieten.
Kinderen, licht en duisternis; het roept bij mij vanuit mijn Christelijke roots een gevoel van hoop en vrede op.
Kerstmis is dit jaar vroeg begonnen.


donderdag 14 november 2013

Bomans of Carmiggelt

Nederland leest-maand loopt van half oktober tot half november.
Aan leden, aangesloten bij een bibliotheek, wordt gratis het geselecteerde boek gegeven. Mijn bibliotheek, De Kempen, doet hier niet aan mee.
Vanwege de kosten.
Heel erg vind ik dat niet, de gekozen titels staan meestal al in mijn boekenkast. Het zijn jong klassieke evergreens zoals Twee vrouwen van Mulisch en Oeroeg van Haasse.
De uitgave: in witte kaft gehuld bedrukt krantenpapier.
Vanaf december duikt het Nederland Leest-boek van het jaar in de kringloopwinkels op.

Dit jaar is gekozen voor Erik van Bomans.
Zoals gebruikelijk krijgt boek en auteur aandacht in de media met vragen als: is dit het beste boek van de auteur, is de auteur een goede schrijver, wat moeten we van zijn leven weten.
Bomans is een lekkere kluif.

Bij de vraag of het een goede schrijver is wordt er ter vergelijking altijd een tweede of derde bijgehaald.
Bij Mulisch zijn dat Reve en Hermans. De grote drie en wie is hiervan de grootste.
Bij Bomans hoort Carmiggelt.
Een tweestrijd is meestal heftiger dan een driestrijd.

Of ik een Beatles of Stones fan ben, een Puch of Thomos rijder, een Volkskrant of NRC lezer.
De tweestrijd ontwijk ik vaak door er een derde keuze tegenaan te gooien. Ik prefereer Pink Floyd, reed in mijn jeugdjaren Solex - nu Vespa - en lees Trouw de krant. Dat laatst is een flauw grapje omdat ik beide kranten lees.
Ik mijd een opgelegd cultureel persoonlijkheidsprofiel.

Bij Bomans en Carmiggelt gooide ik laf van Kooten en Annie M.G. in de ring.
Vandaag zal ik dapper zijn en maak mijn keuze tussen onze twee nationale lichtvoetige literaire humoristen bekend: Carmiggelt, want mooier van taal en thema.
Mijn keuze is tijdloos, gold vroeger, nu en in de toekomst.

Mijn boekenkast is goed gevuld met werk van beider heren.
Ik pak willekeurig enkele Bomansen ter hand. Erik en Pieter Bas in gehavende Prisma-Boekjes; in witte omslagen de Elsevier-uitgaven waaronder De man met de witte das, volgens kenners zijn beste werk.
Hier staat een onbekender werk: Een halve eeuw Trappistenleven, de tweede en vermeerderde uitgave uit 1957. Tot mijn verrassing tref ik voorin een persoonlijke opdracht van Bomans voor zijn "volle neef" Hans en zijn vrouw aan met op de binnenkant een foto. Het Engelstalige gedicht is van Hilaire Belloc 1870-1953.( Bomans veranderde de werkwoorden in regel 2 en 4: will i.p.v. may en are i.p.v. were)
Wie is die volle neef, wie zijn de man in Trappistengewaad en de vrouw ernaast?

Zo eindigt een eenvoudige tweestrijd in een nieuwe zoektocht.
Wie kan me hierbij helpen?

woensdag 6 november 2013

Rotte vis

Persbericht:
'De zanger Cor C., vertolker van het levenslied 'Klein, klein kleutertje wat doe je in mijn hof?' heeft een proces aangespannen tegen de schrijver van het boek 'Een pril bemin'.
De schrijver Martijn X., voorzitter van de verboden vereniging voor pedofielen, haalt daarin Frans aan, die suggereert te hebben gezien dat Martijn binnenging in de Kaplenie van Stramproy, het geboortehuis van Cor C. Dat voorval zou in de veertiger jaren plaats hebben gevonden.
Cor C. zegt dat daarmee de naam van zijn familie in een kwaad daglicht wordt gesteld.
Einde persbericht'.

De zanger Peter K.van o.a. het lied  'Kom van dat dak af', klaagt A.F.Th. van der Heijden aan, die in 'De Helleveeg'  helleveeg Thea tegen de louche engelenmaakster laat zeggen, dat ze haar herkent uit de tijd dat ze haar bezocht boven de viswinkel van Koelewijn.
Uitspraak 15 november.



De eerste alinea hierboven is fictie, het tweede bericht stond in de krant.
Wat mag in fictie, in kunst, worden gesuggereerd, dat verwijst naar de werkelijkheid die we kennen?
Kan de kunstenaar worden gedaagd om zijn bedoelingen af te zetten tegen de overspannen verbeelding van de lezer?

De affaire roept herinneringen op aan het verhaal 'Jansen' uit 'Seizoenarbeid' (1967). De auteur  L.Wiener werd door ene Jansen gedaagd, die zich meende te herkennen in dit verhaal.
Veroordeeld, wijzigde de auteur in de tweede druk het verhaal in...Wiener!
De eerste druk is, jawel, een collectors item.

Het bijkomstige  voordeel van aanklagen en schandpalen voor de auteur is gratis publiciteit; voor de lezer, als het een goed boek is, de attentiewaarde. Nadat ik AFT enige jaren geleden na 100 moeizame pagina's ' Movo Tapes' terzijde had gelegd,  nam ik een boek van hem met een wat huilerige  aanleiding weer aarzelend ter hand. Door de magistrale uitwerking van het thema in 'Tonio' keerde mijn bewondering voor AFT terug .
Peter K. zorgde voor een definitieve terugkeer van mijn belangstelling voor AFT 's oeuvre.
 
 Op het dak van de viswinkel van Koelewijn in Stratum te Eindhoven lees ik met groot plezier  'De Helleveeg'.
 
 

woensdag 30 oktober 2013

Onvrede in de buurt

Om even van het oorverdovende lawaai verlost te zijn, vroeg ik mijn buurman, die ijverig het eikenblad in mijn richting blies, hem tot een meter naderend, hoe het deze ochtend met hem ging.

Zo'n contact bevordert de sociale cohesie in de wijk, ik zie het als een stukje burgerparticipatie op weg naar een participatiesamenleving.
Op zo'n moment kan mijn gedrag me ontroeren.
Hij zette zijn straalmotor af en keek me vanonder zijn droevige hangende oogleden aan.
'Wil je het echt weten, buum?'

Wat kun je anders dan hierop bevestigend te antwoorden?
Ik ben te weinig assertief-agressief om naar waarheid te antwoorden dat ik die vraag enkel stel om zijn motormuil te smoren.
'Vertel, je lijkt me vandaag aan de sombere kant...Is hiervoor een reden of is het meer existentieel...'
Ook dat zei ik niet.
Ik heb me beperkt tot een 'Ja, ja'.
En hij stak van wal.

Hoe de ochtendkrant hem zijn toch al moeilijke start van de dag in deze prille wintertijd verzuurd had.
Dat zijn laatste vertrouwen in de mensheid met het Liborgedoe van de Rabobank de bodem was ingeslagen. Jaren geleden had de Coöperatieve hem geadviseerd om flink te verteren en zijn hypotheek niet af te lossen. Anders zou je een dief van eigen portemonnee zijn had de adviseur hem overtuigd.
Nu lag zijn huis bijna onder water.
En marktmeesters, het symbool van het volk, bleken een krantenpagina verder ook al graaiers te zijn. Op de markt ben je niet goedkoper uit, want wie moet dat smeergeld betalen?
Juist.
Wij.
De naald zat alweer in zijn oude, vertrouwde groef.
Het slachtoffer van alle vuiligheid waren wij, in het bijzonder mijn buurman.
Maar hij ging maatregelen nemen.
Bij de verkiezingen zouden ze het merken.
Uit ervaring wist ik dat hij nu links of rechts zou afslaan en was ondanks alles benieuwd.
'Controleren die handel. Het volk aan de macht!'
Emile was vandaag zijn winnaar.
Ik had moeten vragen wie de controleurs zou controleren, maar ik verkoos zijn motorlawaai boven zijn boosaardig geredeneer.

woensdag 23 oktober 2013

Het regent berkenblad, de maan schijnt door de bomen

Waarom ik zo weinig telefoneerde, vroeg het mannetje dat zojuist had aangebeld.

Ik speurde naar een collectebus of offertemap, maar nee, hij stond daar met lege handen.
'Waarom zou ik? Ik heb geen behoefte naar meer telefonisch contact', en dat is naar waarheid. Ik verbaas me over het communicatieve gedrag van de doorgewinterde telefoneerder, die, het is echt waar, het gesprek uren aan kan houden door enkel 'en verder...?' te fonen.

'Maar...', zo houdt het mannetje me voor, 'met een telefoon kun je ook mailen, liken en googlen'.
Door mijn algemene ontwikkeling dagelijks op peil te houden, begrijp ik gelukkig wat hij bedoelt.
'Zo kun je laten weten dat je vóór de Pietitie bent, zoals al bijna 1 miljoen Nederlanders, dat je voor de handhaving van het Sinterklaasfeest bent', oreert hij verder.
Nu zing ik al jaren  i.p.v. 'ook al bent U zo zwart als roet', 'ook al bent U zo zwart door roet'; eerst omdat ik dat taalkundig beter vond, nu omdat ik zwarte piet niet associeer met een donker getinte medemens. Het is een door zijn werk bevuilde knecht. En knecht...och, in liedjes bekt dat beter dan werknemer. Sinterklaas de baas, omdat ie oud en wijs en goed is. Wie wil zo'n werkgever niet?
De overheid, de Staat, de Verenigde Staten, de V.N. moeten zich afzijdig houden van moraliteit. Zo denk ik erover. Zolang het ontoerekeningsvatbare, want benevelde gedrag verward wordt met onschendbaarheid van een diplomaat dient de staat te zwijgen, moeten Staten elkaar hun moraliteit niet opleggen. Daar krijgen ze slechts een droge mond van. Of hoge telefoonkosten.
Dat homo's hier dezelfde rechten hebben als elke burger is normaal. Maar er zijn Staten die (nog) niet onze normaliteit zijn toegedaan, die het niet zo nauw nemen met mens en milieu.
Als ik Sinterklaas van Nederland zou zijn, zou ik in al mijn oude wijze goedheid tegen de judoka fluisteren, terwijl ik mijn hand met enkel goede bedoelingen op zijn gespierd dijbeen zou leggen, "je hoeft toch niet zo bang te zijn..."

'Ik like geen Pietitie, ik ben een optimistische autonome vrijdenker. Ik denk dat het met de inquisitie van de V.N. wel zal loslopen.'
'Autonomie....' Het mannetje haalde een boekje uit zijn jack...'Autonomie, hier staat het, kan een voorbode zijn van terrorisme...'
Nu laat ik me alleen door mijn eigen kronkels gek maken, dus verzocht ik het mannetje zijn doel om mij te storen bekend te maken. Toen hij  'O zo maar...'zei, wist ik dat het linke soep kon worden.
Zonder nog een woord te zeggen draaide hij zich om en liep de oprit af.
Op de achterkant van zijn jack stond duidelijk NSA.

Geschrokken schreeuwde ik, in een vlaag van helderheid hem na: "Telefoneren nee, bloggen ja!'"

donderdag 17 oktober 2013

De kater van kindertheater



Maandag j.l. met alle vijf de kleinkinderen het tweejaarlijkse plaatselijke evenement, het vogelverschrikkersfestival, bezocht. Nauwelijks op het terrein aangekomen, hoorden we dat in de tent een theatervoorstelling zou starten van, zo galmde de luidsprekers, ' Arie Kanarie met Arie Bombarie'.
Zoiets meende ik op te vangen en ik had dus gewaarschuwd kunnen zijn.
Binnen was het tjokvol, maar Arie op het podium wees ons op enkele lege plekjes vooraan.
 
Ouders bleven achterin en terzijde staan, af en toe naar hun luidruchtige kroost zwaaiend. Het leek mij beter om bij de aan mij toevertrouwde groep te blijven. Met de jongste Thijn stevig aan de hand schuifelden we naar voren waar ik met enige moeite vijf bij elkaar liggende plekjes op de lage bankjes vrij wist  te schuiven. Zelf nestelde ik me naast Thijn in het smalle gangpad. Ondanks regelmatig bezoek aan de fitnesszaal, willen mijn knoken zich steeds moeizamer  te schikken in de door mij bedachte houding. Ik had een sierlijke lotushouding in gedachte, zo een die moskeegangers probleemloos dagelijks  tentoon spreiden.
Het lukte me niet om mijn benen langer dan een minuut gekruisd onder of voor mijn zitvlak te houden. Ik verviel in een weinig elegante, half liggende houding waarbij ik mijn linkerhand ter ondersteuning achter me op de grond moest houden om niet helemaal horizontaal te gaan.  Vrijwel direct trapte een kleutervoet erop, die op weg naar zijn terzijde staande moeder snelde.
 
Arie kwam inderdaad met veel bombarie op. Het jongetje schuin  achter me roffelde ritmisch met zijn voetjes tegen mijn rug. Arie nodigde de zaal uit om op zijn zang te dansen. Als vogeltjes. Ik lag nog op de grond als een gevallen engel, toen het boven me begon te deinen. Me op een zij gooiend wist ik me op te duwen, zonder daarbij de zwaaiende kindervleugels te kunnen ontwijken. Na het dansen ging de helft van de kinderschare weer zitten, de andere helft stoomde joelend op weg naar het podium. Via het gangpad. Over mijn rug. Arie vroeg iets aan de zaal. Een applaus begreep ik. Een langgerekt 'jaaaa' hoorde ik. In alles was ik net te laat. Voetjes van de vloer, handjes in de lucht. Ik keek naar Thijn, vroeg of ie het leuk vond. Hij knikte enthousiast.
 Jammer.
Alweer een uitnodiging om te dansen en voordat ik goed en wel overeind stond was het weer voorbij en begon het geschuif naar de zitplaatsen weer.
Het was allemaal heel dynamisch en interactief.
Aan alles komt een einde, had ik me kranig op mijn laaggelegen positie voorgehouden.
En zo geschiedde. De massa kwam boven me overeind en spoedde zich naar de uitgang. Mijn kleinkinderen gingen in een kringetje om me heen staan terwijl ik stijf overeind krabbelde.
Buiten vormden we weer een groep en was ik weer hun herder.
 
'Leuk hè opa.'
En ik heb in mijn antwoord gelogen.    

woensdag 9 oktober 2013

Verjaardagen

Geboortedagen worden herinnerd in verjaardagen, al dan niet gevierd.
Bij kinderen worden ze gevierd; sommige ouderen laten die dagen zo snel mogelijk voorbij gaan; overlevenden herinneren zich op die dag hoe oud de overlevende zou zijn geworden.
Van 'Had toch gekund' en 'Sommigen worden zo oud' berust ik dit jaar in hun te vroege dood bij het besef dat ze 97 jaar zouden zijn geworden.

Mijn  moeders verjaardag valt op dezelfde geboortedag als Luca, ons oudste kleinkind
Eén dag na die van mijn vader wordt de jongste telg Thijn een jaartje ouder.
Met de viering van hun verjaardagen gedenk ik  mijn ouders.

Nu 4 oktober achter ons ligt, zijn de verjaardagsfeestje van de kleinkinderen voor dit jaar afgesloten.
Ik zoek in mijn digitaal album die momenten op. Ik weet in welke periode ik zoeken moet: Als eerste in een kalenderjaar is Phiene (2009) op 14 maart aan de beurt, daarna gevolgd door Noa (2008) op 21 juli, dan is Zoë (2007) op 30 augustus jarig, vervolgens Luca (2006) op 21 september en tenslotte Thijn (2010) op 4 oktober.

Hieronder de foto's, in volgorde, genomen tijdens hun feestje dit jaar.
Bij  het  eerste feestje ging het fout, bij Phiene's verjaardag was ik mijn toestel vergeten!. De foto is enkele dagen later genomen, toen ze bij ons op bezoek was.
 Phiene

 Noa
 

 
Zoë, bewonderd de nieuwe rode schoentjes

Luca kijkt toe hoe Femke de zeven kaartjes aansteekt

Thijn met zijn immense feestmuts

woensdag 2 oktober 2013

No Blow War

De Indian Summer houdt nog aan, maar ik heb ze al gehoord, De Bladblazers.
Hun gebrom en gegrom in de tuinen rondom hoort bij de herfst als het gekwinkeleer van de vogels in het voorjaar.

Kwa lawaai produceert de motorblazer heel wat meer Db. dan het hierboven afgebeeld elektrisch aangedreven  machine. En van de motor-drivens zijn de verouderde apparaten weer het ergst.
In mijn buurt hebben de meeste bewoners vooraan gestaan om het eerste proto-type aan te schaffen.

Je kunt met dergelijk tuingereedschap blazen of zuigen.
Zuigen is sociaal.
Het blad wordt ingenomen, vermalen en in de hangzak geblazen, die vervolgens geledigd wordt in kliko of compostbak.
Blazen is het probleem verplaatsen, je buurman ermee opzadelen, die het vuil terug of verder blaast.
Ecologen bepleiten het gebruik van de bezem.

In zijn  reisverhaal  'Reizen zonder John' doet Geert Mak (onbegrijpelijk dat dit boek niet voorkomt op de shortlist van de Libris geschiedenisprijs) verslag van zijn rondreis door Amerika. Hij maakte de reis zoals John Steinbeck die vijftig jaar eerder maakte in 1960 en waarvan hij verslag had gedaan in Travels with Charley. Zowel Steinbeck als Mak beschrijven aan de hand van een bij hun reispositie passend thema de stand van Amerika. Mak doceert er lustig op los, etaleert zijn kennis kwistig, maar altijd even serieus als nauwgezet.
Totdat hij in Californië bij vrienden logeert.
Op vermakelijke wijze beschrijft hij de klassenstrijd in het heuvelachtig slaapstadje Orinda. Er woedt in dat jaar een oorlog; vóór of tegen de bladblazer.
Mak belicht de verschillende standpunten. Een scherp lezer weet aan welke kant onze oorlogsverslaggever staat.

In Amerika zijn ze al jaren in de tijd vooruit, in Nederland zouden we vijftig jaar achterlopen.
Maar nu is er dan de uitzondering.
Drie jaar na de Californische No Blow War zal  hier de oorlog losbarsten.
Westerse normen en waarden zullen verdedigd gaan worden.
De betekenis van stilte met inachtneming van goed nabuurschap.
Tolerantie O.K., maar geen onverschilligheid!!
In Valkenswaard, in het bijzonder in de wijk Het Gegraaf zullen alle bladblazers de oorlog worden verklaard.

Vrede zal er enkel zijn na volledige ontmanteling.

woensdag 25 september 2013

Tartt (Donna)

Tarten: (o.a.) prikkelen tot een handeling.
Moet en zal ik de derde pil van Tartt gaan lezen?
Zal ik vanmiddag in de ongetwijfeld zeer lange rij bij Atheneum in Amsterdam gaan staan voor een gesigneerd exemplaar?
De Volkskrant-Bouman: ja, want 5 sterren, NRC-van Essen: nou...,want slechts 2 sterren.

Literatuurkritiek bevindt zich tussen mening en feit, de waarheid bestaat er niet. Het advies wordt al dan niet gevolgd op basis van verwante smaak.
De Volkskrant is weliswaar mijn krant, maar ik volg in de regel Peters eerder dan Bouman.

Van Essen lijkt sympathiek bij DWDD, maar komt niet verder dan teveel lagen, teveel uitweidingen.
Wie graag verdwaalt heeft in 'Het Puttertje' een heerlijke 1000 pagina dikke literaire zoektocht.

Alweer liefs tien jaar heeft de frêle Donna aan haar derde spruit gewerkt.
Haar eerste 'De verborgen geschiedenis' uit 1993 kan ik me nog herinneren. Vooral de campussfeer met haar excentrieke, arrogante bewoners is me bijgebleven.
'De kleine vriend' uit 2002 roept niets bij me op.
Ik neem het uit de kast.
De kaft. Voorop een halve poppenkop, achterkant een hele, Donna dus, niets verandert sindsdien. Ik lees de flap. Niets wordt er in mijn brein geprikkeld.

Dus is mijn dilemma opgelost.
Eerst maar eens of nog maar eens 'De kleine vriend' lezen.
Ik blijf dus thuis.
Lekker lezen.     

woensdag 18 september 2013

Natte krant

Op de dag dat het 68 jaar geleden is dat Riny het levenslicht zag, vis ik een natte krant uit de bus.
De berichten zijn niet allemaal goed te lezen; ik weet dat het verslagen van de troonrede van koning Willem zijn en commentaar op de miljoenennota.

Wat  het commentaar op wat de Wipneus en Pim koning zei, zijn de krantenstukken in te delen in mopperen en commentaar op het mopperen.
Dat geldt ook voor de miljoenennota.
Links moppert op de PvdA dat het de verzorgingsstaat verruilt voor een participatiesamenleving.
Vreemd, dat was toch al in 2007 bekend toen de WMO werd gepresenteerd?
Dat het niks wordt als van bovenaf  decentralisatie mét bezuiniging wordt opgelegd wordt al jaren gemopperd. Nu doen commentatoren als Sommer of ze origineel zijn met de herhaling van die bewering.
En de JSF wordt besteld. Na zes maal draaien gaat de PvdA akkoord. Want zouden ze in hun weigering om die dure speeltjes aan te schaffen volharden, dan valt het kabinet en bij verkiezingen nu  zal deze socialistische partij weinig fans tellen. Dat bij de instemming van de bestelling van de JSF de fanclub verder wordt gedecimeerd, is van latere zorg.
Regeren, de klus klaren, daar gaat het de ex-socialisten om.

De liberalen staan voorop om de overheid  terug te trekken. Zij doen beroep op ons ongezond koopmans denken: minder waar voor meer geld; meer belasting en minder zorg.
Mopper-de-mopper.

En dan de kwestie, hoe  de nieuwe wetten door de Eerste Kamer te loodsen?
CDA en D '66 weten zich de schwer zu haben muurbloempjes.
Wat zullen we Pechtold en Buma nog vaak hun gelijk zien halen!
Mopper-de-mopper.
Mopper-de-mopper op het gemopper.
Hier wordt de krant wel erg nat.

Wat staat hier nu?
Joost Zwagerman over mijnheertjes literatuur van de Bie tot Dijkshoorn.
Moppermannen aan de zijlijn.
Hoe ontkom ik aan de tijdgeest?

woensdag 11 september 2013

De ruimte die we nemen

Ook als het feest in volle gang is, zit zij daar nog steeds op de brede bank op het einde van de kamer. De plekken naast haar zijn leeg, terwijl de overige zitplekken royaal zijn bezet met feestgangers, die met elkaar geanimeerde gesprekken voeren.
Ik ben een beetje moe van het staan aan de hangtafels.
Zal ik naast haar gaan zitten?
Haar norse uitdrukking, die het feestgedruis beschouwt is weinig uitnodigend.
Bij tijd en wijle steekt ze werktuiglijk een handje pinda's in haar mond.
Natuurlijk ken ik haar. Al jaren zelfs. Haar lomp gedrag, anderen opzij duwend, haar minachting voor anders denkenden en haar nergens op stoelende zelfingenomenheid lijken met de jaren erger te  worden.
Waar heb ik die bovenstaande adjectieven eerder gelezen?
De woorden schieten  me te binnen. Ze staan in 'Voorbij het dikke-ik' de bestseller van Harry Kunneman uit 2005.
Ik heb die woorden aangehaald in een speeches en ook, zo meen ik me te herinneren in een eerdere blogtekst gebruikt.
Ze vormen een observatiesjabloon bij mijn rubriceringsdwang van ongewenst gedrag bij managers, bij diegenen, die macht hebben.
Maar zij heeft geen macht.
Zij is een huisvrouw op leeftijd.
Kinderen uit huis, haar gepensioneerde man erin.
Dan meen ik in haar donker aura de woorden verongelijkt waar te nemen, als een toevoeging, een verantwoording van haar lompige boosaardigheid.
Mijn voornemen om medelijden nooit het motief te laten zijn om mensen te benaderen, bevecht ik, maar de vermoeidheid in mijn benen is een feit.
Ik zijg naast haar neer en veins belangstelling in het feestgedruis in afwachting van haar initiatief tot een gesprek.
Na enkele minuten stilzwijgen vraagt ze wat me hier brengt. Ik neem aan dat ze op mijn aanwezigheid  op dit feest doelt en niet zozeer  de concrete positie naast haar hier op deze bank.
Als ik zeg dat ik door de gastvrouw uitgenodigd ben, snauwt ze me als gebeten toe hoe dat kan.
Ik sta niet snel met de mond vol tanden, maar nu wel.
Wat bedoelt ze in godsnaam?
Allerlei hypothesen, gedachten, axioma's en wedervragen, die ik normaal voorhanden heb, lijken opgelost in het saringif van haar afstotendheid.

Na een ongemakkelijke stilte zeg ik dat ik geloof dat ik naar het toilet moet.
Als een konijn die te lang in een lichtbak heeft getuurd, druip ik af. Net voor de hoek van de kamer kijk ik snel om en ik meen een lach van overwinning waar te nemen. Weliswaar die van een Pyrrusoverwinning.
De hele verdere avond bleven de plaatsen naast haar onbezet.
Maar ze had overwonnen.
Het was weer eens voor haar bevestigd. 
Niemand deugt.
Behalve zij.




zaterdag 7 september 2013

Belevingstour

Ik bel mijn oudste broer elk jaar met zijn verjaardag en we spreken dan  af dat ik gauw weer eens naar het Noorden rijd om elkaar te zien en bij te praten.
De reis is te ver om, zoals we dat vroeger wel eens deden, in één dag op en neer te rijden.
We maken er dus een minivakantie Noord Oost Nederland van.
.
Aangesproken door de tv uitzendingen over Bed and Breakfast verblijven, reserveren we in The 4 Seasons - voertaal nederlands - in Loon nabij Assen in het Drentsche Aa gebied. Deze B&B krijgt op internet de ongelooflijk hoge waardering van 9,6 op een respons van 80 en ja, na twee dagen verblijf kunnen we vaststellen dat dit cijfer niet overdreven is. Het is niet alleen de prachtige ligging, de zeer mooie kamer, maar vooral de ontwapenende gastvrijheid, die ons trof.
Op ons programma plannen we bezoeken aan Westerbork, het Groninger Museum en het Drents Museum.
De museum jaarkaart wordt geactiveerd.
Als we  met cijfers waarderen krijgen onze bezoeken respectievelijk een 6, 7 en een 8.
De verschillen zijn tussen de drie musea zo groot, dat het de vraag is of je ze met elkaar kunt vergelijken. Daarbij doet zich de vraag voor wat de functie van een museum in deze tijd moet en kan vervullen.
Uiteindelijk geldt als motivatie voor de verschillende waarderingen de kracht van het oproepen van een beleving.

De beelden van het doorgangskamp Westerbork overstijgen de eerste of beste documentaire ervan niet of nauwelijks. Er is geen gebruik gemaakt van het oproepen van de  beleving te staan op die belaste grond en omgeving.
Je wordt langs een aantal foto's en beeldschermen geleid. Voor een nagebouwde verblijfskamer hangt een doorgang belemmerende ketting.
    
In het Groninger Museum is 'Fuck Off 2' de leidende tentoonstelling, een stand van zaken van hedendaagse Chinese Kunst. De foto's, tekeningen en stellages proberen te choqueren, maar irriteren eerder door de te grote culturele afstand. Er is niets gedaan om de afstand te verkleinen.
Het gebouw aan het water is en blijft prachtig.
Ook hier, net als bij het van Abbe Museum, doet zich de vraag voor hoe in tijden van bezuiniging de wisselende tentoonstellingen kunnen worden verminderd door het exposeren van eigen collectie.
Of de collectie van voornamelijk Groninger kunstenaars daartoe voldoende zal zijn, is de vraag.

Het 20 kilometer zuidelijker gelegen Drents Museum kiest al enige tijd voor spectaculaire tentoonstellingen.
Trekker van nu is 'De Dode Zee rollen'. Tevens lokt ons de 'Lyrische lijnen', topstukken op papier uit de Grafische Sammlung Landesgalerie Linz in Oostenrijk met tekeningen van Klimt, Schiele en Kokoschka.
Vooral voor die laatste klim ik de trappen van dit prachtige oude  gebouw omhoog.
Sinds mijn eindscriptie kunstgeschiedenis over Kokoschka verzamel ik  publicaties over hem.
Het meeste werk ken ik.
In levende lijve ermee geconfronteerd verrast me de werkelijkheid van grootte en sensatie van lijn en kleur. Ik kan het, ondanks dat ze in kunstboeken veel beter zijn weergegeven, niet nalaten om er foto's van te maken en ze zo als het ware me toe te eigenen.
De functie van een museum om een beleving te creëren is hier in Assen van de drie door ons afgelopen dagen bezochte plekken het best geslaagd.
En wat Kokoschka betreft, het bespaart  me een reis naar Oostenrijk.
 
 

woensdag 28 augustus 2013

Vrede op aarde

Het kwaad huist in elk denkbaar staatkundig bestel en bedient zich van vele gradaties van gruwelijkheid.
Als wereldburger ben ik een mens zonder illusies.
Oorlog is een middel om erger kwaad te bannen.
Het is een gok hoe die relatief goede bedoeling zal uitpakken.

Ik ben van na de tweede wereldoorlog - 1946 - heb een derde niet meegemaakt, maar o zovele regionale oorlogen.
De zich tot wereldpolitie opwerpende V.S. heeft zich vaak met ruzies bemoeit met als legitimatie de bescherming van de democratie.
De minst slecht denkbare staatsvorm.

We staan aan de vooravond van een interventie in Syrië.
De meeste interventies - Somalië, Kosovo, Iraq, Libië - leverden op lange termijn weinig op, behoudens Kosovo. Dat was ook het meest 'verwestertse' gebied. Daar was een stevige push voldoende om een zekere vorm van democratie te bereiken.

In vele brandhaarden wordt het gevecht niet alleen gevoerd om de macht tussen het volk en een despoot, maar ook om de plek van de godsdienst in die politiek.
En dat is het grootst denkbare kwaad.
Anders gezegd: ik zie liever een geseculariseerd dan een met godsdienst vergiftigd regiem. Dat laatste is een paradox met een democratie, omdat er een transcendente waardencatalogus (zie Cliteur in de VK van vandaag) en een boven-humanitaire macht speelt.

Door de interventie in Syrië zal het land en de regio verder destabiliseren.
Godsdienstfanaten zullen aan het roer komen.
De democratie zal verder worden weggezet, want er zal eerst (weer) een geseculariseerd regiem moeten komen.

Vrede op aarde.
Ik geloof al lang niet meer.

woensdag 21 augustus 2013

De contente mens is niet meer


Ome Harrie is dood.
Vrijdag wordt hij gecremeerd.
Hij was 92 jaar oud.

"Hij was op. Het hoefde voor hem niet meer. We hebben er vrede mee."
Woorden van één van zijn zonen.
Je kunt je dus ook neerleggen bij de dood.

Ome Harrie was de aangetrouwde oom van Riny. Met zijn dood heeft de laatste loot van de haar voorgaande generatie de aarde verlaten.
Ome Harrie...
Hij was een begrip in ons gezin. De altijd vrolijke, eenvoudige, behulpzame kleine man. Het prototype van de contente mens. Van het beeld op de Eerselse markt staat sinds jaar en dag een klein replica in onze kamer.
Ome Harrie...
Hij repareerde onze fietsen. Regelmatig stonden we met de Thomas' en Davids crossfietsjes bij hem. Steeds maakte hij ze. Als ik me verontschuldigde voor zovele mankementen dan wuifde hij dat weg.
'Dè heurt derbij.'
Later brachten we ook hun na een uitgangsavond kapotgeragde studentenvehicels.
Dan was hij minder mild.
'Ge mot nie mé unne zatte kop de stoeprand oprije...'
Hij glimlachte schalks.
Zo vulde hij onze op droge rotsgrond geuite zorgen aan.

Toen we in 1988 besloten om onze tuin te ommuren, een omvangrijk project, stond hij dagelijks klaar om mee te upperen. Na weken hulp schoof ik hem geld toe. Hij werd hij voor het eerst echt boos.
'Ik doej dè uit men eige!'

Hij bleef na de dood van zijn vrouw, tante To, in hun flat in Valkenswaard wonen. Kon zich er prima redden. Hij reed tot op hoge leeftijd nog auto en verplaatste zich zo naar zijn kinderen en familie in de buurt.
De laatste tijd ging dat niet meer.

Jaarlijks rond Nieuwjaar gingen we bij hem op bezoek. Praatten dan over vroeger bij een bakske koffie mè un kuukske.
20 februari waren we het laatst bij hem. We hadden het over een eventueel verhuizen. Hij voelde iets voor een bejaardenhuis in Bergeijk. Daar zaten nog enkele vrienden van hem van vroeger. Dan kon hij zelf op bezoek. Nu was het vooral afwachten wie langs zou komen.

Hoe het kwam weet ik niet meer precies. We hadden het over de angst voor de dood. Ik heb daar vaker over gesproken, maar nooit met iemand, waarvan ik vermoedde dat de dood op de loer zat. Hij zag er zo zo breekbaar en broos uit.
Voor het eerst klaagde hij over lichamelijk ongemak. Dat maakte het thema, dat ik zo vaak als een quasi Epicurus had beschouwd intens, maar ook alledaags.
Met de dood had hij vrede mee.
En dat voelde echt zo.

Vrede met de dood moet ik nog leren.
Er zijn leermeesters.
Ome Harrie, de contente mens is één van hen.

woensdag 14 augustus 2013

Tradities en rituelen

Op de dagelijkse wandelingen van de filosoof Kant zetten de inwoners van Koningsberg hun klokken gelijk. Hij had de gewoonte zijn dingen in een streng dagelijks regiem te verrichten.
Van Kant kon je op aan!
Ook jaarlijks kende hij zijn ritme.

Gewoonten, tradities, rituelen, woorden die verwijzen naar vaste patronen.
Als jongeling wilden we op eigen wijze, dus anders dan onze ouders leven. We doorbraken hun patronen om, inmiddels ouder geworden, erachter te komen dan we ons leven op tenminste evenveel patronen hebben vastgeregen.

Wat voor functie dienen die gewoonten en tradities?
De steeds jaarlijks weerkerende cyclus van rituelen geeft het gevoel greep te hebben op het leven, nog steeds te leven. Het is niet, zoals we toen dachten, gemakzucht die het zou dienen om niet te hoeven nadenken over wat te doen en hoe te leven. Dat was in de tijd dat we rituelen opstandig verbraken omdat 'ze niets toevoegden...'
Aan wat, vroegen we ons niet af.
De afzwering voelde als een bevrijding van een patroon, een opgelegd pandoer.

Nu zie ik uit naar al die geschreven en ongeschreven patronen, het jaarlijks ritme van rituelen.
Na de zomervakantie, na het vaste patroon ons huis te verlaten, gaan we jaarlijks voortaan samen golfen. Dat heb ik jaren geleden met mijn zus na ons beider ziekten afgesproken; het ene jaar in het Noorden van het land, het jaar erop in het Zuiden.
Na vier jaar was het Zuiden aan de buurt.
We liepen afgelopen vrijdag 18 holes op de Efteling baan, méér holes dan het jaar ervoor en, zo stelde ieder voor zichzelf vast, beter spelend naarmate de jaren vorderen!

Zondag spraken we met ons gezin - én oudtante Jacqueline - af elkaar te ontmoeten in de speeltuin van Thomas' en Davids jeugd De Klimbim.
Ik herinnerde de traditie, die mijn moeder ongezegd had vastgelegd.
'Na de vakantie komen we bij elkaar. Zo kan ik zien dat we er weer zijn.'
Op de foto hieronder: alle kleinkinderen afgelopen zondag veilig in een schommelmand.
En de laatste foto is van Thijn, de jongste van het stel.
Hij kijkt inmiddels ook uit naar anderen.

donderdag 8 augustus 2013

En toen was ik 'n prinses


Toen het meidendom via kleindochters haar intrede deed in ons huis aan de Gaspeltuin, moesten de speelgoedkasten van onze zonen worden gefeminiseerd. Poppen, kralen en fornuis werden naast auto's en voetballen gepropt.
Op advies startten we tevens met het vullen van een verkleedkist.

Noa rommelt erin, kiest haar volgende identiteit uit en poseert voor de grote spiegel.
'En toen was ik een heks...'
Beneden speelt haar broertje Luca met Lego. Als Noa binnensluipt en krakerig volume produceert, speelt hij de geschrokkene en springt achter de bank. Noa valt direct uit haar rol en bekent zichzelf te zijn, maar dan verkleed.

'En toen was ik een prinses...En jij opa?'
Ik vind mijn leren jasje uit de zeventiger jaren, een cowboyhoed van Thomas' carnaval-outfit uit de negentiger jaren en een pruik gebruikt bij een recentelijke vossenjacht.
Zo staan de cowboy en de prinses om elkaar heen te draaien.
Ze vragen zich af wat ze met elkaar hebben.
Uiteindelijk land ik als paard voor hare koninklijke hoogheid.

Ik heb zojuist 'De rafelranden van de moraal' van A. Dautzenberg gelezen, waarin hij zijn veelbesproken columns en polemieken toelicht, van de Tonio-affaire, zijn lidmaatschap van de pedofielenvereniging Martijn tot en met zijn Lemmy's. Zijn activerend schrijven en geschreven acties zijn choquerend, mede dankzij de benepen moraal van deze tijd.
Vooral de ophef van zijn Lemmy stukken verbazen me, interviews, colums, waarin hij overduidelijk de identiteit van een ander overneemt.
'En toen was ik een beroemde econoom, en toen was ik Mark Rutte....'
De lezers zijn kwaad, woedend, uitgevers aarzelen, dreigbrieven, scheldkanonnades...
De waarheid wordt geweld aangedaan, we worden gefopt!

Hebben fictieschrijvers niet altijd de werkelijkheid getransformeerd?
In 'Leugenaars' worstelt Stine Jensen met de moraliteit van de leugenaar. Het opzettelijk vervagen van de grenzen tussen fictie en non-fictie mag dan kunst zijn, een andere identiteit aannemen valt onder leugenachtigheid.

Mijn prinses geeft haar paard de sporen.
'Hop naar beneden' maant ze het paard, de cowboy en/of haar opa.
Zij maakt zich er niet druk om de divergente werkelijkheid.
Ze gniffelt bij voorbaat om de reactie van haar broer.
Ondanks dat ze 'weet' dat zijn bange reactie 'leugenachtig' zal zijn.

woensdag 31 juli 2013

De krant op zaterdag

Zaterdag is krantendag, ook na mijn pensioen.

Meerdere kranten maken de krantloze zondag tot een doordeweekse dag: na het ontbijt met mijn neus in het papier, niet zozeer op zoek naar nieuws - dat heeft me al bereikt via t.v. en internet - maar als achtergrondbieder, zoals opiniërende weekbladen dat al jaren doen.
In het algemeen geldt, dat de moderne krant naast het nieuws meer het achtergrond van het nieuws moet bieden.

Zonder krant kan ik (nog) niet leven.
Ook op zondag.
Dan ligt het zaterdagrestant te wachten, meestal voor een grondiger tweede lezing.
De weekendeditie moet mijn reflectie op het huidige tijdsgewricht dienen.
Ik kan dan weer de tijd nemen, haar begrijpen en accepteren.

Dat is in het kort samengevat mijn inleiding, die ik de telefonisten van resp. de NRC en het E.D. deze week gaf.
Het proefabonnement voor 10 weken lang hun zaterdageditie was afgelopen.
Wat mijnheer ervan gevonden had.

Om hun marktaandeel te vergroten of tenminste te behouden, worden door de krant nieuwe diensten bedacht, zoals enkel een abonnement op de zaterdageditie.
'Dan kunt U lekker de tijd nemen.'
Voor pensionada's geldt echter: hoe kom ik met mijn papierverslaving de krantloze zondag door.
Een andere vorm van marktbewerking is een nieuwe formule zoals NRC next of 'De correspondent' van Rob Wijnberg (Hoe staat het trouwens daarmee? Is de hype 'Ik onderscheid me door geloof in een nieuwe formule' alweer overgewaaid?)

De telefonisten leken te luisteren.
Het was althans stil aan de lijn.
Toen ook ik stilviel kwam de onvermijdelijke vraag of ik gebruik wilde maken van een speciaal aanbod, niet duur en zonder verplichting.
Ik legde verder uit: de vreemdgangers E.D. en NRC legden het, uitgaande van mijn verwachting ten aanzien van een weekendkrant met afstand af tegen mijn De Volkskrant.
Stilte.
Geen vraag naar nadere uitleg.
Een kort, dank U voor Uw tijd en een doorschakeling naar het bel-me-niet-register.

Ik had het hun zo graag willen uitleggen.
Neem, had ik willen getuigen, de Volkskrant van afgelopen zaterdag.
De rubriek 'De nieuwe wereld' met deze keer Ivan Krastev, een Bulgaarse filosoof en politicoloog, over het Europees project onder de kop 'We beleven een omgekeerde 1868'
Zoiets zet je aan het denken.
Niet alle beweringen overtuigen me, zelfs de titel niet, maar het kriebelt, jeukt, schuurt.

Een krant moet hetzelfde zijn als een goede relatie.

woensdag 24 juli 2013

Vakantieverslag


Dus.
Verhaal niet te lang over je mooie vakantie. Je kunt de juiste woorden toch niet vinden. Je gehoor, zo je die al treft, zoekt naar een bruggetje om het over zijn onvergetelijke momenten tijdens welke vakantie dan ook te hebben.
Wat zou je trouwens beogen met je verhalen en wat zou je bereiken?
Laat ook de foto's maar achterwege, ze roepen slechts vermoeide aandacht op en o vermijd de doodzonde van het vakantierelaas: de foto's met de toelichting.
Dus.
Pas als men aandringt, er voor een tweede maal om vraagt, toon je enkele vooraf zorgvuldig geselecteerde foto's en alleen als men vraagt naar wie of wat geef je beknopt een toelichting. Vergeet daarbij niet de ellende te stipuleren, dat het eigenlijk veel te warm was, het bier lauw en duur, de route verkeerd aangegeven en teveel lawaai in het zwembad.
Dus.
Wat ik wil aantonen met bijgevoegde foto's?
Je wil het echt weten?
Wel, de eerste toont onze schoondochter (met haar van de reis vermoeide dochter) voor het eerst zonder pruik of haardoekje.
Dat hebben we gevierd!
Twee weken lang!
Och en de rest is bijzaak, strooigoed voor familiegeschiedschrijving:, zwembad, mijn zoon en diens zoon op weg naar La Concha, de mythische berg landinwaarts, zichtbaar van hun balkon, waarover voor het slapengaan de wildste verhalen gaan. Ik kan hen nog bijhouden.
Foto 4 kunnen we wel overslaan. Wij staan een mooi uitzicht op de Costa del Sol vanaf het schitterende terras in de weg. De volgende foto, Noa en Luca kijken neer op Marbella.
De laatste foto moet voor zich spreken en spreekt voor vele momenten ervoor en daarna.
Murphy was na de eerste dag volledig verbannen.
Dus.

woensdag 17 juli 2013

Vakantieleed


Terug.
Twee weken in de oven van Marbella.
De nabijheid van Thomas, Femke, Luca en Noa maakte het draaglijk.
De ervaring leert dat niets zo vervelend gevonden wordt als de verhalen over een mooie, vredige, zonnige en ontspannen vakantie.
Wil je aandacht dan klaag je over de meegemaakte ellende. Beroving, ziekte of een ongeluk zijn gegarandeerde aandachtstrekkers.

Onze Marbella-vakantie evalueren we met een ruime 8.
O jee, toch niet alle dagen mooi weer, elke dag lekker uit eten - én niet duur - en die mensen, vriendelijk, zeg ik je...?
Jawel.
Het zou een 10 kunnen zijn, maar...

Kijk nu heb ik je.
De eerste dag, de dag van de heenreis was een ware Murphy-dag, een kralensnoer van ellende. Laat ik het kort houden, want ik krijg er nog steeds nachtmerries van: Routeplanner om vliegveld Weeze te bereiken, kaduuk. Geflitst bij 30 km te hard rijden om verloren tijd in te halen, handbagage bijna kwijt, constatering retourtickets vergeten te printen. Autoverhuurbedrijf Thrifty in Malaga onvindbaar en als klap op de vuurpijl: nabij het vliegveld van Malaga een bekeuring voor foutparkeren van 200 euro.
Dat laatste zal ik toelichten.

Het autoverhuurbedrijf Thrifty, waar we via Rentalcars een auto hadden gehuurd, bleek onvindbaar. Eenmaal buiten het gebouw, konden we niet terug naar de hal waar de verhuurbedrijven kantoor houden. Na lang aandringen bij een agent kon ik terug, Riny met de bagage achterlatend.
Na een uur durende zoektocht naar Thrifty (op telefoonnummer wordt niet gereageerd, niemand kende het bedrijf - 'Malafide!?' - en veel vijven en zessen bij Hertz, waarvan Thrifty een Engelse tak bleek te zijn en waar men me bovenop de all risk vezekering via Rentalcars nog een verzekering wilde aansmeren) kon ik de parkeergarage uitrijden. Na enkele minuten donkere parkeergarage bevond ik me in de volle zon op weg naar Malaga Centrum.
Terug via een rotonde, benaderde ik het voor mij onbekende vliegveld.
Waar had ik Riny achtergelaten?
Op het eerste, tweede of derde niveau?
Ik reed enkele rondjes, maar herkende niets. Plotseling zag ik in de verte iemand, die op Riny leek, maar ik kon er vanwege blokkades op het wegdek niet komen. In de berm van een autobusparkeerplaats liet ik de auto achter en rende in de moordende hitte richting dame, onderwijl op mijn vingers fluitend om haar aandacht te wekken.
Verstoord keek ze om.
Nee, dat was ze niet, terug naar de auto gerend.
In de pak weg twee minuten dat ik was weggeweest hadden twee gendarmes mijn overtreding opgemerkt en achter de ruitenwissers een prent (zie foto) bevestigd. Ik sprak ze hijgend in mijn beste Engels aan. Legde de kwestie uit, vroeg clementie, smeekte om vergiffenis. Het enige resultaat dat ik bij de grootste bruut van de lokale Hermandad oogstte was een brommerig 'no comprendo'.
Hij lijkt op de onbetrouwbare Zuid Amerikaanse generaal Alcazar uit Kuifje, schoot het door mijn hoofd, een rudiment van de Guarda Civil uit de Franco-tijd, een sadistische fascist, die steeds meer genoegen beleeft hoe dringender ik om begrip vraag.
´No comprendo?' besluit ik vragend mijn relaas.

'Si' en hij stuift weg in zijn auto op weg naar een volgend slachtoffer.

donderdag 27 juni 2013

WMO

Onlangs organiseerde onze WMO Raad Valkenswaard een symposium over, juist, de WMO.
WMO staat voor Wet Maatschappelijke Ondersteuning, een taak van/voor gemeentes. Die taak is groot en omvangrijk zeker als het Rijk een aantal zorggebieden verder decentraliseert. Per 1 januari 2015 vallen belangrijke delen van de AWBZ, de volledige Jeugdzorg en de onderkant van de arbeidsmarkt onder de regie van de gemeentes. Er is veel geld mee gemoeid. Ondanks een door het Rijk doorgevoerde bezuiniging van ongeveer 25 %, worden de begrotingen van de gemeentes met zo'n 60 % verhoogd.
Er is veel zorg over het slagen van deze operatie.
De gedachten erachter zijn mooi en nobel: de verantwoordelijkheid lager leggen, dichtbij de burger, daar waar de burger direct aangesproken kan worden op zijn eigen kunnen en verantwoordelijkheid. Civil Society is het adagium dat het verouderde Solidariteit verdrijft.
Nulde en eerste lijn worden in eenzelfde casus vaak bijeen geveegd.
Niet alleen de zorgvragers, ook de zorgverleners, de professionals zullen met de veranderingen geconfronteerd worden. Veel van hun vroegere taken zullen, zo is de hoop en verwachting van de beleidsmakers worden overgenomen door vrijwilligers en mantelzorgers.

We richtten onze uitnodigingen vooral op de zorgvragers. Wij zijn immers een WMO Raad, die samengesteld is uit deskundigen en niet uit vertegenwoordigers van cliëntgroepen. Via het symposium wilden we onze achterban informeren en tegelijkertijd beter leren kennen.

De opkomst was overweldigend: ruim 70 deelnemers, waar we er maximum 50 hadden verwacht.
Het bestand was zo groot door een zekere vervuiling. Zorgaanbieders en politiek achtten zich, ten dele terecht, als vertegenwoordigers van een achterban.
Hierdoor veranderde echter het karakter van de bijeenkomst. Menigeen gaf er blijk van al heel goed te geïnformeerd te zijn, sommigen wilden hun macht verder etaleren en uitbreiden, een vorm van politiek bedrijven dus.

Het meest opvallende vond plaats op het einde.
Nadat de mondige burger zo vaak in de schijnwerpers was gezet, legden we de genodigden de vraag voor hoe we hen verder zouden informeren.
We deden de suggestie om dat via onze website te doen.
Dit werd verworpen.
Men wil gemaild worden.
De informatie moet gebracht worden, niet gehaald.

Is de burger, ondanks alles, toch liever lui dan moe?

vrijdag 21 juni 2013

War on Birds

Honderd jaar geleden beschreef Jac. P Thijsse de merel als een schuwe vogel, die met geluk wel eens te vinden was in de tuin of achterplaats.
Schuw?
Daar is nu geen sprake meer van.
De merel is opgenomen tot het leger gevederte dat zich dicht bij de mens voegt in de wetenschap dat daar vruchten van noeste arbeid zijn te vinden. Ontroerend is het roodborstje dat, waar ik werk in de tuin verzet op kleine afstand me met een scheef koppie aanschouwt en even later als ik verderop bezig ga gretig de plek doorzoekt, waar ik even daarvoor stond te ploeteren.
Maar de merel gedraagt zich als een ordinaire rover in mijn fruittuin, waar eksters, kraaien of vlaamse gaaien niet voor onder doen.
Zo heb ik mijn bessentuin moeten ruimen. Nog voor de vruchten hun uiteindelijke kleur aannamen waren de struiken leeggeroofd. Wachten doen ze niet. Onrijp en groen vreten ze alles weg om mij maar voor te zijn.
Wat de druiven aangaat heb ik me er al bij neergelegd.
Ik zal geen rijpe druif oogsten.
Toch doe ik de struiken, die zo goed dienen als zonnescherm niet weg.
Bij de aardbeien heb ik een grens getrokken.
Daar blijven ze vanaf.
Punt.
Jarenlang overspan ik elk seizoen het aardbeienveld met een net. Soms vond ik daarin een worstelende merel, die zich niet liet weerhouden en een opening had gezocht. Resultaat: hij zat in het net gevangen en alleen door mijn barmhartigheid kon hij worden bevrijd door het net tussen zijn veren weg te knippen. Gevolg een net met gaten, die ik zo goed en kwaad ik kon daarna dichtmaakte.
Maar juist op de plaatsen waaruit ik ze vorige jaren had gered, zoeken ze nu toegang tot mijn welige aardbeienweide. Ze zoeken en vinden hun doorgang, bekommeren zich niet om de terugweg, want ze weten, dat die softe tuinier, hoeveel aardbeien ze ook aanvreten, hen er toch uit laat.
Maar de maat is nu vol.
Ik heb hen de oorlog verklaard.
Het net heb ik centimeter na centimeter hersteld.
Ik plaatste een heuse vogelverschrikker.
Het net heb ik aan de onderzijde, daar waar die schrandere rovers het net opwippen, met zand en stenen verzwaard.
Ik trof hen gisterenavond in een groep, net voordat de zon zou ondergaan - een dagelijks verschijnsel dat ze met hun muzikaal gezang omlijsten - rondom de voor hen getrokken no go area staan.
De vogelverschrikker werd genegeerd, erger, ze zochten op de uitgestoken armen een positie om de toestand beter te kunnen beschouwen.
Maar mijn geboete net heeft hen getrotseerd!
Vandaag heb ik mijn eerste kilo aardbeien tot jam verwerkt.

woensdag 12 juni 2013

Weekendje aan zee



We hadden met de kinderen in Vaals (zie blog 13-09-2012) besloten om rond mijn verjaardag begin juni voortaan onze jaarlijkse bijeenkomst te organiseren, inhoudend enige dagen en nachten samen door te brengen. Omdat Thomas en Femke de caravan in Groede hadden staan, besloten we aldaar ook voor David, Karlijn en de kinderen en voor ons elk een stacaravan te huren.
Het verplichtte mij om het kinderfeestje te houden, een speurtocht, die, zoals gewoonlijk, te spannend was voor deze groep van kleinkinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Van de op de camping op te sporen figuranten - een heks, cowboy, automonteur, poetsmevrouw en prinses - moesten de gestolen puzzelstukken, samen een schatkaart vormend, terug worden gevraagd.
Pas toen ik zei dat het oma (heks) en hun ouders waren, die ze moesten zoeken, gingen ze schoorvoetend op pad. We hadden alle tact nodig om het spel niet voortijdig te laten eindigen.
Foto's maken zat er echt niet in...
Uiteindelijk vonden ze de schatkist met kinderspeelgoed, die wonderwel in alle pais en vrede verdeeld werd.
Angst reguleert driften.
Andere momenten werden vastgelegd, waaruit ik voor deze blog de volgende keuze maakte:
1. De vijf wederom op de paalhoofden. Nu staande, hand in hand.
2. Bij de start van het kinderfeestje: de prille 67-jarige wordt gefêteerd met een prachtige feesttaart, tientallen ballonnen, kindertekeningen en een feestkrans. En als cadeau een aspergespan: 'Wanneer kunnen we komen eten?'.
3. Op zoek naar de schatkist, die, volgens de schatkaart, onder Thomas en Femkes caravan moet liggen.
4. Femke en Luca op zoek naar herinneringen.
5. Als afsluiting spelen in Groede Podium bij het waterspeeltoestel.

Ik kijk terug op een mooi weekend, dat door drie verschillende verblijfslocaties én het zich niet helemaal 100% voelen van enkele ouders een te fragmentarisch karakter had.
De kinderen vonden het 't mooiste kinderfeest ooit.
Wel spannend.
's Nachts vielen er drie uit bed...