woensdag 25 april 2012

Wegen

Twee problemen die men mij bezorgt.
Mijn vertrouwd blogsjabloon is plotseling gewijzigd en het kabinet is gevallen.
Dank aan 'men'.
De eerste kwestie betreft vorm, de politiek zou inhoud moeten zijn.

Voor het eerst sinds jaren verkeer ik, hier tiepklaar zittend achter mijn beeldscherm, in een grauwe mistsluier.
Hoe en waar komen deze zinnen, deze gedachten nu google+ blogger heeft vervangen te staan?
Het liefst ging ik op oude voet verder.
Ík was niet degene, die de vorm wilde wijzigen.
Wil me evenwel aanpassen.
De vorm is tenslotte van ondergeschikt belang. Het gaat in de eerste plaats om de inhoud,.
Heb ik altijd gevonden.
Ondanks de moderniteit.

Politiek.
Tja...
Andere koek...
De oude richtingevende wegen van links en rechts, van socialisme en kapitalisme zijn failliet.
Economie, de huidige overheersende thematiek, kan niet met de richtingenpolitiek worden aangepakt.
In Nederland hebben we weliswaar een midden, magertjes bezet door het CDA, dat nu gewongen zal zijn in plaats van pragmatisch, principieel te zijn.
En de principiëlen zoals Hirsch Ballin en Klink zijn juist buitenspel gezet toen ze verklaarden principieel tegen een samenwerking met de PVV te zijn.
Het klapte echter niet op haatdragendheid maar op pragmatiek.
Wilders koos niet voor maar om kiezers.

Wij mogen straks weer kiezen.
Nederland koos de laatste jaren steeds extremer.
Nederland koos de laatste jaren steeds individueler.
Henk en Ingrid, Jan met de pet, iedereen keek naar eigenbelang en onderbuik.
Daar komen nu opa Charles en oma Mien bij.

Wordt na het failliet van de oude ideologieën de leemte ingevuld door pragmatische, nuchtere zakenkabinetbestuurders of is er ruimte voor een nieuwe richting? Krijgt het CDA het klaar om een richting vorm te geven die de C wijzigt in de H, Christendom voor Humaniteit?

Ik lees vandaag dat Marcel Wintels een gooi naar het voorzitterschap van het CDA zal doen. Als mijn oude baas aan het roer komt, zal de afstand met D66 verkleind worden, wat echter te weinig zal opleveren voor het grote spel. Voor een élan in het programma zou het HDA zich moeten laten inspireren door intellectuelen van Nexus en de School voor Humanistiek.
Vind ik...

Maar ik ben grasgroen qua politiek.
Machtsdenken is me vreemd.
Dus is bovenstaande wellicht klare onzin.
Ik heb zelfs geen verstand van blogtechnologie.

Ik ben een gewone sterveling, overgeleverd aan de goden, die al jaren geleden zijn doodverklaard.
Ook weg.
Wat me rest is de button 'opslaan' aan te vinken en het resultaat van dit schrijven, dat me wat rustiger maakt, naar de wijde wondere wereld van het www te zenden.

(P.S. Dat met het gewijzigde blogsjabloon bleek mee te vallen, zoals uit het vormresultaat hierboven is te zien. Nu nog een rustgevend beleid en een Brusselse begroting)

woensdag 18 april 2012

AO





Ik ben een verzamelaar.
Als ergens een getallenreeks op staat, dan probeer ik dat in volledigheid te verwerven; van schrijvers die ik bewonder, wil ik alle uitgaven in mijn bezit krijgen.
Is een reeks compleet, de verzameling afgerond, dan is de bezetenheid voorbij, die eerder zo heftig was opgevlamd.
Aan de andere kant van de verzamelaar, bevindt zich de handelaar, die een slaatje slaat uit onze begeerte.

Enige maanden geleden vond ik achterin mijn bureau twee schoendozen met AO boekjes uit mijn kweekschooltijd.
Wat moest ik hiermee?

AO boekjes zijn uitgaven van de Stichting IVIO, die bij regelmaat vanaf 1945 verschijnen. Aanvankelijk om de week, omvang 16 pagina's, de laatste jaren twee-wekelijks, met een omvang van 26 pagina's.
In de begintijd tot nummer 200 - dus tot 1949 - verschenen ze met een papieren, nadien met een kartonnen omslag.

Aktuele Onderwerpen...
Wat waren de aktuele onderwerpen in mijn schoenendozen de boekjes uit de zestiger jaren van de vorige eeuw?
Bij de dood of herdenking van de geboortejaar- danwel het overlijden van een beroemdheid verscheen enige tijd later een necrologie. Ook uitvindingen, nobelprijzen en oorlogen kregen in de reeks een beschouwing van de redactie of van uitgenodigde auteurs. Bij die laatsten hoorde in die tijd o.a. de jonge Jeroen Brouwers.
De teksten zijn belegener, terughoudender en algemener geschreven dan de artikelen in tijdschriften of weekendbijlagen van kranten.
De boekjes werden veelvuldig gebruikt voor spreekbeurten of lessen en je trof ze dan ook aan in schoolbibliotheken.

Wat moest ik met die 250 boekjes?
Er zijn er, zo las ik op de site van de uitgever inmiddels bijna 3000 verschenen.
3000...
Dus ik moest er nog 2750 zien te krijgen en dan had ik de AO reeks compleet...
Een nieuwe hebberigheid was geboren.

In kringloopwinkels en op Marktplaats zijn ze volop te vinden. De vraagprijs ligt rond de tien cent per uitgave - uitzonderingen bij sommige aanbieder daargelaten. (Er zijn handelaren die rond €5 per deeltje vragen. Ooit trof ik het boekje 'Van rondeel tot chanson' van Brouwers aan in een antiquariaat voor €25! Ik heb dat toen gekocht, maar ja, ik was toen bezig mijn verzameling Brouwers te completeren...)

Het is een heerlijk gevoel om voor een habbekrats dichter bij je doel te komen. Het zoeken, vooral in de kringloopwinkels, is een genot.
Soms lees ik een boekje, zoals nummer 682 van 25 oktober 1957 over Syrië, hoe Rusland er alles aan doet om er invloed te krijgen, of nummer 499 van 26 februari 1954 'Vóór/tegen Atonaal, over de al in 1951 verschenen verzamelbundel van experimentele dichters. Hoezo aktueel??

Zoals het bij elke verzameling gaat: in het begin groeit hij stevig, waarna het steeds langzamer gaat.
Ik schat dat ik er nu zo'n 2200 heb.
Mijn oudste en jongste deeltje heb ik hierboven als foto weergegeven: nummer 17 'het Wilhelmus' uit 1945 en nr.2886 uit 2007 'Digitale duurzaamheid: het e-Depot als veilige bewaarplaats voor digitale publicaties'.
Een tijdsverschil is hiermee weergegeven.

Hoe eindig je een tekst óver verzamelen?
Ik aarzel of het op een blog gepast is om..., maar...
De verzamelaar in mij zal blij en dankbaar zijn met aanbiedingen uit de AO reeks.
Speciaal gezocht zijn de moeilijke nummers, de eerste 200 en de laatste 200.
En na nog vele malen te zijn opgeveerd komt er een moment waarop de compleetheid is bereikt of het inzicht van de onbereikbaarheid ervan.
Dan zal ik ook deze verzameling achter me laten.

woensdag 11 april 2012

Routje Limburg, terug in het verleden





Mijn zus uit Noord Holland was voor twee dagen overgekomen.
Ze wilde nog verder naar het Zuiden, daar waar onze roots lagen.
Limburg, naar haar geboortestad Roermond.
Ze wilde terug naar het verleden.

Onze oudste neef, de zeventig inmiddels gepasseerd had ons uitgenodigd in hun nieuwe woonst in Roermond, stadsdeel Maasniel: een appartement - op zorg aansluitbaar -, alles dus gelijkvloers en dokterspost op loopafstand. Wat willen we op leeftijd nog meer?
Ontvangst is allerhartelijkst, een lunch alsof we een week niet gegeten hebben en verhalen voor een gehele dag.
Wat hun het meest bevalt in de woning?
Beiden: "Het uitzicht!"
De kerktoren en daarachter beneden de lagere school.
Instituten van gezag, hier in het Limburgse.

Voor hen te vroeg nemen we afscheid.
Maar er staat nog een familiebezoek op de agenda.
De jongste zus van mijn moeder woont in de buurt, in Haelen.
Ze wil herinneringen aan vroeger - 'nu het nog kan'- met ons delen.
We hebben ze jaren niet gezien, schrikken van de overeenkomst met haar achttien jaar oudere zus.
Er zijn nog twee zussen van mijn moeder in leven. We horen dat het met de een na jongste na een lang ziekbed nu hard achteruit gaat. Voor een bezoek om herinneringen met haar op te halen, is het definitief te laat.

Mijn tante verhaalt volop, wij stellen de vragen, vullen enkele hiaten in onze familiegeschiednis op.
Op het einde krijgen we foto's en brief mee. De brief dateert van 3 mei 1916. Het is een brief van Dr. J.M Wiggelendam, officier van gezondheid aan mijn opa, bij zijn benoeming als verbandmeester aan de Staatsmijn Wilhelmina. Een tak van de Midden Limburgse familie van Montfort vestigt zich in het Zuid Limburgse Terwinselen.

We rijden terug naar Brabant, zetten mijn zusje op de trein naar het Noorden.

Gisteren ontving ik het overlijdensbericht van de op een na jonste zus van mijn moeder.
Op Pasen, drie dagen na ons bezoek aan de jongste zus, is ze overleden.
Vrijdag wordt ze in Heerlen gecremeerd.

dinsdag 3 april 2012

Beestenboel




We hebben altijd beesten in en rond huis gehouden.
De zorg voor beesten heeft een goede uitwerking op kinderen.
Kinderen zijn voortdurend afhankelijk van de zorg van ouders. Door de op de loer liggende overbezorgdheid van ouders wanen kinderen zich (daardoor) het middelpunt van de wereld. Door hen de zorg te geven voor beesten, leren ze zelf te zorgen en, zo hopen we, leren ze hun eigen positie een beetje te relativeren.

Zo dachten we als ouders van Thomas en David en haalden onze eigen K3 in huis: kat, kip en konijn.
Zonder er vooraf bewust aan te hebben gedacht haalden we behalve zorg ook leven en dood dichtbij.
Vooral het levenseinde van een konijn, ooit door het natuurgeweld van een bunzing, maakte onze kinderen boos en verdrietig. Zo ging Thomas eens de roofzuchtige bunzing, die Jopie het konijn in doodangst zijn ren doorjoeg, te lijf, eerst met zijn hengel en toen hij merkte dat hij daar weinig potten, laat staan een furieus jagende bunzing, kon breken, haalde hij zijn honkbalknuppel en tikte het dier welgemikt op zijn hoofd. Ik maakte een foto, dit was immers een heldendaad. Met doodsverachting had hij zijn Jopie verdedigd.
Helaas overleed Jopie de volgende dag. Waarschijnlijk aan een posttraumatisch hartfalen, zo lazen we in de Grote Dierenatlas.

Toen de kinderen uit huis waren, hielden we beesten voor onszelf. Kippen voor de eieren, vissen voor de sier, voor onze vijverrustende ogen.
Nu zijn we grootouders - even was ik zelfs opa kip - en willen we met hen in herinnering nog wat pedagoochelen.
Altijd doen we het routje beesten voeren. Niet teveel, anders krijgen ze buikpijn.
Na kip en vis zijn we te vroeg klaar met onze zorg, dus breidden we zaterdag jl. onze beestenboel uit met een konijn.
Zoë zou de geschikte kandidaat uitzoeken.
Tussen het grote assortiment van de dierenwinkel wees ze al na enkele seconden gedecideerd naar boven afgebeeld exemplaar.
Ook met de naam was ze snel klaar: Zoë.

Zondag hadden we een uitje met de vaders en de kleinkinderen minus Thijn.
We bezochten in Boxtel het Oertijd museum ´De groene Poort´, een heuse aanrader.
Dode beesten van weleer, een reuze dinopark.
Beesten om naar op te kijken, maar niet om voor te zorgen, om bang van te zijn of juist niet, maar niet om van te houden, beesten om afstand van te houden, daar waar kip en konijn, zelfs vis uitnodigen om aan te raken, te aaien, om hun kwetsbaarheid aan den lijve te voelen.