zaterdag 31 juli 2021

Dichter bij Nietzsche F.V. 6

In de catalogus van 'Blue Tiger Media', uitgever van conservatieve auteurs en het blad Epoque Magazine, trof ik bij de aanbeveling van 'Homo Videns' van Giovanni Sattori de volgende tekst:

"We zitten in een volledige multimediarevolutie. Homo sapiens, een product van de geschreven cultuur, wordt een homo videns waarvoor het woord door het beeld is onttroond."

Nu had ik al bedenkingen bij mijn vorige blog waar ik verwijs naar de Graphic Novel over Nietzsche en dat nog wel onder de omineuze ondertitel van Filosofische Verkenning 5, bij lezing van wat de beeldcultuur aandoet - "Het primaat van het zichtbare boven het verstaanbare leidt tot een zien zonder begrijpen dat abstract denken en de ideeën stopt." vraag ik me af of ik juist bijgedragen heb  aan een anti-filosofie, tot overstaanbaarheid van Nietzsche.

Natuurlijk zegt  de strip over Nietzsche net zoveel over hem als " Kuifje in Afrika" over Afrika.
Maar de angst of minachting voor het beeld als doder van het woord getuigt van een  obsolete benepenheid. 

Maar oké; om dichter bij de Nietzsche te komen kan beter de biografie ter hand worden genomen.


Deze biografie van Sue Prideaux was voor De Groene een aanleiding om de invloed van Nietzsche in een Special (Jaargang 144 nr.1/2 van 9 januari 2020) onder de loep te nemen, in het bijzonder de invloed op het rechts-nationalistisch denken. 

Duitse soldaten kregen in 1914 behalve het Nieuwe Testament en Faust ook Also sprach Zarathustra mee naar het front. 
Raymond van den Boogaard in De Groene: 'Dat Friedrich Nietzsche's aanval op de liberale democratie een eenmalige oprisping uit een oud tijdperk zou zijn, omarmd door de nazi's, blijkt met de huidige opkomst van extreem rechts een vergissing. Nietxsche is in elke tijd op een andere manier actueel.'.

De biografie van Prideaux leest heerlijk weg. 
Je leest over zijn ouders en grootouders. Als Friedrich 5 jaar is sterft zijn vader, 35 jaar oud., even later zijn jongste broertje Joseph. Op de middelbare school is F.N. geobsedeerd door Hölderlin, Empedocles en de Amerikaanse dichter Emerson. F.N. is een muzikaal talent, leert Wagner en zijn maîtresse Cosima kennen. 
Uitgebreid staat de biografe stil bij de relatie met Wagner en de pijnlijke verwijdering. 
Zijn jeugdvriend Overbeck zal zijn leven lang bevriend met hem blijven. Met Romundt staat Overbeck F.N. terzijde als hij slechtziend/ blind is.
Enfin de affaires en avonturen zijn bekend van die met Lou Solomée en Paul Rée (de befaamde foto, de vrouw met het zweepje) tot F.N.'s  ontferming over het mishandelde paard in Turijn, wat zijn laatste tien jaren van waan inluiden.

Eén van zijn laatste brieven was gericht aan Cosima: Ariadne, Ik houd van je. Dionysos.

Heerlijk toch. En verder lezend hoe na zijn dood zijn 2 jaar jongere zus Elisabeth alles in het werk zet om haar antisemitische ideeën in zijn teksten aan te brengen, hoe Peter Gast zich trouw over zijn intellectuele erfenis zorg draagt.
En dan hebben we nog nauwelijks iets van F.N. gelezen, behoudens de in de tekst gelardeerde aanhalingen.

Maar gelukkig, op het einde van de biografie staat een hoofdstuk met aforismen, dat begint met het beroemde:
"De slechtste lezers zijn zij die als plunderende soldaten te werk gaan: ze pikken eruit wat ze kunnen gebruiken, maken wat overblijft vuil en verward en geven af op het geheel." uit Menselijk, al te menselijk."

Ik zal proberen een goede lezer te zijn. 
Neem me voor om De vrolijke wetenschap, in de vertaling van Hans Driessen uit 2018 te lezen en de mooiste aforismen eruit te pikken en in mijn volgende blog weer te geven. 

 


woensdag 28 juli 2021

Nietzsche in Graphic Novel F.V. 5



Op welke wijze kan de toegang tot de filosofie, tot het plezier in het denken, worden ontsloten?
Bovenaan  zou ik de dialoog plaatsen, vervolgens het geschreven woord. 
Beelddragers als film of strip kunnen, wat vaak als filosofie wordt beschouwd, de biografie van een filosoof in beeld brengen soms gelardeerd  met aforistische quotes.

In mijn stripkasten staan drie Graphic Novels die het leven en de gedachten van een filosoof in beeld brengen.
1. De lens van Spinoza door Jaron Beekes Oog & Blik/De Bezige Bij 2011. 177 pag.
2. Logicomix door Apostolos Doxiadis & Christos Papadimitiou De Vliegende Hollander 2009 (Bertrand Russell)  345 pag
3.Nietzsche Vrijheid scheppen door Le Roy naar het filmscenario van Onfray. Le Lombard 2010

Het laatste boek is met een hard cover schitterend uitgegeven. Tekstballonnen zijn vaak afwezig. De tekening zelf moet spreken en dat doet ze vaak beter dan woorden, zoals de weergave van de waanzin die zich eigen maakt bij Nietzsche als gevolg van syfilis en die hem de laatste tien jaar van zijn 55 jaar kluistert. 

Zeven pagina's 67 - 73 beslaat de rondgang die N. met Lou Salomée  in april 1882 maakt in de Sint Pieter te Roma waar "De filosoof met de hamer" zijn visie geeft op de belangrijkste waarden en god afzweert.

Elk medium heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. Hieronder een voorbeeld hoe de tekenaar de gedachten van N. weergeeft



 
De auteur doet recht aan N. om hem in een hoog oplopende ruzie met zijn zus Elisabeth, die op punt staat met haar aanstaande man Förster naar Paraquay te vertrekken om daar de 'zuivere' gemeenschap Nueva Germania te stichten te zuiver van antisemitisme.
Op het einde van deze aan te raden Graphic Novel wordt Elisabeth neergezet als de kwade genius die probeerde om teksten van N. te corrigeren in de richting van haar opvattingen. Zij was het die uiteindelijk de banden met het nationaal socialisme en Hitler vorm gaf.

Nietzsche zelf heeft zijn roem, die tot heden voortduurt niet meegemaakt.
Wat zou hij van een verstripping van zijn leven hebben gevonden?






 

zondag 25 juli 2021

Gelukkig ouder worden met Epicurus F.V. 4

Dus was ik moe en moedeloos geworden van duistere teksten en zocht troost en verlichting  bij Daniel Klein 'De wijsheid van een tandeloze glimlach'. Zowel de ondertiteling als de tekst op de achterflap maakte me nieuwsgierig.




In de proloog treffen we de auteur aan op het kleine Griekse eiland Hydra, waar hij ooit als jonge hippie een jaar lang het burgerlijk leven de rug toekeerde. Nu zit hij hier weer als 70 plusser aan de stamtafel van Dimitri. Hij observeert het groepje mannen die elkaar hier dagelijks treffen.
Op zijn kamer hogerop tegen de bergwand maakt hij aantekeningen over zijn observaties en over wat hij leest. Hij heeft voor zijn verblijf werken van denkers als Plato, Epicurus, Seneca, Montaigne, Sartre en Eriksen meegenomen. Zijn keuze bevat weinig hermeneutiek.

"Ik ben inmiddels zelf oud, drieënzeventig en ik wil weten wat op deze leeftijd de meest voldoening gevende manier van leven is," Ziedaar het doel van zijn project, een verblijf van een maand op Hydra moet hem dat antwoord opleveren. 
Kan de lezer dat ook verwachten?

De opbrengst is een verkenning van de vraag, een cirkelen om mogelijke antwoorden. Hij is geen boze, geen wanhopige oudere, noch de oudere die koste wat het kost forever young wil zijn. Dat wist hij al voor zijn vertrek. Ook voor de lezer is dat geen verrassing, want wie Epicurus op de kaft zet aanvaart het leven zoals het zich aandient, hij geniet zonder het dwingende moeten.

Hoe is dat als oudere een leven leiden dat voldoening geeft en waarde heeft?
Is de oude mans niet te beklagen nu hij dichter bij de dood staat dan ooit? 
Epicurus: "Niet de jongere is te benijden, maar de oudere die goed geleefd heeft. De jongere zwalkt maar wat door het leven, gelooft nu eens dat en dan weer dat. De oudere bevindt zich in veilige haven, zeker van zijn ware geluk."

De auteur volgt zijn leermeesters, Epicurus incluis, niet zomaar klakkeloos. Tegenover Epicurus meest bekende uitspraak over de angst voor de dood ( "De dood betekent niets voor ons, want als wij er zijn is de dood nog niet gekomen en als de dood gekomen is , dan zijn wij er niet meer.") haalt Klein Kierkegaard aan die deze gedachte te simplistisch vindt immers 'als we er zijn' zijn we ons er van bewust dat we er later niet meer zullen zijn.

De auteur is een vrolijke lezer. In dit boek grossiert hij met heerlijk filosofische aforismen.
Een greep: 
'Niets is genoeg voor wie genoeg te weinig vindt." (de auteur)
'In elke man schuilt een kind dat wil spelen.'(Nietzsche)
'Herinnering is de moeder van elke wijsheid.'(Aeschylus)
'Spanning bij rijpheid - lees oude dag - bestaat tussen ego-integriteit en wanhoop.'(Erikson)
'Er zijn twee erge dingen in deze wereld. Het eerste is niet krijgen wat je wilt, het tweede is wel krijgen wat je wilt. Het tweede is verreweg het ergste.'( Oscar Wilde)

Als ik het boek sluit moet ik zelf het antwoord op de leidende vraag vinden. Ik denk dat de auteur uiteindelijk het leven verder wil leven alsof het een spel is, dat hij samen met zijn vrienden wil spelen zolang het leven/het spel dragelijk is. 
Ik kan me hierin vinden, al is het niet sluitend, integendeel het roept nieuwe vragen op,
 
En die horen ook bij het spel. 


zaterdag 24 juli 2021

Het gelijk van W.F.H.? F.V. 3

Sofie Lakmakers 'De geschiedenis van mijn seksualiteit' bracht me bij W.F.Hermans 'Wittgenstein in de mode' 1967.



Er was kort na het verschijnen een tweede druk verschenen met uitbreiding van de titel en aangevuld met een appendix waarin Hermans reageert op de kritiek van Prof. Mr. B.H. Kazemier op zijn 'Wittgenstein in de mode', dat ook gepubliceerd was in het 'Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie. Ook dat boekje vond ik in mijn boekenkast iets naar links van 'De geschiedenis van mijn seksualiteit'.


Hermans neemt twee publicaties over Wittgenstein van de hoogleraren Hubbeling en Van Peursen de maat. Ze hebben niet veel begrepen van zijn Oostenrijkse filosoof. Hij legt uit waarom.
In toegankelijke taal, in beknopte hoofdstukken neemt hij de lezer bij de hand en leidt hem via Kants vraag Wat kan ik weten verder, een vraag die volgens Kant niet beantwoord kan worden als de exacte wetenschappen buiten beschouwing blijven.
 
Er volgt een verkenning van de invloed van de fysica op de metafysica, waarbij de vraag luidt "Verschaft alleen het denken waarheid (rationalisme) of alleen de ervaring (empirisme)?"

Wittgenstein beïnvloedde met zijn Tractaticus de Wener Kring, aanhangers, die vonden dat de metafysica zich bezig houdt met schijnproblemen.
Hermans bespreekt de schoolfilosofen in een nutshell en beschrijft hoe die zich bezighouden met nogal lachwekkende vraagstellingen.
En de kritiek op Van Peursen en Hubbeling?
Het lijkt erop dat Hermans' grootste kritiek - behoudens enkele in zijn ogen verkeerde interpretaties - . is dat ze Wittgenstein willen inlijven in de metafysica. 
Is Metafysica geen wetenschap en Wittgenstein  wel? 
Is dat het, Willem Frederik?

Natuurlijk wordt Kazemier, die Hermans lijkt te verwijten een dilettant te zijn, onderuit gehaald, waarbij de lezer nauwelijks wordt geïnformeerd over wat K.'s kritiek inhoudt.
Hermans heeft gelijk, 
Hij heeft altijd gelijk.

In 1989 toont Ed van Eeden in een artikel De Groene 'De enige polemiek die W.F. Hermans overtuigend verloor' dat het omgekeerd lag.

In 1975 verscheen bij Atheneum Polak & Van Gennep een vertaling van Tractatus door Hermans.
Willem de Ruiter en Wim Stange vinden het een slechte vertaling.
Want, waar Wittgensteins tekst luidt:

"Dass die Sätze der Logik Tautologiën sind, das zeigt die Formalen - logischen - Eigenschäften der Sprache, der Welt." vertaalt Hermans dat als "Dat de stellingen van de logica tautologieën zijn, wordt  getoond door de formele - logische - eigenschappen van de taal en van de wereld."

En dat zou moeten luiden:
"Dat de volzinnen van de logica tautologieën zijn, toont de formele = logische -eigenschappen van de taal, van de wereld."

Toont of wordt getoond, dat is de kwestie,
Ik ben niet veel wijzer geworden.
Ben ik teveel een utilist als ik snak naar gedachten, die me nieuwe inzichten verschaffen?

Uit de hoge stapel 'Nog te lezen' graai ik 'De wijsheid van een tandeloze wijsheid. Gelukkig worden met Epicurus' door Daniel Klein.

.
 


donderdag 8 juli 2021

Lakmaker lacht om logica F.V. 2


Ik las dus De geschiedenis van mijn seksualiteit van Sofie Lakmaker, nadat ik Zijn en Tijd van Heidegger een mooie plek in de boekenkast had gegeven in de rubriek 'boeken die ik misschien ooit, maar waarschijnlijk nooit zal lezen'.
Ik was op het spoor van de jonge auteur (1994) gekomen, toen zij zich presenteerde in het kalme boekenprogramma op zondagavond 'Brommer op zee'. Zij opende met haar debuut de eerste Brommer op zee leesclub.


Het boek draagt de titel van het eerste deel, waarin we Soof leren kennen in haar zoektocht naar wie ze is incluis naar haar seksualiteit. In een van haar eerste heterorelaties met Sufferd D. bijt die haar toe dat ze een lesbische fundamentalist is, terwijl zij nog zoekende is.
In het  tweede deel reflecteert ze onder andere op haar studententijd, waarin ze eerst een jaartje Russisch en daarna filosofie studeert. Het derde en laatste korte deel gaat over de dood van haar moeder.

Ze wordt de vrouwelijke Jan Cremer genoemd, waarschijnlijk vanwege haar onbevangen soms verheven stijl 
Ik zou haar eerder plaatsen tussen Brusselmans en Grunberg, vanwege haar scherpe humoristische levenshouding en haar stijl zich direct te verhouden met de lezer.

"In feite is seksualiteit net zoiets als waterleiding: heel vervelend als je er gedoe mee hebt, en je kunt ook eigenlijk niet zonder. Maar dat betekent niet dat het hele leven om waterleidingen draait. Snap je?
Als jullie het niet snappen, geeft dat ook niet. We hebben niet allemaal filosofie gestudeerd."(83).

In mijn vorige blog vroeg ik me op het einde af of zij zich zou uitspreken over duistere niet doorheen te worstelen teksten.
En ja. 
Filosofiestudenten moeten voor het onderdeel logica Wittgensteins Tractatus Logicus lezen, een werk  - ' Niemand begreep daar iets van ' -. dat Soof vooral grappig vindt, omdat Wittgenstein op het einde betoogt 'dat iedereen die de inhoud werkelijk begrepen heeft, zou inzien dat het boek in feite overbodig en zinloos is'.

Ik zoek in mijn boekenkast met de rubriek 'misschien ooit te lezen...'
Geen Tractatus Logicus, wel 'Over zekerheid' en 'Colleges'.
Dan herinner ik me dat W.F Hermans in de zestiger jaren een boekje over Wittgenstein heeft geschreven, waarover de geleerde Prof. Mr. R.H. Kazemier bepaald niet te spreken was. Wat natuurlijk weer een vernietigende reactie van de polemist Hermans opleverde.

Misschien de komende dag nog eens lezen.




.
  

donderdag 1 juli 2021

Zijn en tijd F.V. 1*

Vanaf mijn eerste lessen filosofie - eerste jaar pedagogiek in 1968 - leerde ik dat ik moeite zou hebben met teksten met betrekking tot de metafysica, de leer van het wezen van de werkelijkheid - en de ontologie - de leer van het wezen van het zijn - .

En zonder er nog een letter van te hebben gelezen wist ik dat ik nooit in mijn gehele, ganse leven  'Sein und Zeit' van Martin Heidegger tot me zou nemen.
Tot me nemen in de figuurlijke betekenis, want in letterlijke zin heb ik het na lang dralen in een vertaling - Zijn en Tijd uit de plaatselijke kringloopwinkel meegenomen.


Ik raakte gefascineerd door het gegeven dat iemand uit ons dorp, dat met dank aan de voormalige lokale sigarenindustrie nog steeds niet het landelijk gemiddelde I.Q. weet te bereiken, deze ondoorgrondelijke pil op zijn minst in het bezit en wellicht (ten dele) gelezen heeft.
Van enig lezen vind ik binnenzijds geen spoor. 
Op de kaft is een kloek spoor van een koffiedrinker waar te nemen.
Had de lezer na enkele zinnen al behoefte aan een bakkie opwekkende troost?
Had hij de inhoudsopgave bekeken met Hoofdstuk 1 Noodzaak, structuur en voorrang van de zijnsvraag, uitgewerkt in vier paragrafen:
1 De noodzaak van een nadrukkelijke herhaling van de vraag naar het zijn.
2. De formele structuur van de vraag naar het zijn.
3. De ontologische voorrang van de zijnsvraag.
4  De ontische voorrang van de zijnsvraag. 

Het boek verscheen nog geen honderd jaar geleden, in 1927 en werd vertaald door Mark Wilschut in 1998, uitgave van Sun, 559 bladzijdes.

Heidegger dweepte met Hitler en zijn nationaal socialisme, volgde in 1928 Husserl op als hoogleraar in Freiburg en had geruime tijd een relatie met de studente Hannah Arendt. Met deze kennis ben je nog geen filosoof. 
Het is geschiedenis van de filosofie.

Ik zet het boek in de kast,
Daar staat het tussen vele "nog eens te lezen" banden.
Zou er toch ooit een tijd komen, een tijd en Zijn en Tijd?

Zo dadelijk ga ik verder in 'De geschiedenis van mijn seksualiteit' van Sofie Lakmaker. 
Zou zij in haar studie 'Sein und Zeit'  tot zich hebben genomen?

*} F.V. staat voor Filosofische Verkenningen