zaterdag 22 februari 2020

De V van VGB

Het is weer dubtijd.
Tijd te besteden om uit mijn verwarring te raken.
Tijd van peinzen en dubben.
Het gaat om carnaval.
En behoorlijk gedrag.

Carnaval is los gezongen van haar oorspronkelijke betekenis: het inluiden van de Vasten, waarmee ook de sturende christelijke waarden hebben ingeboed.
Als er al sturende waarden zijn, dan moeten we het doen met de enigszins verbleekte waarden van de Verlichting:
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
VGB kort gezegd.

Hoe belangrijk deze zijn, kan het beste geduid worden door hun tegenpool te noemen. Onvrijheid, ongelijkheid en - iets ingewikkelder - antisociaal solipsisme of monomaan autisme.
Maar daarmee hebben we de betekenis van de waarden nog niet in beeld, zeker hun praktische betekenis.niet.

Neem Vrijheid. Hoe ongebreideld is die in de vrijheid van bijvoorbeeld meningsuiting?
Die vraag dringt zich weer eens op bij de antisemitische beelden in de carnavalsstoet in Aalst - België.
De makers beroepen zich op die vrijheid.
Deskundigen van dit volksfeest wijzen erop, dat tijdens carnaval de grenzen worden opgezocht en daarmee opgerekt.

Heeft de Vrijheid grenzen? Om die vraag gaat het.
Het kwetsen, discrimineren en haatzaaien vallen buiten de vrijheid van meningsuiting.
Kwetsen, discrimineren en haatzaaien, zijn begrippen die subjectief begrensd zijn.
Rechters moeten eraan te pas komen om de grens te beoordelen.

De Pietendiscussie heb ik voor mezelf beëindigd door de conclusie 'Als er een groep is die Zwarte Piet associeert met slavernij en daaronder lijdt dan moeten we dit symbool veranderen'.

Tijdens volksfeesten worden de grenzen opgezocht en verlegd.
Niet enkel verruimd, maar gecorrigeerd.
De beoordeling van behoorlijkheid kan nooit alleen worden gedaan op basis van één waarde.
Met andere woorden het tonen van Joden met grote neuzen zittend op stapels geld druist in tegen Gelijkheid en Broederschap.
Vrijheid staat daar buiten.

vrijdag 14 februari 2020

Verkeer - en Water - Staat

Omdat de dag grijs en grauw was en dreigend regenachtig, besloten we het informatiecentrum van de N 69 te bezoeken.
N 69 lijkt naar een provinciale weg te verwijzen en dat klopt in dit geval ook.

Om precies te zijn, het is een aanstaande weg, een weg waarover zo'n twintig jaar overlegd is, die de verbinding moet maken van de weg Eindhoven - Antwerpen naar de Luikerweg, een weg ten zuiden van Valkenswaard, die naar Hasselt voert.
Met deze verbinding zal het verkeer door de dorpen Aalst, Waalre en Valkenswaard flink teruglopen is de verwachting..
En die weg komt er, eindelijk.
Boskalis, de aannemer is er volop mee bezig.

Waalre heeft last van verkeer en noemt dat sluipverkeer, verkeer over wegen waar Waalre niet zoveel verkeer wil.
Daarom zijn er straten afgezet met betonblokken, wat het dorp het aanzicht geeft van een oorlogsgebied.

Verkeer is als water. Het zoekt zich gehinderd gewoon een andere weg.
Verkeer moet je benaderen als een waterloop, je niet in de eerste plaats bezig houden met waar je het niet wil, maar waar het wel moet stromen.

Binnenkort stroomt er verkeer over de N69.
Eigenlijk heb ik niet zoveel met infrastructuur en planologie.
Voor mij als tuinier is een weg een groot pad, een met stenen geplaveide of geasfalteerde strook.

Maar er zijn dagen die zo troosteloos zijn dat ik zelfs bereid ben IKEA aan te doen.
Zo'n dag was het, dus naar Braambos 5 in Westerhoven  gereden, naar het infocentrum waar een inspraak werd belegd over de N69 en De Keersop in het bijzonder.
De Keersop is een beekje, een stroompje waarover ik zo'n tien jaar geleden overheen kon springen.

  Er komt een viaduct over het stroompje waar Genua jaloers op kan zijn.

Zo gaat dat heden ten dagen met het aanleggen van wegen. Voor de N69 -  een vierbaansweg - wordt een tweehonderd meter breed lint door het landschap getrokken.
Ik stond versteld  naar de metersbrede foto's en plattegronden te kijken.
Er viel me iets op.
Ik was zowat de enige die naar de wandplaten staarde.
De meeste bezoekers keken op hun mobieltje.
"Kun je het veel beter op zien' zei een bezoeker 'Drie-dimensionaal en in beweging."
"Het adres vind je achterop de kaart."


"Maar waarom bent U dan hier?"
Het was hem te doen om de inspraak.
Hij was boer.
Het wandelpad langs het beekje zou iets moeten worden verlegd, mogelijk langs zijn grond. 
En daar was een bank gepland. 
En daar wilde hij het graag nog eens over hebben.

Als tuinier begreep ik dat helemaal. 
Zo'n bank kan je uitzicht aardig verpesten. 




zaterdag 8 februari 2020

Het voorstelrondje

'Zullen we eerst een voorstelrondje doen?' stelde de voorzitter voor.
En zoals ik de voorstelrondjes van de laatste 11 jaar begon, zei ik dat ik met pensioen was.
En zonder daar over te hebben nagedacht vervolgde ik met te zeggen, dat ik het niet over mijn werk vroeger wilde hebben.
'Dat heeft iets treurigs en wordt met de jaren treuriger om te zeggen wat je hebt gedaan, wie je bent geweest.'
Zag ik instemming bij de andere pensionada's?

'Ik wil me presenteren wie ik ben... Nu'
En toen wist ik het niet meer. Ik haperde.
Moest ik zeggen dat ik opa van vijf kleinkinderen ben? Bepaalt dat mijn identiteit?
Hoe ik de week doorkom, met golfen, tuinieren, lezen en schrijven?
Waarschijnlijk golden tenminste drie activiteiten voor elk aan deze tafel.

Moest ik me voorstellen in wat me uniek maakt?
'Mijn naam is Cor, Cor Creemers, 73 jaar en dus elf jaar met pensioen.'

De pauze had net iets te lang geduurd.
Iemand zei: 'Dat kon toen nog, ik bedoel met 62...'
O lieve hemel, had ik ongewild een gesprek geopend over de pensioenleeftijd...
De anderen schatte ik jonger dan ik.
Jaloezie lag op de loer.

'Ik doe vrijwilligerswerk en één keer per week schieten mijn vrouw en ik ....
'Ah, getrouwd, kinderen, kleinkinderen?'
Zou het weer zo'n tuttig oude lullepraatje worden?

Vroeger, vroeger wist ik het wel.
'Ik ben Cor en ik wil missionaris worden of brandweerman of sportleraar.'
Ik was 7 jaar en las gretig de Donald Duck (jaargang 2)
Missionaris: een ver familielid en witte pater had zwart-wit dia's getoond van zijn werk in Congo.
Brandweerman: de helden van de watersnoodramp stond in de Donald
Sportleraar: ome Frans: mijn hobby is mijn werk.

Op de Middelbare School hield je het bij de soort school, waarop steevast werd gevraagd of je het er leuk vond.
Nog later was naam en beroep voldoende om je prijs te geven, kleur te bekennen.
Leraar sociale vakken, links dus.
Na mijn veertigste het management in.
Oh, zo iemand, die anderen aan het werk zet.
Baasje zeker en goed verdienen.

Maar dass war einmahl.
Wie ben je nu?
'Cor Creemers dus. 73 jaar en al elf jaar met pensioen. Dat lijkt me wel de kern.'