vrijdag 26 mei 2017

Hans Holtslag in Parkinsoncafé

De laatste vrijdagmiddag van de maand is er in Valkenswaard een Parkinsoncafé in het verpleegtehuis Kempenhof.
De bezoekers bestaan uit 40 à 50 patiënten en hun mantelzorgers uit de regio.
Vaak beginnen de bijeenkomsten met het herdenken van hen die ons die maand ontvielen.
Zo geschiedde ook vanmiddag. Twee trouwe bezoekers zouden niet meer komen. In een stille minuut werden ze herdacht.
Parkinson en parkinsonisme zijn niets ontziende ziekten. Het onthult zichzelf door tremor of verstijving, het autonome zenuwstelsel kan  vitale functies plotseling stilleggen, relaties worden op de proef gesteld door verlies van gevoel voor intimiteit.

Het café is meer een lezingencyclus. Het bestuur zorgt samen met de programmaraad voor interessante sprekers en thema's.
De onderlinge ontmoeting komt slechts op gang als sprekers de zaal weten te activeren en het gehoor stimuleert  om ervaringen uit te wisselen. Maar meestal beperken de lezingen zich tot een kennisoverdracht met veel Power Point. Het zijn de medisch specialisten die hun kennis over de laatste ontwikkelingen over de zaal uitstorten en het moet gezegd steeds met tevreden publiek achteraf.

Hans Holtslag is een vreemde eend in deze bijt.
Hij is zelf patiënt en tevens cabaretier.
In zijn show is Parkinson het thema. Twee jaar geleden was hij al eens te gast geweest in ons café met een optreden waarin hij zichzelf en zijn omgeving op een spottende en ironische manier de maat nam Zijn show heette Trillende Tranen en was voor iedereen een stimulans om zich niet te laten kisten door somberheid bij vermindering van functies.
In hetzelfde jaar werd hij uitgenodigd om de internationale Parkinson-conferentie in Amerika in te leiden.

Hans heeft inmiddels een nieuwe voorstelling samengesteld:  'Kistallen Tranen'.
Reden om hem nogmaals uit te nodigen.
Het was kantje boord geweest of de voorstelling wel doorgang zou vinden. Afgelopen maandag pas werd hij na een ziekenhuisopname ontslagen.

We zijn twee jaar verder. Dat was duidelijk zichtbaar.
Als inleiding vertelde Hans dat hij na een stevige achteruitgang weer was opgekrabbeld dankzij deelname aan een proef van het AMC met een levodopa pomp. De tremoren werden ermee onder controle gehouden. Hij was in februari opa geworden en dankzij de pomp kon hij zijn kleinkind vasthouden en knuffelen.

Ondanks zijn enthousiasme over de pomp had hij veel ingeleverd. De anderhalf durende voorstelling met veel liedjes en gedichten kostte hem veel kruim.
De teksten waren eerder melancholisch dan ironisch.
De interactie met de zaal ging hem nog steeds gemakkelijk af.
Met behulp van een tutu jurk kreeg hij de hele zaal aan het lachen en dansen.


Onze voorzitter Loes, zelf mantelzorger, werd als eerste uitgenodigd om in zijn jurk te stappen en met hem mee te dansen.

Na afloop stond hij aan mijn bar en dronk twee grote glazen koude cola achter elkaar gulzig leeg. Hij bekende dat hij even moest bijkomen vooraleer hij de vier uur durende terugtocht naar zijn huis op Texel zou aanvangen.

Hoe ik het had gevonden?
'Zelfs voor een niet-Parkinson patiënt als ik, is jouw voorstelling troostend. Niemand ontkomt aan het verval. In jouw teksten toon je ook de schoonheid van dat verval.'



vrijdag 19 mei 2017

Zelfdoding van C.C.

Een geschikt thema voor een blog diende zich in deze week 20 maar moeizaam aan.
De tuin slorpte veel energie op: tulpenbollen uit de grond, dahliaknollen erin; verspenen van eenjarige zaailingen en het uitzetten van de tomatenplanten.

En zie, de krant van vandaag, vrijdag 19 mei, bood me een onderwerp.
Een artikel op pagina 20 van het Eindhovens Dagblad over de zelfdoding van de grunge-zanger Chris Cornell
(Initialen die me prikkelen zoals ook die van Claudia Cardinale en Charlie Chaplin)
Woensdag j.l. had hij zijn laatste optreden afgesloten met de oude gospel My time of dying: 'In my time of dying, I want nobody to mourn/ All I want for you to do is is take my body home. '

Mijn fascinatie voor zelfdoding is niet zo groot als die van Jeroen Brouwers, getuige o.a. zijn onlangs uitgebrachte twee delen kloeke bewerking van zijn "Laatste deur' uit 1983.
Mijn fascinatie is een afgeleide fascinatie: hoe kan iemand zijn leven lang geobsedeerd zijn door zelfdoding?
Bij Brouwers ligt de oorsprong in de confrontatie met de zelfdoding van een ex-vriendin, de dochter van de schrijver Jan Walraven.
Joost Zwagerman, zelf worstelend  met zijn wanhoop en depressie, verstond het om op de stoep van de dichter Rogi Wieg te roepen om het niet te doen.
Jeroen Brouwers eindigt zijn eerste deel van de Laatste deur met een prachtige analyse van Joost' zelfdoding.
'Oordeel liever niet', drukt hij de lezer op het hart.

Confrontaties met zelfdoding maakte ik in verschillende fasen van mijn leven mee, de vrouw van een collega, de zoon van een vriend, maar het meest ingrijpend was de zelfdoding van de jonge rekendocent op de Pabo.
Ik was pas enkele weken in functie als directeur. Het enige contact dat ik met hem had was een kort kennismakingsgesprek. Op mijn vraag hoe het met hem ging had hij goed, ja zeker het gaat goed met mij gezegd.
De dag erop had hij zich verhangen.
De verslagenheid bij de in de aula samengestroomde studenten was immens.
Hij was mateloos populair (geweest). Studenten huilden, sommigen waren alleen maar boos.
Na een half uur sloeg een stilte in, een oorverdovende stilte.
Na mijn eerste mededeling had ik gezwegen, zoekend naar woorden, woorden die de pijn zouden verzachten.
Ik had ze niet gevonden.
Toen rolde een zin uit mijn mond. Een van de vele gedachten en vragen die in mijn hoofd rondspookten zocht een uitweg.
"Als hij gezien had hoe diep de gevolgen van zijn keuze op jullie zou zijn, had hij zich dan misschien bedacht?"

Nadien heb ik veel gedacht over de beantwoording van die opgeworpen vraag. De wanhoop zal het denken aan de gevolgen van zijn daad niet toelaten. De wanhoop is schreeuwend eenzaam.

Dezelfde editie van Het Eindhovens Dagblad biedt me tevens een afsluiting van deze tekst.


"Lamp doorstaat elke storm" 
"Ontwerper Femke Creemers liet zich inspireren door de iconische vorm van de stormlamp en bedacht De Storm...."

Zij geeft licht bij storm en tegenwind. 
Een baken ter land en ter zee.


donderdag 11 mei 2017

Tuin en wereld

In het mooie eerste nummer van 'Ons Erfdeel' van februari j.l., dat daarmee haar zestigste jaar inging, bespreekt Liselot de Taeye het laatste boek van Cees Nooteboom, 533, Een dagenboek.
De titel van haar bespreking luidt: Een tuin die in de wereld ligt.
Nooteboom hield tussen 1 augustus 2014 en 15 februari 2016 in 533 dagen een soort mijmer-tuinboek bij. Zijn tuin op Menorca biedt de auteur een plek om zich terug te trekken, terug te trekken uit de woelige, krankzinnige wereld buiten zijn hof, een wereld met aanslagen, oorlog, vluchtelingenproblematiek en opkomend nationalisme.
Een struisvogel in zijn paradijs.

Ook de recensent kan haar persoonlijk oordeel van dit zelf gekozen isolationisme nauwelijks voor zich houden als ze schrijft: 'Het is ook enigszins ironisch dat Nooteboom zijn tuin beschouwt als een plek waar hij de actualiteit kan buitensluiten terwijl de komende decennia naar alle waarschijnlijkheid beheerst zullen worden door milieuproblematiek.'
Trump en ook ten onzent Buma zullen die laatste bewering  maar een mening vinden.

Het artikel prikkelde me met de vraag of onze tuin ook een oase van rust betekent in woelige wereld buiten, een plek om de wereld te vergeten.

Laat ik eerst twee foto's posten, die ik zojuist in onze tuin heb geschoten.



De eerste toont de trieste blauwe regen boom - een tot boomvorm gesnoeide struik rondom een ijzeren paal - jarenlang in het voorjaar de uitbundige boodschapper van een nieuw seizoen, staat er nu grijzig bij met met haar bevroren bloemen. 
De tweede foto, die niet anders dan in zwart-wit kan worden getoond, het perk met de van 2 meter tot 40 centimeter terug gesnoeide hortensia struiken. Gekortwiekt omdat de bruine bladerentooi niet was om aan te zien.
Oorzaak van deze tuin-ellende is de nachtvorst van enkele weken terug.

Je begrijpt, het arcadisch tuingevoel is ver te zoeken in de Gaspeltuin. 
We wanen ons midden in de wereld, die op instorten staat.
Maar zie, de PVV is niet de grootste partij en Le Pen is niet gekozen. 
Overal ontwaar ik Lelietjes der Dalen.

Een zwaluw brengt nog geen lente, één nachtvorst wel ellende.
We moeten weer leren te hopen.

donderdag 4 mei 2017

Dat kan echt niet meer, opa!

Als vader wilde ik vooral dat mijn kinderen groeiden, snel groot en onafhankelijk werden.
Dat is immers de opdracht van de opvoeder: zichzelf overbodig maken.

Nu ik opa ben houdt opvoeden me niet bezig.
Met de kleinkinderen verkeer ik zoveel mogelijk in het nu.
Ik wil eerder de tijd stilzetten en dat terwijl de tijd sneller lijkt te gaan dan ooit. (Lees Douwe Draaisma, Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt)

Afgelopen zondag liep ik met mijn jongste kleinkind Thijn door de tuin.
In oktober wordt hij zeven, herinnerde hij me.
Alsof die mededeling hem de ogen opende, wees hij naar het speelhuisje


en zei dat zoiets echt niet meer kon.
Dat gold ook voor het loopfietsje en...Hij ging verder op zoek. Overal vond hij speelgoed dat hij achter zich had gelaten. En ja, wanneer was hij met zijn zusjes in het speelhuisje geweest? Dat moest twee jaar geleden zijn.

Vandaag heb ik het speelgoed dat echt niet meer kan bij elkaar gelegd om het door te geven aan een jongere opa.
Het speelhuisje demonteerde ik met een enigszins droevig hart.
De mooie titel van Aksel Sandemose schoot regelmatig door mijn hoofd: "Wat voorbij is is een droom".

De jongere opa reageerde enthousiast op de buit.
Ik kon het niet na laten hem te waarschuwen.
Dat de tijd snel daar is dat zijn nu nog zeer jonge kleinkind zal zeggen dat zo'n huisje echt niet meer kan.