maandag 28 december 2020

Afscheidsdienst van Henk



Vandaag 28 -12 - 2020, een dag voordat hij 68 jaar zou worden,  vond de afscheidsdienst van Henk - 
buurman, golfmaat, vriend - plaats  in de aula van de schitterende natuurbegraafplaats Schoorsveld te Heeze. 
Zijn vrouw Dymphie had me gevraagd namens zijn golfvrienden een woordje te doen.
Hieronder de tekst.

Het is een troostende gedachte, dat de mens twee maal leeft, de eerste keer tot het lichaam het op moet geven, de tweede maal in de herinneringen.

Er worden van die twee levens boeken vol verhalen geschreven. Het eerste boek  is een autobiografie, het tweede  een biografie die de nabestaanden vullen.

De biografie van Henk kent vele hoofdstukken.

Eén ervan is GOLFEN, het kan ook worden gezien als een paragraaf in het hoofdstuk SPORTEN naast skiën en tennis.

Henk was van zijn zes golfmaten de fanatiekste. Hij was dan ook onze aanvoerder. Ons team droeg zijn naam. Team Groenen, dat diverse malen succesvol was in de zomer- en wintercompetitie van de Valkenswaardse Golfclub.

Henk hield van het spelletje, was soms vijf keer in de week te vinden op de baan.

Hij was niet een man van de grote emoties, toch toonde hij zijn teleurstelling en blijdschap.

Als de bal flink uit de gewenste koers raakte kon hij een ferm Ka laten horen. We hadden elk ons eigen idee wat achter die letter verscholen zat. Maar ik zat er duidelijk naast. Want eens bezigde hij het hele woord en zei “Knuppel”. Henk hoorde tot het zeldzame soort mannen die als het fout gaat zichzelf de schuld geeft en bij succes ligt de oorzaak bij de anderof aan geluk.

Wij vonden dat Henk meer dan gemiddeld geluk had. Zijn bal raakte meestal de goede kant van een boom, de kant die de bal richting hole dirigeert. Wij noemden zo’n  geluk dan ook een “Groentje”.

De K van “Kanjer” past Henk ook. Zo sloeg hij – ik was erbij –  een hole in one op twee. “Dat deed ik, twee weken geleden ook bij deze hole”, constateerde hij enigszins onderkoeld en tot zijn eigen verbazing.

Hole twee is dan ook voor altijd Henks hole.

We hebben mooie herinneringen aan hem. De mooiste zijn die van hole negentien, in de kantine met een kop koffie. Waar we verhalen uitwisselden over onze kinderen. Wat was Henk trots op zijn Noor en Jules. Nu we zelf op leeftijd waren vertelden we elkaar over  het arbeids- en liefdesleven van onze kinderen. Van alles hebben we elkaar verteld, verhalen over verbouwingen, over de niet indexering van ons pensioen, over plaatselijke politiek en – niet al te lang - over ziekte en dood.

Henk rapporteerde wekelijks de golfvorderingen van Dimphy, die inmiddels ook de clubs ter hand genomen had. Hij leek trotser op haar vorderingen dan op die van hem. “Kunnen we straks ook samen eens in het buitenland spelen…” Het lot kent haar eigen draai, heeft lak aan onze wensen.

Team Groenen is onthoofd, zit zonder naamgever en aanvoerder.

Henk zou opbeurend zeggen: “Het is K, Kop op, maak er wat van.”

Zoiets, zou Henk zeggen, maar dat verifiëren kunnen we niet meer.

 


Sinterkerst 2020 Een foto-impressie


Vanwege de coronamaatregelen vierden we Kerst 2020 zoals alle Nederlanders in beperkte kring. De toegestane drie personen was het gezinnetje uit Oisterwijk, dat drie dagen bij ons logeerde. De kerstdagen startten met het uitpakken van de cadeaus. Elk ontving een surprise, wat de dag een Sinterklaassausje gaf. Riny had mijn lootje getrokken. Bij een gedicht een prachtige tegen de zon beschermende hoed en een boekenlamp (zie hierboven) gestopt.
De lamp geeft wanneer je hem dichtklapt en weer opent een ander kleur licht.



Luca had voor Thomas een knappe puzzel gemaakt, waarbij het was toegestaan dat er geholpen werd.


Ook Riny werd tot het puzzelen gedaagd. Noa had een woordpuzzel samengesteld.


Voor Luca had ik een aanhangwagen gemaakt te openen via een cijferslot waarvan hij de code moest ontcijferen door de aanwijzing 'Code Creemers Combinatie'. Het slot ging open bij 333. In het karretje vond hij gereedschap die nodig zijn bij zijn Luco (Luca en Cor} klussenbedrijf. 



De topper van de avond was, dat Noa op het einde nogmaals het gedicht dat Thomas voor haar had gemaakt in bedekte termen verwees - de kerstman had pech gekregen en zocht extra hulp bij het lostrekken van de slee -  naar haar cadeau: een Shetland-pony.
 In tranen vloog ze om de nek van haar vader. Ik was te geraakt om er een foto van  te maken. 
Of was het discretie die me ervan weerhield?



Het diner op tweede kerstdag: Gourmet van wat op eerste Kerstdag was overgebleven


 

zondag 20 december 2020

Buurman/vriend


Vrijdagavond om 20.30 uur reed de lijkwagen, voorafgegaan van een in zwart geklede vrouw van het uitvaartcentrum, langzaam voor ons huis de straat uit.

Na een zeer kort ziekbed was onze buurman 's middags rond 16.30 uur overleden.  
Noor, zijn dochter, had ons zijn overlijden rond zes uur aangezegd, hoe het in een tijdsbestek van enkele weken bergafwaarts was gegaan. 

Zoals ik in mijn blog van vorige week schreef: Henk was meer dan een verre buurman.
Hij hielp me bij technische klusjes - aanleg van de vijverrand, opsporen van de reden waarom ik de deur van het keukenkastje niet recht gezet kreeg -. 
Mijn wederdiensten bestonden uit helpen sjouwen en het uitlenen van de ladder en bijzonder tuingereedschap.

Henk was sinds zijn pensionering enkele jaren geleden de aanvoerder van ons golfteam - team Groenen -, dat diverse clubprijzen won. Die prijzen bestonden vaak uit cadeaubonnen, die in de plaatselijke horeca gezamenlijk verzilverd werden.

Na een ronde van achttien holes werd in de negentiende, het clublokaal, steevast onder het genot van een kop koffie nagepraat. 
Hij vertelde hoe hij genoot van zijn pensioen, over de vorderingen die Dymphy, zijn vrouw, boekte bij het golfen, over zijn kinderen,  zoon Jules die hij hielp bij het verbouwen van zijn huis, hoe beiden het deden op hun werk. 
Och en natuurlijk kwam telkens de oude mannenpraat aan de orde, over het niet indexeren van het pensioen, de banken als criminele organisaties en de landelijk en plaatselijke politiek.

Bij verjaardag- en buurtfeestjes wist hij felle politieke debatten om te buigen naar even felle, maar voor de sociale cohesie minder gevaarlijke opvattingen over sport in het bijzonder voetbal. 

Toen we eens met vijf man bij de afslag van hole 1 moesten bepalen in welke samenstelling van  flights van 2 en resp. 3 zouden starten opperde een van ons om het op te splitsen in de groep buren en de groep vrienden, waarop ik bijna kinderlijk spontaan reageerde met "Deze buren zijn óók vrienden!"

Er werd niet gelachen, want iedereen wist dat het waar was. 



zaterdag 12 december 2020

Na hoop volgt een voorzetsel


Week 50 van 2020, een week van een klotejaar.
De week waarin veel gebeurde, maar schrijven is selecteren.

De hoop op het twee maal wekelijks golfen met buurman Henk en zijn teamgenoten had ik laten varen, zeker voorlopig, vanwege mijn chronische pijn in mijn rechterschouder, die het wedstrijd-golfen ernstig belemmert. 
Dus had ik me begin deze week bij de clubleiding afgemeld als lid 
Ik kan altijd terugkeren was de reactie.

Begin deze week kwam onze buurvrouw in tranen melden dat bij Henk na een geslaagde slokdarmoperatie twee maanden geleden toch uitzaaiingen in de lever waren ontdekt.
Dat betekent in medische termen dat hij opgegeven is.
Hoop weg. Hoop op wat dan ook.
Terugkeer is een illusie.

Waarop kunnen we hopen?






zaterdag 5 december 2020

En ook de slaapkamer

Huis opgeruimd, tuin op orde , klusjes gedaan, achterstallig onderhoud weggewerkt en nog steeds een beperkte lockdown met maatregelen waaronder het advies zoveel mogelijk thuis te blijven.
Dus wordt de slaapkamer aangepakt.

Niet zozeer mijn idee. Ik betreed deze kamer doorgaans in het donker, Riny ligt dan al enkele uren te slapen. 's Ochtends verlaat ik de kamer alweer zonder rond te kijken; spoed me naar de badkamer om daar aan de start van de dag te beginnen.

Voor Riny ligt dat anders. 
Na het laatste journaal leest ze nog zeker een uur in haar bed in een zeer zorgvuldig gekozen boek, niet te licht maar zeker niet te zwaar qua inhoud, het formaat liefst handzaam.
Ze heeft zeker vaak rondgekeken, want ze heeft, nu we bij het project slaapkamer zijn beland allerlei ideeën 'om de zaak aan te pakken'.

Tot voor kort kon ze die verfraaiingen zelf uitvoeren, een kleed en zuurstofopwekkende planten.






  
Op bovenstaande foto is ook het deelproject 'verlenging achterwand' zichtbaar. Deze door mij uit te voeren activiteit was nodig nadat de bedden uit elkaar zijn geschoven zodat er een steunkussen tussen kon worden geplaatst om mijn rechterarm op te laten rusten. De gescheurde rechterschouderspier verhindert een slaaphouding op mijn rechterzijde. 

En afgelopen week kwam er nog een klus bij, eentje die zich aandiende, nadat mijn broer, die ook bezig was zijn huis nog mooier te maken, een tv op de familieapp aanbood.
Ik wist, toen ik onmiddellijk reageerde, nog niet precies wat dit allemaal mij aan klustijd zou vragen.

De kabel naar boven had blijkbaar bij eerdere werkzaamheden een breuk opgelopen en hij moest 25 meter omgelegd worden. 
En toen dit eindelijk was gekaard bleek het bestelde tv meubel van het merk Hercules - de gekregen tv heeft een diameter van 100 cm. - te bestaan uit behalve de op drie punten scharnierende arm wel 40 verschillende accessoires.
 
Gelukkig heb ik een uitgebreide familie. 
Is de één vooral leverancier, is de ander een geroutineerde klusjesman. 
Ik zei de handige broer dat ik aan mijn schouder geblesseerd was maar bekende ook dat het aantal hulpstukken voor mij ontmoedigd veel was. 
Hij wist me te vertellen dat 80 procent niet nodig zou zijn. 
Hij is een man met ervaring.  
Enfin het bakbeest hangt.






Onze slaapkamer is nu ook ziekteproof.

Maar de coronatijd  moet niet langer meer duren.



zondag 29 november 2020

Leedvermaak


Dagelijks kijk ik tegen bovenstaande ets van Aad de Haas aan, voorstellende een lijdende Christus aan het kruis terwijl twee soldaten lachend toekijken. 
Leedvermaak, plezier hebben vanwege andermans lijden.

Op de Kweekschool, tijdens een gymles, viel Willy v. N.  uit het wandrek. W. was zo'n jongen waarmee je of mot had of mee bevriend was.
Het viel me op dat zijn vrienden geschokt op hem af renden en hem overeind wilden helpen, de jongens met wie hij vaak in de clinch lag bleven op afstand ginnegappend toekijken.
Ik zag ook dat hij ruggelings vastzat aan de ijzeren pin waarmee het wandrek aan de vloer verankerd zat.
Het lachen verstomde. 
Leedvermaak kende blijkbaar haar grenzen.

Ik ben iemand geworden die leedvermaak uit de weg gaat. Zoveel als mogelijk.

Afgelopen week wordt mijn voornemen en grondhouding om niet te genieten van lijden en tegenslag van de ander stevig onder druk gezet. Het verlies van Trump en de implosie van Forum kan  ik nauwelijks meer als feiten onder ogen zien. Natuurlijk zijn die ontwikkelingen mij welgevallig, maar  de reacties van Trump en Baudet op hun verlies en tegenslag nemen zulke groteske vormen aan dat tegenstanders van hun denken niet anders kunnen doen dan in toenemende mate ervan te genieten.

De reacties van deze narcisten op hun verlies vertonen gelijkenis; het ligt aan de ander, er wordt gefraudeerd, het spel wordt niet eerlijk gespeeld, kortom van enige zelfreflectie is geen sprake. 

Ik probeer mijn leedvermaak te bestrijden door me te verplaatsen in een zekere toegenegenheid tot beiden. (Niet te verwarren met Biden).
 
Trump kreeg meer stemmen dan in 2016 en toch verliest hij, dat is toch sneu en zuur...Thierry werd in het verleden nauwelijks door de muitende partijleden tegengesproken...Trump is een echte sportman, een strijder, een volhouder...Baudet is een van de de founding fathers van Forum toch; de partij is van hem, toch...
Deze oefening in verplaatsing lukt niet, laat staan dat ze enig begrip oproepen noch empathie.
 
Mijn leedvermaak sluimert en zal weer vrolijk opflakkeren als Trump straks verder wordt ontmaskert en Forum bij de volgende verkiezingen niet meer dan een paar zetels krijgt.
   



 

zondag 22 november 2020

Opslag van een boekengek

 


In de laatste Boekenpost, het magazine voor echte boekenliefhebbers, sluit af met een oproep aan de lezers met de vraag hoe ze hun boekenbezit beheren.
Ooit legde Riny me een strategie voor om vanaf dat moment te hanteren: Eén boek erin, een ander eruit.
Ik beloofde haar daarover na te denken. Tot vandaag heb ik hierop niet gereageerd.
Wil ik wel een strategie?

Er is geen dwingende noodzaak, behalve de fronsende blik van mijn vrouw als ik weer eens een tas met boeken naar binnen hamster.
Nu de kinderen uit huis zijn hebben we ruim 900 kuub ter beschikking op de ruimte die een tafel en bed vragen na.

Ooit begonnen we in ons huis met een boekenkast in de woonkamer.


Ik nam me voor om de kast volledig te vullen met het wit van de uitgaven Privé en Open domein van de Arbeiderspers. Enkele jaren geleden besloot de uitgever om in de serie Open Domein in een ander kleur jasje te steken dan wit. Zie op bovenstaande foto hoe vanaf de eerste plank van de vierde rij van boven het wit verschiet in paars en rood. Met zo'n vier Privé Domeintjes per jaar lukt me het volledig witten nooit.
De rest van deze boekenkast is gevuld met een- en tweelaags op alfabet gerangschikte Nederlandse proza.
Voor poëzie heb ik kasten op onze slaapkamer gereserveerd.
Dus even naar boven.


Drie in een hoek geplaatste Billy's (Ikea) bieden naast poëzie onderdak aan series zoals de Schrijvers van Nu (ECI uitgaven) de Russische bibliotheek van van Oorschot en de Boekenweekgeschenken. Verder biografieën, Marten Toonderstrips en de collectie Simenon.
Kortom een elitecorps van mijn verzameling.
Voor de thrillers, voor zover niet doorgegeven is de kast op de schilderkamer gereserveerd.


 

Vertaalde romans en non-fictie - voornamelijk geschiedenis - sla ik verderop in de achterste gang op. Ook hier wordt ruimte gecreëerd eenvoudigweg door de boeken naar achteren te schuiven een een tweede rij te vormen. 


Strips zijn een ander verhaal.
Op de logeerkamer staat de sinds mijn jeugd verzamelde strips met een bijna complete Tardi verzameling.


Een klein vitrinekastje op mijn werkkamer staat vol met bundels van Lucebert en secundair werk over hem.


Verder op mijn werkkamer sociaal wetenschappelijk werk en boeken die betrekking hebben op Genealogie, Limburg en Brabant.


Tenslotte moeten we weer naar beneden, naar de garage, Daar is achterin achter schuifdeuren op maar liefs drie laags planken ruimte voor boeken die nog verwerkt moeten worden. 




Van hieruit wil het wel eens gebeuren dat ik wat naar de Kringloop breng. Als ik dat van plan ben, breng ik Riny daar uitgebreid van op de hoogte. Slechts een enkele keer ben ik de dag na het wegbrengen weer naar de Kringloopwinkel teruggegaan om spijtoptanten terug te kopen.

  



zaterdag 14 november 2020

De week van Troost, Trots en Hoop

Al jaren zoekt ons roodborstje mij bij mijn tuinwerkzaamheden op. 
Hij weet  blijkbaar dat als de tuinier bezig is met woelen er wroeten allerhande wormpjes en pissebedden bovengronds raken.
 
De eerste maal dat ik hem opmerkte - ik houd het er maar op dat het een mannetje is en dat het al jaren dezelfde betreft, aannames die beide betwijfeld kunnen worden - was na een begrafenis. 
Het lag voor de hand om er een reïncarnatie van de zojuist ter aarde bestelde vriend te zien.
Vanaf toen werd hij mijn troostborstje en ik durf hier te bekennen dat ik soms een gesprek met hem voer.

Zo heb ik vaker tegen hem gezegd even te blijven zoals hij daar zat, van onderaf schuin naar mij omhoog kijkend. 
'Ik ga even mijn fototoestel halen, want ik wil over jou in een van mijn blogs schrijven.'

Maar nooit heeft hij op me gewacht. Steeds was de vogel gevlogen. 
Hij was duidelijk cameraschuw, daar hoor je vaker over.
Tot gisteren.

Ik was begonnen aan het vervangen van het zand in de kippenren. 
Hij was de ren ingevlogen.
Er was geen wegvliegen meer mogelijk ook toen ik terugkeerde met mijn camera. Ik sloot namelijk de deur. Ondanks dat ik me een laffe verrader vond, drukte ik snel af terwijl hij wild tegen het gaas aanvloog - weg van dat glanzende oog.



Ik wist bij afdrukken al dat ik de foto's zou gebruiken voor mijn blog over week 46 van 2020, een tekst die zou gaan over troost en hoop. 
Het was immers de week van Biden en Harris, de week van het gloren van een vaccin en de week waarin  het aantal besmettingen terugliep.

Maar vanmorgen las ik in het E.D. de column van Saskia Noort "Het verlangen naar Ontlading" een tekst die ik zo graag had willen schrijven.

Maar niet getreurd, een aantal pagina's verder staat een paginagroot artikel van de hand van Mignon van Halderen, lector Thought Leadership bij Fontyshogescholen onder de titel "Campagne 'Merkwaardig' is meer dan een ludieke actie."


Een deel van het artikel

Met de actie van de Kledingbank in Eindhoven worden shirts uitgebracht met een bewerking van logo's van grote en dure merken zoals Nike, Lacoste en Adidas in resp. Niks, Lacosteveel en Adidasduur, woorden die een beetje schuren. 
Aan de campagne, waaraan Fama Volat, het bedrijf van Thomas heeft meegewerkt hebben bekende Brabanders zich in deze krant van enkele dagen geleden getoond.

In het artikel haalt van Halderen de sociale identiteitstheorie van Tajfel uit 1979 erbij en legt zelfs linken met gedachten uit het boek Homo Sapiens van Yuval Hariri.
 
De bespreking doet me denken aan de diepzinnige beschouwingen en analyses van poëzie-recensenten. Of aan de benaderingen van beelden kunst zoals in het blad KunstBeeld waarin beschouwingen worden  aangedragen die de kunstenaars zelf niet kunnen begrijpen noch bevatten.

De auteur betoogt dat de actie meer dan enkel ludiek is, de actie legt tevens bloot dat we onze identiteit vaak ontlenen aan attributies, nietszeggende symbolen zoals merkkleding auto of werk van je eega.

Marketing die wordt benaderd als poëzie en beeldende kunst!
Week 46 wordt wat  mij betreft opgerekt tot de week van Troost, Trots en Hoop.

Als vader ben een beetje trots in het besef dat deze lof niets afdoet of bijdraagt aan mijn identiteit, net zo min het feit dat sinds deze week een beroemde voetballer mijn overbuurman is. 

Geen 'claim the fame', maar een onderwerp voor deze tekst.




 

zaterdag 7 november 2020

Ontmoeting op een kerkhof

Mijn jaarlijkse gang naar de Aalster dodenakker bij de aanvang van de maand november viel dit jaar op Allerheiligen. 
De sombere maand was een dag oud.

Een rij verder dan de graven van mijn (schoon-) ouders was een man, zittend op een grafsteen, met zijn handen een pol bamboe uit de grond te wrikken.
We kwamen aan de praat en al snel werd het ons duidelijk wie we voor elkaar waren. Overbuurjongens toen we nog jong waren.

Bennie V. vertelde me dat zijn ouders onder zijn billen lagen. 
Zijn moeder als laatste van beiden gestorven in 2008 had ik goed gekend als weduwe V. 
En de rest van de familie?

Van de vier waren er nog drie in leven.
Hij vroeg of ik op de hoogte was van de dood van zijn zus Rita, gestorven in 2014 aan ALS.
Ik wist niet of ik het wist. 
Woonde ze niet in Schotland?

Het was Engeland waar ze was overleden. 
Ze had er nog haar man en twee dochters wonen.
We haalden herinneringen op. Over de contacten, over het hockeyen, over de studie en ons werk.
Al pratend werden nieuwe herinneringen opgehaald en aangescherpt.

Ik beloofde hem mijn fotoalbums na te struinen naar foto's van zijn overleden zus.
Enkele uren later bladerde ik de oude bijna uit elkaar vallende boeken door. 
Soms stond er wat tekst bij maar meestal had ik volstaan met het inplakken zonder enige toelichting.
De eerste, een elftal foto was was voorzien van alle namen.


Was dit een van de teams die ik toen trainde?

Dankzij de vermelding van namen vind ik haar  ingezoomd 




Verder kom ik een foto tegen,. duidelijk genomen op een carnavalsfeest. Het is 1965 of 1966. 
Ik was 18 of 19 jaar, studeerde aan de Kweekschool. 
Aan mijn eerste verkering was na enkele jaren abrupt een einde gekomen, mijn lief had me verruild voor haar buurman, bedrogen heette dat. Ik was woest geweest en pars pro toto werd homo homini lupus est mijn nieuwe lijfspreuk wat, zo vond ik, in het bijzonder voor alle vrouwen gold. 
Ik afficheerde me graag gehuld in zwarte coltrui als existentieel en misogyn.


Als ik de foto uit mijn album haal vind ik op de achterzijde haar naam. Alle twijfel is weggenomen. Het is mijn vroegere overbuurmeisje, enkele jaren jonger dan ik, dat zich niet had laten imponeren of wegjagen door mijn sarcastisch elitair gekletst.

(Jaren later lees ik dat Multatuli sarcasme de hoogste vorm van smart noemt) 

Ik heb lang naar de foto gekeken in de hoop dat er nog een herinnering zou opvlammen uit die periode, van die avond, van haar. 
Enkel de locatie en gelegenheid weet ik te traceren. 
De foto is genomen op een hockeyfeest gehouden in het café tegenover de Aalster kerk: café van Jan Wiegerink.

Niets maar dan ook niets, hoe hard ik ook rammel aan de poorten van vergetelheid schiet me te binnen. Nergens in mijn brein ligt verder iets van haar.
Het besef dat ze dood is, weg, voorgoed, riep bij mij, krampachtig zoekend met mijn album voor me liggend, vreemd genoeg, een gevoel van schuldig-zijn op 
Hoe makkelijk morsen we de tijd, laten we gebeurtenissen achter ons vallen als overbodige ballast.

Een jaar later zal ik op dezelfde locatie op alweer een hockeyfeest een meisje treffen, dat mijn inmiddels afgezwakt gewauwel aanhoorde en mijn lot bezegelde door me de mond te snoeren met een kus. 
Dat was Riny, inmiddels 49 jaar mijn vrouw.

Ik heb de foto's naar Ben gemaild.
Zonder commentaar.
Ik weet niet of ze hem zullen troosten.   



                                                                                                                                                                                                  

















zaterdag 31 oktober 2020

De dag doorkomen

De meest gestelde vraag in deze maatregelen-tijd is hoe we de dag doorkomen. 
De maatregelen leggen ons beperkingen op, schrijven voor wat niet meer kan en mag.
Met vrijheidsbeperkingen heeft de mens, sinds Adam en Eva moeite gehad. 
Wat niet mag wordt aantrekkelijk

( Toen onze kinderen klein waren, probeerden we het wel eens uit of door verbodsovertreding een taak aantrekkelijker zou worden. Een gevaarlijk experiment natuurlijk. Het lukte ons ze buiten te laten spelen door het min of meer uit te sluiten van een mogelijkheid. 
Bij de jongste is het evenwel nooit gelukt om hem aan het lezen te brengen door het te verbieden.)

'Hoe kom je de dag door?' als ploetervraag, de vragensteller heeft er maar moeite mee. 
We snakken naar normaal, naar vanouds, naar het einde van de tunnel, waar miljoenen vaccins ons weer bij elkaar brengen.
Geluk was voorheen om niet in het verleden noch in de toekomst te leven, maar te genieten van het hier en het nu. 
Die tegeltjeswijsheid zijn we grotendeels kwijtgeraakt. We snakken naar de toekomst.

Soms ontmoet je de uitzondering.
De blijmoedige onnozelaar, die zich niet bezig houdt met de zin van het leven, nu en in de toekomst.
Die zijn blik richt op een ander tegeltje met de gelaten eenvoud en diepgang van 'Het is zoals het is' en dus maakt hij er het beste van.
Het zal wel dat het leven een Sisyphus arbeid is, als je besluit de steen steeds weer naar boven te rollen, wetend dat hij de top nooit zal bereiken, maar terugrolt zodat je opnieuw kunt beginnen. 
Maar je stopt niet, het is zoals het is.

De dag van David, een moderne mythe van Sisyphus.


Hij wilde hardlopen, als geoefend ultra-trailer moest dat minstens een marathonafstand zijn. En 's avonds als een vorm van beloning bij de open haard nagenieten.
Maar de houtvoorraad was op.
Dus werd bedacht om zeven maal de drie kilometer naar ons goed gevulde houthok te rennen, en terug in elke hand een blok om die alvast bij de haard te leggen.
Onder begeleiding van zoon Thijn en in de laatste ronde van Karlijn, die hun rugzak ook met blokken vulden, werd de uitdaging, de zinloze zingeving uitgevoerd, een dag doorgekomen.

's Avonds heeft hij de haard aangestoken. 
Hij werd wakker toen Karlijn de laatste blok erin legde.   

zaterdag 24 oktober 2020

Corona-vrij

David en Thijn crossfietsten vanochtend het bruggetje over onze tuin in.
 
Ik had even ervoor in het E.D. het dubbelinterview gelezen met de hoogleraren Marli Huijer en Rudi Westendorp met als ondertitel 'Nederland moet radicaal anders gaan nadenken over zijn corona-aanpak....' 

Het valt niet mee om nog iets origineels of radicaals te formuleren over die aanpak, er is al zoveel gezegd.

Er was tussen beiden weinig verschil van mening. 
Westendorp startte met het verschil te duiden tussen de individualistische Nederlandse benadering en de  meer sociale van Denemarken, maar concrete gevolgtrekkingen bleven uit.
Dat we moeten wennen dat we het leven niet verder kunnen of moeten oprekken, is vaker gebazuind. En dat we anders met elkaar moeten omgaan en de verplaatsingen dienen te verminderen. 
Het is bijna oude koek.

Op het einde van het artikel wordt de vraag voorgelegd wat er structureel gaat veranderen, wat Westendorp de gelegenheid biedt om corona een SOA te noemen, een Sociaal Overdraagbare Aandoening, die in vergelijking met AIDS eveneens zal blijven en onze omgang met elkaar zal veranderen. 
AIDS veranderde de vrije seks 'zo zal corona een einde maken aan onze 'sociale promiscuïteit''

Daar is Huijer het niet mee eens. 
Er wordt nog 'altijd ontzettend veel gevreeën'. betoogt ze. Het is het condoom, dat Aids aan banden heeft gelegd.
En dan volgt de slotconclusie: Het sociale condoom, het mondkapje, vooral in de openbare ruimte, zoals in Japan, zal corona temmen.
Zo eindigt het nog tamelijk gezellig aan de geleerde borreltafel.

David en Thijn waren niet het eerste bezoek vandaag geweest.
De zus van Riny was langs geweest met een stapel oudere Landlevens - een tijdschrift voor wie van het landleven houdt - onder haar arm. Ze kwam ze brengen, nu het nog mogelijk was. Straks zou alles in de lockdown gaan. Ze sprak het uit zoals een ander beweert dat we uiteindelijk allemaal zullen gaan hemelen.
Ze gebruikte dat woord lockdown meermaals onder zuchten die een fatale uitzichtloosheid ademde.

Ik had inmiddels weinig zin in een volgende corona beschouwing. 
Het voordeel van bezoek met jeugdigen is dat de toon gewoonlijk vrolijker en optimistischer is.
Het hoofdonderwerp was vandaag het uitkomen van de nieuwe I-phone 12 volgende week, wat betekende dat Davids huidige I phone 10 in het gezin zou worden doorgeschoven en Thijn als jongste een telefoon, waarschijnlijk de 6 van zijn zus zou krijgen.
Eindelijk groot, als 10 jarige een eigen mobiel, de hedendaagse inwijdingsrite.

Wat de verschillen tussen de 10 en 12 dan wel niet waren. 
Wel, de 10 heeft maar 2 lenzen, de 12 heeft er maar liefs 3. 
Daarmee werd de 10 gediskwalificeerd. 
Kijk maar naar de beperkingen en hij maakte ter plekke een portret van mij.



Ik had er niets op aan te merken, behalve dat nu ook weer bleek dat alles relatief is.
'Dit doet niet onder voor een opname gemaakt met een semi - professionele camera.'
Als verstokte cameraman viel het me op, zei ik, dat de camera's steeds compacter en kleiner worden. 
Misschien voegen ze er straks de functie telefoneren aan toe.

Zo kletsten we ons de middag in. 
Heerlijk even corona-vrij.

zaterdag 17 oktober 2020

Melancholie in de Herfst

De grote schoonmaak in het voorjaar geldt voor binnen. 
In de huizen wordt gepoetst en geruimd. 
Het najaar is de tijd van ruimen in de tuinen. 

Genietend van het rustige herfstweer en de prachtkleuren van de bladeren, vang ik  aan met mijn grote tuinschoonmaak.



Het tuinruimen start  zoals elk jaar weer rond de herfstvakantie, met de moestuin en de kas.
Bij het in stukken knippen van de tomatenplanten overdenk ik de oogsten van afgelopen jaar. Het was een prima aardbei- en aspergejaar, maar de tomatenopbrengst kan niet anders dan matig worden genoemd.

Vaker word ik bij tuinwerkzaamheden gevolgd door ons roodborstje. 
Dit jaar is het een andere vogel die me volgt. 
Hij geeft me de gelegenheid om binnen mijn fototoestel te halen.  Nieuwsgierig en vol vertrouwen trippelt hij de lens tegemoet.



Melancholisch als ik steeds in dit jaargetijde ben, vermoed ik in mijn gezel - een lijster, een vrouwtjesmerel? -  een reïncarnatie van een verloren geliefde.
Ik denk allereerst aan mijn schoondochter. 
Gisteren twee jaar geleden in de vroege ochtend werd ik door onze oudste zoon van haar overlijden in kennis gesteld. 
Voor hoe die dagen verliepen hoef ik mijn dagboeken niet na te slaan, ik herinner me elk uur, elke minuut.

De herfst is ook de periode die door het overlijden van mijn moeder op 25 november 1979 en van mijn vader op 5 januari 1981 grijs worden omlijst.
Ik denk aan hen, vertel hen hoe het met ons gaat, wat covid 19 is en wat dat met ons doet.

Bovendien is het nu tien jaar geleden, dat mijn vanzelfsprekende leven een deuk opliep door een opname en operatie rondom mijn hart, wat vanaf die dag mijn besef een tijdelijk leven te leiden in een tweede fase deed belanden.

Denkend aan de dood, leef ik, ruim ik, peins ik. 
Het gespikkelde verenbolletje nadert me tot aan de voeten.
Wil het worden opgepakt?
 
Mijn melancholie heeft iets kinderlijks. een hunkering naar geborgenheid, naar mijn zorgeloze jeugd, toen enkel mijn grootouders van moederskant iets met de dood van doen hadden. De tijd dat ik nog durfde te spreken met de dieren.

"Wie ben jij vogeltje, wat wil je me vertellen?"

Sprakeloos hipt hij van me weg.

zaterdag 10 oktober 2020

Zonnestraaltjes in Coronatijd (?)

Om het verschil tussen een optimist en een pessimist duidelijk te maken volstaat  de metafoor van het halfvolle dan wel halflege glas. 
Dezelfde werkelijkheid,  twee verschillende visies er op. 

Voor beide types zijn het twee verschillende werkelijkheden: "Kijk nou eens goed, dan zie je wat ik zie!", overtuigd dat het met waarnemen te maken heeft in plaats van beoordeling en opvatting.
 
Beter is het om te stellen dat het te maken heeft met een verschil in focus, het aspect waarop het oordeel wordt gegeven. 
Zijn je ogen vooral gericht op het onderste deel of het bovenste?

Deze inleiding heb ik nodig bij de bespreking van 





Ben Bruns is een bezoeker van het Parkinsoncafé Valkenswaard. Hij tekende van 21 maart tot en met 28 juni zijn dagelijkse ervaringen op. De columns zijn door de auteur rijkelijk in cartoonstijl geïllustreerd 

Het boekje in zgn. oblong-formaat is in eigen beheer uitgegeven en is te bestellen via bob@bobbruns.nl. Kosten zijn  10 euro (of meer) excl. verzendkosten. De opbrengst van dit boekje wordt geschonken aan Prof. Dr. Bas Bloem van het Parkinson Centrum Nijmegen/ UMC Radboud voor onderzoek.

De verhaaltjes getuigen van een onverwoestbaar optimisme.. En dat in Corona tijd!
Zijn optimisme lijkt niet zozeer het resultaat van een zekere focus op het leven in deze klote-tijd, maar een overlevingsstrategie, een weerbare houding tegenover de grimmige wereld.

Ben doet zijn wekelijks balans - en coördinatie-oefeningen onder leiding van zijn fysiotherapeute Elke ('Elke keer') via  online video consult. 
Hij staat te springen en te zwaaien achter zijn computer, die beneden voor het raam staat. Dan merkt hij dat de langslopende inwoners van Westerhoven vriendelijk naar hem terugzwaaien. 
Als hij het doorheeft, kan hij er hartelijk om lachen.
Hij geniet, elke dag weer. .
Vol liefde beschrijft en tekent hij het leven in zijn tuin, met zelfspot getuigend van zijn soms klungelig gedrag.

Is het de optimist eigen om zich op het kleine te richten, of word je optimist door je op het kleine te focussen? 

Ik wil deze tekst als vooroefening gebruiken voor de boekbespreking van 'Zonnestraaltjes in Coronatijd' die ik heb toegezegd voor de Nieuwsbrief van het Parkisoncafé. 
Maar ik merk dat ik vastloop, vastloop op het bijna naïeve optimisme van Bruns.
Hij eindigt zijn boekje alsof de Coronatijd achter de rug is. Afgesloten, het was even doorbijten, maar het viel eigenlijk wel mee. De kleinkinderen kunnen weer op bezoek komen en ik ga vrijdags weer gewoon naar Elke.

Inmiddels loopt het aantal coronabesmettingen dagelijks op, strengere maatregelen lijken onvermijdelijk. 
Als het vaccin er is dan zullen we nog rekening moeten houden met nog een nasleep van anderhalf jaar. We knuffelen elkaar al meer dan een half jaar niet meer. Dat is het decor. 
Welke optimistische visie zet je hierop af?

Ik heb bewondering voor Saskia Noort, die vanaf het begin van de crisis getuigde van verzet, van boosheid, van pessimisme ook, in haar wekelijkse columns. Zij accentueert de beperkingen in het contact, terwijl Bruns demonstreert hoe hij met al die beperkingen best om kan gaan.
Het lijkt erop alsof de pessimist bestaat door weerstand tegen zijn tegenpool en vice .versa

Rest me de vlucht naar een derde stroming, die van de realisten: acceptatie als het moet, verzet als het kan. 

zaterdag 3 oktober 2020

Mucha in Valkenswaard

De bekende sterke punten van mijn gemeente zijn de sportvoorzieningen en het mooie buitengebied met de Malpie, de Leenderbossen en Het Plateau.

Minder bekend, maar zeker om net zo trots op te zijn , zijn de drie musea in, jawel, het Museumkwartier in het voormalige klooster/ziekenhuis Carolus.
 
De drie musea zijn het Valkerijmuseum, het sigarenmuseum en het Nederlands Steendrukmuseum. 
Het Steendrukmuseum is ontstaan uit de collectie van de initiatiefnemer Peter-Paul Vrijdag, oud-directeur van de Eindhovense drukkerij Vrijdag. 
(Terzijde: Op 17 jarige leeftijd meldde ik me aan  bij de Waalrese hockeyclub DVS en werd meteen in het eerste elftal geplaatst. Mijn aanvoerder was Peter-Paul Vrijdag, waarmee ik enkele jaren optrok)

Het Museum organiseert boeiende tentoonstellingen, zoals van Leo van Gestel, Jan van Brabant en Vrouwen in Zicht Op weg naar gelijke rechten.

Op dit moment loopt er tot het eind van het jaar een expositie van de Tsjechische (Moravische ) schilder, illustrator en grafisch kunstenaar  Alphonse Mucha (1860 - 1939)) 
Hij is een van de bekendste Art Nouveau of Jugendstil representanten, die hun hoogtepunt bereikten eind 19 e, begin 20 ste eeuw.

Zoals alle musea werkt men er mijn tijdssloten. Afgelopen week konden we terecht.



Op voldoende afstand, sommige bezoekers met sinds kort het aanbevolen mondkapje


Riny voor één van de topstukken, La Trappistine

Van de hand van de conservator van het museum, Lisette Almering-Strik verscheen een mooi begeleidend boekje.


    Met daarin alle tentoongestelde lithografieën


Eén van de vele drukken met Sarah Bernardt, hier als Medea


Naast de expositie van Mucha, vind je allerhande historische apparatuur van druktechnieken en een mooie collectie van steendrukken, zoals onderstaande prent van een plaatselijke sigarenfabriek.



 

Een  uitnodiging voor een bezoek aan het ernaast liggende sigarenmuseum!                                                                                                                                       

 





 




 


zondag 27 september 2020

In Tijden van Hopper

"Zo hoeft het voor mij niet".
Haar stem klonk moedeloos door de telefoon.
Ze had het allemaal opgesomd, de toestanden in de wereld van Belarus tot Poetin/Navalny, van Trump tot de Tilburgse voetbalsupporters, van de opwarming van de aarde ook, maar vooral had ze geklaagd over de gevolgen van Corona.

In het verre verleden was het me weleens gelukt om mensen op te beuren door ze anders tegen de dingen aan te laten kijken, door ze te laten inzien dat het weinig zin heeft om je op te winden over zaken waar je geen invloed op kunt uitoefenen 
Dat was altijd  'live' geweest, de telefoon was voor mij enkel een doorgeefluik van feiten geweest.
Dus had ik het allemaal aangehoord en afgesloten met de weinig opbeurende conclusie dat veel mensen leden aan coronadepressie.
 'Het zijn barre, Hoperriaanse tijden.'
Ze had niet gevraagd wat ik met dat laatste bedoelde.

De Amerikaanse schilder Edward Hopper (1882 - 1967) roept in zijn werk een droefgeestige eenzaamheid op, mensen ogen weinig gelukkig, zijn geïsoleerd zichtbaar achter ramen, alsof ze dagen in quarantaine verkeren.


                                                             Night Windows 1928
 
Riny maakte onlangs een aantal Hopperriaanse foto's van ons huis bij invallende duisternis.




Door op de foto te klikken wordt het beeld vergroot. Zo zie je in het midden een man zitten.
Die man ben ik.
Die man houdt al een half jaar de Ander - behoudens zijn naasten - op afstand.
Die man kijkt elke avond twee afleveringen op Netflix.

Alleen in verdoving kan hij verder.


 

zaterdag 19 september 2020

De dahlia

De dahlia is de tulp van het najaar.

Haar welhaast obscene en wulpse schoonheid toont zich in volle velden, gekweekt voor bloemencorso's. Ze zijn in alle kleuren en formaten opgekweekt, waardoor ze elke print kunnen vullen.
Voordat ze in grote getalen voor de najaarsproductie voorhanden zijn, is op kleine schaal door de liefhebbers, verenigd in de vele dahliaverenigingen naar varianten gezocht, die, goedgekeurd, verder door het leven gaan in exotische benamingen.

Doordat dit najaar bloemencorso's wegens corona geannuleerd zijn bood het bloemen- en decoratie atelier Ogenlust in Eersel een alternatief om de koningin van de kleur te bewonderen en fotograferen.
Waar bij praalwagens de bloem in dienst staat van de afbeelding, staat op deze tentoonstelling de dahlia zelf in het centrum.  


We waren onder de indruk van de creaties,  veelal op verwante kleuren gerangschikt. Om de pracht te beschrijven schieten woorden te kort. We doen er beter aan de beelden voor zich te laten spreken.








De nieuwe dahlia 'Ogenlust' werd natuurlijk prominent gepresenteerd. Zie hieronder.


 

Dit brengt ons naar onze eigen tuin, waar na vele jaren te hebben geëxperimenteerd met diverse soorten, slechts een tweetal zijn overgebleven.


Een manshoge witte bolvormige dahlia in een hoekje van de moestuin, die we gebruiken als snijboel


En deze roze ster. 
Voor het tweede jaar in onze tuin.
Hiermee gaan we door en noemen haar 'Femke'