woensdag 22 februari 2012

Saramago

'Vorm of vent', dat was het thema waarover ik tijdens mijn laatste examen nederlands - we schrijven 1967 en ik deed hoofdakteexamen - werd doorgezaagd. Dat was geen verrassing, mijn scriptieonderwerp was het Tijdschrift Merlyn, dat in haar vierjarig bestaan vanaf 1962, nadrukkelijk 'vorm' in haar beginselprogramma had staan.
Ik had weer eens een controversieel onderwerp gekozen, althans controversieel voor mijn examinatoren. Hoe meer zíj op de 'vent' hamerde, des te feller verdedigde ik de Merlynisten.
Ik hoefde bij lezing zelfs de naam van de auteur niet te weten, het ging me om de inhoud, dat maakte uit of ik literatuur of lectuur in handen hield...zo beweerde ik met verhit hoofd.
Mijn docent, expert in literatuurgeschiedenis, die jarenlang pikante en andere wetenswaardigheden over schrijvers over studentens hoofden placht uit te storten was evenwel sportief genoeg om me met een goed cijfer weg te sturen, minzaam mij toevoegend dat ik beter in onderwijskunde dan in nederlands verder kon studeren. Voor dat laatste had ik een te beperkte blik.
En zo geschiedde.

Ik moest hieraan denken, toen ik een paar dagen geleden de gehele collectie Saramago uit de plaatselijke biblioteek mee naar huis nam. Ik had slechts zijn meesterwerk 'De stad der blinden' gelezen, maar nu ik in zijn werk- en woonhuis op Lanzarote was geweest, was ik gedreven meer van deze auteur te lezen.
De toegewijde gids had tijdens de rondleiding een bewonderenswaardige man geschilderd, maar bewonderenswaardige schrijvers maken nog niet literatuur, wist ik me uit 1967 te herinneren.

Ik las als eerste 'De ander kant, Persoonlijke observaties over wereldpolitiek en andere zaken', uit 2009. Een jaar voor zijn dood verschenen. Het zijn de verzamelde weblogs, die hij van september 2008 tot en met maart 2009 schreef.
Saramago was 86 toen hij eraan begon. Hij was teruggekeerd naar het rijk der levenden na "een totale organische ineenstorting en stilstand van de lichamelijke functies", zoals hij schrijft in zijn blog van 23-12-'08, getiteld 'Een jaar later'.
Het boek wordt ingeleid door Umberto Eco, die hem beschrijft als een bewogen, betrokken en sympathieke auteur. 'Ongenadig boos, maar ook mild', is de titel van deze inleiding. Die mildheid geldt als hij over zijn familie en zijn kunstenaarsvrienden schrijft, maar als Amerika in het bijzonder Bush jr., Berlusconi, de staat Israël of de banken zijn onderwerp zijn, is hij ongenadig boos, venijnig en snoeihard in zijn oordeel.
Hij toont zo een betrokkenheid die voor zo'n oude man ongekend is, die enkel te verklaren in vanuit zijn vaste atheïstisch communistische overtuiging. Hij wil een goed, rechtvaardig en liefdevol (in die volgorde! lees de blog 'Woorden' van 7-1-'09) wereldburger zijn en was dat ook stel ik na lezing van 'De andere kant' vast.

Ik was vooral benieuwd naar zijn weblog-stijl: korte stukjes, columns over actuele onderwerpen, geplaatst, zoals hij schrijft op pag 116 : op de eindeloze pagina van het internet. Over de plek, het internet schrijft hij vervolgens: "Lijken we, om het zo te zeggen, hierin misschien allemaal op elkaar? Komt dit het dichtst in de buurt van de macht van de burger? Zijn we meer kameraad van elkaar als we schrijven op het internet? Ik heb geen antwoorden, ik constateer alleen de vragen. En ik vind het leuk hier nu zitten te schrijven."

Op zijn bureau staat een oude Apple.
Natuurlijk heb ik die even aangeraakt.
Door in zijn buurt te zijn geweest, was mijn interesse gewekt.
De Merlynist bijgesteld.
Door zijn blogs te lezen is mijn belangstelling gegroeid.

Zo dadelijk begin ik aan zijn laatste roman: 'Kaïn'.

vrijdag 17 februari 2012

Lanzarote 2





Door folders gelokt trekt het natuurpark Timanfaya vele bezoekers, bezoekers die over een weg waar absoluut niet mag worden gestopt eindelijk aangekomen op het hoogste punt van het park een restaurant worden ingelokt omdat buiten behalve het magistrale uitzicht geen mogelijkheid is om te wandelen.
Maar Lanzarote heeft meer te bieden dan Timanfaya en de volgens Houellebecq te omzeilen Cactustuin. (Cactussen: 'Door hun plompe vorm en stekels...het perfecte symbool voor de afstotelijkheid van het plantenleven', aldus deze bioloog-schrijver)

Allereerst is dat het voormalige woonhuis, nu museum, van de plaatselijke godheid Cesar Manrique.
Manrique is heel bepalend voor het eiland. Hij bewerkstelligde dat er een set van bouwvoorschriften van kracht werden, waardoor het eiland er ondanks haar doodse weerbarstigheid mild en hier en daar zelfs lieflijk uitziet.
Er mag niet hoger worden gebouwd dan vier verdiepingen, geen losgeplaatste reclame langs de wegen en er wordt gebruik gemaakt van drie kleuren: de gebouwen wit en kozijnen blauw of groen.
Manrique de alleskunner was in de eerste plaats een estheet.
Zijn huis is een grootse verrassing. Grotendeels betaande uit ondergrondse kraterruimtes, creëerde hij daar oogstrelende leefruimtes. Op de eerste foto toont de huiskamer als ontmoetingsruimte.

Als tweede aan te bevelen attractie moet het woon- en het werkhuis van José Saramago, de winnaar van de Nobelprijs voor literatuur van 1998 worden genoemd. Dit museum is kortelings geopend en drijft op enkele vrijwilligers.
Saramago is een Portugees die na felle kritiek op zijn 'Het evangelie volgens Jezus Christus' naar Lanzarote emigreerde en naast de zuster van zijn derde vrouw, Pilar del Rio, ging wonen en werken.
Aan de overkant van de weg werd een schitterend 'House of Books' gebouwd waar hij verder werkte aan zijn imposant oeuvre tot zijn recente dood op 18 juni 2010.

Het bezoek in deze bibliofiele omgeving, waar de muren gelardereerd zijn met schitterende schilderijen, veelal geschonken door bevriende schilders, is van harte aan te bevelen.
Je voelt de aanwezigheid van deze communistisch-idealistische schrijver door de enthousiaste en liefdevolle begeleiding van de gids.

De derde aanrader is het Noordelijk gelegen Jameos del Agua, een aan de kust gelegen tuin, deels liggend in kratergewelven. Je loopt vanaf de zee omhoog. Boven aangekomen kan een archeologisch museum worden bezocht, waar het vooral draait om het geweld van vulkaanuitbarstingen.

Deze drie highlights én de vele prachtige boeken, die we lazen, deels op E-reader, maakten de afgelopen twee weken tot iets moois.

Het weer liet het veelal afweten, hoewel het verschil in temperatuur met Nederland ver boven de twintig graden lag!

Lanzarote 1




Lanzarote.

Er was eindelijk besloten naar welk plek we in februari - de maand waarin we het meest naar elders verlangden - zouden gaan.
Lanzarote, het Canarische eiland dat we eerder links hadden laten liggen, toen we hadden gekozen voor Tenerife en Gran Canaria.
Op die eilanden was het in de winter ook warm én bovendien meer te zien.
Lanzarote zou een kaal, vulkanisch eiland zijn, met stranden van zwart lavazand.

Riny wilde dit jaar eens iets anders, ook al beviel haar Tenerife prima.
'Het gaat toch om de zon en het licht', had ik als laatste poging ondernomen om ook dit jaar Lanzarote te omzeilen.
Maar 'het eens iets anders', gaf uiteindelijk de doorslag.
Het zou Lanzarote worden.

Ter voorbereiding had ik Michel Houellebecqs 'Lanzarote, Midden in de wereld' nog eens doorgenomen. De uitgave bestaat uit een doos,die twee boekjes op ongeveer A 4 formaat bevat, een fotoboek en een novelle.
De laatste beschrijft een vakantie van de contoversiële Franse auteur op Lanzarote, waarin hij een Belg en twee duitse vrouwen ontmoet, goed voor de beschrijving van onverbloemde sexpassages en afstandelijk geobserveerde menselijke vreemdheid, de sekte van Azraël.
Deze bijzonderheden dienden niet tot voorbereiding van onze reis, daartoe diende wel het fotoboek en de in het verhaal voorkomende passages van het landschap.
Zou het zo erg zijn?
Zou de natuur nog steeds de doodsheid, die was opgetreden door de vulkanische uitbarstingen rond 1730 uitdrukken?

We hadden een appartement aan zee gehuurd, de overgang van levenloosheid naar bruisend geweld.
Een huurauto zou dienen om het eiland te verkennen. Om te zien of Houellebecq in zijn zucht naar overdrijving in zijn fotoboek het eiland niet al te leeg en doods had weergegeven.
Nergens is er een mens of dier en nauwelijks groen te ontwaren.
De kleur beperkt zich tot het doodse spectrum van zwart tot schakeringen van bruin. Een cactus die zich door de weerbartig oppervlakte probeert te wurmen, oogst respect en diepe bewondering.

We zouden het zelf gaan zien.
En zo is het.
Zo is dit landschap.
Een maan op aarde.

Slechts twee plekken waard om te bezoeken had Houellebecq gewaarschuwd: het vulkanisch natuurpark Timanfaya en de Cactustuin.
En daarin zou hij wat mij betreft ongelijk hebben.