maandag 27 september 2021

Lou Salomé MU 2

Een muze inspireert de kunstenaar om te scheppen.

Lou Salomé -  geboren 12/2/1861 te Sint Petrusburg, overleden 5/2/1937 in Göttingen - heeft vele mensen geïnspireerd, betoverd, gek gemaakt.
De ontmoetingen met de vele beroemdheden leidden tot creaties bij de dichter Rainer Maria Rilke en ten delen bij Friedrich Nietzsche.
Omgekeerd schreef zij 20 boeken en 100 essays, artikelen en recensies, veelal met de verwerking van haar ontmoetingen.

Twee van haar geliefden - Paul Reé en Viktor Tausk - pleegden zelfmoord.

Volgens haar biograaf  H,F Peters kenmerkte ze zich door de dualistische spanning van egocentriciteit en altruïsme, van eigenzinnigheid en grootmoedigheid.
"Ze had een ongewoon sterke wil en hield ervan te triomferen over mannen." (252)
Haar levensmotto: "Alles is toelaatbaar - niets onmisbaar."


Mijn beeld van haar is vooral gebaseerd door bovenstaande biografie uit 1962. 
Peters toont voldoende afstand, hij is bewonderend kritisch.

In de afgelopen week sloeg ik ook het onlangs verschenen Privé Domeinboek open Friedrich Nietzsche, De levensgevaarlijk jaren. ( 315 - moet 314 zijn) Een keuze uit de brieven 1879 - 1889 en dan in het bijzonder de brieven uit 1882 van N aan Lou. 
Hebben ze elkaar gekust op de Monte Sacro? 
Verkoos N. een ménage à trois samen met Paul Reé boven een leven met Lou alleen?

Tautenberg 4 augustus als de terughoudendheid van Lou's kant is begonnen. schrijft N: 
"Ik wilde alleen leven -
Maar toen vloog de beminnelijke vogel Lou over mijn pad, en ik dacht dat het een adelaar was. En toen wilde ik dat de adelaar in mijn buurt bleef."

Volgens Peters is Lou van betekenis geweest voor "Alzo sprach Zarazustra" - jaren geleden na de affaire met de Nederlandse predikant Robert Gillot in Sint Petrusburg had ze god afgezworen. 
Maar  N was een belangrijker muze voor Lou. 
Zij schreef een boek over hem, verschenen in Open Domein nr. 14 (1987)


(Als nummer 54 verscheen in 2018 een tweede biografie van F.N. in de Open Domein reeks van de hand van Sue Prideaux: 'Ik ben Dynamiet')

Lou tekende met 'Terugblik op mijn leven' hoofdlijnen van enkele persoonlijk herinneringen, zoals ze dat zelf noemt.: Privé Domein 57 1979 .Het is een niet zo toegankelijke tekst. 
Opvallend is, dat ze hierin de relatie met Dr. Pineles alias Zemek onvermeld laar. Hij was toch een belangrijke geliefde zeker toen zij fysiek instortte na het vernemen van de dood van Reé.. 
Ook Paul Bjerre, de Zweedse psychoanalyticus, waarmee Freud uiteindelijk brak wordt niet genoemd in Terugblik.   


Dit brengt de vraag hoe verantwoord een beeld is op basis van een autobiografie. Ik ga dit komende week uitproberen met de beeldvorming van Claire Goll Muze 3 aan de hand van haar 'Alles is ijdelheid'. 

Maar terug naar Lou,
Kan er een antwoord worden gegeven op de vraag wie haar innigste liefde was?
De veel jongere Rilke onderging door de omgang met Lou een verpletterende invloed in zijn denken en taalontwikkeling. Hij ontwikkelde een grote liefde voor Russische cultuur in de reizen met haar en haar man Friedrich Carl Andreas
Maar hoe heftiger de liefde, hoe sneller er een einde aan raakt. 
Een Salomé effect.


Rilke trekt naar Worpswede en wil trouwen met Paula Becker. Als die kiest voor Modersohn trouwt hij met haar vriendin Clara Westhof. 
Het huwelijk faalt en Rilke vertrekt naar Parijs. Hij sterft in december 1926
Ook aan hem zal Lou een boek wijden: Rainer Maria Rilke, Leipzig 1928), evenals aan Freud (Mein dank aan Freud, Wenen 1931)

En dan nog Lou's merkwaardige huwelijk zonder huwelijkse verplichtingen, zonder van Andreas, die uiteindelijk hoogleraar oriëntalisme wordt in Göttingen te scheiden, terwijl vele kandidaten zich bij haar aandienden.

Andreas kreeg twee kinderen van de huishoudster Marie, die Lou volledig accepteerde. Eén, Marietje, werd haar erfgename.

Ze sterft in haar slaap, na borstkanker en longproblemen.. Ze wilde dat haar as zou worden  uitgestrooid in de tuin  van haar huis op de flanken van de Hainberg. 
Maar dat was verboden.
Ze wordt anoniem bijgezet in het graf van Andreas. 
Een autonome wilskrachtige vrouw, maar voor eeuwig met hem verbonden. 


  


  


   

 

zondag 19 september 2021

Alma Mahler MU 1

De windbruid - zie mijn vorige blog - verkocht Kokoschka in 1914. 
Van het geld kocht hij een paard en nam vrijwillig dienst  als dragonder bij het 15 e regiment. 
Deze daad nam een radeloze O.K. na een heftige ruzie met Alma Mahler (1879 - 1964).

Hun turbulente relatie, die duurde van 1912 tot aan het uitbreken van de Eerste Wereld Oorlog, inspireerde  romanciers als Hidde Berger met haar roman 'De waanzinnige liefde van Alma Mahler en Oskar Kokoschka' 2012 en Susan Dodd  met 'Schemertaal' 2001.
 
De laatste heeft de verwerking bij O.K. als thema. Als O.K. zwaar gewond terugkeert uit de oorlog  verneemt hij dat in dezelfde maand in 1915 dat hij gewond raakte, Alma getrouwd is met een vroegere geliefde de architect Walter Gropius.


Alma Mahler heeft naast de zeer vele kleine vier grote relaties gekend: Mahler, Kokoschka, Walter Gropius en Franz Werfel. Met O.K. is ze niet getrouwd geweest, ondanks zijn vele aandringen. Ze had in die tijd een miskraam.

Om haar leven te begrijpen kan de lezer zich wenden tot twee autobiografische uitgaves in Privé Domein reeks: 'Mijn leven'  nr. 161 en  'Het is een vloek een meisje te zijn'  nr: 238.
In Mijn leven schildert ze O.K. als een maniakaal jaloerse minnaar, haar rol is die van een belaagd slachtoffer.
Om haar vollediger in beeld te krijgen kun je beter de kritische biografie van Oliver Hilmes 'Alma Mahler-Werfel.' raadplegen. 
De illustraties in deze blog gebruikt komen uit dit werk.

Alma was een getalenteerde vrouw. Ze componeerde en speelde piano.


De verwerking van hun traumatisch einde voltrok zich op een pikante wijze. 
O.K. liet door de Münchense poppenmaakster Hermine Moos een Alma pop maken. 
Daarvan maakte hij o.a. in 1922 'Schilder met pop' 
Ik vond een foto uit 1919 van de pop in de mooie overzichtscatalogus 'Oskar Kokoschka Mensen en Beesten' uitgegeven bij de expositie in Booijmans Van Beuningen in ' 2013/'14 .


De pop zou in de zomer van 1930 na een champagne-feest onthoofd zijn en aan de vuilnisman zijn meegegeven. Was O.K. daarmee eindelijk bevrijd?

Ik ben op zoek naar de betekenis van de muze op de kunstenaar.
Een muze zet de kunstenaar aan om te scheppen, te creëren.
O.K. schreef honderden liefdesbrieven, maakte waaiers met de beeltenis van Alma, creëerde mooie portretten, verwerkte zijn liefde erin en ook het verdriet van hun ongeboren kind.
Het was hun lot elkaar te inspireren in de turbulente vooroorlogse tijd. Kort hevig dodelijk.

Er resten me nog vele vragen over de muze en de kunstenaar. Zoals welke modaliteiten in relatie zijn te onderscheiden, zijn er ook platonische muzen, zijn er ook vrouwelijke kunstenaars met een muze, wat is de actieve bijdrage van een muze?
Alma Mahler stuurt haar laatste geliefde Franz Werfel regelmatig naar zijn schrijfhok!

En wat houdt de muze eraan over?
Alma Mahler sterft in New York. 


  Bovenstaande foto van haar werkkamer laat zien dat het geen windeieren zijn. 

 

zondag 12 september 2021

Oskar Kokoschka D.E. 5

Misschien moet als kop boven deze tekst staan 'Mijn fascinatie voor O.K.'  - O.K. zoals ik hem hierna zal aanduiden. 

In 1966 bij de afsluiting van de tweede leerkring van de kweekschool moest er voor het vak CUMA - culturele en maatschappelijke vorming - twee werkstukken worden ingeleverd. Voor het CU onderdeel koos ik voor  de schilder Oskar Kokoschka, O.K. dus.

Waarom voor hem?
Hij was niet erg bekend in onze kringen, mijn oudste broer had me zijn naam getipt, het van Abbe museum had een werk van hem en misschien het belangrijkste motief; er was een monografie van O.K. voorhanden in een uitgave in de Witte Beertjes reeks van twee jaar ervoor.


Dit boekje is het eerste exemplaar in mijn vele O.K. boeken. 
Alle plaatjes zijn eruit gescheurd en vonden hun plek ergens in mijn werkstuk. Wat van het Witte Beertje boekje resteert zijn een tiental bladzijdes tekst, overal royaal met rode pen onderstreept, zo de contouren van het werkstuk vormend. 
Ik herinner me dat ik nog een aantal boeken via de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag had opgevraagd, waaronder 'Kokoschka Life and Work' van Edith Hoffmann Londen 1943, met een voorwoord van Herbert Read.
.
Mijn scriptie heb ik niet meer. Maakte ik er geen kopie van met carbonpapier?
Het origineel werd in de schoolbibliotheek gezet. 
De docent had het werkstuk hoog gewaardeerd  
O.K, was toen 80 jaar, geboren in Pocklarn iets ten Westen van Wenen op 1/3/1886. Hij zou overlijden in Villeneuve/Montreux op 22/2/1980.


O.K. aan het werk in zijn atelier in Villaneuve  1970?

De roem van O.K. bleek groter dan ik vermoedde. Zijn zomerschool, Die Schule des Sehens, in 1953 in Salzburg gesticht trok diverse Nederlandse kunstenaars zoals Jacques Slegers en Jan Wolkers.
Tussen de twee Wereldoorlogen had O.K. veel gereisd en was ook neergestreken in Amsterdam 


Zicht op de Kloveniersburgwal 1925

Als 14 jaar later de neo-nazi's zijn werk als entarted in de ban doen, reageert het met onderstaand zelfportret .


Zelfportret als ontaarde kunstenaar 1937

Hij wordt gezien als de expressionistische opvolger van Vincent van Gogh.
Misschien is expressionisme een te smal etiket voor O.K.
Hij kende daarvoor te verscheiden fasen en thema's voor 
Begonnen als literator, schilder en illustrator in de lijn van  de Weense School van Gustav Klimt, ontwikkelde hij zich tot portrettist van de zo genaamde psychgrammen, waarin hij de persoon in het coloriet vereeuwigde.  Hij schilderde vele stadsgezichten en dierportretten,
Met abstracte kunst had hij niets: "Kunst musz mitteilbar sein."
 
Na de oorlog was hij amen met zijn Tsjechische vrouw Olda Palkovska zeer begaan met de Tsjechische slachtoffers van de diaspora.

In Nederland/België waren er verschillende solo-tentoonstellingen van O.K. zoals in 1987 in Gent en in 2013 in Rotterdam.

Ik kan geen antwoord geven op de vraag welk werk van O.K. ik het mooiste vind, wel welk schilderij ik het meest intrigerend vind.
Dat is Die Windbraut uit 1914 waarop de schilder en zijn muze Alma Mahler zijn afgebeeld.
Kijk naar de houdingen, kijk naar de handen.
In het Kunstschrift 3/1997 werd het terecht op twee volle pagina's breed afgedrukt.


Nog lang niet uitgeschreven eindig ik hier.
Anders wordt deze blog een scriptie.
Ik eindig tevens de serie over het Duitse Expressionisme.
Een nieuwe serie dient zich aan, een serie over bekende muzen.
Deze week wil ik me verdiepen in Alma Mahler.






.


 

  

zondag 5 september 2021

Der Sturm Berlijn D.E. 4

De oorsprong van de ontwikkeling van het Duits Expressionisme lag minder in de grootstedelijke centra als Dresden, München en Berlijn. 
De expressionisten wilden terug naar de natuur en kozen voor Worpswede, het Moritzburger Meer, het gebied rond Soest en Hagen, Dindelsdorf en Murnau aan het Staffelmeer in Beieren, Dangast en het eiland Fehman.

Maar de galerieën en de ontmoetingsplaatsen lagen in de steden.

Het expressionisme kreeg (pas) vanaf 1910 voet aan de grond in Berlijn, dankzij de inspanningen van het tijdschrift Der Sturm en vanaf 1911 ook Die Aktion van Franz Pfemfert..



De bezielende leiding van Der Stürm lag in handen van Herwarth Walden, hieronder op een door Oskar Kokoschka doek uit 1910.



Der Sturm was niet alleen gericht op de schilderkunst, maar ook op literatuur en politiek. 
In het vooroorlogs gezapig conservatief Berlijn, hoofdstad van het Duitse keizerrijk was Der Sturm tegendraads avantgardistisch en trok daarmee veel kunstenaars aan naar de stad, zoals Kokoschka uit Wenen en  Kirchner, die intrekt bij zijn vriend Max Pechstein 

In de in 1898 gevormde kunstenaarsvereniging Der Berliner Sezession van Max Liebermann ontstonden vanaf 1910 spanningen, die ertoe leidden dat de jongeren in 1912 besloten niet meer met Liebermann samen te werken.
Pechstein houdt zich niet hieraan, wat tot het einde van Die Brücke leidt.

Walden beheert naast het blad Der Sturm ook een galerie en stelt zeer brede exposities samen, zoals in september 1913 met 400 werken van 73 kunstenaars uit Duitsland, Frankrijk Italië en Rusland.

Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit, een oefening in de ondergang van de wereld.
Jongeren sneuvelen of raken getraumatiseerd, zoals indringend weergegeven door onderstaand  zelfportret van Max Beckmann uit 1917.


Na de oorlog ontstaat in Duitsland en in het bijzonder in Berlijn chaotische toestanden met gevechten tussen het links radicale Spartakus versus het rechts radicaal Kapp-Putsch.

Het expressionisme stond voor experiment, voor oorspronkelijkheid maar herkende zich niet in de ironie en het sarcasme dat onder anderen in de geschriften van Mysmona - pseudoniem voor de filosoof Salomon Friedlaender - in satirische geschriften uiteen werden gezet.
Dit leidde tot de opkomst van het dadaïsme dat een cynisch antwoord op de tijdgeest gaf.

De ironie van Georg Grosz zal zich in zijn cartoonachtig werk steeds verder politiseren.


Omslag van het door Meulenhof in 1980 uitgegeven boek.
Vierentachtig tekeningen en zestien aquarellen.
Grosz zal vanwege dit werk Duitsland moeten ontvluchten. 

De oorlog zal ook een diepe wonde slaan in een van de grootste schilders uit die tijd, Oskar Kokoschka. Hij raakt levensgevaarlijk gewond in dienst van het Oostenrijks leger. en is ontredderd door de afwijzing van zijn muze Alma Mahler, hieronder weergegeven op een werk uit 1912..


Alma Mahler, de 'tirannieke'' (aldus D. Kraaijpoel in Kunstschrift 3/'97) weduwe van de componist Gustav Mahler wordt hier door Kokoschka als een moderne Mona Lisa afgebeeld.

Wat voor relatie hadden ze, wat betekent een muze voor een kunstenaar, zijn vragen die me intrigeren.
Maar voordat ik die zal verkennen, wil ik als laatste van de serie Duitse Expressionisme Oskar Kokoschka, volgens sommigen de opvolger van Vincent van Gogh, op mijn  Gaspeltuin-podium hijsen