woensdag 28 maart 2012

Jaarlijkse controle

Mijn auto en mijn lijf krijgen in het voorjaar hun jaarlijkse controle.

Via Kia Nederland worden mijn garage en ik op de hoogte gesteld van die controle, voorwaarde om een geheel jaar bij pech waar of waardoor dan ook door de Kia centrale te worden geholpen.
Of ik een voor mij passende afspraak met mijn garage wil maken.

De afspraken voor mijn lijfelijke controlebeurt zijn door de secretaressen van de diverse specialisten een jaar geleden al gemaakt en intussen verschillende malen eenzijdig veranderd.
Zo ben ik afgelopen dagen maar liefs vier keer op verschillende momenten naar de ziekenhuizen - het Maximaziekenhuis in Veldhoven en haar dependance in Eindhoven - gekoerst.
Om een fietsproef af te leggen, voor een ogen- en voetentest en bloedafname, voor een gesprek met de cardioloog, voor gesprekken met de diëtiste en de diabetesverpleegkundige.
Veel dezelfde vragen, hoe ik me voel, mijn medicijngebruik, mijn leef- en bewegingspatroon...
En ze zijn tevreden.
Over mijn antwoorden en mijn bloed- en prestatiewaarden.
En dat ze me volgend jaar weer terug willen zien...
Volgende week wacht me een afsluitend en concluderend gesprek met de internist. Ook hem zal ik tevreden stellen.

De garage heeft gebeld en zegt dat de banden wat dun zijn, dat ze met mijn rijsstijl nog een jaartje mee kunnen.
Maar volgend jaar nieuwe bandjes!

Vooral de diëtiste geeft me hoop dat ik bij een monnikenbestaan het eeuwige leven voor me heb. Mooi slank en gezond, bij doordachte en geringe inname. Ze is zelf het toonbeeld van haar overtuiging.
Ik kan het niet nalaten om de onvermijdelijkheid van het barre aardse bestaan voor haar voeten te werpen, en doceer, dat ik ook uit melancholie besta, dat mijn doorwaakte in nevelen gehulde nachten mij soms mooie poëzie opleveren.
Zij kijkt nog eens op haar beeldscherm en concludeert zuchtend dat cijfers niet alles zeggen.
Maar ik geef haar professie hoop en zeg bij afscheid monter tot volgend jaar.

Ik haal mijn Kia op en men wenst me veel rijplezier.

woensdag 21 maart 2012

Vriendschap


Het motto van de boekenweek 2012 was meer dan vriendschap.
Het volledige motto:
'Vriendschap en andere ongemakken'
Andere ongemakken kregen nauwelijks aandacht, het draaide om vriendschap.

In 'Vriendschap' noemt Lilian B. Rubin vriendschap de verwaarloosde relatie.
Ze staat in de schaduw van liefde.
Vriendschap is niet liefde zonder iets, geen minder broer of zusje.
Wat is het wel?

Op de aktualiteitstafel van mijn bibliotheek ligt deze week 'Verhalen over vriendschap' samengesteld door Tommy Wieringa. De titel luidt: 'Omdat hij het was, omdat ik het was'. Dat was het antwoord dat Montaigne gaf in zijn essay Over de vriendschap op bovengestelde vraag. Dat antwoord gaf hij als ode op zijn jonggestorven vriend Étienne de la Boétie.

In de verhalenbundel van Wieringa staan dertien zeer wisselende bijdragen van nederlandse auteurs. Soms is de vriendschap ver te zoeken.
De laatste bijdrage, die van Willem Otterspeer, vind ik verreweg de mooiste. Het gaat over zijn op vijftig jaar - te jong gestorven - vriend, de schrijver, presentator, boekenverzamelaar etc. Michaël Zeeman.
Is de dood nodig voor een ode?

In april 2000 gaf ik in een oplage van 10 het boekje 'Ad. Herinneringen aan een vriendschap' uit. Ik gaf het het de vrienden van mijn vriend, die toen ook mijn vrienden waren.
Mijn vriend Ad was een jaar ervoor, op 25 april 1999 op 54 jarige leeftijd overleden.

Ad was mijn vriend omdat hij het was, omdat ik het was.
Een vriendschap met als enig ongemak, dat hij mij ontviel.

woensdag 14 maart 2012

Carcinoom

Begin van de boekenweek 2012.
Thema 'Vriendschap'.
Boeiend om over te lezen.
Boeiend om over te schrijven.

Maar mijn blogs richten zich meestal op wat gebeurd is.
Ze reflecteren erop.
Vriendschap kan een week wachten.

Week 10 van 2012.
Verbindend thema van diverse gebeurtenissen: Systeem.
Uh...? Systeem?

Als een geheel hapert dan is er veelal een onderdeel dat hapert.
De kunst van onderhoud is het opsporen van dat onderdeel.
Bij Gestalten, gehelen, systemen als lichaam, team, vrienden en familie werkt dat zo.
Merkte ik in week 10 van 2012.
Er werd een knobbeltje uit mijn nek gesneden, zeiden dat het een basaalcelcarcinoom is (of was?) en dat het nu beter met me gaat, zoals bij PSV, waar Fred Rutten congé werd gegeven en het nu beter zal gaan.

De alternatieven voor snijden en congé geven zijn negeren van een onderdeel of dit te verbeteren, te helen.
Voor dat laatste is moed nodig, voor negeren kiezen de machtelozen, de lafaards en de koppigen.
Er wordt geprobeerd een nieuw systeem te creëren.

Zondagochtend met een tekst in mijn hoofd wakker geworden.
Maar zoals dat gaat met dromen, vervlogen de woorden toen ik ze op papier wilde vangen.

Dit staat er desondanks:

Carcinoom

Het systeem wordt bedreigd
reageerde te laat
op vanbinnen uit vretende
wroeging, wraak, vernietiging
van wat ooit heel en te laat
te laat geheeld werd
te laf ook omdat het alles
wilde behouden
het verleden met gebreken
koesterend, de kanker als
morele chantage in haar lafheid.

Ik veracht de struisvogel van de liefde
brand rotting uit mijn lijf
snij, hak de ongewenste indringer
die zich van alles eigen maakt
uit wrakende haat.

Zij heeft niets te verliezen
voelt zich winnaar in meeslepende haat
van gezamenlijke ondergang en drek.

woensdag 7 maart 2012

Wij grootouders


Op zoek naar foto's van mijn beide opa's toen ze zo oud waren als ik nu.
Vooral zoek ik naar foto's waarop ik ook sta, evenoud als mijn kleinkinderen nu.

Zij zitten in een fauteuil, opa Creemers met zijn onafscheidelijke sigaar, ernstig de camara inkijkend, opa van Montfort altijd in het zwart, meestal met hoed, terwijl ik laat zien wat ik nu weer kan: lezen of iets dat ik net had getekend of gebouwd. Zij zitten daar als controleurs van mijn ouders bekwaamheid tot opvoeden.
Ze ogen ouder dan 65 jaar.
Vind ik.
Mijn referentie is mijn spiegelbeeld.

Van oma's heb ik minder foto's. Op de weinige die ik vind staan ze naast hun (schoon-) dochter - mijn vader nam meestal de foto's - en ze kijken toe.
Dezelfde ernstig keurende blik.
Geen interactie met ons.
O, ja van mijn vaders moeder herinner ik me dat ze vaak klaarstond met het royaal aanreiken van boterhammen of vla, terwijl ze zelf, vanwege 'de suiker' haar kostje op een weegschaal met precisie van een laborant afmat. Daar zijn geen foto's van.
Die beelden zijn op mijn harde schijf opgeslagen.

Opa's en oma's keken, observeerden op afstand.
Zo vind ik de grootouders van mijn kinderen ook terug.
Ze gingen niet door de knieën.
Te stram, te stijf.
Ze werden niet gevraagd om mee gaan spelen.
Ze werden door hun kleinkinderen gelaten zoals ze zich presenteerden: Grootouders.

Onze vijf kleinkinderen houden ons jong tegen wil en dank, vragen ons steeds in hun spel. Laten hun voortgang in interactie met ons zien. Van 'laat eens zien wat je kunt' is het 'zal ik jou eens laten zien wat ik kan?'.
We voelen ons leerling als ze hun digitale kunstjes op de i-pad demonstreren.

Als onze kleinkinderen 65 zijn vinden ze ons terug als speelkamaraden.
Hoe zouden zij tegen die tijd met hun kleinkinderen omgaan?

Toelichting op de foto's:
1. (Oma) Riny die aan de hand van haar kleurenwaaier van Zoë en Phiene verneemt wat hun lievelingskleuren zijn.
2. Tussen het klussen door nam Thomas ons afgelopen zondag mee naar de abdij 'Koningshoeven', waar Nederlands enige Trappist worden gebrouwen.

vrijdag 2 maart 2012

Dat ik dat niet meer hoef mee te maken

Vertelde een wetenschapper...
Dat de zon over 4,5 miljard jaren zou overgaan van gele ster naar rode reus en haar zonnekracht zou verliezen...
Verontruste vrouw vroeg na de lezing hoe lang dat dat nog zou duren...waarna ze gerustgesteld was, ze meende 1,5 miljard te hebben gehoord...

Bovenstaand grapje heeft mijn vader me talloze malen verteld. Hij had ook teveel kinderen om te onthouden wie de joke al kende.

Mijn moeder, het moet eind zeventiger jaren zijn geweest - had in de krant gelezen dat er een economische crisis aan zat te komen en reageerde dat ze blij was dat ze dat niet meer mee hoefde te maken.

Ik heb me voorgenomen om zo'n uitspraak nooit te doen.
Ik geloof in de aanpassingspotentie van de mens, dus ook van mij.
'We zien wel waar het schip strandt' is mijn meest sombere reactie op het meest zwarte scenario.

Toch overviel me de gedachte om het niet meer mee te willen maken toen ik afgelopen zaterdag in de VK onder de jubelkop 'Dit gaat Uw leven veranderen' las dat er apparaatjes op de markt komen (de MinION) die jouw complete dna-code in een kwartier kan inlezen.
En dat voor een luttel bedrag, dus bereikbaarvoor het volk.
Tijdens een feestje: 'Hé, zullen we je medisch paspoort eens opmaken; kijken naar je genetisch materiaal, voor welke enge ziektes jij aanleg hebt..' en dan volgt de verantwoorde date.
Nee dank je, ik weet meer dan genoeg uit de levensgeschiedenissen van mijn voorouders.
Wat moeten we met dna-kennis waartegen we ons niet teweer kunnen stellen?

Soms is het draaglijker te leven in onwetentheid dan met de vrucht van de kennis. Verbood Jahweh om die reden Adam en Eva te eten van de boom der kennis?
Geloof, hoop en liefde versus kennis?
Hoe zwaar is de last van de gepredestineerde kennis van ons lichaam?

Wacht ons na de angst van een astrologische en economische catastrofe een psychologische ramp na een wetenschappelijke innovatie?