woensdag 30 november 2016

Biedt Popper troost?

Na het Oekraïne-referendum, de Brexit en Trump is me duidelijk geworden dat ik nationaal en mondiaal tot een herkende minderheid behoor.
Mijn teleurstelling is nog niet geëvolueerd via onbehagen, boos naar een tomeloze woede, mijn visie wil ik nog steeds onverbeterlijk in dialoog brengen via argumentatie en nuancering.

Wat heb ik in te brengen tegen de 'we zullen ze eens een poepie laten ruiken'- stellingname?  Ze, die bij doorvragen bestaat uit de elite, die ginds comfortabel op het pluche zetelt, die door vluchtelingen op te laten vangen alleen maar stemmen wil werven, de heersende kliek, dat werk naar derde wereld landen exporteert en eigen volk in de kou laat staan, leugens over opwarming van de aarde gebruikt om ons plezier anno nu te vergallen.

Debatterend is hoon is mijn deel, ik ben een rationele Neanderthaler, niet meer in het vizier van de publieke omroepen, die nu naarstig op zoek zijn naar een programmering voor de gewone man, de boze blanke burger, de teleurgestelde nationalist.
Ik zal mijn troost, heil en voeding moeten zoeken in stoffige geschriften, het populistisch geschreeuw vermijdend door twitter en facebook af te sluiten en te wachten tot het woeden van de dikke ikken is gaan liggen.

Zo zou ik kunnen denken, zo zou ik kunnen schrijven.
Wie zal het dienen, wie zal het inzicht geven?

Op 12 maart 1938, vijf jaar na het aantreden van Hitler als rijkskanselier, marcheerde het Duitse leger Oostenrijk binnen. Nationalisten trekken zich niet terug achter hun al dan niet ommuurde grenzen, maar steken die met een grenzeloos superieuritetsgevoel over op zoek naar Lebensraum und Macht.

De Weense politiek en wetenschapsfilosoof Karl Popper doceert in die tijd aan de andere kant van de wereld, in Christchurch in Nieuw Zeeland. Hij besluit een antwoord te formuleren op de brutale dictaturen van Hitler en Stalin, pleitbezorgers van gevaarlijke -ismen van hun ideologieën.
Het kost hem jaren en resulteert in een van de belangrijkste werken van politieke filosofie van de twintigste eeuw: The open society and his enemies, één van de vele dikke boeken, waarvan ik me had voorgenomen die na mijn pensionering te lezen.

Nu is de tijd daar.
Gisteren plofte de bestelde vertaling op de spreekwoordelijke deurmat.
Zowaar een kloek werk van 940 pagina's, bijna de helft bestaande uit noten.


Direct eraan begonnen. Na de inleiding van Arjen Fortuin gestart met het doorgronden van de structuur. 
Popper valt soms met ongekende felheid een drietal filosofen aan: Plato, Hegel en Marx, alle drie vertegenwoordigers van het door hem genoemde historiscisme, een gesloten systeem van denken en voorspellingen van de toekomst, dat doorslaat in totalitarisme.
Op basis van de inmiddels gelezen bladzijden schat ik dat ik het boek rond het voorjaar, als het licht weet gaat schijnen, uit zal hebben.
Dan zal verslag doen van mijn mogelijk troostrijke tocht in het elite-bos.
Intussen zal ik de teevee programma's voor de gewone man met genoegen moeten missen.


woensdag 23 november 2016

Cursist

Vanavond is het de vierde avond van de cursus Lightroom 6.

De gewoonte om tenminste één cursus per jaar te volgen is opgebouwd in mijn zesjarig lidmaatschap van de programmaraad van de HOVO Brabant.
Het volgen van een cursus werd gestimuleerd om zo een beeld te vormen van (oudere) cursisten en het niveau van het HOVO aanbod
Bijvangst blijkt nu een vorm van verslaving te zijn, het willen volgen van een cursus, het opdoen van nieuwe inzichten. In de HOVO brochure vond ik voor dit najaar niets van mijn gading en ging ik op zoek bij andere aanbieders,

Op een feestje waar het gesprek op fotografie kwam te liggen stak een van de feestgangers de loftrompet over, wat zij noemde het fotobewerkingsprogramma, Lightroom.
Het had me niets gezegd, ik kende slechts  Photoshop - vooral van naam - en het eenvoudige programma van Photo Gallery, waarin ik mijn afbeeldingen doorgaans bewerk..
Op de site van de Eindhovens Fotoclub stond dat er op korte termijn een cursus Lightroom 6 zou worden gestart voor beginners. Een schot in de roos! Het volgende feestje zou ik mee kunnen praten over de zegeningen van Lightroom!

Ik heb er inmiddels drie avonden opzitten.
Wat ik inmiddels weet:
1. 'Beginners' is een diffuus begrip. We zijn met zijn vieren. Ik ben niet alleen de oudste, maar ook de enige amateur.
2. Lightroom is een workflow met zeven modules. Eén ervan is 'Ontwikkelen', een fotobewerkingsprogramma, dat alleen al is zo oneindig uitgebreid dat je er wel tien cursussen voor nodig hebt om het te doorgronden.
3. In de aankondiging van de cursus stond, dat je een proefversie van het programma kon downloaden. Die is, kwam ik snel achter, slechts een maand geldig. De cursus heeft een looptijd van drie maanden.
4. Op het programma kun je een maandelijks te betalen abonnement nemen of het kopen. Voor dat laatste koos ik, betaalde 200 euro en kwam erachter dat het niet op mijn stand-alone Windowscomputer loopt omdat die nog een 32 bits processor heeft,  Een 64 is vereist, las ik nadien in de kleine lettertjes van de aanbieding. Hij loopt wel op de (mobiele) Apple Pro.

Wat ik al lang weet:
1. Om effectief onderwijs te geven is kennis van het vak én van didaktiek nodig. Is van die tweezijdigheid geen sprake, dan is de sessie onbegrijpelijk of nietszeggend.

Mij wacht vanavond, vrees ik, wederom een bijeenkomst vol vaardigheden, die ik nog net begrijp, maar me thuis, als ik aan de vele huiswerkopdrachten wil gaan werken, onbegrijpelijk voorkomen.
De knopjes werken niet, de beelden verdwijnen onvindbaar, de computer loopt vast.

Nostalgisch denk ik terug aan HOVO, waar het vooral om kennis en inzicht draaide, waar we als gelijkgestemden reflecteerden op de stof bij de koffieautomaat.
Daar voelde ik me jong en energiek.
Vanavond, wanneer onder meewarige blikken mijn excuses voor het niet voldoen van de huiswerkopdrachten gelaten aanhoord zullen worden, zal ik me oud voelen, stokoud, iemand die de tijd niet meer kan bijbenen.

Maar bij een volgend feestje kan ik meewauwelen over Lightroom 6.

woensdag 16 november 2016

Roesdael

Thomas en Femke hebben in de Kampina aan het stroompje De Rosep een stukje grond gekocht. Het is een idyllisch plekje waar gedachten alle ruimte hebben.
Ze doopten het landje met de naam Roesdael,


Er staat een eenvoudig huisje, er is stroomvoorziening via een aggregaat en water.
Het aanvankelijk voornemen om alles te laten zoals het er nu bij ligt wordt beetje bij beetje losgelaten. De onvermijdelijke onbedwingbare behoefte om wat je toebehoort naar je hand te zetten is toegeslagen.


Femkes Caravanity ervaring laat ze op het interieur los met als haar stellige conclusie dat nagenoeg het gehele meubilair eruit moet. Ook buiten zal het nodige de weg naar de stort vinden. Dat gebeurde vrijdag jl. Twee maal reden we met de torenhoog gelaten aanhanger naar de stort met spullen van de vorige eigenaar. 
Van onberoerd laten zijn ze overgestapt op het langzaam laten opkomen van ideeën. De voorlopige ideeën vragen de komende tijd meer dan een gemiddelde inspanning.

Hier laat ik het wat tekst betreft bij en post nog enkele foto's voor een indruk.















woensdag 9 november 2016

Prijs

Het is een slecht jaar.
Ik was vóór het Oekraïne-accoord, tegen een Brexit en tegen Trump.
Zie mijn buit!

Darmen hebben het van de hersenen overgenomen, er wordt geluisterd naar de onderbuik. Ongenoegen, boosheid, haat en woede zijn de drijfveren van het huidige electoraat.
De Verlichting ligt achter ons, ons wacht de Dageraad.

Maar er is een lichtpuntje.
Ik heb een prijs gewonnen. En wel de derde in mijn leven. Een karige buit als in ogenschouw wordt genomen hoe vaak ik ernaar ding.
Wanneer is er sprake van een prijs?
De tomatensoep van Unox die deze week werd gewonnen door ieder met een postcode-lot en een postcode van 5552 noem ik geen prijs. De kosten van het deelname-lot zijn hoger dan de prijs.
Er is pas sprake van een prijs als de prijs hoger is dan de prijs.
5 euro voor een eindejaarslot stel ik niet als prijs op prijs.

Mijn eerste prijsgeluk heb ik ervaren bij een missieloterij op het Augustinianum. Het was 1959. Ik had een hondje gewonnen. Een zwarte pup dat me door de even zwarte Augustijn na controle van het 10 cent kostende lot werd overhandigd. Onderweg naar huis dacht ik aan een naam en kwam niet verder dan Blacky, toen nog geschreven als Blekkie. Ik was immers pas 12.
Mijn moeder die nog aan het bekomen was van een laatste bevalling met de dood daarop volgend van mijn broertje Joost stuurde me onverwijld terug. Geen hond in ons kroostrijke gezin. Er zouden nog twee kinderen volgen.

Jaren later in 2005 deed ik mee aan de Boekenweektest. Bij elk van de 11 cartoons van Joost Swarte diende je het boek te raden waarnaar het verwees. Deelname was gratis.
Op mijn werk kreeg ik een telefoontje van een medewerker van de plaatselijke bibliotheek. Als winnaar kon ik de boekenbon komen ophalen. In het plaatselijke Sufferdje stond mijn naam als de winnaar. Bij navraag bleek ik de enige inzender...

Vorige week viel mijn derde prijs op rij op de digitale deurmat. Via een mail had ik het Eindhovens dagblad te kennen gegeven belangstelling te hebben voor een gratis (!) gesigneerd exemplaar van Het weergaloze bestaan van keizer Frederik de II 1194-1250, geschreven door de oud medewerker van het E.D. Cas van Houtert, van 1982 tot 1994 hoofdredacteur van de krant..
Ik was één van de 10 gelukkigen en kon het boek op het einde van de presentatie afgelopen vrijdag meenemen.
Ik hoopte dat meer dan 10 aanwezigen bij de presentatie zouden zijn, want je wint pas echt als er ook verliezers zijn. Ik schatte de groep op zo'n 80 man en voelde me gelukkig.
De zoon van de auteur leidde de presentatie door het stellen van vragen en vooral door het tijdig afbreken van de beantwoording ervan.




Nu is het de day after en zit ik met de vraag wat te doen met de prijs. Ik heb goed geluisterd naar de presentatie. Of ik ooit kom tot het doornemen van deze bijna 700 pag. tellende pil is de vraag.

Zo zit ik ook met de vraag wat Amerika met Trump en v.v gaat doen, Brittannië met de Brexit en Rutte c.s. met het Oekraïneakkoord, als de dampen van het gejubel zijn opgelost.





woensdag 2 november 2016

Familieband en vriendschap

Afgelopen zaterdag vierden mijn oom en tante hun 60-jarig huwelijk.
Ze hadden niet voor de buitenlandse reis gekozen noch voor een viering in kleine kring; ze kozen voor een feest voor alle neven en nichten en vrienden.
Voor neven en nichten bood dit feest de mogelijkheid, naar hun eigen zeggen, elkaar eens te treffen anders dan bij begrafenis of crematie.

Rond de negentig familieleden kwamen opdraven en daarnaast nog dertig vrienden.
De bekende ingrediënten: slide show, toespraken, drank, buffet en de groepsfoto.

Het duurde een poosje voordat de fotograaf - neef Rob - alle negentig familieleden bij elkaar had getrommeld en geplaatst.



Van bovenaf keken de vrienden toe. Voor dit onderdeel waren ze buitengesloten.

Het jubilerende echtpaar opende vervolgens het buffet onder dank van de grote opkomst. Hij las dat van papier, dus hij was op de hoogte van de grote vooraf gepeilde belangstelling.



In de lange rij wachtend op de beurt om op te scheppen werd het geheugen op de proef gesteld. Wie is wie ook weer. 
Bij een misser werd gewezen op de veranderlijkheid van het gezicht en hoe lang het ook weer was geleden. 

Onze Limburgse familie is niet zo van toespraakjes noch van stukjes. Liever zit men aan de toog in een tweegesprek.
Onder de vrienden was wel behoefte van het woord. Vriend F.v.H. nam het. Als oud priester kon hij het preken niet laten, zei hij. 
Ons wachtte  een stichtelijk praatje. 
Over familie versus vrienden, daar wilde hij het gaarne eens over hebben. Familie is oud-testamentisch, zo van 'eigen volk eerst', beweerde de afgezwaaide gezant van Jezus.

(De neven en nichten zijn inmiddels bezadigd, wat ooit anders was. Ze zaten wat voor zich uit te staren, een enkeling knikkebolde, een ander kon zijn commentaar niet voor zich houden houden, fluisterde het zachtjes in mijn oren.)

Neem de nieuw-testamentische vriendschap, waarvan het kenmerk trouw is, trouw niet omdat het is beloofd, maar bestaat als deugd. Enzovoorts, enzovoorts.
Inclusie en exclusie, daar zijn gelovigen in gepokt en gemazeld.
Was hij verbolgen dat ie niet op de foto had gemogen?

Ik had een vriendin, die werd mijn vrouw. 
Zij behoort tot mijn familie, is nog steeds mijn kameraad.
Bij de familieleden is niet altijd sprake van die combinatie.

Van familie kom je niet af, van vrienden wel. 
Niet uit ontrouw, maar omdat de wegen zich scheidden. 
De inspiratie te klein, de afstand te groot.

Bij familie is verwijdering doorgaans te weinig om elkaar te ontlopen.
Soms is daar een dodelijke mix van karakter en futiliteit voor nodig. 
Je ontloopt, maar de band blijft.

Bij vertrek gaf ik Abraham de hand, kuste Sarah. 
In plaats van  'Shalom' zei ik 'Tot een volgende keer'.