woensdag 24 juni 2015

Dinsdag 12.30 uur snuffeltijd

Mijn dag- week- en jaarritme heeft zich inmiddels uitgekristalliseerd tot een tamelijk rigide patroon. Zo staat in mijn agenda voor een jaar vooruit gepland dat dinsdag om 12.30 uur de gang naar de plaatselijke Kringloopwinkel zal worden gemaakt. Dit is het beste moment, zo heb ik in ervaring opgedaan, voor nieuwe vondsten in de boekenhoek.

De oude ietwat sjofele man, verantwoordelijk voor het vernieuwen van de voorraad verwacht en begroet dan zijn spiegelbeeld met de woorden 'ah, het is alweer dinsdag.' en wijst me op wat voor mij mogelijk interessant kan zijn.
Dat hij me inmiddels kent blijkt uit het gegeven dat ik meestal met een deel van zijn aanprijzingen de deur uitga.
Hij weet dat ik niet meer zo maal om fictie, zeker niet om detectives of thrillers, maar om klip en klaar antwoord te geven op de vraag wat ik zoek, daar zal hij en ik toch over na moeten denken.
Laat ik mijn buit van gisteren tonen om een beeld te geven waar ik voor een paar euro een verdere dinsdag en daarna kan genieten.



Bovenstaande twee foto's zijn genomen van twee willekeurige bladzijdes van een soort kasboek - hardcover, groen gemarmerd - vol met prachtige originele zwart/wit foto's van Nieuw Guinea. 
Mijn nieuwsgierigheid is direct gewekt. De prijs is gunstig. Bij nadere bestudering thuis kom ik erachter dat het een werkstuk is uit 1955 van R. Vermeulen, Truus Ambrosius, Lydie van Weering en Bert van Sitter met medewerking van J.A.J. Vermeulen. 
De tekst, in vier verschillende handschriften geschreven, is uiterst zakelijk. Nergens een verantwoording van deze keuze of verwijzing naar het kader van de opdracht. Nee, boem pats als een wikipedia-lemma avant-la-lettre wordt de informatie over de voormalige Nederlandse kolonie uitgestort.

Ik ben nieuwsgierig naar wat er niet staat. Bijvoorbeeld, Hoe is de relatie tussen de auteurs? 
De eerst genoemde  R. Vermeulen is de enige van de vier, die zijn voornaam niet geeft. Waarom? En welke relatie ligt er tussen hem de zijn medewerking verlenende naamgenoot J.A.J.?'
Uitgaande van 18 jarigen zijn de opstellers nu zo'n 80 jaar oud. 
Zijn ze nog in leven of is deze scriptie een deel van een nalatenschap?

De foto's zijn prachtig, vooral die van de poserende bewoners van Nieuw Guinea. Een hypothese: J.A.J., familielid van R. Vermeulen is missionaris en heeft zijn collectie geschonken aan zijn neef (?), die het groepje enthousiast maakte voor dit onderwerp. Zijn het hogere jaars van een middelbare school of studenten van een kweekschool of school voor journalistiek?

Het werkstuk eindigt met in potlood geschreven waardering. "Heb oprechte bewondering voor de wijze waarop jullie dit hebben aangepakt 10/10 " Staat 10/10 voor 10 oktober of voor een tien van de tien te vergeven punten?
Geen woord in de waardering over de prachtige foto's van heeroom.
Het waren andere tijden toen.

Googlen van de namen heeft me tot nu toe nog niets opgeleverd. Maar ik ga door ondanks de wetenschap dat ik meer vragen zal houden dan antwoorden krijgen.

Dan is de geschiedenis van het tweede boek dat de oude man me aanreikt eenvoudiger te ontsluiten.
Hoewel hij weet dat mijn liefde voor Americana beperkt is overhandigt hij me uit de serie The Elsevier citizen series The New York Citizen by Davis H. Beetle. Een heerlijk jaren vijftig uitgave (1955), het ruikt naar die jaren en de omslag is van Jo Spier. 
Ik raak pas echt geboeid door de opdrachten op het eerste blad.

De foto hierboven zal vanwege het kleine handschrift niet direct alle geheimen prijsgeven.
De aanhef: 'Goede Ton' slaat op Ton Brouwers. Bijna alle Americana, die in deze week bij de Kringloopwinkel is afgeleverd komt uit de nalatenschap van de oud-hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad, mister E.D,  die overigens al overleed in 1990 op 68 jarige leeftijd. 
Bij, zo valt in de verdere tekst uit 1978 te lezen, het jubileum van Ton als hoofdredacteur (Ton B zal 30 jaar hoofdredacteur zijn. In '78 wordt zijn 25 jarig jubileum gevierd) schenkt ene Louis Frequin hem dit in 1958 door de auteur gesigneerde boek. 
Frequin noemt Beetle een collega en heeft hem, zo valt in de tekst van '58 te lezen rondgeleid in Nijmegen.

Google is met deze gegevens een geweldige hulp bij nadere vragen.
Louis Frequin is de toenmalig hoofdredacteur van De Gelderlander. Ik bezoek :http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/3_Louis_Frequin, waar ik o.a. te weten kom dat hij de vader van Willibrord is, die dankzij vader medewerker van het t.v programma Brandpunt. Ik surf verder naar Beetle en verder.
Zonder een letter in het boek te hebben gelezen, bezorgt deze vondst me uren snuffelplezier.

Volgende week dinsdag 12.30 zal ik weer in de Kringloopwinkel te vinden zijn.




woensdag 17 juni 2015

Ochtendgang door Gaspeltuin

Poetin bestelt 40 kernraketten, een Grexit dreigt, Europa worstelt met het probleem van bootvluchtelingen.
Met deze krantenkoppen nog vers op mijn netvlies slenter ik op deze mooie lentedag de Gaspeltuin in.

Zoals elke ochtend start ik met het voederen van de beesten in de volgorde kippen, konijn en als laatste de vissen.
De windes, goudvissen en shibunkins voelen zich prettig en veilig onder de met stevig gaas overspannen vijver. Ze hebben elkaar lief en hebben zich vermenigvuldigd. Dat stelt me in de toekomst voor een probleem, geen krantenkopprobleem, meer een kwestie, maar toch...
De kwestie is dat ik enkele jaren geleden bij de komst van het eerste kleinkind over de vijver kindveilig gaaspanelen heb gelegd, die nu, nu ze alle vijf  kleinkinderen meer zwemdiploma's hebben dan hun ouders overbodig zijn geraakt.
Maar.
De vissen zijn in de afgelopen jaren hun angst voor reiger, kat en kraai kwijtgeraakt. Als ze een wezen aan de rand van de vijver ontwaren dan menen ze gevoerd te worden en schieten ze naar het oppervlak, waar ze, dan onbeschermd door het gaas, een makkelijke prooi zijn voor welke belager dan ook.



Dus doe ik niets. Laat de panelen liggen. De natuur gaat zijn gang. Ik ben een wezenlijk onderdeel van de natuur in dit biotoop.
Op het talud dat de zuidzijde van de vijver omzoomd staat de campenule in volle bloei. Het meisje draagt sinds vorige week een blauw jasje en kapje.
Het toeziend meisje heet voortaan Blauwkapje.


Ik slenter verder de Gaspeltuin door en ontdek nieuwe schoonheid als gevolg van lente-explosie. De pioenroos bloeit dit jaar iets later, omdat hij in de afgelopen herfst naar een andere betere plek in de tuin verplaatst is. Een succesvolle tuinvluchteling.


Het wereldnieuws verlaat langzaamaan mijn hoofd, dat zich vult met kleine gedachten. 
De wandeling door de slentertuin eindigt bij het hoekje met de aronskelken, waar alle koppen uiteindelijk samenkomen. 


woensdag 10 juni 2015

Nieuwe opmaak

Op woensdag 20 juni 2007 schreef ik via de blog Gaspeltuin44 mijn eerste blogtekst. Wekelijks, meestal op woensdag,  publiceerde ik een tekst.
De teller staat inmiddels op 442 berichten; het aantal pageviews bedraagt 23.939.
Vaak werden bij de columns foto's geplakt.
Na acht jaren in de standaardopmaak te hebben gepubliceerd, zal ik in dit negende jaar in een andere opmaak publiceren.
De donkere achtergrond laat foto's beter uitkomen. Hoop ik...


De betonnen haan, één van de betonnen tuinbeelden, die ik deze week beschilderde.

Het beschilderen is een gevolg van het verjaardagsgeschenk van de kinderen, n.l. een kleurrijke metalen haan, die me op het idee bracht de saaie grijze betonnen tuinbeelden van kleur te voorzien.

Mijn verjaardagsfeest met de (klein-)kinderen begon met een uitgebreide lunch.





Daarna voerden de kleinkinderen een toneelspel op, waarvoor ze diep in de verkleedkist waren gedoken. Oma moest ook meedoen in haar favoriete rol als heks.



Thijn was cowboy. 


En toen moest opa het ontgelden. 'Kun jij nog kruiwagen zijn met Thijn op je rug?'


Nauwelijks, maar opa is alweer een jaartje ouder.

woensdag 3 juni 2015

69

Nee, nee, dit gaat niet over liefdesacrobatiek, integendeel, deze tekst gaat over mijn jarenlang verval met goede moed.
Soisante-neuf, mijn leeftijd over enkele dagen, 69 jaar op deze aardkloot met als resultaat:


Door de belichting laag te houden zijn de levervlekken nauwelijks zichtbaar.

Ik lijd vooralsnog niet aan het zgn. Pinokkio-fenomeen waar de meeste 50-plussers last van schijnen te hebben: de leeftijd die zij zichzelf toedichten is veel lager dan de kalenderleeftijd aangeeft.

Ik word 69 en ga goed gemutst op weg naar de 70. 
5 juni wordt weer een mijlpaal bereikt: 69. Op die dag kijk ik met genoegen terug op mijn leven en eerlijk is eerlijk, ik hoop er nog een aantal jaren aan vast te plakken. Het leven bevalt me, mijn beperkingen zijn gering mede dankzij een ruime dosis medicatie

In 'Jong blijven & oud worden' van de hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert staan een vijftal spelregels:

1. Blijf spelen. 
Dankzij mijn vijf kleinkinderen is dat gegarandeerd.

2. Stop met multitasken - te belastend voor het ouder wordende brein. 
Het is de vraag of ik  ooit heb kunnen mulitasken. Het was eerder zo, dat ik vrij snel in taken kon schakelen. Nu leg ik me nauwelijks meer taken op. Ik loop mijn brein achterna, die me influistert wat me te doen staat.

3. Voeg tijd toe aan je dag. 
De Britse epidemioloog Spiegelhalter  geeft tal van levenstijlveranderingen vertaalt  in winst die we dezelfde dag al kunnen bij- of afschrijven.  20 sigaretten per dag: elke dag vijf uur korter; vijf stuks groenten en fruit, twee uur langer. 
Het probleem bij roken en drank is dat de gebruiker tegenover die kwantiteitsgegevens de kwaliteit van leven inbrengt.
Hoe leuk is mijn leven zonder drank?

4.Ga in fases met pensioen.
Onderschrijf ik, maar die raad komt voor mij te laat. Mijn grootste probleem bij mijn abrupte overgang was niet zozeer een ongezondere leefstijl, maar een gevoel van verminderde zingeving.en het verlies van sociale contacten.

5. Stop met je verjaardag te vieren.
De stress en de te grote hoeveelheid drank vormen een risico. Vanaf het 60 e levensjaar sterven 15% meer op de geboortedag.
Ik vier mijn verjaardag (zie mijn blog van vorig jaar: 'Wat doe je op je verjaardag?') in de zin dat ik blij ben met mijn leven.  Als verwanten mij die dag het leven wensen voel ik me gelukkig. 
Ik probeer op die dag de neiging te onderdrukken te denken 'weer dichter bij de dood'. 

Dat doe ik de andere 364 dagen wel.
(En ik zal die dag niet meer drinken dan anders. Meer drank komt de kwaliteit van mijn verjaardag niet ten goede.)

P.S.
Het woordje ik komt in de tekst hierboven 14 maal voor. Dat is vrij normaal voor 60-plussers, die over hun a.s. verjaardag schrijven. Deze egomanie is vrij onschuldig en heeft nauwelijks invloed op de levensduur..