dinsdag 26 januari 2010

Als je toch eenmaal bezig bent, dan...


Het is in de zomer van 2009 begonnen toen we in het huis van mijn zus Anke en zwager Clemens logeerden.
Het was een mooie avond, we zaten onder het overdekte terras, wat wilden we nog meer...
"Zo'n overkapping", verzuchtte Riny, "zou bij ons niet misstaan."

We hadden weer eens de voor- en nadelen van een tweede huis verkend en waren tot de slotsom gekomen dat het hebben van familie en vrienden met een tweede huis, of in het geval van Anke en Clemens in het bezit van een schitterend (eerste) huis (aan zee), met een verlangen om elders vakantie te vieren voor ons de ideale formule is. Als je het een beetje handig inkleedde vond men housekeeping de oplossing om have en goed op orde te houden.
Dus genoten we onder hun overdekte terras, hoorden de zee in de verte ruisen en hadden zojuist de bewoners van het huis, op doorreis in Italië, telefonisch gerustgesteld dat de tuin er perfect bijlag dankzij onze goede zorgen.
Niet wetend dat...
"Zo'n overkapping is nogal een investering", wierp ik tegen.
"Maar we sparen vakanties uit en een tweede huis hoeft toch eigenlijk niet meer zo..."

Zo is het begonnen.
Wij gaan nu een overdekt terras bouwen.
Zo een als Anke en Clemens.

"Als je toch eenmaal bezig gaat om de boel aan te pakken, dan..."
Juist.
Dan past de pergola niet meer zo. Te hokkerig.
En de gemetselde bloembakken met BBQ liggen uit het lood.
De hortensia's benemen trouwens het uitzicht op de tuin.
De regeninstallatie moet worden aangepast evenals de electriciteit.
Enzovoorts. Enzovoorts.

Na carnaval komen de bouwvakkers, maar ik jaag eerst in een moordend schema de "als we toch eenmaal bezig zijn..." verlangens na.
Pergola weg, hortensia's verwijderd, BBQ altaar, ooit door ene Gerrit gemetseld als rouwverwerking, kapotgebikt.
Elf kuub stenen houden we over, acht kuub zand moet worden verwijderd...

Als ik straks in het voorjaar onder ons overdekte terras zit, wil ik het niet meer horen "Nu je toch eenmaal bezig bent...."
De prijs van housekeeping zal ik nog maanden in mijn leden voelen.

dinsdag 19 januari 2010

NOA lijnen




Ik had me lijdend aan de gevolgen van pensioen en kooklust gestort op de verkenning van de drie groten op afvalgebied, de SAM, het Sonja B., Atkins en Montignac lijnen.
Bij alle drie gold dat ik met het laten meer moeite had dan het mogen.
Middenin mijn keuzeproces overviel me een kans.
Een kans bij nader inzien.

Thomas en Femke hadden in verband met de nakende verhuizing behoefte aan hands free, dus logeerden Luca en Noa afgelopen weekend in Valkenswaard. Nu weet ik uit vorige ervaringen dat zo'n logeerpartij minstens evenveel aan verbranding kost dan ik aan aan energiebronnen naar binnen werk.
Zo ook afgelopen weekend.
Wil ik bijv Luca poserend op de salontafel fotograferen met catcherhelm ("Voor David" had hij mij gevraagd), zie ik tot mijn grote schrik door de lens dat Noa ook op de tafel opkruipt. "Noa", gil ik bijtijds en de grote onschuld staat enige seconden later verbaasd in de lens te staren...
's Nachts viert ze haar feestje. Roept van elf tot een op sirenekracht om een "mamma", een woord dat ze als aanroep gebruikt voor iedereen die ze aardig vindt. Na zovele vergeefse bezweringen leg ik haar ten lange leste in het "grote" bed en kruip naast haar.
Ze valt stil maar niet in slaap.
Ik zie de halve nacht door mijn oogharen haar rattenoogjes naar mij staren. "Slapen lieverd", mompel ik gebroken en krijg als antwoord haar speen in mijn mond geduwd.
Om half vijf roept zij nog eenmaal luidt haar "mamma", waarop Luca, gewapend met zaklamp aan het bed verschijnt.
"Noa moet in haar eigen bed", klinkt zijn advies.
Als ik deze raad heb opgevolgd - en de queen reageert daarop in volstrekte gelatenheid - gebiedt hij mij naar zijn slaapvertrek.
En, ik moet het toegeven, als hij zijn lijfje tegen me aanvleidt, val ik als een blok in slaap. Even later hoor ik Riny zuchtend op "mamma" naar Noa sluipen.
Wij doen alsof we van de prins geen kwaad weten en slapen de tuk der gelukzaligen tot acht uur in de morgen totdat er schel in onze oren wederom het "mamma" klinkt.

Het kan niet anders dan dat ik afgevallen ben, zeg ik, als 'Amsterdam' vertokken is, tegen Riny.
Jawel hoor méér dan dertig kilo eraf!!
Als dat bij Riny ook het geval is, vervang ik voor de zekerheid de batterijen.

Dan ontvouwt zich de werkelijkheid: drie ons in twee dagen, toch ook geen slecht resultaat.
Het NOA effect.
Ik wens oma Anneke en opa Frits het komende weekend eenzelfde resultaat.

dinsdag 12 januari 2010

Ken Uzelve

Net nu ik er een klein beetje vanaf raak overvalt me een nieuwe vorm van empathie. Ik bedoel dat ik de laatste tijd minder last heb van ziektes en kwaaltjes die ik voorheen prompt voelde nadat die bij een mij naaste was vastgesteld. Nu neemt een nieuwe vorm van angst bezit van me zodra iemand die ik ken door een aanval op 's mensens fysieke kwetsbaarheid te grazen wordt genomen.

De angst voor de gevolgen.

Ik heb altijd rekening gehouden met een plotseling heengaan als gevolg van een verkeersongeval, hartstilstand of moord, dus ervoor gezorgd dat alles wat ik achterlaat wanneer ik de deur uitga er overzichtelijk en netjes uitziet.
Verzamelaar van alles weet ik dat ik nabestaanden met een enorme hoeveelheid geordende sporen achterlaat. Het is aan hen om die resoluut weg te kieperen of nauwgezet door te spitten op ongekende zijden van cornelus creemers.
Het zal mij dan een zorg zijn.

Naast de tientallen dagboeken bewaar ik sinds mijn puberteit alles wat ik in een kalenderjaar op mijn pad tegenkom en stop dat in mijn zogenaamde jaarmappen, kartonnen archiefdozen, netjes genummerd en op jaartal weggezet.

Na ´Bert´, het cva bij mijn oudste broer, overvalt me de angst om iets te krijgen waardoor ik, wat ik wil, niet meer kan. Tot nu toe heb ik gedacht dat er een dag zou kunnen komen waarop ik, nog steeds, mezelf van ongewenste sporen kan ontdoen. Maar stel dat ik moet toezien hoe anderen mijn historie ontleden, terwijl ik daar bijzit en slechts kan ondergaan.
Ik moet er niet aan denken.
Dus heb ik me vanuit deze nieuwe vorm van inlevingsvermogen voorgenomen al mijn sporen na te lopen om te oordelen of ik me zo wil laten kennen.
Elke week een jaarmap en 2010 is voorbij.
Ik ga ervoor.

Deze week gestart met jaarmap I 1962/1968.
Onthutsend.
Was IK dat, ben ik dat geweest, die lyrisch imitatie Lodeizen? Waren die brieven aan mij gericht met de aanhef "hufter", de smeekbedes om te spreken en niet te zwijgen, advies hoe met puisten om te gaan?
Ik heb alvast devolgende map gegrepen, die van 1969...Hetzelfde laken een pak.
Met die oude foto's kan ik leven. Het snorretje dat een snor wordt. Maar die aan papier toevertrouwde gedachten, mijn geloof in de revolutie, mijn hunkering naar de Liefde, en vervolgens de angst voor binding, resulterend in modieuze vrouwenhaat. Ik schiet heimelijk in de lach. "Maar jongen toch" mompelde ik meer dan eens in mezelve.

Wie ben ik? is een vraag die me mijn leven achtervolgt, mijn levenlange opdracht is die ik te leren kennen. Nu houdt me vooral bezig wat ik van mijn ik wil laten zien.

Ik beken: van die eerste map heb ik van de historsche ik het merendeel de kachel ingegooid.

(Bovenstaande overlezend vraag ik me of hoe een empathische 100 jarige cornelus creemers deze blog zal lezen. Zal hij alles selecteren en dan resoluut de deleteknop indrukken? God weet.)

dinsdag 5 januari 2010

2010?



Nee, ze hadden geen voornemens, wensen noch doelen, ze waren contente mensen, een tikkeltje zelfingenomen, zo leek het.
Er hoefde aan hun leven niets te veranderen. Veranderen was voor de dommen en armlastigen, zo leek het.

Na het aftellen van het oude jaar zijn we gewoontegetrouw de straat opgelopen, waar 22% bezig is 6 miljoen aan vuurwerk af te steken.
De hartelijkheid van de buurt is door alcohol en verwachting nog groter dan anders.
Of we meegaan om wat te drinken?
Binnen doe ik mijn wensen-doelen-onderzoek, wat moet je anders met die door de buurman genode voor mij onbekende gasten?
Het lijkt erop alsof ze als aanloop naar het nieuwe jaar niet alleen diep in het glas, doch ook een soort gemeenschappelijk standpunt hebben afgesproken: geen voornemens, wensen noch doelen.
"En jij?", luidt op den duur de te verwachte wedervraag.
Ik maak oudjaarsdag al jaren mijn doelenlijstje op voor het komende jaar. Tevens evalueer ik de resultaten van het oude. Ik heb inmiddels de vaardigheid ontwikkeld om mijn wensen en doelen realistisch en haalbaar te formuleren.
Voor 2009 constateer ik met genoegen dat veel gerealiseerd is. Uit de categorie wensen: ik ben opa van het vierde kleinkind geworden: Phiene en heb een jaar niet meer in loondienst gewerkt. De doelen, veel reizen en leren koken, heb ik gerealiseerd.
Voor 2010 formuleer ik als wens dat Thomas en Femke een woning naar hun hart zullen vinden, Karlijn weer werk (buitenshuis) en David zijn osteopatiepraktijk verder kan uitbouwen.
Elk jaar staat de voor de gezondheidszorginstellingen weinig aantrekkelijke wens dat iedereen, tenminste al mijn dierbaren gezond mogen blijven.
Als doelen voor 2010 staan bijvoorbeeld: realiseren van een overdekt terras en het leren wijn maken.

Ik ben niet zo benauwd voor bekentenissen. Dat er nog heel wat te halen valt betekent niet dat ik onder geestelijke of materiële armoede lijdt.
De twee in rokkostuum gestoken heren honen om mijn doelen.
Zij hebben alles wat ze zich kunnen wensen en van doelen word je moe.
"Heb jullie dan toch een wens dat het komende jaar zo blijft?" probeer ik slimmetjes. Maar de lallers trappen er niet in, één grijpt een/zijn(?) vrouw bij haar achterste. "Gewoon genieten, jongen, genieten...", meen ik te verstaan.

Dan de uitleg bij de bijgevoegde foto's.
De volgende dag trof ik in onze besneeuwde moestuin een afgedwaalde vuurpijl aan. Ik heb er als herinnering aan de nacht twee overgeschoten oliebollen bijgelegd.