woensdag 26 augustus 2009

Rijk in komkommertijd

Ik beken op voorhand.
We hebben in augustus een staatslot gekocht.
Een heel lot, want we wilden de hele jackpot.
De tijd die ligt tussen de aanschaf van het lot en de trekking wordt doorgaans gebruikt om te dromen.
'Wat te doen met de poen?'
Op feestjes en partijen worden de gespreksthema's voetbal, weer en verkeer tijdelijk uitgebreid met deze vraag. Het het is sociaal wenselijk om dan bij voorbaat gul te geven. Kinderen en goede doelen zijn de gelukkigen. Zelf...? "Och we zijn gelukkig en hoe vaak zijn winnaars niet ongelukkiger geworden...?"

Kwam het door de vele ve-tsin die de afhaalchinees had gebruikt dat ik 's nachts de slaap niet kon pakken, dat ik klaarwakker beneden de tuin instaarde en bedacht 'Als ik mijn kinderen al die miljoenen schenk, dan worden mijn kleinkinderen gekidnapt...de ouders gechanteerd...'?
Ik nam een glaasje wijn om de angst weg te spoelen.
Ik zou, zo bedacht ik, een zwijgplicht aan mijn gulle gaven koppelen, voorwaarden stellen opdat de rijkdom niet opzichtig zichtbaar zou worden. Gewoon in dezelfde straat blijven wonen, geen nieuwe auto, kleren, niet meer of andere reizen...
Dan maar liever geen jackpot, een kleiner prijsje misschien? Een bonusje onder de Balkenende norm?
Of zoals de groten der aarde de prijs weigeren in ontvangst te nemen. Dat mag, nee moet bekend worden gemaakt.

Aan de dromen en nachtmerries kwam bij de trekking vanzelf een einde. Niets gewonnen. De prijs van het lot verloren voor het goede doel en de organisatiekosten.

Op de winnaar na is Nederland komkommertijd boos. Over de eenvijfde jackpotuitkering en over het salaris van de directeur van de organisatie.
In Italië schreeuwt men om de identiteit van de winnaar van de mega-mega pot...

Nu staan we weer voor het dilemma.
Kopen we een lot of gaan we lekker slapen?

donderdag 20 augustus 2009

Fermer l'écurie

Broer Piet belt in de vroege zondagochtend.
Op Teletekst heeft hij gelezen dat in de Ardèche een nederlandse man van vijftig jaar bij een riviertje door een neervallend rotsblok is gedood. Zijn dochtertje van acht jaar verkeert in levensgevaar. De rest van het gezin was getuige.
Toen Piet en zijn vrouw Wil dit bericht lazen dachten ze onmiddellijk aan onze broer Jacques. Die is weliswaar ruim in de vijftig, maar oogt jonger en hij heeft een dochtertje van genoemde leeftijd.
Of ik hem het telefoonnummer van Jacques kon geven.
Ik noemde de cijfers van zijn 06 en zei te verwachten dat hij hem aan de telefoon zou krijgen, zittend aan zijn zwembad.
Niets is zeker, achter de waarheid moet je aan.

Een uur later belt Piet terug.
"Nee, het is Jacques niet."
Nog voordat ik 'mooi' had gezegd vertrouwde hij me toe dat hij wist wie wél getroffen was:
De schoonzoon van Frank B., de stiefbroer van onze zwager Clemens en schoonzus Leonie.
(Lees deze zin nog maar eens rustig over, pak een pen en papier en teken de relaties uit.)
Ik: "Wat een toeval."
Hij: "Ik ben er kapot van!"
Onze reacties komen voort uit relatie(-gevoel).

Het is een drama, dat je intensiever volgt vanwege beleefde of gevoelde relatie.

Na een eerste bericht in de media, lees ik enkele dagen later een piepklein berichtje. De Franse regering zet het gebied af en onderzoekt of er nog meer rotsblokken los kunnen raken.
De uitdrukking "Als het kalf verdronken is..." is in het Frans dan ook "Après la mort le médicin fermer l'écurie quand les chevaux se sont échappés."
Sluiten of dempen het is om het even.
Levens zijn ontwricht, of je ze kent of niet.

Begin september verblijven wij in de Ardèche, in het huis van Jacques (zie hierboven).
Piet en Wil, door ons daartoe geïnviteerd, gaan overigens niet mee.

dinsdag 11 augustus 2009

Gered door gekakel

Afgelopen zondag.
Om iets over negenen meldt zich ons logéetje Zoë.
Wij lagen vanuit gewoonte al vanaf zevenen klaar om bij de eerste roep om opa of oma naar haar slaapkamer te snellen.
Verlegen blikt zij ons aan.
Wij tappen, ervaren als we zijn, uit verschillende vaatjes om haar snel weer in herinnering te brengen dat ze zich geen zorgen hoeft te maken, dat ze in goede handen is, dat we het beste met haar voor hebben.
Ik wijs naar Riny en bevestig glimlachend: "Daar is oma". Riny reageert onmiddellijk professioneel volledig op mij ingespeeld met: "Dat weet Zoë heus wel, opa!"
Zij kijkt ons stilzwijgend aan.
Wat nu?
Ik neem haar knuffel Okke uit haar bedje en speel er piepekoek mee, iets wat haar gisterenavond succesvol afleidde van een opkomend gevoel van heimwee.
Ze staart ons aan met een blik, die ons naar onszelf doet kijken. Twee oudere volwassen entertainers, die hun uiterste best doen, maar nog niet de klik met het publiek hebben weten te vinden.
Dan pas ik een oude, veel gebruikte truuk toe.
Met mijn vinger in de lucht vraag ik om stilte.
St...Ik heb iets gehoord.
Luister maar...
En wat een toeval...Een kip begint luidkeels te kakelen. Overdreven zelfs al heeft ze een dubbeldooier geproduceerd.
Maar het komt ons nu buitengewoon goed uit.
Zoë reikt bevallig haar armen, een teken dat er vervoerd kan worden. Zij slaat haar armen stevig om mijn nek, legt haar wang tegen de mijne, onderwijl zeggend: "Naar kip toktok kijken...,kop". 'Kop' is, zo hebben we geleerd een samentrekking van 'kom op' , in de betekenis 'maak voort'.
Dat 'kop' heeft ze overigens zondag gewijzigd in "Kom op opa cq. oma".
Ze heeft in twee dagen een metamorfose ondergaan van een verlegen verleidelijkheid naar een manipulerende bevalligheid.
Een echt meisje?

Als papa David haar ophaalt vragen we beiden of ze gauw weer eens komt logeren en met haar duimpje in haar mond meen ik dat ze welgevallig knikte.

dinsdag 4 augustus 2009

"Oma,oma"













Voor bezoekers van de blogs van Zoë en Phiene zijn bijgaande foto's bekend. Nauwelijks was het gezin namelijk zaterdagavond na een zeer genoeglijke barbeque alhier huiswaarts vertrokken of deze foto's stonden op hun beider blogs. Hoe was dat mogelijk?
Ik had deze selectie afgedrukt en hen meegegeven niet wetend dat ze thuis onmiddellijk gingen scannen en opa, die meestal dinsdagavond schrijft, vóór waren .
Ik stond in dubio: toch publiceren of niet.
Ervoor gekozen om het dus te doen.
Dubbel-bezoekers kunnen de verschillen zien. Ik wijs ze bijv op een klein wit vlekje op de kusfoto in Riny's haar, veroorzaakt door mijn ongeduld. Ik griste deze prent nog nat uit de printer en beschadigde hem.
(Voor de puzzelaars: er is nog een beschadigde foto gescand. Laat het me weten en U ontvangt die foto in een goede afdruk.)
Zoals gezegd het was een zeer genoeglijke en ook gedenkwaardige avond. We hebben een tweede kleinkind dat ons gericht aanspreekt. Zo vaak Luca de eerste keer "Opa" zei, zo vaak werd Riny zaterdagavond met "Oma" aangesproken.
Dat moet met een ijsco worden beloond hebben we van Pavlow geleerd.