woensdag 28 januari 2015

Samen in Gasselternijveen

Gasselternijveen is een plaats in noordoost Drenthe, waar huize Ter Gast ligt, een geweldig onderkomen om met 17 personen een familiebijeenkomst te houden.
Wij zijn al jaren het niveau jeugdherberg voorbij. Oud en stijf kruipen we niet meer in een stapelbed en prefereren een eigen toilet en doucheruimte. Huize Ter Gast heeft bovenop die eisen ook nog een binnenzwembad, een jacuzzi en een sauna, faciliteiten waar in zo'n weekend overigens slechts mondjesmaat van gebruik wordt gemaakt. Het gaat uiteindelijk om het samenzijn, dat vooral gekenmerkt wordt door een eindeloos met elkaar te praten over de grote ruimte die achter ons ligt en de steeds kleiner wordende tijd die voor ons ligt.

Het programma was licht en luchtig. Sinds jaren weer eens een weekend in een huis in plaats van een hotel, hetgeen voorwaarden stelt aan de keuken. Ook hierin stelt Ter Gast niet teleur. Het heeft een ruime keuken, een grote eetkamer en een zitkamer en suite. Verderop in deze voormalige burgemeesterswoning is een speelkamer gecreëerd, waar we nog minder van gebruik maakten dan van de wellness mogelijkheden.

Het besef van vergankelijkheid vraagt om een groepsfoto, die dit jaar voor het huis werd genomen even voordat we met auto's richting Groningen vertrokken waar ons een rondleiding door het Groninger Museum wachtte.

Tenminste vijf  personen hierboven hebben als gevolg van een gehele nacht doorzakken nauwelijks geslapen. Kunt U ze vinden?

De zaterdagavond is in de vijfentwintigjarige traditie van het familieweekend een moment waarin onze familie met haar geschiedenis centraal wordt gesteld. Dit jaar maakten we op basis van de laatste stamboom- en geschiedenisgegevens een aanzet voor een ontwerp van een familiewapen. In drie groepen werden ideeën naar voren gebracht, die voldoende munitie leverden voor een definitief ontwerp. De verschijningsdatum hiervoor zetten we op januari 2016.
De tweede activiteit was het ordenen van 68 foto's van de woonomstandigheden van de 17 oudste 2 kinderen van elk van ons.
De neven en nichten waren gevraagd om in hun foto's hints en tekens te verbergen. Met loupe en een lijst met cryptische verwijzingen werd gezwoegd en gesteund. Na een uur hadden vier van de zes groepen zeventien nagenoeg foutloze setjes. Doorzettingsvermogen en wilskracht is nog alom aanwezig!     
 
Deze blog pretendeert geen volledig verslag te doen. Echter een aantal feiten mogen niet onvermeld blijven: De organisatiegroep heeft het prima gedaan, een hoogtepunt van hun goede zorgen was het zaterdagavonddiner.
De André/Agnes Award reikte de winnaar van vorig jaar, Frank, uit aan Bert en Winnie. Het was al laat  op de avond en het was erg rumoerig, waardoor ik niet goed heb meegekregen voor welke verdiensten. Het was geloof ik omdat ze er altijd bij zijn.
Maar misschien ook nog om iets anders,
 
Ik zal maar eens bij  Schoonenberg binnenlopen. 


woensdag 21 januari 2015

Kunst verandert/d

Sinds jaar en dag staat in de zuidwest hoek van de Gaspeltuin een beeld dat we "Potloden' noemen.

Het bestaat uit een aantal in verschillende kleuren samengebonden paaltjes.
Een enkele keer heeft het me troost geboden als ik weer eens worstelde met de zovele neuzen/zovele gedachten kwestie.
Want diversiteit is mooi, soms snak je naar uniformiteit. (Sinds mijn kinderen de deur uit zijn en ik gestopt ben met managen is dat verlangen aan het slinken.)
Maar laat ik niet uitweiden. Dat beeld dus, 'Potloden'


dat roept sinds kort een andere betekenis op.
Het touw dat het geheel bijeen houdt intrigeert me in hoge mate.

Bij het maaien stond het beeld wel eens in de weg. Je maait namelijk het gemakkelijkst in rechte banen.
Dan overwoog ik om Potloden te verplaatsen of zelfs te ontmantelen.

Mijn blik is veranderd.
Potloden verandert in Charlie.
Opdat we nooit vergeten.

woensdag 14 januari 2015

Zelfcensuur

Wat er gezegd werd na de moord op Charlie Hebdo.

Dat angst niet mag leiden tot zelfcensuur (Rutte)
Dat als het je hier in het Westen niet bevalt met de vrijheid van meningsuiting, dan rot je maar op (Aboutaleb)
Dat angst ons niet uiteen mag drijven (van der Laan)

Ook niet-leiders, zoals de journaliste, moslima en tafeldame van DWDD Fidan Ekiz,  lieten zich niet onbetuigd en spraken.
Dat zij (de Moslims) de daad moeten veroordelen, die uit naam van hun godsdienst werd gepleegd.

Goden daarentegen hielden hun mond.
Het was Charlie Hebdo zelf die de profeet het woord gaf.
Dat het vergeven was.

En van de dode terroristen werd niets meer vernomen.
Ze hadden niets gezegd, niet...
   Dat er helemaal geen maagden hen hadden opgewacht.
   Dat er niets was noch voor hen noch voor de slachtoffers.
   Dat hun geloof hen vals houvast had gegeven bij de angst, de angst...
   Dat het leven alles is en daarbuiten een allesomvattend niets.
   Dat de opium hun geest verder had vertroebeld
   Dat hun vals verworven identiteit van Strijder, die het genadewoord niet hoort, de   menselijkheid had bezoedeld.

Wij zijn zolang we leven  nabestaanden, die lering trekken, die uiting geven aan hun woede, hun verdriet en hun angst.

Die Gedanken sind frei.
Na De Daad is er ook De Discussie: Zijn we absoluut vrij om aan alle vrije gedachten uiting te geven?

Voordat de uiting wordt vrijgegeven is er veel geschaafd, bijgesteld, hertekend en herschreven om vorm en inhoud maximaal te doen klinken. Deze zelfcensuur is ingegeven door eigen, voornamelijk esthetische waarden.
Bij het drukken op de Send-knop  de finale vraag. Is het waardevol om het de deur uit te doen?
De gedachte of de angst of er iemand mee gekwetst wordt kan nooit een reden zijn om het niet te uiten als jij het van waarde vindt.
De waarde gaat boven de terughoudendheid.
Maar ik denk en ben dus verantwoordelijk.
Als ik ervoor kies te schrijven "Cor Creemers is een ongelooflijk geborneerde, bekrompen, verwaande agnost en heeft bovendien een grote neus", ben ik verantwoordelijk voor die uitspraak.

Ik denk over de waarde van het publiceren van de zin hierboven na.
Ik word beschreven, beledigd, ben object van hoon en spot. Gedachten en emoties borrelen op.
Zoals. Zoals: De schrijver kent me niet, mag me niet, wil me beledigen, ergens heeft hij een beetje gelijk, maar moet dat openbaar worden gemaakt, wat is hij zelf wel niet etc. etc.
Ik zal... wellicht een repliek, met hetzelfde wapen, het woord?

Maar nooit, nooit zal ik hem iets aandoen.
C.C. elimineren omdat hij iets uitte, wat mij niet beviel?
Nee, dat doe ik mezelf niet aan.

woensdag 7 januari 2015

Charlie Hebdo

De discipline, die ik er al meer dan zeven jaar op nahoud om op dit adres slechts één column per week te posten, doorbreek ik vandaag.
Mijn vorige tekst 'Een stille Kerst' schreef ik vanochtend terwijl in Parijs een aanslag werd gepleegd op het satirische blad Charlie Hebdo.

Vanavond wijdde DWDD haar gehele uitzending aan deze verschrikkelijke gebeurtenis. Was de aanval op de Twin Towers een aanval op het kapitalistische hart van het Westen, dit is een aanslag op haar grootste goed, op de vrijheid, het democratische hart van de Westerse beschaving.

In de uitzending passeerden de namen van de doden, waaronder die van de oude cartoonist Wolinski.
Het was 1980, toen ik van een vriend Wolinski's album 'Weg met de jeugd' - ik werd immers 34 - kreeg waarmee ik me dagenlang geweldig amuseerde.
De tekeningen namen de adoratie voor de jeugd op de korrel, het feminisme en de seksuele vrijheid.

Alle ideologieën kenmerken zich door de allergie voor de ironie.
Dus 'werkten' die tekeningen.
In het album werd ook het Katholiscisme aangepakt. Dat vond ik toen de zwakste tekeningen. Waarom? Omdat ze wat gedateerd leken, niet werkten.
Een om zich heen schietende paus  en  een contradictie, een paus, die liefde afdwingt of er anders op los staat.
Nu is die laatste tekening zo afschuwelijk actueel. De paus staat voor elke ideologische gelovige. Vandaar dat ik deze hieronder weergeef.
Als eerbetoon aan Wolinski, aan zijn medeslachtoffers, aan de gehele vrije pers

 
in de hoop dat ooit eenzelfde tekening met een Imam gedateerd zal zijn.
 

Een stille Kerst


Toen we gisteren de kerstboom met bijbehoren opruimden viel het me op dat de stemming bij Riny somberder en bij mij juist opgewekter was dan tien dagen geleden, toen we in omgekeerde volgorde bezig waren geweest.
Ik wil graag uit een enkel voorval algemene conclusies trekken.

Zijn mensen qua kerstgedoe in te delen in vrolijke opzetters/sombere afbrekers en daarnaast sombere opzetters/vrolijke afbrekers?
Mij bekende mensen schoten door mijn hoofd.
Ja het klopte aardig.
Soms stuitte ik op een onduidelijker type, die het niet kon schelen of het nu donkerder of juist lichter zou worden, de gelijkmoedige, zal ik maar zeggen, die het leven neemt zoals het zich voordoet.
Ik maakte voor hen een derde categorie.
Ik deelde tijdens de onttakeling van de kunstboom mijn nieuwe theorie met mijn echtgenote me niet realiserend dat zij tot type 1 behoorde en dus nu in de depressieve fase van de kersttijd zat. En verder was ik me niet bewust van mijn manisch gemoed.
Ik ga niet uit de school klappen hoe de dialoog zich precies ontwikkelde, maar op het einde kon ik in mijn eentje de ballen inpakken.

Is dit belangwekkend genoeg om openbaar te maken?
Je begrijpt ik vraag me wat af in deze tijden.
Is het anders gezegd van belang dat men zich bewust wordt van het bestaan van de drie typen Kerst-vierders? 
Draagt dit inzicht bij tot harmonieuzer, vredelievender samenzijn?
Ja, mits het inzicht adequaat gebruikt wordt.
Verkeer je in de manische fase heb er dan begrip voor dat de ander wellicht juist depressief is.

Zo kan het in de toekomst een mooie stille Kerst worden.
 
Over 12 maanden gaan we als twee verschillende typen saamhorig aan de slag om dit te creëren om  het na tien dagen even stil en saamhorig aan de kant te doen.
Ziehier mijn goede voornemen voor dit jaar.

donderdag 1 januari 2015

Alweer iets geleerd

De volgende Kerst zouden we, zo was vorig jaar afgesproken, bij David en Karlijn vieren als ze een nieuw huis hadden betrokken.

Het format was beproefd: eerst cadeautjes daarna een diner. Gastheren hadden hier voorafgaand nog een kerstwandeling aan toegevoegd. En Riny had de speciale wens om na de wandeling een groepsfoto te maken.
 
(En naarmate we ouder worden nemen we onze kansen; nemen we het geluk mindfull.
Pas als het donker wordt, overvalt me de melancholie. De keerzijde van geluk. Hoe vaak nog?)
 
Het is nog licht als het eerste pakpapier in stukken wordt gescheurd. Soms zit er een gedicht of opdracht bij. Surpriseavond is twee weken opgeschoven.
Voor opa. Die vindt dat van 'huis uit' zo leuk. Hij is uren met de uitwerking van ideeën bezig.
En dit jaar zou het nu eens niet fout gaan.
 
Ik heb in mijn lange verleden over mezelf geleerd, dat ik ertoe neig de uitwerking erg ingewikkeld te maken. Hoe vaak ben ik niet opgesprongen om het gedicht zelf nog eens voor te dragen, om correcties aan te brengen in het spel dat ik uitgeschreven had, om een vergeten attribuut alsnog aan te brengen.
Nee, dit jaar zou het foutloos gaan.
David was het object.
Ik had een, misschien te uitgebreide,  instructie uitgeprint  in groot lettertype, de kinderen een rol gegeven om de aandacht van allen te vangen en ik was uitgegaan van de interesses van het object.
Het was allemaal goed doordacht. Nooit meer zou worden gezucht als mijn surprise aan de beurt was.
 
Korte schets van het spel.
David, verzot metaaldetectorzoeker, zou de vijf munten in zijn tuin opsporen. Het zou donker zijn. (Denk eraan om de surprise als laatste aan de orde te laten komen!) De kinderen zouden hem helpen door bij te schijnen met hun gekregen zaklampen. Daarna zou elk kind een kaart met de beeltenis van één van de munten krijgen. Elke kaart verwijst op de achterzijde naar een rol of hobby van David en onthulde tevens waar een daarbij behorend cadeau kon worden opgehaald. Met de gevonden munt kon hij de kaart - en daarmee een cadeau - verwerven.
Het kind kreeg de munt .
 
 
 


 
                                         Thijns belangstelling ligt vooral bij zijn zaklamp
 
Zoë met haar muntkaart
 
Waar gaat het fout?
Kan niet, zou je denken, zeker als je dat in 10 heldere stappen uitschrijft.
(Nu ik het hierboven heb uitgeschreven, denk ik dat het veel momenten in de gort had kunnen lopen.)
Maar het liep fout, goed fout. Bij het ruilen van munt tegen kaart, de cadeau-voucher.
 
Ik heb twee cruciale denkfouten gemaakt.
1. De kinderen willen allemaal de kaart houden. Die willen een cadeau. (Niet wetend dat het resp. een vogelhuisje, een zak haardhout, een in elkaar te zetten skelet, een kist om gevonden munten in op te bergen en een postcodeloterij-agenda betreft) 
2. David wil de zilveren munten houden. Een schatgraver geeft die niet weg. Zelfs niet aan zijn eigen kinderen.
 
Het spel liep voor de zoveelste maal in mijn carrière als spelletjesmaker compleet vast. Nooit heb ik zo moeten wheelen en dealen om het recht te breien. 
 
                                                    David: "Ik begrijp er echt geen jota van."
                                                        Munten houdt hij in zijn handen
 
 
wheelen en dealen
 
 
Evaluatie
 
Toen ik met David het een en ander nog eens naliep, vroeg ik hem wie de cadeaus en wie de munten na al die consternatie heeft.
"Ik, natuurlijk."
Misschien is hij slimmer dan ík  denk. 
 
 
(Met dank aan Thomas, die alles geduldig op de gevoelige plaat vastlegde.)