dinsdag 31 augustus 2010

Ik vertrek (mv.)

We vertrekken.
We zijn vertrokken.

Op het moment dat ik deze blog schrijf, zitten mijn jongste broer en zijn vrouw in het vliegtuig naar Canada om zich daar te vestigen.
Ze zijn geëmigreerd, heet dat dan.
Van stek, van vaderland gewisseld.

Elke tekst is verankerd in haar tijd.
Deze blog zou gisteren anders zijn, dan vandaag en weer anders dan morgen.
Gisteren zou ik aansluiten bij wat in het vrolijke emigratieboekje uit 2006 'Ik mis alleen de HEMA' onder het hoofdstuk 'De psychologie van het emigreren' staat: "Als je dan besloten hebt om je droom te realiseren, komt het moment dat je het aan familie en vrienden gaat vertellen. En die zullen niet altijd even blij zijn met je beslissing. Ze gaan je missen en vaak voelen ze zich in de steek gelaten."
Gisteren zou ik geschreven hebben over het al dan niet delen van de (weg naar de) droom. Over de psychologie van de jongste te zijn. Ja, het zou een beschouwing zijn, die verder niets met mij te maken leek te hebben.

Maar vandaag zal ik anders schrijven.

Vanmiddag op weg naar de supermarkt wordt het stuur van mijn auto naar hun dorp gedraaid.
Wil ik dit?
Ze staan voor het huis. Broer Maarten rijdt zojuist de caravan weg waarin ze hun laatste nachten hebben doorgebracht.
Zo luchtig mogelijk meld ik dat ik foto's kom nemen voor mijn blog.
Alsof ze me hebben opgewacht, zo gaan ze staan, vrolijk mijn snapshotcameraatje inkijkend, staande voor hun huurhuis, steun bij elkaar zoekend in deze hectische tijd. De garage even leeg als het huis. Hun oude hond Boes in de schaduw van de oprit.
"We staan op het punt om naar het graf van pappa en mamma te gaan. wil je mee?"
Ineens besef ik wie er aan mijn stuur heeft gezeten.

Onderweg praten ze alsof ze op vakantie gaan. Hoe het weer ginds is en de mensen.
Op mijn vraag of ze bij het graf in rust willen praten of mijmeren, zegt hij dat het hen altijd te doen is om het graf, hun allerlaatste huis, schoon te houden en of wij die taak voortaan op ons willen nemen.
Ik sta erbij en zie hun zorgzaamheid.

Als we nog even later bij het Kruidvat - het dorp heeft geen HEMA - de laatste boodschappen doen, wijst N. naar daar en ginds, dat dit hun laatste blik erop zal zijn.
Dan voel ik de behoefte als oudere broer de overbodige troost te spreken dat de overbruggingstijd van ginds naar hier evenveel telt als naar het tweede huis in Frankrijk van onze rijke broer. Ze lachen beiden opgelucht; ik loop wat krom en schaapachtig met hen mee. Deze rol wil ik eigenlijk niet. Zij jagen zelf hun dromen na.

Thuis gekomen weet ik even niet goed hoe ik verder moet.
Ik kijk in de spiegel en zie dat ik me nodig scheren moet.
Dan zet ik Bruce Springsteen op en door het huis galmt 'Working on a dream'.

En morgen?
Hoe zal ik morgen over mijn verre broer en zijn M. schrijven?
Ik weet het niet. Vandaag denk ik dat het dan over kosten en baten zal gaan, over dromen en realiteit, over aarden en geaardheid.
Maar misschien gaat het dan over de kansen en mogelijkheden van Canada, het meest gewilde emigratieland. Over globalisering in ons hart.
Leer ik tenslotte om vrede te hebben met hun keuze.

PS 1
Inmiddels zijn M. en N. uit Canada teruggekeerd.
Op 18 juli 2011 belandden ze, na hun namen op Google te hebben ingegeven, op deze blog.
Ik had hen gevraagd om foto's te mogen maken voor mijn blog, waarin toen werd toegestemd. (zie tekst boven)
Het adres van mijn blog moet hen bekend zijn.
Nu verzoekt mijn broer N. me via mail om de foto's te verwijderen.
Motief voor het verzoek ontbreekt in deze mail, maar het zou wel eens verwoord kunnen zijn met 'dat willen we/ wil ik gewoon niet (meer)'.

Dit verzoek stelt me voor een moreel dilemma.
Juridisch gezien lijkt het me dat tekst en foto's mij toebehoren.
Waarom zou ik hiervan afstand doen?
Ik heb geen spijt, wroeging noch schaamte over deze blog.
De tekst zou ik zeker niet verwijderen, noch daarin iets wijzigen.
Bij foto's twijfel ik. Er zijn mensen, die menen door hun afbeelding een deel van hun persoonlijkheid te verliezen, anderen menen dat afbeeldingen tekort doen aan de goddelijkheid van het wezen (islamieten).
Ik heb hier respect voor.
Ik zou natuurlijk N. alsnog naar zijn motief van het verwijderingsverzoek kunnen vragen.
Ik kies er echter voor om het dilemma op te lossen met het 'mogelijk' inhoudelijk vage motief.

Een verzoek van vriend of naaste hoeft niet altijd gemotiveerd te zijn om die in te willigen. Je begrijpt meestal onuitgesproken de reden. Bovendien staat, hoe het antwoord ook mogen luiden, de relatie op het spel.
Een verhouding schept altijd in vrijheid verplichting.
In dit geval staat het me vrij om in die overweging mijn keuze te maken: verwijderen of niet.
Ik kies voor verwijderen.
Ik kom in mijn motief voorlopig niet verder dan 'ik wil dat gewoon'.
Voor hen.

P.S 2
Voor lezers, die geconfronteerd met deze wijziging heb ik P.S.1 geschreven.

woensdag 25 augustus 2010

Toen was jij moeder...












Nu Thomas en Femke met kinderen hun paradijsje in Oisterwijk hebben betrokken, zijn wij een beetje benauwd dat hun bezoek sterk gereduceerd zal worden. Dat zal zeker voor bezoek-met-overnachting gelden.

Hoe ze te verleiden om opa/oma bezoek af te leggen?

Foto 1 en 2 tonen onze eerste verleidingstrucs; we bouwden een speelhuis en een Nijntje-zandbak in de buurt van het kippenhok, daar waar ze zich alleen voelen, maar waar wij vanuit de keuken hen voortdurend kunnen observeren.
De nichtjes Zoë en Phiene hadden dit plekje enige weken geleden al ingewijd. Zoë had mij met die typische kindervraag als vader genood: "Dan was jij vader en was Phiene ons kindje".
Zo hebben wij in hun huisje gezeten, ik een beetje dubbelgevouwen, met Zoë, mijn speelvrouwtje, vertederend naar ons kindje Phiene kijkend, dat steeds maar weer onze huizenluikjes open en dicht klapte.

Ook Luca spreekt de kindertaal van het rollenspel.
Het ligt wat moeilijker bij ons. "Toen was ik vader en jij was..." Hij kijkt me vorsend aan en probeert: "Moeder?" Ik opper dat zijn zusje beter moeder kan zijn en ik het kindje. Dat gaat hem echter te ver. Gedecideerd stelt hij vast dat Noa al het kindje was. Ik zucht: "Goed, dan was ik de moeder." En zo speel ik mijn moederrol, zoals het was in ons spel ergens in het hoekje van onze wereld.

Als het regent, gaat het gezin naar binnen, waar Riny en ik ons transformeren en ons op bekend terrein begeven: "Toen waren wij meester en juf" en geven hen een boek en puzzel.
Vol verve en plezier spelen ze het spel, dat over enige tijd hun werkelijkheid zal worden.
Als even later Thomas ze komt ophalen - de schilders zijn klaar met de benedenverdieping - willen ze een verlengde schooltijd, nog even in het huisje en willen zelfs blijven logeren.

Wij zijn tevreden.
Het is ons gelukt.

dinsdag 17 augustus 2010

Bruiloft en partij





We waren afgelopen vrijdag de dertiende uitgenodigd om de bruiloft van mijn nichtje te vieren.

Bruiloften zijn heden ten dagen uitgegroeid tot megafeesten. Het moet de mooiste dag van hun leven worden, een sprookje zal werkelijkheid worden. Zoals op een filmset werken velen voorafgaand en op de dag zelve op de achtergrond aan de realisatie om de bruid die dag een in het middelpunt staande stralende prinses te laten zijn, de bruidegom voor haar de gedroomde prins. Er wordt zelfs gebruik gemaakt van professionele wedding planners.
Niets is teveel.

Wij werden deelgenoot gemaakt van de volgende onderdelen: plechtigheid, receptie en feest.
Daarnaast bestond nog een voor de inner circle bedoeld diner, waarvoor in geval bij mijn nichtje toch ook nog een 46 personen werden genood.

Dat kost een hele duit, voorwaar. Er wordt jaren voor gespaard en even lang naar uitgezien.

Mijn evaluatie levert kort gezegd het volgende op. Zeker, het was een prachtig feest met de daarbij behorende ontroerende én uitbundige momenten. Mijn nichtje genoot op een zo aanstekelijke manier dat er alom vrolijkheid en blijdschap was.
Mijn schamele amateurkiekjes die ik naast al die ronddrentelende professionele fotografen vanaf de zijlijn met mijn snapshotje maakte getuige van die 'mooiste dag van het leven': de vader die de bruid naar de bruidegom brengt, de honderden geluksbalonnen die buiten het kerkje door alle aanwezigen de lucht in worden gelaten en 's avonds de stoet van de inner circle, die weldoorvoed over het strand huppelt, voorafgegaan door een drumband op weg naar het feest in een strandpaviljoen.

Hoe komt het toch dat ik bij zoveel liefs en moois, terzijde staande, soms in mijn cynische modus schiet? In mijn interne dialoog houd ik me voor dat mijn andere ik bij geboorte toch ook niet aan de dood placht te denken.
Maar toch...zo werpt mijn somberkant dan tegen, zoveel sprookjes die een zwarte afloop kennen.
Geniet nu toch, dwing ik me vervolgens forcerend op zijn Peter van Straatens, laat je gaan en stap gewoon mee in hun uitbundige sprookjeswereld.

Uiteindelijk is ook voor mij de dag van een onschatbare waarde geweest, een onvergetelijke vrijdag de dertiende. Dat komt door de ontmoetingen met vele feestgangers met als culminatie de herontmoeting met mijn ex-schoonzus.
Ex ja, die dertig jaar geleden van haar sprookjesdag genoot.
Nu woont ze sinds enkele jaren in de U.S.A. om een nieuw verhaal te schrijven.

woensdag 11 augustus 2010

Keie-uit??



x
x
x
x
x
x
x
x
x

(bij de foto's: Luca en Noa zondagmiddag jl. in het gekuiste huis, in Luca's kamer. "Opa Cor, ik kan heel blij-boos kijken." Tweede foto: Noa, de weekend sirene. Voor uitleg zie hieronder.)


Van donderdag tot zondag zouden ze komen logeren, zodat de ouders de handen vrij hadden om hun nieuwe woning na de intensieve verbouwing gereed te maken om er komende donderdag in te kunnen trekken.
Andere grootouders werden bij díe arbeid betrokken. Ieder aangesproken op hun sterke kanten. Oma Anneke is de Ajax van Oisterwijk, opa Frits goed in preciesiewerk en wij, tja wij komen uit het onderwijs en zijn dus sterk in kinderopvang. Ik heb daar zelfs ooit voor doorgestudeerd, pedagogiek, me bezig gehouden met hoe er her en der opgevoed wordt, hoe opgevoed kan worden, hoe het zou moeten en me vooral bezig gehouden wat opvoeden eigenlijk is en waarom pedagogiek zo nodig een eigenstandige sociale wetenschap is.
Theorie garandeert geen betere practicus, maar och, jaren voor de klas en twee koters helpen groot worden zijn mijn pedagogisch palmares. Ook Riny kan bogen op een goede leerschool.
Niets kon er mis gaan.

Onze kleindochter heeft echter zaterdagmiddag een enorme deuk aangebracht in ons pedagogisch zelfvertrouwen.
Na uit het middagslaapje te zijn gewekt - "niet langer dan twee uurtje laten slapen, anders sloopt ze ons 's nachts", was het dringende verzoek geweest - liep ze huilerig rond.
Ik ontdekte een flinke muggenbult op haar hand.
"Doet het daar pijn?", vroegen we in koor.
Harder huilen was het antwoord en tussen de snikken door een voor ons onbegrijpelijke boodschap, klinkend naar 'keie-uit'.
Haar broertje gaf ons advies: "Laat maar, het gaat vanzelf over"." Met daar onmiddellijk de vraag aan toevoegend of ik met hem wilde gaan legoën.

"Wat is keie? Doet keie pijn misschien? Waar, wat uit?"
De frustratie om ons niet te kunnen uitleggen wat ze van ons verlangde, groeide met de minuut. Huilen werd gillen, gillen ging over in kermen, ademnood dreigde.
Ik pakte haar op.
Speenvarkengeluid.
Capitulatie.
"Bel de ouders maar op."

Als Riny Femke aan de telefoon heeft vraag ik Noa of ze kippen wil kijken.
Een snik, een knik.
Vijf minuten later hangt ze kirrend in de schommel.
Ouders weer gebeld, dat ze kunnen doorpoetsen.

Was het frustratie, was het een reactie op onze overbezorgheid?
Noch Langeveld, Perquin, Strasser of een van die andere jaren geleden doorgeworstelde pedagogen geven enig antwoord.
Dat afleiden soms helpt weten we uit ervaring, maar die methodiek waren we even kwijt.

We hebben in schaamte afgesproken er verder met niemand over te praten, want je wil als grootouders toch de optimale kinderopvang zijn.

woensdag 4 augustus 2010

lubberen of komkommeren

Wat ik had willen schrijven.

Dat het volk niet alleen de regering krijgt die het verdient maar ook de informateur. Ik zou schrijven dat wij niet meer verdienen dan Ruud Lubbers, de man die gevraagd of ongevraagd zetjes van achteren geeft, soms ter hoogte van de bilnaad, bij mannen tofgozerig tussen de schouderbladen.
Zo helpt hij Witje Wilders bij de volgende verkiezing aan een nog groter verkiezingsuitslag door hem buiten/binnen de regering te houden. Voor alles wat verkeerd loopt in het a.s. rechtse minderheidskabinet is de PVV niet verantwoordelijk en alles wat goed uitvalt is te danken aan zijn instemmend gedogen.
Dat wordt stemmen tellen binnen nu en enkele maanden.

Ik houd van de woorden mededogen, van solidariteit, van inclusie. Dus stemde ik P vd A. Het had ook D 66 of groen Links kunnen zijn, maar ik koos strategisch voor Job als aartsvader in woelige tijden. Maar Job schijnt te weinig gehaaid te zijn, te weinig Maxims, een beetje een softie, een aarzelaar, die eerst denkt voordat hij iets zegt.

Sonore Opstelten gaat binnenkort formeren melden de journaals. O wat zullen veel Macchiavellanen hun zomerreisje afzeggen of bekorten.
Ik ben niet beschikbaar beste Ivo. Stel dat ik het zou kunnen, ik denk aan minister van volkstuinen of staatssecretaris van grootoudersschap dan zou ik me niet willen laten gedogen door die limburgse angsthaas en haatzaaier, op wiens schouderbladen de afdruk staat van Ruuds duwhandje.

Maar ik moet dat maar niet schrijven, wat helpt het allemaal?
Laat ik melden dat we maandag jl. golfden op de Eftelingbaan en dat ik, veelal met geluk, gemiddeld een boven par speelde. Dat geeft me een lekker gevoel te weten dat wie dit leest denkt 'potjedorie, die Cor dat is me er toch ene; heeft een tennisarm en speelt de sterren van de hemel...Die wordt nog eens genoemd als staatsecretaris van ouderensport.'
Laat ik schrijven over ons speelhuisje, dat ik vandaag naast het kippenhok en de zandbak heb gebouwd met voortdurend mijn kleinkinderen in gedachten.
Of over de geweldige leeservaring. die ik onderging bij Ron Rash'Serena (lezen, lezen!) of over...

In mijn hoofd is het is komkommertijd.
Het vraagt zich af: wat doet er eigenlijk toe?