donderdag 28 augustus 2014

Artsen zonder grenzen

Enige jaren geleden stonden er twee mooie jonge vrouwen aan onze deur. 'Mooi' niet zozeer op het eerste gezicht, maar als conclusie na een eerste contact.
Hun doel bleek donateurs te werven voor een goed doel: 'Artsen zonder Grenzen'. Na een inleiding over de organisatie zei de kleinste, dat ze niet wilde dat we donateur zouden worden vanwege hen. Ze had waarschijnlijk al gezien dat we overstag gingen vanwege hun mooie jeugdige ideologische praatje.
Ze draaide de rollen om en vroeg waarom we donateur zouden willen worden.
Veel verder dan een herhaling van hun argumenten kwamen we toen niet, maar desondanks mochten we maandelijks een bedrag van onze rekening laten afschrijven voor Artsen zonder grenzen.

In de VK van woensdag 27 aug. betoogt Kellie Liket n.a.v. de hype ALS ice bucket challenge, dat het beter is om te geven voor de verspreiding van malarianetten. Als onderzoekster naar goedendoelenorganisaties weet ze dat zo'n gift 500 maal meer effect heeft dan een donatie voor ALS-medicatie.
'Zijn dan niet alle doelen even belangrijk om aan te geven? De suggestie alleen al maakt veel gevers boos.' schrijft ze even verderop. Ze vergelijkt de impact op levensverlenging analoog aan het gezondheidszorgdebat over de betaalbaarheid van zorg bij het verstrekken van medicijnen. De waarde van verlenging van een mensenleven te kapitaliseren en daarmee vergelijkbaar te maken stuit op weerstand.
Je geeft om het ene leven meer dan het andere.

De grootste dreiging op dit moment zijn niet de conflicthaarden in het Oosten, maar de uitbraak van het Ebola virus in West Afrika. Daar werkt dag en nacht een leger van gezondheidswerkers. De verpleegkundige Ronald Kremer van Artsen zonder grenzen deed in de VK van 25 aug verslag in de vorm van dagboeknotities onder de titel  'Een concentratie van ellende'.

Misschien ga ik binnenkort van deur naar deur om donateurs voor Artsen zonder grenzen te werven.
Want voor frontsoldaat ben ik te laf.


woensdag 20 augustus 2014

Verhuizen

Toen het drietal maandagochtend met hun koffertjes voor onze deur stond, zeiden ze te weten dat ze dat ze voor het laatst in hun Eindhovense huis hadden geslapen. Nu kwamen ze voor één nachtje bij opa en oma slapen en dan zou het nieuwe huis in Waalre helemaal klaar zijn om hen onderdak te verlenen.
Terwijl de ouders kindloos aan de verhuizing (verder) werkten hadden wij twee dagen de gelegenheid om met Zoë, Phéliene en Thijn te praten over de verandering die verhuizing heet. De twee jongsten zagen enkel voordelen, ze somden op waarin ze erop vooruit gingen, een grote tuin om in te rennen, drie toiletten in plaats van één en de speeltuin 'De Klimbim' op loopafstand. Phéliene zou voortaan een eigen kamer hebben, maar een echte winst vond ze het niet. Samen met Zoë op één kamer was prima geweest.
Zoë had het besef, dat de verhuizing  verlies van haar vriendinnen zou betekenen. Soms gaf ze dat aspect de overhand, keek dan sip voor zich uit, misschien ook omdat wij haar dan zielig zouden vinden. Grootouders doen namelijk nog aardiger tegen kinderen die verdriet hebben.
Enkele weken geleden, net voor de aanvang van de vakantie, had ze een halve dag op haar nieuwe basisschool kunnen meelopen en had daar twee nieuwe vriendinnen gemaakt, zo had ze eerder verteld. Die informatie konden we inbrengen als de winst/verlies rekening naar het laatste door dreigde te slaan.
Dat ze dichter bij ons kwamen wonen maakte niet zoveel indruk, totdat ik inbracht dat we nu gemakkelijk met de scooter zouden kunnen komen en ze dan een ritje achterop mee mochten tot de speeltuin bijvoorbeeld.
Zo kwebbelden we wat af, terwijl ik me intussen de verhuizingen uit mijn jeugd voor de geest trachtte te halen en de impact ervan. Enkel de verhuizing van Roermond naar Aalst in 1958 - ik was toen twaalf - herinnerde ik me. Ik had de lagere school afgerond en had toelatingsexamen gedaan voor het Augustinianum in Eindhoven. Het was een bijna natuurlijke overgang geweest. Een enkele keer ging ik logeren bij Franske Bloemen, mijn Roermonds vriendje, maar die relatie bloedde uiteindelijk dood. Ik denk, dat voor jongens vriendschap op jonge leeftijd meer inwisselbaar is dan bij meisjes. Jeugdige trouw lijkt me meer bij meisjes horen.
Ik hechtte veel belang aan met wie ik de kamer moest delen. Een kamer alleen was slechts voorbehouden aan de oudste. In Roermond sliep ik met drie broers op de zolderkamer, in Aalst had ik slechts één kamergenoot. Een duidelijke winst!
We hadden afgesproken, dat ze op dinsdagavond, als we naar hun nieuwe huis zouden gaan, ze zo snel mogelijk naar hun eigen kamer zouden gaan, waar ik een foto van hen mocht maken. Zo heb ik drie mooie plaatjes op weg naar een nieuwe fase in hun leven: een eigen kamer in Waalre.



woensdag 13 augustus 2014

Het dilemma van de thuisblijver

Sinds mijn pensioen blijven we tijdens de vakantieweken in het zogeheten hoogseizoen thuis, lettend op have en goed van buren en kennissen. Dit jaar kwam daar de hulp in David en Karlijns nieuwe huis in Waalre bij.

Thomas, Femke, Luca en Noa verbleven twee weken in de Dordogne in hun opgepimpte Eriba Triton.
Afgelopen zaterdagmiddag, na een bezichtiging van het huis in Waalre, kwamen ze naar de Gaspeltuin. Het elftal was weer compleet.

Ik herinner me de terugkeer van vakantie in mijn ouderlijk huis.Iedereen zat vol vakantieverhalen, maar mijn thuisgebleven ouders, in het bijzonder mijn moeder, luisterden daar nauwelijks naar. Zij zei bij herhaling dat ze toch zo blij was dat we er weer waren, zonder ongelukken en zo. Haar zorgelijke blijdschap hinderde ons enigszins en ik nam me toen voor om, ook dit,  anders te doen als ik in hun positie zou verkeren.

Het luisteren naar vakantieverhalen wordt heden ten dage vervangen door het kijken van de foto's op
 I Phone of -Pad.
We zien de gevangen vissen gefileerd op de barbecue liggen, de ondergaande zonnen, hun idyllische plaats aan het riviertje, het kasteel dat bezocht werd en impressies van de wandelingen in de buurt.
Niet alles is nieuw. We hadden behalve de nostalgische vakantiekaarten ook updates met foto's in de mailbox ontvangen en af en toe getelefoneerd.
Thuisblijvers reizen tegenwoordig mee.

Ik betrapte me erop dat ik vooral genoot van het hier en nu in de vorm van hun aanwezigheid, maar hield de zin 'Wat ben ik blij dat jullie terug zijn!' wijselijk in.
Zo deed ik mijn voornemen van weleer gestand, hun plezier niet te vermengen met ouderlijke zorg.
Aan mijn kleindochter vroeg ik of ze nog steeds van paarden hield en ze liet me vol trots zien hoe ze samen met mama Femke daarginds had paardgereden.
Dat we hier ook paarden hebben, zei ik, en zo dolden we even later rond  met paardendressuur, - gevecht en -race.



   Op vier benen tonen dat je blij bent dat ze weer thuis zijn.

woensdag 6 augustus 2014

Loomarmband in hippiekleuren



Terwijl het Midden Oosten in brand staat, is het druk maar vredig in de Gaspeltuin. Druk vanwege diverse logeerpartijen en kluswerkzaamheden buitenshuis, zoals het leggen van laminaatvloeren in het nieuwe onderkomen van David en Karlijn. Hun kinderen logeerden twee dagen bij ons, zodat papa en mama in hun huis in Waalre de juiste nestgeur konden aanbrengen.
Vredig, stilte alom, de meeste buurtbewoners zijn elders in de wereld vanwege vakantie. In onze tuin rennen de kleinkinderen op zoek naar het weggelopen  konijn - ik verzon een smoes in plaats van zijn dood te melden - spetteren in het zwem bad en helpen mee met het oogsten van bonen en aardbeien. Als loon verdienen ze een bord met aardbeien en slagroom.
Hun gewoonlijke dagen zijn minder vermoeiend. Bij het kinderprogramma op de t.v. valt Thijn horizontaal. Het ontwaken zal zoals ooit bij zijn vader traag en vermoeiend verlopen.
Ik zoek in mijn fotoalbum naar gelijkenis. 1979, David is twee, Thomas vier en de baardaap in het midden is 33. (Over enkele maanden zal zijn moeder, hun oma overlijden. Dit moet terzijde worden vermeld.)
De gelijkenis tussen Thijn en de jonge David is verbluffend.

Vredig, de tijd schrijdt schokloos voort, de ontdekte parallellen stemmen hoopvol. Voor even neem ik geen tijd voor krant noch nieuws.
Mijn kleindochters maken voor mij een loomarmband in hippiekleuren.