woensdag 29 mei 2013

Pfeijffer, Pronk en de Politiek

Jan Pronk heeft zijn lidmaatschap bij de PvdA opgezegd. Hij is het principieel oneens met een partij, die o.a. asielzoekers als illegalen bestempelt.
Samsom had die kaart uit handen gegeven voor het kinderpardon.
Zo gaat dat (met kwartetten).
Politiek bedrijven is water bij de wijn doen had de gladde Samsom het partijcongres succesvol voorgehouden.

Waarom reageert Pronk nu?
Het regeerakkoord - de uitslag van het kwartetten - was toch allang bekend?
Had Pronk gedacht dat het partijcongres de partijleiding op de knieën zou krijgen en een regeringscrisis zou wagen door een principiële kwestie?
Pronk is niet naïef. Pronk reageerde nooit zo secundair.
Er is iets anders aan de hand.
Lijkt me.

Pronk heeft, net als ik, nu pas de sublieme roman van Ilja Leonard Pfeijffer 'La Superba' gelezen en begrepen. Hij meende aanvankelijk, net als ik, dat het ging over een lofzang op de stad Genua of over de romantische liefde.
Aangekomen bij pagina 235, bij het Tweede intermezzo 'Fotou yo', die het verhaal vertelt van Djiby, de goedlachse Senegalees, heeft hij, net als ik, begrepen dat het boek gaat om de solidariteit, de compassie met diegenen 'niet van hier', zij die het geluk zochten, en vooral met hen, die ontgoocheld aan de zelf- en onderkant moeten leven.
Genua, de stad waar hoop binnen- en uitvaart, de stad, La Superba genoemd, is het spiegelpaleis van de dromen, waar het hoertje, het mooiste meisje van Genua, de fantast transformeert tot hoererende travestiet.
De verbale klappen van de verbeelding hebben Jan Pronk, net als ik, wakker geschud uit de lethargische houding dat het leven - zeker die van de politiek - een kwestie van geven en nemen is.

Politiek is niet de plaats voor liefde en principes.
Daartoe bestond de religie heeft Jan begrepen en die is hier ter ziele na de dood van God.
Politiek is verworden tot de arena van het handjeklap, de dans om de macht, het circus van de pragmatici.

Wat moet Jan nu verder?
Nog meer hardlopen, nog meer rondjes om de kerk?
Moet hij zijn knagend geweten uitzweten op 's Herens wegen?

Ik pleit voor een beweging, die werkt aan de opvang van Liefde, Beginselen en Principes.
Dapper en compromisloos zullen we achter de banieren staan.
Noem het Kunst zonder Kwartetten.

woensdag 22 mei 2013

Nieuwsmarketing

Ze had er niet van kunnen slapen, terwijl ze zo moe was dat het goed zou zijn als ze voor een nacht de slaap van sneeuwwitje zou nemen.
De boze stiefmoeder had haar de appel van het nieuws voorgehouden.
De appel was geïnjecteerd met 'nieuwsmarketing' een gevaarlijk gif, omdat het sluimerende behoeften lijkt te verzadigen. Ze had gekeken naar een extra nieuwsbulletin over 'Julian en Ruben', een al dagen voortslepend casus, waarin onmacht en ongeloof smeekten om uitlaat en afloop.
De appel en het gif hadden haar werk niet gedaan, ze was juist wakker gebleven, een brok in haar keel, ouderliefde als sprookje was in het casus J&R getransformeerd tot een gruwelijke nachtmerrie.

Was dit nieuws geweest vroeg ze zich de volgende dag met omrande ogen af.
Dat er die middag lichaampjes waren gevonden wist ze al, ze kijkt voortdurend op Nu.nl.
Het nachtelijke half uur durende nieuwsbulletin had daaraan niets nieuws toegevoegd, hooguit het gegeven dat de zalvende burgemeester contact had gehad met de moeder, die hij Iris noemde. Of het de lichaampjes van de kinderen waren, of en hoe de vader-zelfdoder ook moordenaar was geweest konden de achter de nieuwstafel tronende drie hoogwaardigheidsbekleders niet onthullen.
Maar nieuws was het, omdat het nieuws heette.
Een half uur lang.
En verder welterusten.

Alles wat gesuggereerd kon worden had een naam en gezicht gekregen ook al stond hier en daar een tent of hek in en op de weg.

Marketing is het aan de man brengen van spullen of ideeën. De truc daarbij is om behoefte aan die spullen of ideeën op te wekken. Licht de sluier een beetje op, laat het daarachter liggende goed zien. Wat je allemaal mist als je die sluier niet verder optilt.
De grootste behoefte is om erbij te horen.
De daaraan verwante is om onbehagen weg te werken.
De nieuwsmarketing had gewerkt. Iris zal voer zijn voor de op geld beluste uitgever, de op kijkcijfers jagende documentairemaker.

Ze had al eerder de drang gehad om iets te doen, zoeken naar de jongens bijvoorbeeld, een brief naar de moeder te schrijven, de tijd terug te draaien, Jeugdhulp te schofferen.
Het onbehagen zoekt een uitweg.
Vroeger zou ze gebeden hebben.
Ze wilde - ook zichzelf- helpen om het ondraaglijke draagbaar, begrijpelijker te maken.

Bij hulp is het zaak een midden te houden tussen betrokkenheid en distantie.
Nu ze zelf slachtoffer was geworden was zelfhulp geboden.
En ook daar geldt om het midden te houden.
Dat betekent prudentie bij de nieuwsgaring.

En omdat dat een illusie is resteert distantie tot de (nieuws)wereld.

donderdag 16 mei 2013

Doen, doener, gedoen(m)d



Kolb onderscheidt vier types: dromer, beslisser, denker, doener.
Voor een creatie doorloop je de stadia van dromen tot realisatie.
In één van die stadia in het proces ben je 't sterkst.
Zoals vaak en zeker bij elke typologie vraag ik me af wie ik ben.
En ben ik na mijn pensioen veranderd van beslisser naar doener bij gebrek aan delegatie?

Wat is zijn gevoeligheid en wat zijn zwakte?
Ik meen daar langzaamaan achter te komen. Ik ben gefixeerd op realisatie, op productiviteit.
Mij past: 'Een dag niets geproduceerd, een dag niet geleefd'.
Oblomow is mijn tegenpool. Bleef hij steken in zijn dromen?

En wederom kan ik optekenen: ik heb geleefd. Ik werkte in de tuin, bouwde een houthok in de tuin van mijn broer en werkte het beeld 'Familia' uit 2002, de afsluiting van Riny's borstkanker, bij.
Nu sta ik weer aan het begin van droom naar daad, met beslis- en denkmomenten.
Het leven als een kralensnoer van producties.

Dat de productiviteit terugloopt deert me niet.
Als ik maar iets te doen heb.
Gedoemd te doen.


zondag 12 mei 2013

Herinneringen bijstellen?

Enkele dagen geleden naar Roermond afgereisd.
Ik had een afspraak om een via Marktplaats aangeboden kloek boekwerk ('Historische Opstellen' over Roermond uit 1951) over te nemen. Als plaats van overdracht was de ingang van de Munsterkerk afgesproken. De heer van der Aa had zich beschreven als een 65 plusser, grijzend haar, ietwat gebogen lopend, gehuld in een korte blauwe regenjas.
Hij leek op mij behoudens zijn kort geschoren baardje.
Hij had meer Roermondalia, zo vertrouwde hij me toe..
Hij zou zijn aanbod doormailen.

Mijn interesse in deze stad komt voort uit mijn woonverleden aldaar. Mijn gehele lagere schooltijd van 1952 tot 1958 bracht ik er door. We woonden op Willem II Singel 71 en vanaf 1953 in het grotere ernaast gelegen hoekpand met tuin op nummer 73. De huizen behoorden de aanpalende Kweekschool toe, waar onze vader leraar pedagogiek was.
In deze periode heb ik schema's en begripsinvullingen ontwikkeld, die ik nu nog toepas.
Lezend in Oek de Jongs 'Pier en Oceaan' over de jongensjaren van de hoofdpersoon Abel Roorda, over het zwembad en de hoge duikplank, spelend aan de rivier, de school, de speeltuin, zijn vrienden, het bouwen van ondergrondse hutten, het landjepik en ga maar door, betrap ik me erop dat als de beschrijvingen het toelaten, mijn fantasie de voorstellingen aanvult met de herinneringsbeelden uit mijn Roermonds verleden.

Na de overdracht liep ik, een plastic tas met daarin de Opstellen in de hand, in zuidelijke richting. Aangekomen bij de plek van ons vroegere woonhuis nam ik ruimschoots de tijd om de reconstructie van het Zwartbroekplein te bestuderen. Ik was hier natuurlijk eerder geweest, ook na het einde van de 70-tiger jaren, toen de Kweekschool inclusief de belendende percelen, waaronder onze voormalige woonhuizen moesten wijken voor het monumentale gerechtsgebouw.
Nu ik er alle tijd voor nam, zag ik dat het oorlogsmonument was verplaatst naar ongeveer de plek waar vroeger onze tuin lag.
Ik zocht het Cuypershuis, het voormalig Roermonds Museum, in 1932 ingericht in het voormalig woon- en werkhuis van de Roermondse architect Pierre Cuypers en zijn zoon Josef, eveneens architect. Ik verbaasde me erover dat het zo dicht bij ons woonhuis lag. Ik had dit vroeger nooit opgemerkt. Je zou vanuit het Cuypershuis direct in onze tuin kunnen kijken!
Ik nam de proef op de som en nam een foto vanuit de bovenste etage van het monumentale pand.


Had ik zo weinig oog voor de omgeving gehad?
Ook in Pier en Oceaan getuigt de jonge Abel weinig tot niets over opmerkzaamheid voor de omgeving. Het gaat bij hem om relaties, sfeer en ruimte in het algemeen.
Kwamen andere beelden ook zo slecht overeen met de werkelijkheid?
Ik nam me voor verder richting Kapel in 't Zand te lopen, een weg die ik als jongetje zo vaak ben gegaan, tot halverwege net voor de spoorlijn naar het Retraitehuis, waar ik jarenlang misdienaar was, verder door naar de Kapel of nog verder naar de speeltuin Kitskesberg.
De afstanden waren kleiner als ik verwacht had, evenals de huizen. Sommige oude panden herinnerde ik me niet. En waar woonden Joke Niesten en Tonnie Brouns ook weer? Tonnie, de beste leerling van de klas, die nog steeds wachtte op de terugkeer van zijn vader uit het Oostfront. (Wanneer was die vader daar naartoe gegaan? Tonnie was toch van na de oorlog? Zijn oudere broer leek helemaal niet op hem...Stop, laat die herinnering met rust...)

Ik besloot terug te keren naar de Munsterkerk, aan wier voet het Klein College had gelegen, mijn lagere school met de protserige naam, inmiddels appartementencomplex. Duizenden keren moet ik bij het uitgaan van de school de door Cuypers gerestaureerde kerk hebben gezien. Hoe zag je vandaaruit de kerk? Ik had een herinneringsbeeld, had de kerk voor me gezien, toen ik gelezen had hoe Abel de school verliet en de kerktoren ontwaarde, de mooie Munsterkerk voluit in beeld, iets hoger gelegen midden op het plein.
Het zag er anders uit, nam een foto.
Het plein lag gelijkvloers met de straat. Van de kerk waren vanuit de uitgang van de school alleen de twee torens en een restje kerk te zien.



Ben benieuwd of mijn herinneringsbeeld zich nu laat bijstellen.



donderdag 2 mei 2013

Tableau Vivant

Ze noemde het haar medicijn, de zes chemokuren.
'Buitenstaanders' zien die chemo's eerder als sloophamers. Ze weten echter van de noodzaak, zien lijdzaam toe hoe hun dierbare lijdt.
Als één team staan ze om de ring en moedigen de vechtster aan, ondanks de klappen die ze incasseert.

Thomas heeft met de kinderen zes maal drie weken lang impressies en emoties op een groot linnen doek prijsgegeven. Samen plakten en schilderden ze hun machteloos beschouwen van zich af.
Dat Werk kan nu als afgerond worden beschouwd, het heeft haar werk gedaan, haar rol vervuld.
Als een soort voorhang dient een levensgrote op linnen afgedrukte foto van dit kleine moedige team - opererend onder de simpele strijdnaam 'One Team'-.

Femke kan desgewenst het fotodoek wegschuiven om nog eens terug te kijken.
Misschien zal ze hiertoe nooit behoefte hebben.
Haar medicijnperiode ligt vanaf nu in het verleden, het team is haar toekomst.


Het zesde herstel was ingezet.
Door haar hoofddoek heen moest ik voelen, dat de haargroei haar opmars had ingezet, ze toonde me het werkstuk, de herinnering en de troost.

De homo ludens zag een mogelijkheid te spelen met dit fantastische team.
Voor de uitvoering liet dit ONE team zich volgzaam coachen.
Een tableau vivant voor een gestold tableau vivant voor een eeuwige herinnering.