zondag 29 juli 2012

Het verdriet van Waalre




Iedereen, die zich in de openbare ruimte begeeft, is wel eens in aanraking geweest met de arrogantie van de macht. Een arrogantie, die immuun lijkt voor democratisering.
Zoals in vele gemeenten gebruikelijk is er ook in Valkenswaard een klachtenlijn.
Ik maakte hiervan gebruik om te wijzen op het herhaaldelijk parkeren van auto´s op een doorgaand fietspad, dat ik gebruik om bij mijn sportschool te geraken. En - dat had ik misschien niet moeten doen - ik deed een suggestie hoe dit te voorkomen nl. door er een paaltje te plaatsen.

Ik kreeg een telefoontje. Tja...moeilijk...
Er mocht inderdaad niet worden geparkeerd, maar een paaltje dat zou dubbelop zijn...
Ik reageerde gepast onderdanig en zei dat het slechts een suggestie was, dat het mij erom ging dat ik voortaan vrije doorgang kreeg.

Enige weken later...
Er was een paaltje geplaats, maar niet op de door mij gesuggereerde plek.
Het geplaatste paaltje verhinderde de automobilist geenszins om toch fout te parkeren.

Ik weer een mailtje gestuurd met een foto van het paaltje met daarachter een (fout))geparkeerde auto.
Ik ontving daarop een vreemd antwoord.
Het zou erom gaan om fietsers te ontmoedigen om het fietspad te nemen...
Huu?
Teruggemaild.
Geen antwoord.
Nog een mailtje met wederom een foto van een auto op het fietspad.
Je raadt het al.
Geen antwoord.

In het jaarverslag van de gemeente wordt melding gemaakt van een toename van klachten, waarop niet wordt gereageerd...
Een klachtenlijn lijkt een symbool, de burger moet niet teveel zeuren.

De macht van ambtenaren is groot. Hun volhardende bureaucratische afstandelijkheid wordt niet aangepakt door wethouders, die van hen afhankelijk zijn. Gemeentesecretarissen houden zich slecht bezig met reorganisaties.

Hoe geef je uiting aan je ongenoegen tegen dit soort al dan niet misbruikte macht?

De ruimte hiervoor wordt aangeven in regelgeving, die ons rechtssysteem geeft en de democratie waarborgt.
Je hierbuiten plaatsen leidt tot anarchie en terreur.
Zoals in Waalre, waar het gemeentehuis in de hens wordt gestoken. Wederopbouw zou minstens 10 miljoen gaan kosten.

Op majesteitsschennis staat een fikse straf. Deze brandstichting is meer dan dat, het is schennis van de democratie.

De burger is verslagen en woedend.
De lokale burger geeft uiting van hoe het zit, wijst met de vinger, weet wie het heeft gedaan.
De burgemeester maant tot rust.
Een klachtenlijn is geen emolijn.
Tientallen rechercheurs onderzoeken de zaak.

Gebed zonder einde:
Laat de schuldigen gevonden worden.
Laat ons hun verhaal horen hoe ze tot hun anti-democratische daad zijn gekomen.
Laten we hen leren hun emoties te humaniseren.

Mail, blog, sublimeer je ongenoegen.


woensdag 18 juli 2012

De boekenkast hangt vol kruisen

En nu ook Rutger Kopland, die rechts van Gerrit Komrij staat.
Daartussen het oeuvre van Kees Kooten.
Hoe zou het met van Kooten zijn?

In Komrij's De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten uit 1980 staan staan de geselecteerde gedichten van Komrij en Kopland dicht bij elkaar.
Slechts zijn eigen 'De dichter' vond in de bundel een onderkomen.
Bescheidenheid?
Van Kopland staan er in totaal 6 in Komrij's bundel, waaronder de evergreen 'Jonge sla' en het in rouwadvertenties veel aangehaalde 'Weggaan'.


Ik neem Koplands werk uit mijn kast.
Enkele bundels zijn gesigneerd : 'Eindhoven, maart 1994'.
Het was De nacht van het boek in de Stadsschouwburg.
Hij zat achter de bar aan een vers getapte biertje, terwijl Campert in de grote zaal voordroeg.
Ik ging naast hem gaan zitten en na enkele vriendelijke zinnen van zijn kant, durfde ik hem wat dichtbundels ter handtekening toe te schuiven.

Uit 'Geduldig gereedschap' (eerste druk 1993) las hij later die avond voor.
Ik kon meelezen:

Voordat je er niet meer zal zijn, je vertelt nog
verhalen, maar ze zijn al zo ver als een ruïne.

Voor er geen woorden meer zijn die kunnen zeggen:

deze balken droegen een dak, deze zware vlammen
waren een vuur, deze gaten waren deuren en ramen,
met uitzicht op een tuin, een wijngaard, een akker,
deze stenen waren een muur, deze plek was een huis.

Je dwaalt nog door je verhalen, al bijna alleen
nog onder die blote eeuwige hemel, al zo koud,
het waait door je kleren, wilde druiven en rozen
komen je halen, het ruikt al zwaar naar grond.

Er zijn nog woorden, maar ze gaan over de dingen
tot die er niet meer zijn, zij gaan als de tijd,
niet terug, niet voorbij, maar zoals een ruïne.

Kopland is de dichter van het grote publiek, voor verliefden en bedroefden, in eenvoudige taal beschrijft hij in verwondering de alledaagsheid.
Ilja Leonard Pfeijffer toont zich weinig onder de indruk van zijn literaire werk.
In Het geheim van het vermoorde geneuzel verzucht hij: De poëzie van Kopland is ongevaarlijk. omdat de dichter zich nergens op het spel zingt.

Kopland hoort in het rijtje Lodeizen, Andreas en Neeltje Maria Min.
Hun poëzie nodigt verliefden en bedroefden uit tot het maken van gedichtjes.
Ook ik beken imitatie, windeieren waren het.
Meer ont- dan verhulling.
Ach, 'Poëzie is geluk.' publiceerde Komrij in 2000.
Bij hem kun je daar meerdere kanten mee uit.

Ik plaats de bundels van de dode dichter terug.
Komrij's Verwoest Arcadië in de buurt:
'Loop snel verder, Verknoei je tijd hier niet met het lezen van stompzinnig proza en beroerde verzen. Wat mij betreft: aan mijn graf kun je zien wat ik ben, en wat of wie ik was, dat gaat je geen donder aan.'
De tekst bedoeld als grafschrift.

Mijn boekenkast, steeds meer, geschakelde ruïnes.

'Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven'



woensdag 11 juli 2012

De Thijn


Bij mijn oudooms boerderij had elk beest een naam, op landbouwmachines prijkte een naam.
Zo was zijn bedrijf vermenselijkt.
Nooit vroeg ik hem waar al die namen naar verwezen.

Ik heb sinds gisteren een grasmaaier, die ik ' De Thijn' noem en niet zonder reden.

Na het bezoek van David met zijn kroost, zou ik het gras maaien.
Mijn trouwe ooit van mijn broer Piet overgenomen electrisch aangedreven Black&Decker weigerde echter dienst.
Ik wil een defect apparaat wel eens proberen te repareren, van binnen bekijken en dan zien dat koolborstels onherstelbaar zijn doorgebrand of concluderen dat het omhulsel van het startmechanisme met geen mogelijkheid geopend kan worden, zo was dat nu ook het geval om na een uur te constateren dat ik voor een raadsel stond.
Ik had verschillende buitencontactpunten geprobeerd - er kon immers een contact stuk zijn -, had de buitenlampen geprobeerd; de vaststelling kan niet anders zijn dat na jaren trouwe dienst 'De Piet' het plotseling begeven had.

Bij de plaatselijke Karwei schafte ik me met een 20% korting sticker voor zo'n 150 euro een in nieuwe kleuren gezette vernieuwde B&D aan.
Nadat ik de ingrediënten uit de doos in elkaar had gezet, was het grote moment daar. Mijn oranje beest zou ik aan het grazen zetten.
Maar hij weigerde...

Mijn kritisch denken werd naar een nog hoger level getild.
Zou...?
Zou mijn kleine bezoek, i.c. Thijn, in een onbewaakd ogenblik...?
Binnen zag ik het.
De schakelaar om de stopcontacten buiten in- en uit te schakelen stond op 'uit', de andere schakelaar om de lichten in- en uit te schakelen stond 'aan'.

Ik had natuurlijk de nieuwe grasmaaier kunnen demonteren, terug in plastic en doos stoppen en het verhaal aan de Karwei uit de doeken doen, maar de eerlijkheid gebiedt dat ik bij montage al enige krassen had veroorzaakt, zodat inname waarschijnlijk afgewezen zou worden.

Nu staat er bij ons in de schuur, De Eekhoorn, twee grasapparaten, De Piet en...De Thijn. De oudste wordt inmiddels via Marktplaats aangeboden.

En'De Thijn'?
Hij maait geweldig.


woensdag 4 juli 2012

Huwelijk on stage

Mijn nichtje trouwde en had mij met 250 anderen uitgenodigd op een landgoed in Lisserbroek, waar de tomtom ons met veel omhaal heen leidde.
Ging ik voorheen op dit soort uitnodigingen in vanwege het huwelijksfeest, nu is de voltrekking van de verbintenis die me motiveert om te gaan.
Verliep 'de plechtigheid' vroeger volgens een vast voorspelbaar stramien: de a.s. echtelieden legde verantwoording van hun besluit af door ten overstaan van de genodigden elkaar in een kerk en/of stadhuis eeuwig trouw tot in den dood te beloven, nu wordt dat op eigen, persoonlijke wijze ingevuld.
Ook het huwelijksritueel is geïndividualiseerd.

Belijdenissen in geloof, zonde en liefde vroegen in het verleden om een intieme ruimte, zoals een bid- of biechtstoel of bed, zonder pottekijkers, alleen met die ander, waarna de openbare ruimte werd bezocht voor de formele bezegeling. De aanwezigen wachtte een protocollaire dienst.

Daar, in de buitenlucht op landgoed Olmenhorst stonden de geliefden tegenover elkaar, 250 toeschouwers en een camera op hun huid, hun liefde te betuigen, nauwelijks geregiseerd door vantevoren geschreven teksten, zomaar voor de vuist weg, in opperste concentratie in een verstilde omgeving.
Zelfs de donkere wolken besloten hun opmars op te schorten.
Het geluid van vogels verstomde.
Ik werd in een nieuwe rol en intieme ruimte gezet, die me enerzijds wat ongemak opleverde, maar ook ontroerde.
Gelukkig had ik mijn fototoestel om me een houding te geven.
Ik was deelgenoot aan de geboorte van een huwelijk.

De volgende dag woonde ik in Lommel in het kader van de manifestatie 'Dichter in de tuin' de bijdrage bij van Elly de Waard.
Zij begon met een gedicht ter nagedachtenis van de slachtoffers van de recentelijke busramp met kinderen uit Lommel, gevolgd door gedichten over verlies en vergankelijkheid met een vergelijkbare authenticiteit als mijn nichtje en haar man de dag ervoor.
Weer luisterde ik, intens ontroerd.
Er was een verschil, niemand mocht haar storen in haar voordracht, geen kuch of cameraklik werd geduld.

Slechts de vogels mochten haar tekst begeleiden.