woensdag 27 april 2011

Levenslessen, enkel vragen




De paasdagen in Groede aan zee doorgebracht.
Rondom mij wordt voornamelijk duits gesproken.
Ik lees in de twee meegenomen boeken: Brouwers 'Bittere Bloemen'en A.L. Snijders 'Voordeel schutter'.
Het eerste over de gekwelde oude Hammer, ex-rechter, ex-politicus, ex-schrijver met een voor hem ontluisterende afloop van zijn opbloeiende liefde voor de jonge Pearlene. Hammer, de gevallen Nietzscheaan, die groots en meeslepend heeft geleefd, nog steeds authentiek en zelfbewust zijn 81-jarige leven vormgevend, verdwijnt uiteindelijk onder het dek van het zwebad op het door hem gehate schip 'Carta Mundi'.
Voor ik ga slapen lees ik als tegengif uit het andere boek, de oudere columns uit 1986 van de Constantijn Huygensprijs-winnaar, een anti-Nietzscheaan, leraar nederlands op een politie-academie. Hij heeft een hekel aan het heftige pathos, aan de wil tot macht; hij bemint het alledaagse, hecht aan het gewone leven van gezin en werk, observeert meer dan hij acteert, gelooft in toeval, neigt naar luiheid zelfs in het vormgeven van zijn eigen leven.

Levenskunstenaars.

Levenskunst door hoogleraar Joep Dohmen omschreven als het vormgeven van je persoonlijke en politieke vrijheid. Het is het zoeken naar het antwoord op de filosofische vraag: hoe moet ik leven?
Voor deze blogs laat ik me door die vraag leiden.
Hoe, moet, ik, leven?

Terug in onze droge paradijstuin verwelkomt een uitbundig bloeiende blauwe regen me, nodigen kip en asperge me uit om de vruchten te plukken, raak ik verstrikt tussen de groots en meeslependheid en het stille, gelaten genieten.
Wat heb ik geleerd?

Onze kleindochter belt, begeleid door haar vader, vanuit een ander paradijs aan het Maleisisch strand, kraait dat het er prachtig is.
"Kom jij hier met oma Riny?"
Ik leg uit dat niet zo eenvoudig is.
Te doen wat je (ook) wil.
(Vraag aan Hammer: wat wil je eigenlijk?)

Vraag mezelf af: moet ik anders dan zo leven?

woensdag 20 april 2011

Subliem geluk





We dachten een onomkeerbaar besluit te hebben genomen.
Overtuigd had ik op mijn blog van 6 april wereldkundig gemaakt: we bieden onze caravan aan. De lange koude winter hadden we gebruikt om tot een overwogen besluit te komen, een rationeel besluit, een besluit waar ons tegendraadse, onvoorspelbare brein niet tegenop zou kunnen.
Het zou goed zijn, ik zou een mooie advertentie op Marktplaats zetten. "Hierbij bieden we, na er jarenlang plezier van te hebben gehad, met enige weemoed onze prachtige, trouwe Eriba Moving aan."
Maar het had geen haast.
Met mijn argument 'iets verder in het voorjaar biedt betere verkoopmogelijkheden', verschenen de eerste scheurtjes in ons kloeke besluit. Afgelopen weekend donderde het besluit definitief in elkaar.
We hadden een schitterend verblijf aan zee.

Riny zoekt schelpen alsof ze voor het eerst langs de branding loopt, ik geniet van het uitzicht met het verstilde ritme van in gelid staande strandhuisjes, van de kalme werking van de kabbelende zee, van de langsvarende vrachtboten die zwaarbeladen de Westerschelde uitvaren, van de vroege lentezon die, duizendmalen gefotografeerd, traag de zee inzakt.

Aan zee kan ik bezitloos genieten, genieten van het me klein voelen, van het ervaren van het sublieme, waar Alain de Botton in 'De kunst van het reizen' een mooie beschouwing aan besteedt.
Ik blader het boekje nog eens door en lees wat ik ooit onderstreepte. O.a. "...dat we niet alles wat machtiger is dan onszelf per se als onaangenaam hoeven te ervaren. Wat onze wil tart kan woede en wrevel opwekken, maar ook ontzag en respect. Het hangt ervan af of er iets voornaams uitgaat van het obstakel dat ons trotseert of juist iets verachtelijks en onbeschaamds."
Ik zal deze gedachte toen vooral op de mens hebben toegepast.
Nu lees ik het aan zee, voel me leeg en tevreden.

Wat heet geluk?
Hoe beter we het hebben des te ontevredener we lijken te zijn, betoogde de socioloog-onderzoeker onlangs.
De buitenwereld heeft het altijd gedaan.
De regering, de ander, het weer.

Ik voel me hier echter zeer tevreden, heb weinig meer te verlangen.
Over leven met het bezwarende bezit van een sleurhut maak ik me ook al niet meer druk.
Zij biedt ons de mogelijkheid van dit genot.

'Hij keek en zag dat het goed was.'

Ben ik op het einde van mijn levensgang eindelijk, na vele omwegen, aanbeland bij de contente mens?

dinsdag 12 april 2011

Toffe Thijn





Thijn is ons jongste kleinkind, het tweede kleinkindjongetje.
Ik ben, geloof ik, meer een vrouwenman, maar bij kinderen zijn het de jongens waarmee ik het beste lezen en schrijven kan.

Tot voor kort stond bij Thijn het huilen nader dan het lachen als hij me zag.
Karlijn opperde dat het mogelijk aan mijn al te opdringerige aftershave kon liggen. Of mijn bril, of mijn donkere ogen of dito stem.
Ik probeerde alles anders zonder succes.

Donderdag jl hield het kinderdagverblijf een opa/oma dag.
We hadden ons ingeschreven voor de Krabbetjes, de groep van Zoë en Phiene.
Bij de rondleiding na het middagbroodje door het onlangs fraai verbouwde dagverblijf kwamen we terecht bij Thijns groep, de Dolfijntjes.
Toen hij me zag ging hij voluit, zoals te zien is op de laatste foto.
Zondag, enige dagen na ons bezoek, van hetzelfde laken een pak. Zie de tweede foto: volle smile, terwijl ik me net tevoren geschoren en besprenkeld had.
Ook met bril op gaf hij me zijn volle lach.
Op de bovenste foto is te zien: met mijn mond vol tanden sprakeloos gelukkig.

Bezuinigingstip





x
x
x

Toelichting bij de foto's van boven naar beneden.
1. Het achterse paadje van onze tuin. Rechts de muur, daarachter de 'Steenvaren'.
2. Het nieuwe pad-namenbord met op de achtergrond ons huis.
3. Inkijk in het tot voor kort naamloze pad.
4. Invalideopgang, ook gemakkelijk voor kinderwagen of kreupele viervoeter.

De gemeente Valkenswaard moet, zoals alle gemeentes flink bezuinigen.
Ze heeft haar burgers opgeroepen om met suggesties te komen.
Ik wil mijn gemeente graag terwille zijn en helpen om haar financieel barre winter door te komen.
Maar ik heb geen idee.
Tot vandaag...

Ineens stonden ze er.
Aan beide ingangen, danwel uitgangen van het pad: twee kloeke palen en daarboven als een vlaggetje, de naam tegen een maagdelijk blauwe achtergrond: 'Steenvaren'.
We wonen hier 25 jaar en hebben het pad altijd 'pad' genoemd.

Toen we ons huis in 1986 betrokken, hebben we ten behoeve van onze privacy, een muur om een deel van onze tuin gezet. Zesendertig meter daarvan, inmiddels met hedera overwoekerd, loopt langs het pad.
Aan de binnenzijde van onze ommuurde tuin lopen diverse paadjes. Een ervan loopt parallel aan het pad, aan de Steenvaren dus sinds heden.
Ik hoor vanachter de muur, me ophoudend op ons achterste paadje, een enkele keer mensen over het pad lopen. Hondenbezitters, die het pad veelal gebruiken als hondentoilet.

Tegelijk met de naampaaltjes is de toegankelijkheid voor rolstoelhouders vergroot door een met witte strepen omzoomde invalideopgang door de stoep aan te leggen. Zeker fraai en te loven!
Ik zie uit naar de eerste rolstoeler die, als stil protest, een spoor door een verse hondendrol in de Steenvaren trekt.

Via de Steenvaren bereik je vanuit de Gaspeldoorlaan de Koningsvaren.
Je kunt ook 70 meter verderop een tweede, nu nog naamloos pad nemen of de andere kant uit via de Hazelaar naar de Koningsvaren.
Waarom zou je naar de Koningsvaren gaan?
Wel, omdat er in de hoek waar de Hazelaar de Koningsvaren raakt een toegang is, die naar het sportpark en de bossen leidt.
En daar gaan vele hondenmensen naartoe, getuige de diverse hondenhopen op de stoep voor ons huis.
Meestal verwijder ik deze faeces; een enkele keer, zoals afgelopen week laat ik dat achterwege, schrijf ik bij de nog dampende brei met stoepkrijt pedagogische teksten.
Iemand heeft vandaag die teksten weggeveegd, maar de drollen laten liggen.
Zijn het de gemeentewerkers geweest, die geen andere tekst dulden dan 'Steenvaren'?

Ik pieker me intussen suf over de vraag waarom de gemeente zo'n achterafpaadje met naamborden opluistert.
Ik kan niets bedenken.
Is het om de bewoners van de in aanbouw zijnde zorgappartementen een oriëntatiepunt te geven? Lijkt me zinloos, want als je de borden ziet, zie je ook het complex.

Het enige zinvolle aan de nieuwe naamborden is dat ik nu een idee heb voor bezuinigingen.

woensdag 6 april 2011

Exit caravanning







Afgelopen weekend de caravan naar Groede, Zeeuws-Vlaanderen gereden met behulp van Thomas en daar geplaatst op plaats 9 R 15, waar hij tot 9 juli zal staan.
Met mooie dagen zullen we daar in dit voorseizoen verblijven.
Voor de laatste keren, want...
Want we hebben ons voorgenomen de caravan van de hand te doen.

In 2004 schaften we ons (weer) een caravan aan met het oog op het nakende pensioen. Wat zou het heerlijk zijn om in de toekomst door Europa te zwerven, eventueel vergezeld door een ander pensionada-stel.
Zeeën van tijd...
We zagen ons al in de winter zitten in de Algarve.

Die andere caravaner haakte af, kleinkinderen beperkten drastisch de reisduur en niet onbelangrijk, de aanlokkelijkheid van het vrije trekken liep flinke deuken op o.a. na een reis in 2006 naar de Côte d'Azur, toen ik na een tussenstop de caravan, slecht aangekoppeld, op het parkeerterrein achterliet. Toen had Riny genoeg van het romantisch trekken.
Het gebruik van de ons mobile home werd beperkt tot tweede huisje in Zeeuws Vlaanderen.

Zo dadelijk zal ik met de, op één na, bij deze blog gepubliceerde foto's onze Eriba Moving op Marktplaats aanbieden.
Exit caravan.
Zo'n daad markeert een lang campingleven. In mijn jeugdjaren bestond dat verblijf uit tentbewoning; met de komst van de kinderen gingen we over naar een Trigano vouwwagen, gevolgd door de overstap naar het hogere segment van caravanning: een caravan merk/type Lander 474.
Eind jaren '80 deden we die weer van de hand, de kinderen gingen immers niet meer mee op zo'n sleurhutvakantie, prefereerden vakanties met vrienden om zo te leren omgaan met de grote uitdagende wereld.
Later waren ze eventueel genegen om met medeneming van vriendin mee te gaan als er in een te huren huis een eigen kamer konden betrekken.

Een eigen gezin gesticht, schuiven ze nu bij opa en oma aan. Ze verblijven dan in een luxe sta caravan, zoals afgelopen weekend Thomas met gezin. Onze caravan dient als speelterrein voor de kleinkinderen terwijl wij borrelend tevreden terugblikken op gedane arbeid: de voor- en bijtent staan strak getuigd, zeewind bestendig.

Voor mijn a.s. 65 verjaardag heb ik een wens: met z'n allen op de camping, het restant nomaden gevoel nog eenmaal voeden.
Daarna zal het gedaan zijn.
Vakanties bestaan daarna in feite niet meer. Ja, we gaan bij tijd en wijle naar elders om het een en ander te bezichtigen, verblijven vol-hygiënisch, in stenen gebouwen en hotels, dokterspost in de buurt, onze pillendozen op de wastafels. Maar genieten van het vrije leven door met wc-rol onder de arm achteloos langs de eindeloze rij tenten te lopen met een air van 'wie maakt me wat' zal voorgoed voorbij zijn.

Maar och, we zijn bevrijd van een dilemma, waarom naar de camping als het in de Gaspel goed toeven is?