woensdag 28 december 2011

Boekenlijstje 2011

Kerstmis is het moment om lijstjes van de beste boeken op te maken en te publiceren.

Ik las dit jaar tot nu toe 120 boeken en maakte er recensies van plus beoordelingen op de schaal van 1 tot 10 en dat allemaal vastgelegd in mijn boekenboekje.
Anders dan vorig jaar tekende ik ook non fictie en graphic novels op. Als ik mijn boekenboekje doorblader om mijn ranking van de beste drie samen te stellen merk ik dat door de verscheidene genres een fruitmand is ontstaan vol appels en peren, boeken die niet met elkaar te vergelijken zijn.
Laat ik me daarom beperken tot de fictionele werken.

Zowel in het Eindhovens Dagblad (ED) als in de Volkskrant (VK) geven diverse recensenten hun bevindingen van de beste boeken van 2011 met het bespreken van maximaal drie titels.
Het bevestigt soms, dan weer inspireert het om te lezen.
Bij de keuzen in het E.D. merk ik dat míjn beste boek op geen enkel lijstje voorkomt.
Dan ga je twijfelen.
Gelukkig tref ik de titel in de VK wel aan.
Twijfel verminderd.

Er doemen voor een verantwoorde vergelijking allerhande problemen op. Zo zijn er recensenten die zich beperken tot keuzen uit een bepaald genre of rubriek bijv. nederlandstalig of non-fictie.
Die laatste sla ik voor deze tekst dus gevoeglijk over.
Er worden ook boeken besproken uit eerdere jaren. Zo zijn sommige vertaald en pas dit jaar verschenen.

Míjn bronmateriaal bestaat uit dit jaar gelezen boeken. Daarbij zijn titels van jaren geleden.
Een waardering met een negen wordt een enkele keer uitgedeeld. Ook een 8,5 komt niet vaak voor.
Wat is het verschil tussen een 9 en een 8,5?
Als ik boeken met beide scores de revue laat passeren zie ik nu weinig verschil.
Welk van die boeken behoren (nu) - door mijn toenmalige beschrijving beïnvloed - tot de beste ?
Welke criteria leg ik nú aan bij de beoordeling in tweede instantie?
Een belangrijke toets is of het boek me is bijgebleven.
Van enkele komt maar zeer langzaam de inhoud weer tot leven!

Toppers, meerdere malen genoemd in beide dagbladen zijn Tonio van van der Heijden en Bonita Avenue van Buwalda. Zij vallen niet onder mijn drie boven genomineerden, evenmin als Brouwers' Bittere bloemen en Marente de Moor's De Nederlandse maagd.
Mooi, prachtig maar...je moet kiezen.

Dan nu mijn lijstje:
3. Correcties van Jonathan Frantzen. Nog krachtigere analyse van de moderne tijd dan zijn ook dit jaar verslonden latere uit 2010 daterende werk Vrijheid.
2. Sunset Park van Paul Auster. Wederom een zedenschets, een kroniek van het dagelijkse leven, van agressie, koppigheid en schaamte tegen de achtergrond van het krakersmilieu.
Twee Amerikanen in mooie vertalingen. Mijn derde coryfee, Philip Roth viel net buiten de boot met Nemesis en het oudere Het complot tegen Amerika.

En de winnaar is...
Helaas geen Nederlander...

1. Laurent Binet HhhH (Himmlers hersenen heten Heydrich) Over de aanslag in Praag op de ongekend sadistische beul Heydrich.

Ook Jaap Scholten in de VK nomineerde dit boek.
Scholten won dit jaar de Libris geschiedenisprijs met Kamaraad Baron. Dat kreeg van mij een 8,5, evenals Jan Brokken met Baltische Zielen, die daarmee de geschiedenisprijs ook zeker verdiende.
Deze boeken vallen in een andere, niet bij bovenstaande ranking betrokken rubriek, een rubriek die ik echter steeds vaker lees.
In HhhH is de scheidslijn tussen fictie en non-fictie erg dun. De auteur heeft alle feiten nauwgezet nagetrokken of ze kloppen. Hij had echter bij blinde vlekken verbindende tekst nodig en koos dan voor de meest waarschijnlijke 'fictie'. Resultaat was bij mij de conclusie: 'Zo is het gebeurd', zelfs op plaatsen waar de auteur aangeeft dat 'Het zo gebeurd kon zijn'.

Deze blogtekst herlezend raak ik een beetje beschaamd. Ik koos uit toevallig bijeen gelezen boeken, ik koos uit verschillende genres, uit verschillende jaargangen, ik koos met boterzachte criteria.
Ik doe zovelen tekort.
Ook appels lijken onvergelijkbaar bij grote dorst.

Met al die bedenkingen draag ik desondanks fier en overtuigd voor: Binet met HhhH.
Lezen dus!

woensdag 21 december 2011

Ontluikende schaamte



Bij schaamte voel je je bekeken, je ziet jezelf door de ogen van de ander.
Jonge kinderen kennen dat niet. Ze zijn onbevangen, nog helemaal zichzelf. Naarmate ze meer opgenomen worden in een gemeenschap van anderen, ontluikt de schaamte en het daaraan gekoppelde aanpassingsgedrag, de socialisering. Einde authenticiteit en autonomie.
Aanpassen, zo word je lid van de gemeenschap.
De prijs versus de opbrengst.

Afgelopen zondag met Luca en Noa naar de overdekte schaatstent in hun dorp getogen, die daar, zoals in vele Kempische dorpen in het kader staat van de Kerst, pal naast de kerststal.

Sneeuw en ijs maken ouderen jeugdig. Ze herinneren zich hun jeugd, toen alles nog rein en onbedorven was. Botbreuk trotserend glijden ze over het ijs, wagen zich aan een sneeuwbalgevecht, sleejen er roekeloos op los. Angst en schroom verdwijnen als het ware als sneeuw voor de zon.
Zo verging het me dus in die tent. Eenmaal op de kleuterbaan overviel me een onbedwingbare lust om te glijden. Met de daar te bemachtigen dolfijnenrollater kon ik het sterk afremmen (met de ijshockeyschaatsen) uit mijn puberteit imiteren. Vlak voor het te imponeren of te omzeilen sub- rep. object scherp naar links draaien. Schielfertjes ijs daarmede omhoogspattend.

Met de kleinkinderen op de dolfijn zwierde ik over de baan, behendig de passerende obstakels vermijdend.
In zo'n schaatstent spelen ze nationale muziek, zoals die van Jantje Smit, waarop het heerlijk bewegen is.
Zonder daar erg in te hebben begon ik mee te zingen.
Plotseling draait Luca zich naar me om en zegt: "Niet doen opa, iedereen kijkt en dan lachen ze je uit..."
Ik was te verbouwereerd om toelichting te vragen. Bijvoorbeeld of dat lachen mijn zingen zou betreffen of mijn voortbewegen, of wellicht mijn schaatsloze schoenen.
Ik zei dat niemand naar ons keek. Zo voelde ik het ook, onbekeken, onbevangen, alleen met mijn kleinkinderen op het ijs.

Naast de baan stond een man - een vader van Luca's vriendje? - die naar ons zwaaide. In ons voorbijgaan zei hij lachend tegen me "Vermoeiend hè? ".
Wat zag hij?
Had ik een rood hoofd of zag ik juist bleek?
Ik verminderde vaart.
Ik voelde me ineens weer oud.

Door de ogen van de ander.

woensdag 14 december 2011

Der dagen bestemming

14 December: de dag van mijn afscheid bij Fontys, de dag dat ik 'Houdoe' zei (en gaf), vandaag op de kop af drie jaar geleden, een dag waaraan ik mooie herinneringen overhoud.
Een goed moment om terug te blikken op drie jaar arbeidsloos leven.

Het eerste jaar reisden we veel, deden wat we daavoor door verplichting aan mijn werkgever moeilijk konden doen en ineens volop mogelijk was, alle tijd nemen, eindelijk de reizen van onze dromen vervullen. We bezochten o.a. West-Canada, de Ardèche en Berlijn. We sliepen meer in een vreemd dan in ons eigen bed.
Ook aan reislust komt een einde.
Het leek erop alsof ik met de vele reizen, met de uithuizigheid het antwoord op de vraag hoe het me (thuis) beviel om niet meer te werken voor me uit had geschoven.

Het tweede jaar zocht ik vervangende werkinvulling. We starten met de bouw van een overdekt terras. Aan het upperen beleefde ik veel genoegen en werd door compaan Theo gevraagd om mee te helpen bij andere bouwprojecten, zoals bij de verbouwing van een oude boerderij aan de Kromstraat in Valkenswaard. Ook bij de renovatie van het huis van Thomas en Femke in Oisterwijk kreeg ik klussen aangewezen.
In het najaar presenteerde de kransslagader bij het laden en lossen van zakken oude koemest de rekening van te hoge cholesterol gecombineerd met enkele erfelijke knikjes. De succesvolle operatie en revalidatie die erop volgde betekende allerminst het einde van mijn plezier in lichamelijk werk, integendeel. De revalidatieartsen brachten me op het spoor van cardiofitness, die vervolgens resulteerde in frekwent bezoek aan de sportschool.
Gemiddeld fitness ik nu drie maal 2,5 uur per week en voel me kiplekker.

Maar de vraag blijft knagen hoe mijn leven in te vullen, hoe het geleden statusverlies te compenseren.
De vraag anders gesteld: Is mijn fitheid een doel of een middel tot goed leven?
Is er meer dan klussen, kleinkinderen en andere zaligheden?

In mijn bureaula liggen al enkele maanden de ingevulde Kamer van Koophandelformulieren voor het starten van een eigen onderneming.
Vind ik het zinvol, is het zingevend om de nu nog hap-snap coaching- en advies gesprekken, de op basis van vrijwilligheid geleverde hand-en-spandiensten bij onderwijs en gemeente onder te brengen in een ZZP zaak?
Maar...
Tracht ik de onvermijdelijkheid van status- en betekenisloosheid te ontlopen?
Moet ik niet als een Zen boedhist het vrolijke niets leren aanvaarden?
Wat zegt de levenskunstenaar hierover?

Ik twijfel...
Misschien is dit wel een nieuwe markt, oudere uitgerangeerde, uitgewerkte pensionada's coachen bij hun existentiële vragen...

Voorlopig zal ik antoorden proberen te vinden via de methode van zelfreflectie en -hulp.
De komende donkere dagen hebben een bestemming gekregen.

dinsdag 6 december 2011

Double K

Over één kwestie twijfel ik al jaren niet: ik ben voor Sinterklaas.
De Kerstklaas zegt me niets, ondanks jarenlange indoctrinatie door het jeugdblad Donald Duck, waarin rond deze tijd steevast de zich op een slede voortbewegende pseudosint, een yeay yeay kreten slakende dikkerd zich populair maakte bij de neefjes Kwik, Kwek en Kwak.
De Amerikaanse traditie kreeg geen voet aan de grond in huize Creemers.
6 December was de dag, de spannende dag, waarop in de vroege ochtend mijn vader plechtig de speelkamer opende en wij ons op ons de dag ervoren geplaatste bord met naamkaartje stortten, gevuld met pepernoten, speculaas en een kado.
Jaren later waren de avonden van 5 december tot diep in de nacht gevuld met het uitpakken van pakjes, de soms gevreesde surprises.
De sint dichtte er duchtig op los, benoemde kwesties een keertje onverbloemd.
De weken ervoren was er achter gesloten deuren het uiterste gevergd in rivaliserende creativiteit.
Ook toen de meesten het nest verlaten hadden, kwamen we tot het overlijden van onze ouders die avond bijeen, altijd eindigend in de oplossing van de puzzel die ons weken had bezig gehouden: wie had wie getrokken?

Met Kerst restte na de nachtmis een mandarijn en die had godbetert het kerstkindje daar neergelegd.

Nee, Klaas voor Klaus?
Ondenkbaar.

Maar nu zijn er kleinkinderen.
En die hebben meerdere grootouders, waarover de decemberfeesten verdeeld moeten worden met als resultaat dat wij het kerstfeest hebben.
Het eigene van dat feest, het diner, is voorlopig toch te mager voor de kleine kroost om zich erop te kunnen verheugen.
Dus hebben we een kerstboom, dus hebben we kadootjes. En die legt ene Kerstman daar neer.

Nee, er is nog geen sprake van een recessie.
Het gesprek over matiging wordt ingegeven door de angst voor verwenning en teveel.
Voorlopig is er sprake van triple A en double K.

En wij ouderen met afkickverschijnselen behelpen ons met een kaal kado voor een 'getrokkene', wat gebeurt via de lootjessite op internet.
Via dezelfde site kan het verlanglijstje worden gevuld.

De creativiteit zit voortaan hierin: wat heb je in Kerstklaasnaam te vragen?