De politicus belooft een mooie toekomst.
Vooraf aan de verkiezingen schetst hij krachtig dat het tijdperk van verandering en hoop zal aanbreken. Mits men hem kiest. Hiermee lukte het Obama voor de tweede keer.
Nu de kiezer hier te lande zijn keuze heeft gemaakt en de politicus op het pluche is gezeteld, wordt de toekomst somberder, spreekt hij van dunne ijslagen en zwaar weer. Hij weet dat een pessimistische voorspelling uitkomt of vergeten wordt.
Ruttes rem.
Voorspellingen boeien me.
Komen ze uit?
Waarom worden ze gedaan?
Waarop zijn ze gebaseerd?
Een aantal hypothesen:
- voorspellingen komen net zo vaak uit als dat ze niet uitkomen.
- pessimistische voorpellingen hebben uiteindelijk meer kans om uit te komen.
- er wordt veel voorspeld omdat het niets kost.
- een voorspelling roept een tegenvoorspelling op.
- voorspellingen worden nauwelijks geƫvalueerd.
- een voorspelling kan het beste genegeerd worden.
- er wordt meer voorspeld dan goed voor ons is.
Waaom worden voorspellingen gedaan?
- men hoopt op aanzien bij gelijk.
- de onderbuik boert omhoog, terwijl het aan argumenten ontbreekt.
- bespelen van de angst voor eigengewin (de politicus)
- onkunde over heden en verleden worden gemaskeerd.
En dat allemaal meestal gebaseerd op gevoel tussen angst en hoop.
(Een enkele keer wordt een voorspelling gedaan op basis van gegevens van het nu, waardoor er een waarschijnlijkheid ontstaat en om achteraf als de voorspelling niet uitkomt de ontbrekende en onwetende schakels te kunnen duiden.
Voor de korte termijn is het weerbericht hiervan een voorbeeld.)
Ik las gisteren 'Van Bismarck tot Hiler. Het Duitse Rijk 1871-1945. Een terugblik' van de Duitse geschiedkundig zeer goed onderlegde journalist Sebastian Haffner (1907-1999 pseudoniem voor Raimund Pretzel). Het is zijn laatste publicatie, verschenen in 1987, en bestaat uit een scherpe analyse van de recente duitse geschiedenis, een geschiedenis die hij in eerder in delen beschreef in voorafgaande werken, oa over Hitler en Churchill.
Ik lees de auteur immer met genoegen, waardeer hem hoog.
Hij doet in het laatste hoofdstuk een voorspelling over de toekomst van Duitsland.
Het is 1987.
Oost en WestDuitsland zullen nooit herenigd worden, argumenteert hij vol stelligheid.
Bovendien:
"Er is geen enkel Europees land, noch in het westen noch in het oosten, dat een dergelijke hereniging wenst of ook maar met een zekere bereidwilligheid zou kunnen accepteren."
Zijn grote ongelijk kreeg hij nog voor zijn overlijden in 1999.
Gebeurtenissen uit het verleden geven geen enkele garantie over de toekomst.
In mijn glazen bol:
Op 21 december a.s. zal de aarde niet vergaan.
Na 21 december worden weer veel voorspellingen gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten