Schuld en boete is het thema van deze maand van de filosofie.
Coen Simon schreef het essay 'Schuldgevoel. Over de behoefte aan de dingen die we niet nodig hebben.'
Op de cover staat een torenhoge ijscoupe. De consument zal of de helft weggooien of er buikpijn en bij herhaling de welvaartsziekte diabetes type II aan over houden. Op zo'n coupe zou een verbod moeten liggen.
Ons schuldenpatroon heeft de huidige crisis en werkeloosheid veroorzaakt.
De economische schuld is uitgegroeid tot een morele.
Voor het etensmaal hebben we jarenlang tot God gebeden om onze schuld te vergeven, daarbij nooit gedacht aan matiging.
Op mijn vraag over welke schuld het ging, zei mijn vader dat het om de erfzonde draaide, iets wat mijn pet te boven ging. Het draaide om een verboden vrucht, een appel, die God verboden had om te eten. Ook dat begreep ik niet. Een appel, geen overvolle ijscoupe, maar een gezonde vrucht, geen onrein varkensvlees of welk ander dierlijk voedsel, nee, ze mochten alles uit de tuin nuttigen, maar Adam en Eva, onze voorouders moesten van die appelboom afblijven.
Waarom waren ze er dan niet gewoon van afgebleven?
De schuld ervan kon je niet afschuiven op een als slang vermomde duivel of op een mooie vrouw.
Vond ik.
Schuld kwam in mijn verdere leven vaker langs. We leerden dat we in een schuldcultuur leefden in tegenstelling tot de oosterse mens, die meer last van schaamte zou hebben. Bij ons werden de restjes schaamte door de seksuele revolutie opgeruimd, zo dachten we.
En van schuld hadden we geen last. De titel van Dostojewsky's werk 'Schuld en boete' veranderde in 'Misdaad en straf'.
Zo lieten we de schuld achter ons.
Totdat we een huis gingen kopen.
Iets aanschaffen door te lenen werd steeds eenvoudiger en gewoon.
Schuld stond in het teken van normaliteit.
Sparen was iets voor oude mensen en boeren.
Geldschulden worden nu in een andere verantwoordelijkheid geplaatst. Het is een gevolg van kapitalistische hebzucht. De economische schuld evolueert tot een morele. We worden geconfroneerd met onverantwoordelijkheid ten opzichte van de volgende generatie.
Dus vreet jij die ijscoupe op, dan hebben jouw kinderen het nakijken.
Elke vraatzucht wordt veracht, de gedwongen soberheid spuuwt op de onlesbare inhaligheid van de graaiers.
Het is dus toch de schuld van het kapitaal.
Mijn schuld spiegelt zich inmiddels in mijn verantwoordelijkheid. Waarvoor draag ik verantwoordelijkheid? Alleen voor de dingen die ik doe? En voor wat ik niet doe?
En voor wie draag ik mijn verantwoordelijkheid?
God is al lang dood, de Ander heeft zijn plaats ingenomen.
Wie is die Ander?
Van alle plaatjes uit mijn kinderbijbel, die ik zorgvuldig bestudeerde om te begrijpen waarvoor ik bad, ontroerde me het meest die waarop Adam en Eva uit het Paradijs werden gestuurd.
Hun naaktheid bedekkend, huilden ze en elkaar omarmend verlieten ze de tuin der vruchten.
Het volgend jaar mag de titel van de maand van de filosofie 'De Ander en de Troost' heten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten