donderdag 10 april 2014
Ad-rem
Op 25 april 1999 overleed mijn vriend Ad Oostveen. Ik schreef een eerbetoon in 'Ad' Herinneringen aan een vriendschap.
Afgelopen week las ik Thomas Verbogt 'Het eerste licht boven de stad' Herinneringen aan Frans Kusters en een keuze uit zijn verhalen.
Wat me opviel in het Verbogts' mooie eerbetoon was, dat het begin en het einde van hun relatie meer aandacht krijgen dan, in zijn geval de 40-jarige bloeitijd. Zo werkt dat blijkbaar met het geheugen, oude mensen herinneren zich het meest hun pubertijd waarin zoveel voor het eerst gebeurt. Daarna wordt alles gewoon en een gewoonte, onopvallend, patroonmatig.
De studententijd in Nijmegen van Thomas en Frans worden aansprekend beschreven door hun lastige verhouding met het extreme Marxistisch Leninistisch Front met potentaten als Boekraad, de ontdekkingen van idolen als Leonard Cohen - vooral de achtergrondzangeres Perla Batalla - Bob Dylan, Kafka, Borges en de Golden Earrings.
Voordat ik het in de gaten had las ik over Ad en mij. Twee jongens, die mannen worden en elkaar onopvallend beïnvloeden, die niet in de gaten hebben hoe belangrijk vriendschap is.
Totdat er een einde aan komt.
Mijn boekje verscheen een jaar na zijn dood in april 2000 in een oplage van 10, bedoeld voor acht andere vrienden. Het laatste exemplaar gaf ik aan zijn inmiddels beroemde dochter Ireen (t.v. journalist) bij de tienjarige herdenking van zijn overlijden.
Ik heb het nog eens doorgelezen. Nu zou ik het niet meer zo kunnen en willen opschrijven, teveel verdriet, te weinig dankbaarheid.
Frans Kusters noemt Thomas in zijn verhalen Kannebier. Frans'alter ego heet er Pasveer.
Ad noemde me ooit cor-rupt, toen ik het verbod op roken doorvoerde, cor-daad bij de zoveelste vernieuwingdrang.
Cor-relatie?
Niet dat ik me herinner.
Ook niet Ad-rem.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten