woensdag 12 augustus 2015

Familie research

Mijn opa van vaderskant werd in 1941 benoemd als burgemeester van Stramproy als opvolger van J.M. Stals, die met pensioen ging. Vanaf 1932 was opa gemeentesecretaris, dat hij vanaf 1941 combineerde met zijn ambt als burgemeester.
Kort na zijn benoeming besloot een derde van de Limburgse burgemeester (44) ontslag te nemen als protest tegen het Duitse leiderschapsbeginsel en de invulling ervan, die de NSB gouverneur van Limburg Max de Marchant et d'Ansembourg eiste.
Mijn opa bood zijn ontslag niet aan.
Wat de protesterende burgemeesters en o. a. de hen steunende bisschop Lemmens van Roermond gehoopt hadden, gebeurde niet; de Marchant wist in korte tijd de opengevallen vacatures in te vullen met Duits gezinde N.S.B.ers.

Toen in september 1944 Limburg bevrijd werd, ontstond er een chaotische situatie. Er ontspon zich een strijd over hoe het verder moest met het binnenlands bestuur, waarbij het voormalig verzet veel scherper oordeelde dan het landgezag in Londen.
Zuiveringsacties bleef ook de burgemeesters niet gespaard. Het lidmaatschap van de N.S.B. en/of samenwerken met de bezetter waren redenen om burgemeesters te ontzetten uit hun ambt.

Per 22 september 1944 werd opa door de Commissaris van de.Koningin benoemd als plaatsvervangend burgemeester. De beschikking van 4 september 1944 ( het ambt van burgemeester te staken; hij bleef  wel gemeentesecretaris) werd bij besluit van 29 november 1945 niet meer op hem van toepassing verklaard. Er waren geen termen aanwezig maatregelen te nemen tegen burgemeester H. Creemers.
Per 16 augustus 1946 werd hij door de C.v.d.K benoemd als burgemeester voor een periode van 6 jaar, die per 16 augustus 1952 wederom voor 6 jaar verlengd werden.
Per 1 september 1953 verleent koningin Juliana hem eervol ontslag wegens het bereiken van zijn pensioenleeftijd.

Van alle hierboven genoemde feiten zijn de officiële besluiten in het bezit van mijn oom, mijn opa's jongste zoon.

Al jaren ben ik benieuwd naar het onderzoek waaruit tenslotte bleek dat er geen termen aanwezig waren maatregelen te nemen. Ik schreef over mijn drijfveren in de uitgave en blog  'Creemers geschiedenis'. De geschiedenis is deels een zoektocht naar de psychische genen, zoals dapperheid, standvastigheid, trots en trouw in mijn familie.

Gisteren reisde ik daarvoor naar Maastricht, waar op de St. Pietersstraat 7 het Regionaal Historisch Centrum Limburg in een mooi oud pand is gehuisvest.


Om inzage te krijgen in de gewenste bescheiden (04-11 474) was de dienstdoende ambtenaar echter niet bevoegd. Hij moest me doorverwijzen naar het kabinet van de gouverneur.

Ik kon me wel voor het hoofd slaan. Dik twee uur reizen met een zero resultaat.
Van de nood een deugd makend zocht ik de overlijdensaktes van mijn voorouders, die nog niet gedigitaliseerd zijn. In het labyrint van microfiches vond ik wat ik zocht en kreeg bevestigd dat een tak via mijn oma van moederskant afkomstig is uit Roermond via Karel Dominicus Hubertus Broekmeulen (1811-1880) en Joanna Maria Cuypers (1831-1898). Op de overlijdensaktes staan de ouders vermeld, zodat mijn zoektocht verder kan gaan naar de voorouders van de huisschilder Karel B. en zijn vrouw Joanna Maria Cuypers. 
De laatste brengt me misschien in contact met de familie van het Roermondse geslacht Cuypers.

Misschien huist er in onze genen ook architectonische genen.
Picturale bijvangst van het dagje Maastricht: de koepel van het Bonnefantenmuseum (het plafond van de zetpil) en stille stoepgetuigen in Wijck.







Geen opmerkingen: