In de zogenaamde zuivering na de oorlog werden diverse beroepsgroepen beoordeeld in hun handelen in de oorlogsjaren.Zo ook het handelen van burgemeesters..Burgers konden hun opvattingen kenbaar maken. Over dit enigszins gestroomlijnde volksgericht leidde tot een definitief ontslag van de helft van de Nederlandse burgemeesters.
Ik schreef op mijn blog creemersgeschiedenis.blogspot.nl over mijn vragen en bevindingen over mijn opa, waarbij ik onder andere gebruik maakte van het 747 bladzijde tellend kloeke standaardwerk van Peter Romijn en deed onderzoek in het Regionaal Historisch Centrum in Maastricht ( zie blogtekst opGaspeltuin 'Familie Research' van 12 augustus 2015)
.
Al schrijvend raakte ik gebiologeerd door een zijdelingse kwestie namelijk of familie in staat is om geschiedenis te schrijven zeker als daarbij een moreel oordeel onvermijdelijk is.
In De Groene van 8 oktober 2014 reageert de journalist Joep Dohmen op een essay dat een week eerder in De Groene was gepubliceerd van de hand van Mars van Grunsven, de kleinzoon van de 'goede' oorlogsburgemeester van Heerlen en droeg als titel 'Een rehabilitatie van mijn opa'.
In het essay reageert kleinzoon Mars op het boek 'De geur van kolen'van Joep Dohmen, waarin hij de mythe doorprikt van de grote goedheid van van Grunsven.
Het is duidelijk dat de benodigde kritische distantie bij Joep vele malen groter is dan die van de historicus- kleinzoon Mars.
Ik kreeg voor mijn verjaardag van Thomas een boek dat me, zo zei hij, me zou interesseren.
Hij beschrijft het lot van zijn overgrootvader Johannes Rijpstra (1889 - 1944), burgemeester van het Gelderse Zelhem, die als een verzetsheld omkwam in Neuengamme . Hij stierf als gevolg aan uitputting en ziekte.
Met precisie en met een kritische houding onthult de nazaat over hoe de burgemeester naast verzet meewerkte aan de uitvoering van anti-joodse maatregelen, de ariërverklaring tekende en leiding gaf aan de Zelhemse Winterhulp.
Dat zijn overgrootvader een held werd is te danken aan ordinair en op weinig grond berustend verraad door waarschijnlijk een NSB idealen aanhangende dorpsgenoot, die een hekel aan zijn burgervader had
Over doden niets dan goeds. Rijpstra werd postuum gezuiverd.
De auteur laat zien hoe dun de lijn tussen held en boef, tussen goed en fout kan zijn.
Op pag 145 trekt hij de conclusie: "Als hij niet was gearresteerd en de dood was ingejaagd, was hij mogelijk de geschiedenis ingegaan als een van de vele burgemeesters die fout beleid hebben moeten uitvoeren. Nu herinneren veel Zelhemmers hem als een verzetsburgemeester die zijn moed met zijn leven heeft betaald."
Thomas had gelijk. Ik las het in één adem uit. Al lezend dacht ik vaak aan mijn opa. Hij is uiteindelijk gezuiverd.
Ik dacht soms eraan hoe het leven zou zijn verlopen als hij in Zelhem en Rijpstra in Stramproy burgemeester zou zijn geweest.
Of ik, als ik de nazaat van Rijpstra zou zijn geweest de moed zou hebben gehad om zo over mijn voorvader had durven schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten