Ik beken op voorhand.
We hebben in augustus een staatslot gekocht.
Een heel lot, want we wilden de hele jackpot.
De tijd die ligt tussen de aanschaf van het lot en de trekking wordt doorgaans gebruikt om te dromen.
'Wat te doen met de poen?'
Op feestjes en partijen worden de gespreksthema's voetbal, weer en verkeer tijdelijk uitgebreid met deze vraag. Het het is sociaal wenselijk om dan bij voorbaat gul te geven. Kinderen en goede doelen zijn de gelukkigen. Zelf...? "Och we zijn gelukkig en hoe vaak zijn winnaars niet ongelukkiger geworden...?"
Kwam het door de vele ve-tsin die de afhaalchinees had gebruikt dat ik 's nachts de slaap niet kon pakken, dat ik klaarwakker beneden de tuin instaarde en bedacht 'Als ik mijn kinderen al die miljoenen schenk, dan worden mijn kleinkinderen gekidnapt...de ouders gechanteerd...'?
Ik nam een glaasje wijn om de angst weg te spoelen.
Ik zou, zo bedacht ik, een zwijgplicht aan mijn gulle gaven koppelen, voorwaarden stellen opdat de rijkdom niet opzichtig zichtbaar zou worden. Gewoon in dezelfde straat blijven wonen, geen nieuwe auto, kleren, niet meer of andere reizen...
Dan maar liever geen jackpot, een kleiner prijsje misschien? Een bonusje onder de Balkenende norm?
Of zoals de groten der aarde de prijs weigeren in ontvangst te nemen. Dat mag, nee moet bekend worden gemaakt.
Aan de dromen en nachtmerries kwam bij de trekking vanzelf een einde. Niets gewonnen. De prijs van het lot verloren voor het goede doel en de organisatiekosten.
Op de winnaar na is Nederland komkommertijd boos. Over de eenvijfde jackpotuitkering en over het salaris van de directeur van de organisatie.
In Italië schreeuwt men om de identiteit van de winnaar van de mega-mega pot...
Nu staan we weer voor het dilemma.
Kopen we een lot of gaan we lekker slapen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten