Waarin mijn alter ego Mannetje en ik in elk geval overeenstemmen: we hebben beiden een hekel aan recepties. Toch had ik me door de uitnodiging van E.v.H. laten verleiden. "Na zoveel jaar bij Fontys zal hij een nieuw leven als pensionada..."
Ik had al diverse van dit soort invitaties de prullenbak in gegooid maar voor E. en vooral voor de mensen die ik op zijn afscheidsrecptie kon verwachten, wilde ik een uitzondering maken. De intensieve contacten in de laatste jaren met de afdeling van E. zouden garanderen dat herinneringen konden worden opgehaald en contacten hernieuwd.
Wat een desillusie!
Doordat ik iets te laat het officiële deel binnenstapte viel ik midden in het lied van zijn afdeling. Evenveel mensen op het podium als in de zaal. Veertig kelen zongen de tekst van twee met viltstift beschreven flappen, die voor het refrein naar de zaal werden gekeerd.
Een lichte duizeling maakte zich van mij meester, die me verder niet meer zou verlaten.
Het officiële deel liep zoals gewoonlijk flink uit.
Eindelijk konden we naar de drank en bitterballen. De receptie kon beginnen.
Zes gesprekken ben ik gestart. Gemiddelde gesprekstijd drie minuten.
Vier gesprekspartners begonnen op mijn receptievraag 'Hoe het met hen gaat?' óf hevig te kankeren óf op schoolmeesterwijze te beleren en uit te leggen. Het onderwerp was telkens Fontys.
Twee reageerden op mijn openingszin hoe dat ik ook weer heette.
De laatste riposteerde ik met "Mannetje' en keerde haar de rug toe zonder omkijken noch wrok.
Opgelaten vroeg ik me af 'heb en ben ik losgelaten'?
Eén ding weet ik zeker.
Enkel als Mannetje keer ik terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten