woensdag 14 april 2010
Pikorde op de bouwplaats
x
x
x
x
x
x
x
x
De bouw vordert gestaag.
Het is een voortdurend wachten op materialen en Theo geweest. Nu ligt de vloer erin en moeten we drie dagen wachten vooraleer we erop mogen lopen. (zie laatste foto)
Impressies van de vorderingen:
foto 1: Eindelijk zijn de dakramen afgeleverd. Het is Goede Vrijdag. Theo: "Godnondetju 135 kilo in één stuk. Bènde gij 'n bietje sterk?"
Met behulp van twee onverwijld opgeroepen ZZP-ers worden de monsters naar achteren gevoerd en vervolgens....
foto 2: "We proberen ze urst zonder lift noar boven te dauwe...."
foto 3: "Ge kent t´er veul over zegge, maor ze ligge d´er skon bè."
foto 4: 12 april; de vloerverwarming is gelegd in een ritmisch patroon.
Er zijn inmiddels veel werkers over de vloer geweest.
Wat me opvalt is een vaste orde in de hiërarchie, die tot uiting komt in zeggingskracht, het nemen van de eerste koffie, de voorrang in afspraken en het uurloon.
Onderaan aan de ladder staan de voeger en de schilder, gevolgd door de metselaar en de timmerman, daarboven de loodgieter, mastieker en electricien. Aan de top bevindt zich de vloerenlegger cq tegelzetter.
De vloertegels konden 13 april worden gelegd. 'Anders wordt het drie weken later...'
Het ware voor het behoud van de vloer logischer geweest om eerst het plafond af te timmeren, maar de specialist geniet voorrang. In de bouw en de gezondheidszorg heersen dezelfde wetten.
En waar sta ik, de upperman?
Hij zit in de allerlaagste kaste.
("Een liftje, bende gek, we proberen ut urst zonder lift")
Om toch te worden gehoord beroep ik me sporadisch op de allerhoogste trap, die van principaal, de opdrachtgever, de man die het uiteindelijk allemaal betalen moet.
Dan schenk ik voor mezelf met genoegen het eerste kopje koffie in.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten