dinsdag 13 juli 2010
Confrontatie en weemoed
*
*
*
*
*
*
*
Femke stuurde me een foto van hun logeerpartij afgelopen weekend.
Het is zaterdagochtend vroeg.
Ik lees verder voor uit het boek 'Leven en werken van de Kabouter' van Rien Poortvliet en Wil Huygen, daar waar ik de vorige dag gebleven ben. De twee luisteren aandachtig. Soms piept Noa "eng" ten teken dat ik mijn stem moet bijstellen.
Als ik de print bekijk is mijn eerste gedachte: 'Met dit boek heb ik dertig jaar geleden mijn zonen ingewijd in het kabouterleven'.
De tweede gedachte zweeft naar een zwart/wit foto die al jaren ingelijst terzijde van de boekenkast hangt.
Aan de voeten van de man zitten twee vrolijke kinderen: mijn zonen Thomas en David. Het is 25 november 1980.
De vader, de opa heeft precies een jaar geleden zijn vrouw, moeder/oma verloren. De gebroken man leest al weken in het boek 'Elke liefde heeft zijn prijs' van ene Simmons. Hem werd gevraagd of die titel met haar dood te maken had.
Met ontkenning hield hij het verdriet op afstand.
Ik kijk weer naar de mij toegestuurde foto, zie me zitten, even oud nu als mijn vader op 25-11-1980; drie maanden later zal hij deze aarde met spoed verlaten.)
Zoom op mezelf in en stel vast: verlopen doch toegewijd.
De man van deze foto kan de kinderen niet dichterbij halen. Hij is een vriend, een speelkamaraad. Het is niet zijn, maar hun boek. Hij heeft notabene de tijd niet genomen om zich aan te kleden. De kinderen hebben de nachtkleren uitgetrokken.
Vanaf 7 september zal ik ouder zijn dan mijn vader ooit werd. Dat roept deze confrontatie tussen de twee foto's in eerste instantie bij me op.
Maar wat moet ik daar verder mee?
Ik leg de foto's naast elkaar.
Beschouw de handeling.
Wat een wereld van verschil in omgang.
Wat zijn die opa's kinderen van hun tijd!
O tijd.
Hoe zullen mijn zonen opa zijn?
Hoe graag zou ik dat willen weten!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten