woensdag 14 december 2011

Der dagen bestemming

14 December: de dag van mijn afscheid bij Fontys, de dag dat ik 'Houdoe' zei (en gaf), vandaag op de kop af drie jaar geleden, een dag waaraan ik mooie herinneringen overhoud.
Een goed moment om terug te blikken op drie jaar arbeidsloos leven.

Het eerste jaar reisden we veel, deden wat we daavoor door verplichting aan mijn werkgever moeilijk konden doen en ineens volop mogelijk was, alle tijd nemen, eindelijk de reizen van onze dromen vervullen. We bezochten o.a. West-Canada, de Ardèche en Berlijn. We sliepen meer in een vreemd dan in ons eigen bed.
Ook aan reislust komt een einde.
Het leek erop alsof ik met de vele reizen, met de uithuizigheid het antwoord op de vraag hoe het me (thuis) beviel om niet meer te werken voor me uit had geschoven.

Het tweede jaar zocht ik vervangende werkinvulling. We starten met de bouw van een overdekt terras. Aan het upperen beleefde ik veel genoegen en werd door compaan Theo gevraagd om mee te helpen bij andere bouwprojecten, zoals bij de verbouwing van een oude boerderij aan de Kromstraat in Valkenswaard. Ook bij de renovatie van het huis van Thomas en Femke in Oisterwijk kreeg ik klussen aangewezen.
In het najaar presenteerde de kransslagader bij het laden en lossen van zakken oude koemest de rekening van te hoge cholesterol gecombineerd met enkele erfelijke knikjes. De succesvolle operatie en revalidatie die erop volgde betekende allerminst het einde van mijn plezier in lichamelijk werk, integendeel. De revalidatieartsen brachten me op het spoor van cardiofitness, die vervolgens resulteerde in frekwent bezoek aan de sportschool.
Gemiddeld fitness ik nu drie maal 2,5 uur per week en voel me kiplekker.

Maar de vraag blijft knagen hoe mijn leven in te vullen, hoe het geleden statusverlies te compenseren.
De vraag anders gesteld: Is mijn fitheid een doel of een middel tot goed leven?
Is er meer dan klussen, kleinkinderen en andere zaligheden?

In mijn bureaula liggen al enkele maanden de ingevulde Kamer van Koophandelformulieren voor het starten van een eigen onderneming.
Vind ik het zinvol, is het zingevend om de nu nog hap-snap coaching- en advies gesprekken, de op basis van vrijwilligheid geleverde hand-en-spandiensten bij onderwijs en gemeente onder te brengen in een ZZP zaak?
Maar...
Tracht ik de onvermijdelijkheid van status- en betekenisloosheid te ontlopen?
Moet ik niet als een Zen boedhist het vrolijke niets leren aanvaarden?
Wat zegt de levenskunstenaar hierover?

Ik twijfel...
Misschien is dit wel een nieuwe markt, oudere uitgerangeerde, uitgewerkte pensionada's coachen bij hun existentiële vragen...

Voorlopig zal ik antoorden proberen te vinden via de methode van zelfreflectie en -hulp.
De komende donkere dagen hebben een bestemming gekregen.

Geen opmerkingen: