woensdag 31 oktober 2012

Pingen


Moet in de week van Sandy, Bruggen Bouwen en de dood van Bernlef over zoiets triviaals worden geschreven als pingen?
Het is vragen naar aandacht voor het grote of het kleine, voor het spectaculaire of het alledaagse.
Het brein kiest ditmaal voor het kleine, het alledaagse. Ik schijn, volgens hersendeskundige als Dick Swaab, daardoor te worden gestuurd.
Zal ik tegendraads mijn vrije wil tonen en het over Bram Moszkowicz hebben?

Uit de synapsen resulteert de keuze: Pingen.
Dat had ik al hierboven als titel weergegeven en vervolgens uit het digitale fotoalbum een pingfoto geselecteerd.
We zien op de foto een akkerland, een van haar maïs gerooid stuk land. Op de voorgrond mijn kleindochter Noa en verderop, in een licht gebogen houding mijn zoon Thomas. Ik maak deze foto, Luca staat achter me.
Wat is Thomas, de gebogen man aan het doen?
Hij pingt, hij zoekt met een professionele metaaldetector naar...
De zoeker weet nog niet wat hij zal vinden.
Hij heeft de waardes op zijn metaaldetector zo afgesteld, dat schroot verwaarloosd wordt. Het ping-geluid klinkt op bij edele metalen, die mogelijk worden afgegeven door munt of sieraad.

Luca zoekt met zijn eigen detector, roept om de haverklap iets te hebben gevonden. Graaft hoefijzers en oude sloten uit de akker.

Een vriend van Thomas, Jan V, een jongerenhulpverlener, heeft gok- en game-verslaafde jongeren geleerd hun verslaving achter zich te laten en te ruilen voor een onschuldigere vorm: het pingen. Zo werd Jan V. een dealer in detectoren en Thomas zijn klant.

Ik ben een paar keer mee uit pingen gegaan, spaar nu voor een eigen apparaat.

Ik heb inmiddels het een en ander geleerd, over de kunst van het pingen, over mezelf, over het verschil tussen man en vrouw in het licht van pingen.

Het pingen is een vorm van vissen. Het is een proces (de mannelijke kant) en het heeft een resultaat (de vrouwelijke kant).
Iedereen vraagt van nature of je iets gevangen hebt, hoe groot en waardevol wel niet, maar in het hart van de ware pinger speelt het zoeken een even grote rol als het vinden.

Wat wij tot heden hebben gevonden?
Schroeven, sleutels, wat muntjes. Te weinig, te schamel, zelfs voor een foto. Hele kleine visjes als het ware. We hebben het niet teruggegooid, maar meegenomen, de akker schoner achterlatend en de volgende pinger desillusies besparend.

Maar ooit, ooit vinden we misschien iets moois.
De hoop, de verwachting.
Als een notoire gokker gekluisterd aan zijn kast, de verregende volhoudende visser in het riet, de terugkerende kraslotkoper...
De verwachtingsvolle mens, verliefd, pingend naar het einde van de akker.







Geen opmerkingen: