donderdag 13 maart 2014

Kijken langs de gestrekte arm.

Nu het nieuwe eraf is, de hype voorbij, werd het tijd om met eigen ogen het Rijks en het Stedelijk te zien met de kennis van de talrijke oordelen; lof en hoon vielen de resp. musea ten deel.
In het Rijks is de drukte is nog steeds niet voorbij.
Jaren geleden was ik ook hier.
De veranderingen vallen op.
In de zaal met Het Schilderij werden toen de bezoekers op eerbiedige afstand gehouden. Fotograferen was in die tijd verboden, een verbod dat nu niet meer na te leven is, laat staat te controleren valt in deze digitale tijd.
Men dringt naar voren, de i-Phone in de aanslag. Langs de gestrekte arm wordt gekeken en genaderd. Een klik en het is gezien.
Ik hanteer als een van de weinigen nog een camera, de flits zorgvuldig buiten werking gesteld. Liever blijf ik op afstand, ik ben hier vanwege de ruimte niet voor de collectie.

    

 
We lopen over het plein, laten Het Van Gogh rechts liggen - drie op een dag is echt te veel - en betreden de met hoon overladen polyester badkuip van het Stedelijk.
Hier is het beduidend rustiger dan bij haar grote zus aan de overzijde van het plein. 
 
De tentoonstelling met werk van  Marcel Wanders is een mengeling van allerhande design - veel lamp en stoel - die niet imponeert maar zich leent om in alle rust mooie plaatjes te schieten.
Zo kan ik ook ongehinderd aan de slag in de ruimtes met de vaste collectie moderne kunst.
Het is geen kijken langs de gestrekte arm, maar zoeken naar een compositie waarin de plaatjes aan de muur dienen als decor.
 
   

 
Nu moet een eindoordeel volgen, een conclusie, een evaluatie, een vergelijking op zijn minst.
Ik bekijk nog eens mijn foto's van die dag.
Wat in mijn galerij ontbreekt is een impressie van de expositie van Jeff Wall in het Stedelijk. Immens grote geënsceneerde foto's, die je in verschillende kijkhoudingen dwingen.
Het echte waarnemen verdraagt geen toestel.
Noch met gestrekte arm, noch met scheppende attitude.  

Geen opmerkingen: