Want het kan geen toeval zijn.
Zoals drie maal de loterij winnen, dertien maal door de bliksem te zijn getroffen of twee maal een prijs op hetzelfde lotnummer.
In een interview in Sir Edmund (VK) van 1 november jl. ontzenuwt de statisticus David J Hand de neiging om dit te verklaren als bovenaards.
Maar opmerkelijk is het soms, zoals het volgende in het artikel aangehaalde voorval.
'De Amerikaanse schrijfster Anne Parrish die in de jaren twintig met haar man in een Parijse boekhandel snuffelt en er Jack Frost and Other Stories tegenkomt, een boek uit haar jeugd. Kijk, zegt ze, en als ze het open slaat staat er op het schutblad: Anne Parrisch, 209 N Weber Street, Colorado Springs, Colorado.'
Ik neem aan dat het adres uit haar jeugd was en dus haar exemplaar.
Dinsdag jl. snuffelde ik bij de plaatselijke kringloopwinkel.
Dat is volstrekt normaal.
Ik doe dat elke week op dinsdag om 12.30 uur.
De vondst die ik deed was bijzonder.
Een dichtbundeltje met binnenin een opdracht.
Ik sloeg het boekje Hanezang open - Poëmen van Querulijn Xaverius, Markies de Canteclaer van Barneveldt, bijeengelezen door Marten Toonder - en lees in een mij bekend handschrift "Ben, Bedankt en blijf gezond. Ad 6/12/'87".
De gever is Ad, mijn in 1999 overleden collega en vriend. De ontvanger kan niemand anders zijn dan de docent handenarbeid Ben Blauw. En de reden waarom Ben dit boekje kreeg is mij ook bekend. Hij ging met 'pré-pensioen' met de zeer lucratieve zgn. 50 plus regeling voor HBO docenten. Ieder ouder dan 50 mocht vertrekken met behoud van 70 procent van zijn salaris. Ben was amper 50 jaar en wilde zich volledig wijden aan beeldhouwen. Eén van de eerste opdrachten in zijn fulltime artistieke leven was het beeld 'Relatie' in de tuin van onze net betrokken woning aan de Gapeldoornlaan. Zie foto's hieronder.
Bij een voorjaarsstorm enkele maanden daarna brak het perspex beeld doormidden.
Een half jaar geleden is Ben overleden.
Het dichtbundeltje komt uit zijn nalatenschap. Maar hoe is het vanuit Haaren in Valkenswaard terecht gekomen?
Voor een ander is dit boekje helaas voorzien van een opdracht, voor mij is het meer dan een toevallige vondst. Het is een aanjager voor herinneringen en het veroorzaakt verbazing:
Dat kan toch geen toeval zijn?
Ik zoek verder en haal hier de allerlaatste strofe uit het laatste gedicht 'Weedom' uit deze bundel aan:
Lang heb ik aan 't raam gestaan
om naar de regenval te turen
Toen ben ik stil naar bed gegaan;
Enfin, het kan niet lang meer duren.
Wat zouden Ad en Ben erom gelachen hebben.
Nu moet ik het doen met mijn glimlach.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten