Vanmorgen de halfjaarlijkse controle bij de tandarts ondergaan voorafgegaan van een martelende behandeling van de mondhygiëniste.
Ik had goed geslapen. Dat was ooit anders. Toen de tandarts zelf nog haak en houweel hanteerde. Toen de tandarts een man was, een uit het kappers- en/of slagersvak geëvolueerde geldwolf, die nog niet uitging van de klant zeker niet als koning.
Mijn eerste twee tandartsen waren norse oudere mannen met grote handen en bulderende stemmen, die me dreigend maanden mijn tanden beter te poetsen,
De eerste, die uit mijn jeugdjaren in Roermond, dreigde zelfs met het vooruitzicht me anders uit de praktijk te gooien of al mijn tanden eruit te zullen trekken. Dat eerste vond ik niet erg, maar mijn ouders zouden om uitleg vragen met als gevolg dat ze zich zouden aansluiten bij het leger 'Poets Je Tanden Beter' roepers.
De tweede, tandarts Rambonnet uit Aalst sprak iets minder dreigend, die trok gewoon twee kiezen uit mijn onderkaak, omdat die er niet goed uitzagen, onrustig oogden en twee van die gaten konden nauwelijks kwaad. Behalve dan dat hij enkele jaren nadien daar twee dure zogeheten bruggetjes aanlegde. Daar ging mijn eerst verdiende loon.
Het werd er iets beter op toen we met ons gezin terecht konden bij een praktijk in Dommelen. Het was in de tijd dat je blij mocht zijn dat je een huis - of tandarts vond.
De man was een beetje in zichzelf en rechts in het politiek spectrum staand. Ik had lange haren. Pas met een haak of boor in zijn hand begon hij een politiek gesprek. Eén keer heb ik mijn oprechte mening geventileerd. Het gaatje leek dieper geboord dan ik gewend was verdoving had hij niet voorgesteld.
Nummer vier was ook van mannelijke kunnen. Hij nam toen de autist reuma kreeg zijn praktijk als waarnemer over. Dat duurde niet lang. Hij kreeg op zijn beurt het chronisch aan zijn rug, wat ik jammer vond. Hij was de eerste die me vooraf aan zijn controle of behandeling naar de ernaast residerende assistente stuurde. Zij bleek mondhygiëniste. Ik was inmiddels rond de zestig en kreeg van haar mijn eerste instructie hoe ik mijn tanden moest poetsen. Een uur lang heb ik mijn lachen kunnen onderdrukken.
De Dommelse praktijk werd overgedaan aan M3 Mondzorg, zetelend in een kapitaal pand in het centrum van Valkenswaard.
Mijn eerste controle aldaar was een regelrechte schok voor mij.
De tandarts bleek een vrouw. En wel een heel schone jonge dame, een van Belgische makelij. Schenen de ogen van eerdere assistentes - mondzuigers - conform een liedje lente-achtig mooi (nooit waargenomen, altijd ogen dicht geknepen), die van deze arts waren van hetzelfde seizoen.
Ze handelde naar haar ogen, zacht en begripvol. Oké ze liet het vervelende werk aan anderen over en zij bleek minstens even goed in rekenen en kennis van zaken inzake verzekeringen als haar mannelijke voorgangers, maar het was evident anders.
Ik sliep weer de nacht voor het bezoek.
Of dat zo blijft valt na vandaag te betwijfelen. Dat ligt niet zozeer aan haar maar aan haar mondhygiëniste. Die constateerde vandaag na een pijnlijke verzorging dat, wilde ik dat mijn tanden over tien jaar niet los zouden raken, een grondiger beurt nodig zou hebben. Paradontitis zei ze, daar lijdt U aan. Zij mocht maar tot niveau 3 frotten - 3 stond voor 3 millimeter onder het tandvlees - haar gewaardeerde collega mocht tot maar liefs niveau 6 afdalen. Of dat plaats zou vinden daarover moest mijn tandarts oordelen.
Met al mijn oude charme heb ik mededogen trachten te krijgen, maar ze was onvermurwbaar.
14 juli klokslag 11.30 uur zal ik me moeten laten onderwerpen aan de beul van M3.
Of vind ik dat ik na mijn tachtigste best met een tandloze mond voort te kunnen?.
Ik dub erover.
Van slapen van 13 op 14 september zal weinig terecht komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten