donderdag 11 augustus 2016

Begrenzing

Nee, deze tekst gaat niet over asielbeleid. De titel suggereert misschien een reactie op Paul Scheffers De vrijheid van de grens, maar ze gaat over het einde van de idealisering van de open ruimte daar waar concentratie geboden is.

In het schooljaar 1974/'75 was ik onderwijzer op een Open School in de Eindhovense wijk Tongelre Het Karregat geheten.
Mijn Schoolbestuur had me hiernaar toe verleid, want, zo had ze cynisch geconstateerd in mijn conflict met mijn voorgaand hoofd der school "Jij houdt toch van vernieuwing!".

Meer omdat ik weg wilde dan dat ik nu zo graag in die modernistische tempel wilde onderwijzen, hapte ik toe met een gretigheid die een kritische houding vooraf blokkeerde.
Ik was niet de enige die als een blinde kip in dit avontuur stapte.
Geheel Eindhoven werd door de architect van Klingeren voorgehouden dat in de open ruimte van zijn gebouw de nieuwe maatschappij en mens een experimenteerruimte zou vinden.
Zowel het bijzonder-katholiek als het openbaar onderwijs startte er pal naast elkaar gelegen hun scholen naast onder meer een bibliotheek sporthal, supermarkt en café.
Zonder schotten of muren. Ouders liepen op weg naar de winkel even de ruimte van de school binnen, monteurs kropen over de de in de nok gelegen lucht- en lichtbuizen, het geknal en gedreun uit de sportzaal denderden door het met staal gestutte ruimte.
Er was een architectonische droom zonder onderwijsmodel.
We modderden aan en door.
Leerkrachten vielen bij bosjes om.
Ieder wist wat eraan schortte, niemand was het daarover met elkaar eens; de ander trof in elk geval de schuld van dit debakel.
Het Karregat bleek een Rattenval, een Slangenkuil, een niet te torsen Karrewiel.

De katholieken waren de eersten die schotten en muren plaatsten. Het was nog voor het eind van dat schooljaar.
15 jaar later jubelde Interpolis over haar eerste open kantoorconcept.
Open is goed, is mooi, is goed voor de communicatie.
Maar slecht voor de concentratie.

In Strijp S worden de vroegere productiehallen van Philips door ondernemingen betrokken in een 'industriële open ruimtes'.
Zo ook Fama Volat ( zie mijn blog DDW dd 21 oktober 2015).
Al gauw werden twee ruimtes met glas afgescheiden, waar geluid minder kans heeft het creatieve proces van de marketingjongens en - meisjes te verstoren.
In de open werkplekken drukken op muziekdragers aangesloten koptelefoons het geroezemoes weg.
Soms zijn die hulpmiddelen niet afdoende.

Thomas heeft last van visuele afleiding. Er ontstond een behoefde aan stilteruimtes. Twee houten schuurtjes staan sinds enkele dagen in hun kantoorruimte.
Vlak voor zijn vakantie vroeg Thomas mij om die te schilderen.



Daar ben ik mee bezig. Overal hoor ik en zie ik.
De schilder kan het hebben.
Hij houdt nog denkruimte over.
Hij denkt aan ruimtes, die te groot zijn voor een mens.






Het resultaat: na vier dagen schilderen in de open space,  twee fraaie Cruikshank huisjes. (Zie Dan Cuickshank (1949): ontwerper van prikkelarme hokjes 1967)


Geen opmerkingen: