woensdag 19 juli 2017

B & B voor een postduif

Donderdag had ik hem of haar voor het eerst gezien, mijn postduif. Hij - laten we maar voor een mannetje,  dus doffer, gaan - leek gewond aan zijn pootje. Hij vloog weg toen ik naderbij kwam. De dag erna, vrijdag, leek hij nog meer aangeslagen.
Ik kan hem vrij eenvoudig oppakken.
Dan heb je dus een duif in je hand.
Wat moet je daarmee?
De jaren geleden aangeschafte hondenbench - voor als we ooit... - kwam van pas, werd omgetoverd tot een heuse duiven B & B compleet met stro, drink- en voederbak.


En nu?
We belden de dierenambulance, die beloofde terug te bellen.
Intussen zocht ik op internet onder 'postduif gevonden'.
De site van de Nederlandse Postduiven Vereniging adviseerde om het ringnummer in te voeren, waardoor via het daaraan gekoppelde telefoonnummer contact kon worden opgenomen met de eigenaar.

De eigenaar neemt op met  iets dat lijkt op 'Joh'. In neem aan dat dit niet zijn achternaam is. Ik leg de situatie uit en verwacht grote blijdschap, een afspraak om duif op te halen en om mij daarbij een fraai vindersloon te overhandigen.
Nee, of ik hem twee dagen (doage) wil opvangen en daarna wil laten uitvliegen.
Ik beloof zulks aan de man, die zegt tussen Breda en Antwerpen zijn duiven te melken en dat hij van een vlucht met 12 duiven, er slechts 6 zijn teruggekeerd en dat Valkenswaard hem veuls te ver is.

De dierenambulance belt terug.
Zij zouden hetzelfde als ik doen, met één verschil; een rekening versturen voor de voorrij- en opvangkosten, waarnaar ze in de meeste gevallen konden fluiten.

Twee dagen kijk ik in het kooitje, maak contact met geroekoe en menselijke taal en geef hem een naam. (Ik twijfel tussen Nouri en Nemo, kies voor de veiligheid voor Nemo)
Maandagochtend, vertrekdag.
Ik vraag Riny om dit moment vast te leggen.



Een klein beetje emotioneel - je krijgt een band met zo'n beestje - laat ik hem los en wens hem een goede terugvlucht.

Dit is echter niet het einde van het verhaal.
Nemo keert terug in de Gaspeltuin en scharrelt overal rond.


Als de avond valt , vang ik hem in verband met loslopende katten, en plaats hem weer in zijn B & B.
Ik bel Joh op , Hij zegt dat ik het goed doe en 'diejen doif goij echt vliege'.

Dinsdag laat ik de bench open staan. Mijnheer vliegt weg om... even later terug te keren.
Heb ik hem gehecht?
Ik besluit niet meer met hem te praten.
Hij vliegt hoger en hoger, maar keert steeds terug.
Hij nestelt zich op de rozenpalen, waar hij contact krijgt met een houtduif. Hun relatie is van korte duur






Tegen de avond post hij zich op het dak van ons huis. 
Nu gaat hij definitief, denk ik. 
Ik zwaai naar hem.


Woensdagmorgen: mijnheer begroet me in de ochtend.
Ben ik gedoemd tot duivenmelker tegen wil en dank?
Zou Nemo narcistische trekjes hebben en zich hoogvereerd voelen met zoveel fotografische aandacht?

Ik besluit hem niet meer te fotograferen, hem verder te negeren.
Maar eenvoudig is dat niet. 




Geen opmerkingen: