Het is weer dubtijd.
Tijd te besteden om uit mijn verwarring te raken.
Tijd van peinzen en dubben.
Het gaat om carnaval.
En behoorlijk gedrag.
Carnaval is los gezongen van haar oorspronkelijke betekenis: het inluiden van de Vasten, waarmee ook de sturende christelijke waarden hebben ingeboed.
Als er al sturende waarden zijn, dan moeten we het doen met de enigszins verbleekte waarden van de Verlichting:
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
VGB kort gezegd.
Hoe belangrijk deze zijn, kan het beste geduid worden door hun tegenpool te noemen. Onvrijheid, ongelijkheid en - iets ingewikkelder - antisociaal solipsisme of monomaan autisme.
Maar daarmee hebben we de betekenis van de waarden nog niet in beeld, zeker hun praktische betekenis.niet.
Neem Vrijheid. Hoe ongebreideld is die in de vrijheid van bijvoorbeeld meningsuiting?
Die vraag dringt zich weer eens op bij de antisemitische beelden in de carnavalsstoet in Aalst - België.
De makers beroepen zich op die vrijheid.
Deskundigen van dit volksfeest wijzen erop, dat tijdens carnaval de grenzen worden opgezocht en daarmee opgerekt.
Heeft de Vrijheid grenzen? Om die vraag gaat het.
Het kwetsen, discrimineren en haatzaaien vallen buiten de vrijheid van meningsuiting.
Kwetsen, discrimineren en haatzaaien, zijn begrippen die subjectief begrensd zijn.
Rechters moeten eraan te pas komen om de grens te beoordelen.
De Pietendiscussie heb ik voor mezelf beëindigd door de conclusie 'Als er een groep is die Zwarte Piet associeert met slavernij en daaronder lijdt dan moeten we dit symbool veranderen'.
Tijdens volksfeesten worden de grenzen opgezocht en verlegd.
Niet enkel verruimd, maar gecorrigeerd.
De beoordeling van behoorlijkheid kan nooit alleen worden gedaan op basis van één waarde.
Met andere woorden het tonen van Joden met grote neuzen zittend op stapels geld druist in tegen Gelijkheid en Broederschap.
Vrijheid staat daar buiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten