Het lijkt er op dat naarmate je ouder wordt je karakteristieke kenmerken sterker worden en je lichamelijke vermogens zwakker.
Over dat laatste zal weinig misverstand zijn. Zelf ervaar ik dat dagelijks, mijn conditie holt achteruit, ik zie slechter, hoor minder. Enfin, datgene wat we aftakeling noemen is al jaren gel;eden ingezet. Kwaaltjes moeten veelal in dat licht worden gezien. Zoals mijn huisarts deze week constateerde na het bestuderen van de echo die van mijn rechterschouder was genomen. 'Je moet ermee leven.' Want de gedeeltelijk afgescheurde aanhechtings-spier bij mensen boven de zeventig moest worden gezien als een uitgerafelde stuk stof. Daar kun je weinig aan repareren. Zoiets vermoedde ik al lang. Om mijn komst naar hem te verdedigen pruttelde ik, dat mij een tiental jaren geleden was verweten te laat aan de bel te hebben getrokken toen ik me lichtelijk kortademig had gevoeld en meende dat zoiets hoorde bij de aftakeling en dus mee moest leren leven. Voor het hart gelden andere wetten had hij gezegd, maar die schouder...Laten we de orthopeet er nog eens naar laten kijken. Begrip- maar weinig hoopvol had het geklonken.
De vijftig spirituele zieners, die ik afgelopen week in uitrekselvorm had gelezen bieden mij op twee manieren houvast: Acceptatie of Verzet. Voor beide valt wat te zeggen, hoewel uiteindelijk acceptatie als enige keuze overblijft. Maar aangezien ik het golfen niet direct aan de wilgen wil hangen - al was het maar omdat ik onlangs een kleine investering deed in benodigdheden - doorloop ik het pad van Strijd en Verzet., doe dagelijks oefeningen en ontzie mijn rechterschouder en belast de linker meer. Opvallend hoe zo'n schlemiel, die ik jaren hooguit als knechtje heb gezien, nu het zware werk voor me doet. Bij hem vooralsnog geen spoor van aftakeling, altijd op zijn luie reet gezeten.
Terug naar de waarneming waarmee ik deze tekst begon en wel de eerste stelling dat bij ouderen kenmerkende eigenschappen zich in de loop der jaren lijken te vergroten.
Laat ik voor mezelf spreken. Ik ben altijd iemand van de grote gebaren geweest. Voor details was ik niet geboren. Dit wetende heb ik me altijd omringd door mensen die mijn tekort corrigeerden. Mijn teksten laat ik Riny doorlezen, plannen liet ik anderen uitwerken. De man van de hoofdlijnen heette dat en hoe beter de anderen die uitwerkten en corrigeerden hoe minder ik oog kreeg voor het fijne en het kleine.
Dit werd deze week weer eens pijnlijk duidelijk. Elk jaar na mijn verjaardag zet ik me aan het omzetten van de blogs in een jpg bestanden, die worden doorgestuurd naar de drukker. Eindelijk had ik Blogs 73, teksten die ik in mijn 73 ste jaar maakt, doorgestuurd in een format dat ik al dertien jaar op een rij gebruik. Enkele dagen erna kreeg het boekwerk binnen in...A 6 formaat met een lettergrootte die ik zelfs met behulp van een microscoop niet kan lezen.
Zoals ik dat gewend ben zoek ik de schuld eerst bij de ander. Dat schijnt typisch mannelijk te zijn, volgens een ziener, en die eigenschap ontwikkelt zich bij mij tot ware kunst. Maar de opdracht kende geen genade, er stond daadwerkelijk een A6 aangevinkt. Natuurlijk weet ik zeker dat ik dat niet gedaan heb - kleinkinderen, de computer? - maar enige verantwoordelijkheid moest ik toch op me nemen. Ik had alweer geen oog voor de kleine lettertjes gehad.
Zo heb ik van Blogs 73 twee exemplaren. Eén ervan met piepkleine lettertjes. Moet ik die lezen om alsnog oog voor het kleine te krijgen? Onbegonnen werk, dus Acceptatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten