zaterdag 10 oktober 2020

Zonnestraaltjes in Coronatijd (?)

Om het verschil tussen een optimist en een pessimist duidelijk te maken volstaat  de metafoor van het halfvolle dan wel halflege glas. 
Dezelfde werkelijkheid,  twee verschillende visies er op. 

Voor beide types zijn het twee verschillende werkelijkheden: "Kijk nou eens goed, dan zie je wat ik zie!", overtuigd dat het met waarnemen te maken heeft in plaats van beoordeling en opvatting.
 
Beter is het om te stellen dat het te maken heeft met een verschil in focus, het aspect waarop het oordeel wordt gegeven. 
Zijn je ogen vooral gericht op het onderste deel of het bovenste?

Deze inleiding heb ik nodig bij de bespreking van 





Ben Bruns is een bezoeker van het Parkinsoncafé Valkenswaard. Hij tekende van 21 maart tot en met 28 juni zijn dagelijkse ervaringen op. De columns zijn door de auteur rijkelijk in cartoonstijl geïllustreerd 

Het boekje in zgn. oblong-formaat is in eigen beheer uitgegeven en is te bestellen via bob@bobbruns.nl. Kosten zijn  10 euro (of meer) excl. verzendkosten. De opbrengst van dit boekje wordt geschonken aan Prof. Dr. Bas Bloem van het Parkinson Centrum Nijmegen/ UMC Radboud voor onderzoek.

De verhaaltjes getuigen van een onverwoestbaar optimisme.. En dat in Corona tijd!
Zijn optimisme lijkt niet zozeer het resultaat van een zekere focus op het leven in deze klote-tijd, maar een overlevingsstrategie, een weerbare houding tegenover de grimmige wereld.

Ben doet zijn wekelijks balans - en coördinatie-oefeningen onder leiding van zijn fysiotherapeute Elke ('Elke keer') via  online video consult. 
Hij staat te springen en te zwaaien achter zijn computer, die beneden voor het raam staat. Dan merkt hij dat de langslopende inwoners van Westerhoven vriendelijk naar hem terugzwaaien. 
Als hij het doorheeft, kan hij er hartelijk om lachen.
Hij geniet, elke dag weer. .
Vol liefde beschrijft en tekent hij het leven in zijn tuin, met zelfspot getuigend van zijn soms klungelig gedrag.

Is het de optimist eigen om zich op het kleine te richten, of word je optimist door je op het kleine te focussen? 

Ik wil deze tekst als vooroefening gebruiken voor de boekbespreking van 'Zonnestraaltjes in Coronatijd' die ik heb toegezegd voor de Nieuwsbrief van het Parkisoncafé. 
Maar ik merk dat ik vastloop, vastloop op het bijna naïeve optimisme van Bruns.
Hij eindigt zijn boekje alsof de Coronatijd achter de rug is. Afgesloten, het was even doorbijten, maar het viel eigenlijk wel mee. De kleinkinderen kunnen weer op bezoek komen en ik ga vrijdags weer gewoon naar Elke.

Inmiddels loopt het aantal coronabesmettingen dagelijks op, strengere maatregelen lijken onvermijdelijk. 
Als het vaccin er is dan zullen we nog rekening moeten houden met nog een nasleep van anderhalf jaar. We knuffelen elkaar al meer dan een half jaar niet meer. Dat is het decor. 
Welke optimistische visie zet je hierop af?

Ik heb bewondering voor Saskia Noort, die vanaf het begin van de crisis getuigde van verzet, van boosheid, van pessimisme ook, in haar wekelijkse columns. Zij accentueert de beperkingen in het contact, terwijl Bruns demonstreert hoe hij met al die beperkingen best om kan gaan.
Het lijkt erop alsof de pessimist bestaat door weerstand tegen zijn tegenpool en vice .versa

Rest me de vlucht naar een derde stroming, die van de realisten: acceptatie als het moet, verzet als het kan. 

Geen opmerkingen: