zondag 7 augustus 2022

Ik ben mijn muze

Vorig jaar experimenteerde ik met een ander soort teksten.
Niet de invallen van het moment, maar geplande mini werkstukjes, waaraan een gerichte vraag ten grondslag lag.. 
Ter voorbereiding was ik me vaak een week aan het inlezen, 
Boeken, zoals diverse privé domeintjes, die ik als verzamelaar zonder te lezen in de kast had gezet, nam ik ter hand.

Zo ontstonden  de rubrieken Filosofische Verkenningen, Duitse Expressionisten, de Muze-reeks en Vakantie Verslagen.
De laatste brak ik in februari af toen Rusland Oekraïne binnenviel.
De oorlog bracht me op actuele vragen over autonomie, autocratie en dictatorschap om tenslotte  gedesillusioneerd terug te keren naar mijn micro-wereldje van tuin en familie.

Enkele weken geleden herinnerde een boekbespreking in De Groene me op de Muze reeks, waarin ik onderzocht wie of wat  een muze vormt.
Het was een bespreking van de Graphic Novel "Ik ben mijn  Muze. Eigenzinnige vrouwen die de kunstgeschiedenis veranderden" van de Nederlandse kunstenares Loes Faber.


De voorzijde


De achterzijde

Het werk beslaat maar liefs 214 pagina's bomvol tekeningen en teksten, alle in zwart-wit.
De keuze  van Faber van 8 eigenzinnige vrouwen, die de kunstgeschiedenis veranderden zijn:
1. Artemisia Gentileschi 2. Barones Elsa von Freytag-Loringen 3, Charley Toorop 4 Claude Cahun
5. Frida Kahlo 6 Amrita Sher-Gil 7. Elisabeth Catlett en 8. Carolee Schnemann

Drie ervan waren me enigszins bekend (1, 3 en 5) van de andere vijf vrouwelijke kunstenaars wist ik nagenoeg niets.
Ik kreeg een goed beeld van deze volhardende vaak tegen de stroom opwerkende vrouwen. Emoties weet Faber neer te zetten door te experimenteren met getekende typografie. 
Woorden, gedachten spatten van het papier. 

Alle vrouwen zijn op hun eigen wijzen vrouwenrechtenvechtsters.
Behalve Gentileschi leefden ze allen in de laatste eeuw, in Europa, India en Amerika/Mexico..

De stijl van Loes Faber doet me denken aan de tekeningen van Peter Pontiac, verwant aan de underground tekeningen uit de jaren 60 en 70.

Hieronder een weergave, de pagina waarop de val van Charley Toorop van de trap wordt verbeeld, een val die haar aftakeling definitief inzet.


De recensent van De Groene - ik meen dat het Marja Pruis was - vond dat door het gebruik van verschillende lettertypes de hoeveelheid tekst behapbaar was. 
Daar valt aan te twijfelen.
Het lijkt meer op een leesboek met tekeningen dan een graphic novel.
Maar toch...een aan te raden boek, vanwege de thematiek, die met grote betrokkenheid wordt verwoord en verbeeld.

Voor een volgende graphic novel van Loes Faber zou ik pleiten voor meer kleurgebruik.
De kaft is immers de mooiste pagina.



.



 


Geen opmerkingen: